Aflevering 7-8

Gepubliceerd op 17 december 2016

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 04-09-2024

FRP 2016/554 - Sign. - Wetsvoorstel MiFID 2 ingediend

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 25 oktober 2016 heeft het Ministerie van Financiën een wetsvoorstel ingediend ter introductie van de nieuwe Europese regels voor beleggingsdiensten. Dit pakket aan regelgeving staat in de markt beter bekend onder MiFID 2. Het betreft de herziening van de eerdere Markets in Financial Instruments Directive. In Nederland krijgt deze richtlijn zijn wettelijke evenknie in de voorgestelde Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014. In de toelichting op het wetsvoorstel stelt de Minister van Financiën dat de transparantievereisten zijn achtergebleven bij de snelle ontwikkelingen van het landschap van handelsplatformen en handelstechnieken. MiFID 2 dient daarom meer transparantie te brengen.

FRP 2016/555 - Sign. - Wijziging leennormen 2017

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Consumenten kunnen volgend jaar door inkomensstijgingen en koopkrachtmaatregelen naar verwachting meer lenen voor de aankoop van een woning. Dit hebben de ministers van Financiën en Wonen op 27 oktober 2016 aan de Tweede Kamer meegedeeld in het kader van de nieuwe leennormen voor een hypotheek. Deze normen gelden vanaf 1 januari 2017. De minister van Wonen start verder een Platform Maatwerk waarin de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën, het toezicht en marktpartijen, eventuele knelpunten rond maatwerkhypotheken in kaart brengen en naar oplossingen zoeken.

FRP 2016/556 - Sign. - Verkenning AFM contra-expertise woonverzekeringen

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Naar aanleiding van signalen heeft de AFM een verkenning uitgevoerd naar de vermeende problematiek rondom contra-expertise bij inboedel- en opstalverzekeringen. De AFM heeft niet kunnen constateren dat er structurele problemen zijn bij de inzet van contra-expertise. Wel lijkt er sprake te zijn van incidenten bij zowel verzekeraars als contra-experts.

FRP 2016/557 - Sign. - Reactie AFM rapport Monitoring Commissie Accountancy

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 20 oktober 2016 is het rapport van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) verschenen. Naar aanleiding daarvan heeft AFM gereageerd. De AFM stelt dat het rapport een goede bijdrage in het complexe veranderproces van de accountancysector levert. De AFM is verheugd te kunnen constateren dat het MCA-rapport complementair is aan eerdere rapportages van de AFM.

FRP 2016/561 - Sign. - Auditfunctie bij trustkantoren nog niet overal adequaat ingericht

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Vanaf 1 januari 2015 dienen trustkantoren een onafhankelijke en effectieve auditfunctie te hebben ter versterking van de integere en beheerste bedrijfsvoering. Uit de selfassessments van 144 trustkantoren blijkt dat de meerderheid de auditfunctie uitbesteedt. Bovendien geeft 12 procent van de trustkantoren aan in 2015 geen auditactiviteiten te hebben uitgevoerd dan wel dat er nog geen bevindingen zijn gerapporteerd.

FRP 2016/562 - Sign. - Stakeholderonderzoek toezicht DNB

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 27 oktober heeft DNB de resultaten van een extern onderzoek aangaande het toezicht door DNB gepubliceerd. Uit het externe onderzoek blijkt dat alom wordt gewaardeerd dat DNB meer de dialoog aangaat. Wel blijkt uit dit onderzoek dat volgens de bestuurders van financiële instellingen de transparantie beter kan.

FRP 2016/563 - Sign. - Uitkomsten themaonderzoek implementatie EMIR

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
De European Markets Infrastructure Regulation (EMIR) heeft gevolgen voor partijen die handelen in derivaten. DNB heeft in maart een uitvraag gedaan bij banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Op basis van eigen inschatting voldoet een groot deel van deze banken aan de wettelijke vereisten hiervoor, maar een aantal banken heeft nog geen clearing arrangement en is hier nog niet mee bezig. Wat betreft de nieuwe toekomstige vereisten geeft een groot aantal banken aan de implementatie nu nog niet gereed te hebben en ook niet gereed te krijgen vóórdat de eisen van kracht worden.

FRP 2016/566 - Sign. - EBA publiceert definitieve richtlijnen correcties gewijzigde duur schuldinstrumenten

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 11 oktober 2016 heeft EBA haar definitieve richtlijnen gepubliceerd voor wat betreft voor correcties op gewijzigde duur voor schuldinstrumenten. Het doel van deze richtlijnen is om vast te stellen wat voor soort aanpassingen moeten worden uitgevoerd om op passende wijze de gevolgen van het vooruitbetalingsrisico in kaart te brengen. De richtlijnen dienen bij te dragen aan de succesvolle implementatie van securitisatiepakket van de Europese Commissie in het kader van de hervorming Kapitaalmarkt-unie en daarnaast duidelijkheid te verschaffen aan kredietinstellingen.

FRP 2016/567 - Sign. - Reminder EBA benchmarking project

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 12 oktober 2016 heeft EBA een herinnering verstuurd aan de bevoegde autoriteiten van de belangrijkste data voor de indiening van de gegevens voor de 2017 benchmarking rapportage wat betreft de interne benadering van krediet- en marktrisico. Dit dient bij te dragen aan een vlotte en tijdige start van de benchmarking rapportage, hoewel goedkeuring door de Europese Commissie van de gewijzigde versie van de technische uitvoeringsnormen (ITS) op het evalueren van interne benaderingen voor het uitvoeren van de 2017 rapportage nog in behandeling is.

FRP 2016/568 - Sign. - Advies EBA beleggingsondernemingen onder CRD/CRR-regime

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 20 oktober 2016 heeft EBA gereageerd op het verzoek van de Europese Commissie voor technisch advies over de criteria voor het identificeren van de groep beleggingsondernemingen waarop het prudentiële regime dat is neergelegd in de Richtlijn kapitaalvereisten (CRD) en de Verordening aangaande kapitaalvereisten (CRR) van toepassing is. In algemene zin adviseert EBA dat alleen die beleggingsondernemingen die momenteel worden geïdentificeerd als wereldwijde systeemrelevante instellingen (GSIIs) en andere systeemrelevante instellingen (OSIIs) afhankelijk van het volledige CRD/CRR regime blijven.

FRP 2016/569 - Sign. - EBA pleit voor vereenvoudigd en meer geharmoniseerde regeling voor grote posities

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 24 oktober 2016 heeft EBA gereageerd op het verzoek van de Europese Commissie van 26 april 2016 om advies over de herziening van de in de Verordening aangaande kapitaalvereisten (CRR) neergelegde grote posities kader. Het advies van EBA betreft een rapport dat is opgedeeld in drie verschillende secties en met ook aanbevelingen om EBA met extra mandaten voor verdere vereenvoudiging en harmonisering van de regeling voor grote posities toevertrouwen. Dit verslag dient ter ondersteuning van de Europese Commissie bij de herziening van de grote posities kader als onderdeel van de totale CRR beoordeling.

FRP 2016/570 - Sign. - Definitief EBA rapport referentiepunt streefniveau nationale resolutieregelingen

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 31 oktober 2016 heeft EBA haar definitieve rapport gepubliceerd ten aanzien van het referentiepunt voor het streefniveau van de nationale resolutie financieringsregelingen. In het rapport stelt EBA voor om de regeling op basis van de gedekte deposito’s te veranderen in regeling die gebaseerd is op de totale verplichtingen. De voorgestelde methode zou de streefwaarde als referentiebasis gebruiken voor de berekening en afstemming van de individuele bijdragen aan de financiering van de nationale resolutieregelingen.

FRP 2016/571 - Sign. - Wijzigingen in onderpand beleenbaarheidscriteria en risicobeheersingsmaatregelen voor ongedekte bankobligaties

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 5 oktober 2016 heeft de ECB aangegeven dat de ECB overgaat tot het wijzigen van beleenbaarheidscriteria en risicobeheersingsmaatregelen voor de senior ongedekte schuldinstrumenten uitgegeven door kredietinstellingen of beleggingsondernemingen in haar onderpandskader met ingang van 1 januari 2017. Deze herzieningen zijn in reactie op de uitvoering van de BRRD in de Europese lidstaten.

FRP 2016/573 - Sign. - ESMA rapport effectenfinancieringstransacties

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 4 oktober 2016 heeft ESMA een rapport gepubliceerd over effectenfinancieringstransacties (SFT), hefboomwerking en de procyclische effecten daarvan binnen de financiële markten van de Europese Unie. Het rapport gaat in op de vraag of het gebruik van SFT leidt tot de opbouw van het hefboomwerking die nog niet door de bestaande regelgeving is gereguleerd, hoe dient te worden omgegaan met een dergelijke opbouw van het hefboomeffect, en of er behoefte is aan verdere maatregelen te nemen om de procyclische effecten daarvan te verminderen.

FRP 2016/574 - Sign. - ESMA leidraad melden transacties MiFID II

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 10 oktober 2016 heeft ESMA de definitieve richtlijnen gepubliceerd met betrekking tot de uitvoering van de transactie rapportage onder MiFID II en MiFIR. De richtlijnen geven nader inzicht over het implementeren van het melden van transacties, bijhouden van bestellingsgegevens en synchronisatie-eisen.

FRP 2016/575 - Sign. - ESMA werkprogramma 2017

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 11 oktober 2016 heeft ESMA haar werkprogramma voor 2017 gepubliceerd. In dit werkprogramma heeft ESMA haar prioriteiten en aandachtsgebieden voor 2017 uiteengezet ter ondersteuning van haar missie om de bescherming van beleggers te verbeteren en stabiele en ordelijke financiële markten te bevorderen. Het werkprogramma weerspiegelt de verschuiving in de focus bij ESMA van de bouw van een ‘Single Rulebook’ naar het waarborgen van de consistente toepassing in de hele Europese Unie.

FRP 2016/579 - Sign. - Matiging opgelegde bestuurlijke boete DNB (Rb. Rotterdam 9 april 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:2430)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Een beleggingsonderneming is te laat met het overleggen van haar kwartaalrapportage. Hierdoor overtreedt X art. 3:72 lid 1 Wft. DNB legt X een bestuurlijke boete op van € 10.000. De rechtbank stelt dat DNB terecht X een boete heeft opgelegd maar matigt de boete vanwege de financiële draagkracht naar een symbolisch bedrag van € 1.000.

FRP 2016/580 - Sign. - Misleidende informatie op vergelijkingssite (CBb 29 april 2016, ECLI:NL:CBB:2016:115, «JOR» 2016/275, m.nt. mr. L.J. Silverentand)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
In deze zaak was er sprake van een vergelijkingssite die informatie over financiële producten ter beschikking stelt. Deze vergelijkingssite gaf in dit geval ter vergelijking een aantal door banken aangeboden spaarproducten weer. Bij deze vergelijking werd ook een product weergegeven dat werd aangeboden door de entiteit die het beroep bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft ingesteld. Uit de feiten blijkt dat de AFM van mening was dat dit product als een verzekering moest worden gekwalificeerd, dit terwijl het was opgenomen in een vergelijking met spaarproducten. Via de vergelijkingssite kon een consument doorklikken naar de website van de aanbieder van het verzekeringsproduct. Voor iedere doorklik betaalde de aanbieder een vergoeding aan de vergelijkingssite.

FRP 2016/581 - Sign. - Vergunningaanvraag Optieclub door AFM op onjuiste gronden afgewezen (CBb 4 oktober 2016, ECLI:NL:CBB:2016:273, «JOR» 2016/335, m.nt. mr. J.W.P.M. van der Velden)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Het CBb verklaart het hoger beroep van de AFM ongegrond in een zaak over de weigering van de AFM om aan Optieclub vergunning te verlenen voor het online aanbieden van binaire opties. Optieclub biedt via haar website aan klanten de mogelijkheid om online zogenoemde binaire opties af te sluiten. De door haar aangeboden binaire opties zijn derivaten waarbij de klant voorspelt of de koers van een index, aandeel, valutapaar of grondstof bij afloop van de optie hoger of lager zal zijn dan bij aanvang. Het gaat niet om de mate van de koersbeweging, maar alleen om de richting.

FRP 2016/582 - Sign. - Geen schending zorgplicht inzake aanpassing rentepercentage (Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 22 maart 2016, ECLI:NL:OGHACMB:2016:77)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
G heeft een hypothecaire geldlening verkregen bij Fatum. In de notariële akte is bepaald dat het rentepercentage voor de duur van 5 jaar zal gelden, waarna de rente om de vijf jaar door de schuldeiseres kan worden gewijzigd. Het hof komt tot conclusie dat Fatum jegens G niet in strijd met de op haar rustende zorgplicht heeft gehandeld wat betreft het aanpassen van het rentepercentage. Het hof stelt verder dat de maatschappelijke opvattingen over wat de zorgplicht van financiële dienstverleners zich ontwikkelen in de richting van hetgeen op het moment in Nederland geldt.

FRP 2016/583 - Sign. - DNB is niet aansprakelijk voor onrechtmatige uitschrijving Pensioenfonds (Hof Amsterdam 21 juni 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2389, «JOR» 2016/277, m.nt. mr. E.J. van Praag)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Pensioenfonds GSFS was het pensioenfonds van de beleggingsonderneming GSFS. Pensioenfonds GSFS legde zich toe op dividendarbitrage ofwel dividendstripping. Dividendstripping is zo niet verboden dan wel op zijn minst omstreden. Volgens DNB was deze dividendstripping de kernactiviteit van pensioenfonds GSFS. Daarbij bedroeg het aandeel van de pensioenverplichtingen maximaal 5,3% van de totale balans van pensioenfonds GSFS. Bovendien huurde pensioenfonds GSFS beleggingsonderneming GSFS in om deze beleggingen te doen waarvoor beleggingsonderneming GSFS een vergoeding ontving die tot wel 75% van de gemaakte winst kon oplopen. Tussen de regels door valt te lezen dat DNB hier een schijnconstructie in zag waarbij het pensioenfonds uitsluitend was opgezet om ongerechtvaardigde belastingvoordelen te incasseren. DNB wilde deze schijnconstructie beëindigen en besloot daarom pensioenfonds GSFS uit te schrijven uit het register van pensioenfondsen.

FRP 2016/584 - Sign. - Stichting Renteswapclaim is niet-ontvankelijk in haar vorderingen vanwege onvoldoende waarborgen van klantbelangen (Rb. Oost-Brabant 29 juni 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:3383, «JOR» 2016/278, m.nt. mr. J.H. Lemstra)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
In deze uitspraak verklaart de rechtbank Stichting Renteswapschadeclaim op twee gronden niet-ontvankelijk in haar 28 vorderingen tegen Rabobank. De op grond van art. 3:305a BW door de Stichting tegen Rabobank ingestelde vorderingen zien zowel op de gestelde gebreken van de renteswapovereenkomsten die Rabobank sinds 2005 heeft gesloten met een aantal ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf als op de gestelde gebrekkige wijze waarop Rabobank de renteswapovereenkomsten heeft verkocht.

FRP 2016/585 - Sign. - Zorgplicht financiële afhandeling levering partijen aardappelen (Rb. Rotterdam 31 augustus 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:6753, «JOR» 2016/132, m.nt. mr. K. Frielink)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Begin september 2014 heeft X aan Y opdracht gegeven om de facturen van X aan haar koper in Pakistan wat betreft de verkoop en levering van 1.000 containers met partijen aardappelen af te handelen. De rechtbank stelt vast dat Y begin september 2014 X als haar cliënt heeft aanvaard, waardoor op Y een bijzondere zorgplicht rust.

FRP 2016/586 - Sign. - Schending van zorgplichten jegens particuliere belegger (Hoge Raad 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2012, «JOR» 2016/274, m.nt. prof. mr. C.W.M. Lieverse)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de aanbieder als de klant is aangebracht door een cliëntenremisier. De werkzaamheden van de cliëntenremisier hadden in beginsel slechts moeten bestaan uit het aanbrengen van klanten bij de aanbieder, maar in de praktijk is de remisier tevens opgetreden als adviseur. Bij de beoordeling in deze zaak speelt de regulatoire positie van de cliëntenremisier een belangrijke rol.

FRP 2016/587 - Sign. - Nieuwe stap effectenleaseovereenkomsten (Hoge Raad 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2012 «JOR» 2016/274, m.nt. mr. C.W.M. Lieverse)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
X heeft door tussenkomst van een professionele tussenpersoon een effectenleaseovereenkomst gesloten met Dexia. Deze tussenpersoon heeft X aangebracht bij Dexia. Daarbij heeft de tussenpersoon zich niet beperkt tot bemiddeling, maar ook X ook geadviseerd. De Hoge Raad stelt dat een professionele tussenpersoon het niet vrijstaat zonder vergunning op te treden als beleggingsadviseur. De Hoge Raad stelt verder dat indien deze tussenpersoon over geen vergunning beschikt, en de aanbieder dit wist of behoorde te weten, er dan aanleiding is voor een andere verdeling van de schade tussen partijen dan standaard momenteel geldt. Gelet op het beschermingskarakter van de vergunningplicht komt de schade van de particuliere belegger dan in zijn geheel voor rekening van de professionele aanbieder van het product.

FRP 2016/588 - Sign. - Bank bevoegd opslag Euribor-tarief eenzijdig te wijzigen (Rb. Amsterdam 21 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:5825)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Tussen X en ING ontstaat een geschil over de opslag boven het driemaands Euribor-tarief. Na een briefwisseling en diverse gesprekken sommeert X ING de in de ogen van X ten onrechte in rekening gebrachte rente plus incassokosten te voldoen. ING voldoet niet aan deze sommatie en herhaalt het verzoek tot aanzuivering van de debetstand. Uiteindelijk beëindigt ING de kredietrelatie en eist de uitstaande financiering op. De rechtbank stelt dat X geen beroep toekomt op de consumentenbescherming van de richtlijn en dat ING bevoegd was de opslag op het Euribor-tarief eenzijdig te wijzigen.

FRP 2016/589 - Sign. - Opzegging beleggingsrekening niet in strijd met redelijkheid en billijkheid (Rb. Midden-Nederland 23 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5062)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
M belegt in aandelen en aandelenfondsen. Daarbij komt M een overeenkomst aangaande een beleggingsrekening overeen met SNS Bank. Op 27 juni 2016 kondigt SNS Bank aan te willen stoppen met haar dienstverlening op het gebied van zelf beleggen met ingang van 1 september 2016. De voorzieningenrechter concludeert dat de opzegging van de overeenkomst niet in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid.

FRP 2016/590 - Sign. - Hypotheekrecht seniorenflat Gemeente Dantumadeel tenietgegaan (Rb. Noord-Holland 28 september 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:4361)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Ter de financiering van de bouw van een seniorenflat besluit de Gemeente Dantumadeel WTR een garantie te verstrekken. Hierbij bedingt de Gemeente het recht van eerste hypotheek op de seniorenflat. De vraag rijst of dit hypotheekrecht of dit al dan niet teniet is gegaan met het vervroegd aflossen van deze geldlening door WTR. De rechtbank stelt dat dit het geval is en concludeert dat in de hypotheekakte niet gebleken is van een bestaande en omschreven rechtsverhouding waaruit een toekomstige vordering voortvloeit.

FRP 2016/593 - Sign. - Ondernemingskamer wijst enquêteverzoek Delta Lloyd af (Hof Amsterdam (OK) 12 oktober 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4056)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Er komt geen onderzoek naar mogelijk wanbeleid bij verzekeraar Delta Lloyd. De Ondernemingskamer heeft woensdag 12 oktober 2016 het enquêteverzoek van grootaandeelhouder Highfields Capital afgewezen. Eerder, op 14 maart 2016, wees de Ondernemingskamer al een verzoek van Highfields gericht op uitstel van de besluitvorming over de claimemissie van € 650 miljoen af.

FRP 2016/594 - Sign. - Internationale rechtsmacht bij financieel verlies dat rechtstreeks intreedt op bankrekening (HvJ EU 16 juni 2016, ECLI:EU:C:2016:449, «JOR» 2016/276, m.nt. mr. T.M.C. Arons)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Al geruime tijd houden partijen zich bezig met de vraag waar zuivere vermogensschade wordt geleden bij effecten. In de Universal Music-zaak gaat het over vermogensschade die Universal Music in Nederland heeft geleden nadat een Tsjechische advocaat in Tsjechië een beroepsfout had gemaakt bij de overdracht van de aandelen B&M spol. s r. o. Eind jaren negentig heeft advocaat Broz, medewerker van het advocatenkantoor Burns Schwartz International, in de koopovereenkomst een klassieke tikfout gemaakt waardoor het bedrag dat Universal Music aan de verkoper moeten betalen voor de aandelen in B&M vervijfvoudigd is. Universal Music heeft na een arbitrageprocedure met de verkoper uiteindelijk een schikking bereikt. Het verschuldigde bedrag is vervolgens vanaf een Nederlandse betaalrekening overgemaakt. Nadat de schikking was bereikt, heeft Universal Music de Tsjechische advocaten aangesproken voor de Nederlandse rechter. Alle elementen van deze zaak bevinden zich in Tsjechië, op één na: Universal Music heeft een vestiging in Baarn en heeft de kosten in verband met de arbitrageprocedure en de schikking ten laste van haar Nederlandse vermogen betaald.

FRP 2016/595 - Sign. - Gelijktijdige aankopen door personen met een zekere relatie zijn samengestelde transacties (Rb. Amsterdam 30 juni 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3966)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Verdachte heeft bedrijfsmatig in edele metalen gehandeld en daarbij niet voldaan aan de verplichtingen die zijn neergelegd in de Wwft, in het bijzonder de verplichtingen tot het melden van ongebruikelijke transacties en het doen van cliëntenonderzoek bij contante transacties van € 15.000 of meer.

FRP 2016/596 - Sign. - Ringfencing van banken: huwelijkse voorwaarden of echtscheiding? (AA 2016/11, prof. mr. R.P. Raas en mr. R.P. Vrolijk)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Het steeds verder uitgebreide dienstenpakket van consumentenbanken en zakenbanken wordt wel aangemerkt als een oorzaak van de financiële crisis. De vraag rijst of de financiële sector gebaat is bij een scheiding tussen consumentenbankieren en zakenbankieren door middel van ‘ringfencing’. De auteurs bespreken of de Nederlandse wetgeving op dit moment in enige vorm van ringfencing voorziet, en of zij in een verdere mate van ringfencing zou moeten voorzien.

FRP 2016/597 - Sign. - Brexit: financieelrechtelijke gevolgen (BB 2016/74, mr. J. Tegelaar en prof. mr. M. Haentjens)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Reeds in de aanloop naar het Brexit-referendum is gebleken dat de onzekere uitkomst daarvan tot veel onrust leidt op de financiële markten. De uitslag van het referendum heeft die onrust geenszins weggenomen, omdat vermoedelijk nog jaren onzekerheid zal bestaan over het uiteindelijke Brexit-scenario en de juridische gevolgen daarvan voor de financiële markten. In deze bijdrage bespreken de auteurs de belangrijkste gevolgen van Brexit vanuit financieelrechtelijk perspectief. Onderscheid wordt gemaakt tussen de gevolgen voor effectenuitgevende ondernemingen, niet-effectenuitgevende ondernemingen en financiële ondernemingen. Daarbij wordt voor zover relevant onderscheid gemaakt tussen ondernemingen gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en ondernemingen gevestigd in een EU lidstaat.

FRP 2016/598 - Sign. - Ongedaan maken (JutD 2016/111, mr. J.F.M. Heuvelmans)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Partijen sluiten doorgaans een overeenkomst in het vertrouwen dat die door beide partijen nagekomen wordt. Als vooraf geen duidelijkheid bestaat of een partij volledig aan zijn verplichtingen kan voldoen, kunnen zekerheden worden ingebouwd. Ook wanneer zekerheden gevestigd worden, gaan partijen er nog steeds van uit dat de overeenkomsten over en weer juist en volledig zullen worden uitgevoerd. Toch doet zich regelmatig de situatie voor dat een partij bij een overeenkomst tijdens de uitvoering daarvan niet meer aan de contractuele verplichtingen kan of wil voldoen dan wel dat een partij geen behoefte aan de prestaties van zijn wederpartij. In dat geval moet de overeenkomst beëindigd worden en moeten de gevolgen daarvan geregeld worden. In het artikel zet de auteur uiteen op welke wijze overeenkomsten doorgaans eindigen en aansluitend de gevolgen beschrijven van het ongedaan maken van reeds geleverde prestaties.

FRP 2016/599 - Sign. - De Wijzigingswet Financiële Markten 2018: een overzicht (JutD 2016/113, mr. D.A. de Roos)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 27 juli 2016 heeft de Minister van Financiën de Wijzigingswet Financiële Markten 2018 geconsulteerd. Het Voorontwerp zal onder meer de Wbfo, boek 2 van het BW en de Fw wijzigen. In het artikel staat de auteur kort stil bij de belangrijkste voorstellen uit het Voorontwerp. Vervolgens gaat de auteur in op de voorgestelde wijzigingen ten aanzien van het beloningsbeleid. In bijzonder behandelt de auteur daarbij de wijze waarop de Minister invulling geeft aan de vereisten uit de kapitaalvereistenrichtlijn (CRD IV) en de door EBA opgestelde richtsnoeren betreffende een beheerst beloningsbeleid.

FRP 2016/600 - Sign. - Iran, een mijnveld voor kansen (TvCo 2016/5, p. 254, mr. N.L. Oostindjer)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 14 juli 2015 kwamen de wereldmachten, de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, China en Rusland, tot een deal met Iran. Hoewel er een optimistische stemming heerst bij het ‘opheffen’ van de sancties blijkt de praktijk toch weerbarstiger. Naast de plaatselijke obstakels voor het Nederlandse bedrijfsleven zoals het opbouwen van nieuwe contacten, het herstellen van het betalingsverkeer en de inmenging van de Iraanse staat in het bedrijfsleven, zijn de sancties an sich nog niet verleden tijd. In dit artikel schetst de auteur de achtergrond van de totstandkoming van de Iran-deal en uitleg over de nog geldende Europese en Amerikaanse sancties. Hierbij zullen nog actuele sanctiegerelateerde risico’s voor het Nederlandse bedrijfsleven en met name financiële instellingen worden benoemd. Deze risico’s zijn niet altijd goed bekend en komen niet altijd duidelijk naar voren in de berichtgeving.

FRP 2016/601 - Sign. - Panama Papers & integriteit Over de relatie met de ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking en witwassen (TvCo 2016/5, p. 257, mr. A.B. Schoonbeek)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
In zijn nota ‘Toekomst financiële sector’ van 21 juni 2016 constateert de minister van Financiën dat de financiële sector er nog niet in is geslaagd het vertrouwen terug te winnen. Daarbij stelt de minister dat affaires het beeld versterken van het ontbreken van voldoende integriteit in de financiële sector. De ophef rondom de Panama Papers staat niet op zichzelf. De ontwikkelingen moeten worden gezien tegen de achtergrond van de internationale strijd tegen belastingontwijking en van witwassen en corruptie. Het doel van deze bijdrage is op hoofdlijnen een overzicht te geven van een aantal van deze ontwikkelingen. De auteur focust daarbij op de financiële sector en de impact op financiële ondernemingen (onder toezicht staande instellingen). Daarbij gaat zij kort in op de eerste reacties naar aanleiding van de Panama Papers en de hoofdlijnen van het integriteitstoezicht door DNB en de AFM. Daarna bespreekt zij de ontwikkelingen in Europees verband op het gebied van bestrijding van belastingontduiking en -ontwijking, de bestrijding van witwassen en de laatste initiatieven naar aanleiding van de Panama Papers.

FRP 2016/602 - Sign. - De PRIIPs-Verordening: essentiële informatie over verpakte beleggingsproducten (FR 2016/10, p. 383, mr. R.J. Watson en mr. T.W. Beenen)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
De verwachting is dat de PRIIPs-Verordening op 31 december 2016 van toepassing wordt. Deze verordening bevat regels over het opstellen en verstrekken van een standaard informatiedocument aan retailbeleggers met betrekking tot bepaalde beleggingsproducten. Op dit moment zijn er nog veel vragen over de uitleg van de verordening. In deze bijdrage bespreken de auteurs de hoofdlijnen van de PRIIPs-Verordening en enkele zorgen die in de markt zijn geuit. Daarbij gaan de auteurs eerst in op de reikwijdte van de verordening. Vervolgens behandelen zij de verplichting tot het opstellen en verstrekken van een KID. Tot slot staan de auteurs kort stil bij het Nederlandse wetsvoorstel naar aanleiding van de PRIIPs-Verordening.

FRP 2016/603 - Sign. - Het concept wetsvoorstel beleggingsobjecten en beleggingsobligaties (FR 2016/10, p. 389, mr. J.S. Kruijt)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 2 augustus 2016 is het concept wetsvoorstel van de Wet beleggingsobjecten en beleggingsobligaties gepubliceerd. Het wetsvoorstel verscherpt de regels terzake het aanbieden van beleggingsobjecten en introduceert een nieuw regime voor het aanbieden van beleggingsobligaties. In dit artikel schets de auteur eerst het huidige en het voorgestelde regime terzake beleggingsobjecten en obligaties afzonderlijk. Daarna bespreekt hij gezamenlijk de toepasselijkheid van de bepalingen van Deel 3 en Deel 4 Wft voor beiden regimes en gaat hij in op enkele uit deze regimes voortvloeiende verplichtingen. Vervolgens besteedt de auteur aandacht aan de rol van de bewaarder, de uitzonderingen en ontheffingen alsmede het overgangsrecht. De auteur sluit af met het plaatsen van enkele kanttekeningen bij het wetsvoorstel.

FRP 2016/604 - Sign. - Vermogensscheiding bij beleggingsondernemingen, betaalinstellingen en elektronisch geldinstellingen: van consultatie tot consolidatie? (FR 2016/10, p. 396, prof.mr. W.A.K. Rank)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 8 juli 2016 hebben de AFM en DNB elk een consultatiedocument gepubliceerd over vermogensscheiding. De AFM komt met deze consultatie terug op een consultatie van februari 2016 over hetzelfde onderwerp. Anders dan bij de eerdere consultatie is de AFM nu bereid om vermogensscheiding door middel van een aparte bewaarinstelling te blijven aanmerken als een adequate wijze van vermogensscheiding. Zij is wel voornemens de voorwaarden voor deze wijze van vermogensscheiding aan te passen. DNB en AFM streven ernaar de voor de verschillende typen bewaarinstellingen geldende voorwaarden zoveel mogelijk gelijkluidend te doen zijn. In onderstaand artikel bespreekt de auteur de huidige voorwaarden en de door AFM en DNB voorgestelde nieuwe voorwaarden en vergelijkt hij deze met elkaar.

FRP 2016/605 - Sign. - Wijziging Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Nrgfo) en reclame-uitingen in digitale media over kredieten en complexe producten (FR 2016/10, p. 405, mr. R.E. van Esch)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 2 juni 2016 werd het besluit van de AFM tot wijziging van de Nrgfo gepubliceerd in de Staatscourant. In dit artikel gaat de auteur in op de wijzigingen in dat besluit die betrekking hebben op reclame-uitingen in digitale media. Daarbij behandelt hij eveneens de risico’s die zijn verbonden aan online reclame-uitingen en de technische en andere belemmeringen of beperkingen van digitale media.

FRP 2016/606 - Sign. - Nieuwe regels voor herstel en afwikkeling van verzekeraars? Een bespreking van het Consultatiedocument Wetsvoorstel herstel en afwikkeling Verzekeraars (FR 2016/10, p. 415, mr. A.J.A.D. van den Hurk, prof. mr. C.W.M. Lieverse, prof. mr. V.P.G. De Serière en prof. mr. D. Busch)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Op 13 juli 2016 publiceerde het Ministerie van Financiën het Consultatiedocument Wet herstel en afwikkeling verzekeraars. Het voorstel voorziet in instrumenten en bevoegdheden om verzekeraars zo nodig op een ordentelijke wijze te kunnen afwikkelen om zo de belangen van polishouders bij de verzekeraar maximaal te waarborgen. Ook voorziet het voorstel in de mogelijkheid om, in geval van het faillissement van een verzekeraar, nog voor de verificatievergadering te kunnen overgaan tot het verstrekken van een voorschot op de uitkering uit de boedel om ook in deze situatie de belangen van polishouders te waarborgen. In deze bijdrage plaatsen de auteurs eerst enkele algemene opmerkingen en schetsen de bredere context van de voorstellen. Daarna gaan zij in op de reikwijdte van de voorstellen, het onderscheid tussen de herstel- en afwikkelingsfase, de samenwerking tussen toezichtautoriteiten en afwikkelingsautoriteiten, de toepasbaarheid van de voorgestelde regeling buiten Nederland, de voorbereiding op herstel en afwikkeling, het interventiecriterium, bail-in, interventie bij een groep, de vraag naar de voorrang van de BRRD, financiering en tot slot de Marktmisbruik-verordening.

FRP 2016/607 - Sign. - Coface/Intergamma: (wet)systematisch of niet? (MvV 2016/9, p. 225, mr. dr. R. Mellenbergh)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Contractspartijen nemen ten aanzien van vorderingsrechten vaak onoverdraagbaarheidsbedingen op in overeenkomsten of in toepasselijke algemene voorwaarden. Vorderingsrechten zijn een belangrijke categorie rechten waarvan de wet bepaalt dat zij contractueel onoverdraagbaar kunnen worden gemaakt. De Hoge Raad heeft in zijn arrest Coface/Intergamma geoordeeld dat bij de uitleg, die moet plaatsvinden naar objectieve maatstaven, van contractueel (schriftelijk) overeengekomen onoverdraagbaarheidsbedingen als uitgangspunt moet worden genomen dat onoverdraagbaarheidsbedingen alleen verbintenisrechtelijke werking hebben. In dit artikel gaat de auteur in op de achtergrond van het uitgangspunt bij de uitleg zoals geformuleerd door de Hoge Raad. Hierna richt hij de aandacht op de totstandkomingsgeschiedenis en de plaats van art. 3:83 lid 2 BW binnen het Nederlandse goederenrecht. Vervolgens gaat de auteur kort in op kritiek op het arrest Coface/Intergamma vanuit de literatuur, waarna hij een antwoord formuleert op de vraag: komt het door de Hoge Raad in zijn arrest Coface/Intergamma geformuleerde uitgangspunt bij de uitleg van onoverdraagbaarheidsbedingen overeen met de bedoeling van de wetgever ten tijde van de invoering van art. 3:83 lid 2 BW? Tot slot geeft hij aan indien dit niet het geval is, welke oplossingen denkbaar zijn.

FRP 2016/608 - Sign. - Relativiteit, eigen schuld en de collectieve actie (MvV 2016/10, mr. drs. D.F.H. Stein)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
In hoeverre staat onvoorzichtigheid van de belegger in de weg aan diens bescherming door de bancaire zorgplicht? Dat is een van de vragen die speelden in het arrest dat de Hoge Raad op 27 november 2015 wees in een collectieve actie tegen ABN Amro. In dit artikel bespreekt de auteur het arrest van de Hoge Raad, waarbij hij zich richt op het relativiteitsvereiste. Daarbij schetst de auteur eerst het procesverloop. Daarna gaat hij in op de onvoorzichtigheid aan de zijde van de beleggers vanuit de vraag op welke wijze deze in het oordeel omtrent aansprakelijkheid en schadevergoeding kan worden verdisconteerd. Hierna gaat de auteur in op de vraag in hoeverre het mogelijk is om in een collectieve actie een oordeel te krijgen over het beschermingsbereik van een geschonden norm.

FRP 2016/609 - Sign. - De retailklant in de FinTech wereld: een juridische verkenning (Ondernemingsrecht 2016/102, mr. E.J. van Praag)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Financiële dienstverlening gaat door een periode van door technologie gedreven transformatie. Dit wordt ook wel aangeduid als FinTech. In dit artikel worden de gevolgen van deze FinTech voor de dienstverlening aan de retailklant verkend, worden de juridische gevolgen voor de dienstverlening aan de retailklant geïdentificeerd en wordt beoordeeld of de huidige financiële regelgeving aansluit bij de nieuwe mogelijkheden.

FRP 2016/610 - Sign. - Interest Rate Risk in the Banking Book – IRRBB (Ondernemingsrecht 2016/103, mr. R.J. Theissen)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Het onder de Engelse afkorting IRRBB bekendstaande fenomeen betreft een uithoek van de berekening van de hoeveelheid kapitaal dat iedere bank moet aanhouden om als bank actief te mogen zijn en blijven. Zowel in de EU als in het wereldwijde overleg van bankentoezichthouders in Basel zijn ontwikkelingen gaande op het terrein van de behandeling van dit renterisico in het bankenboek. In dit artikel verkent de auteur de ontwikkelingen in deze uithoek van het toezicht om aandacht te vragen voor de complexe gedetailleerdheid van de regels en berekeningsmodellen die de banken en de toezichthouder gebruiken om te weten of ze op de goede weg zijn en om daarnaast de frequentie van veranderingen te illustreren.

FRP 2016/611 - Sign. - Bestuurdersaansprakelijkheid bij schending van financieelrechtelijke toezichtsregels (WPNR 2016/7125, mr.drs. T.M.C. Arons en prof.mr. D. Busch)

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016
Bestuurders in de financiële sector kunnen in bepaalde omstandigheden aansprakelijk zijn jegens de financiële onderneming en de cliënten van deze instelling. Daarnaast kunnen bestuurders ook aansprakelijk zijn ten opzichte van beleggers in een uitgevende instelling. De aansprakelijkheid kan in beide gevallen worden gebaseerd op schending van een wettelijke plicht die voortvloeit uit een financiële toezichtwet. In deze bijdrage staat de vraag centraal in hoeverre bestuurders civielrechtelijk aansprakelijk zijn voor schendingen van financieelrechtelijke toezichtsregels. Daarbij bespreken de auteurs in hoeverre bestuurders aansprakelijk zijn voor verplichtingen die weliswaar primair tot de financiële onderneming zijn gericht, maar niettemin een individuele gedragsnorm voor de bestuurder inhouden. Hierna gaan zij in op de aansprakelijkheid van bestuurders ten opzichte van beleggers voor schending van tot eenieder gerichte gedragsnormen uit de Wft en de Marktmisbruikverordening. Vervolgens staat de wetgeving die exclusief tot de financiële onderneming is gericht centraal, waarna de auteurs de aansprakelijkheid van bestuurders van financiële ondernemingen ten opzichte van een cliënt van die onderneming voor een door hen gemaakte beroepsfout behandelen.

FRP 2016/615 - Art. - Toezicht op crowdfundingplatforms: op weg naar een volwaardig wettelijk regime?

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016 geschreven door Beenen, mr. T.W., Lukkes, mr. M.L.H. en Reijmer, mr. J.
In dit artikel wordt ten eerste op het bestaande Nederlandse regelgevende kader voor crowdfunding besproken. Daarbij wordt aandacht geschonken aan zowel loan-based als equity-based crowdfunding, alsmede de knelpunten die dit kader met zich meebrengen. Daarna doen de auteurs een voorzet voor een nieuw wettelijk crowdfundingregime. Hierbij bespreken zij een aantal principes en aandachtspunten voor een nieuw wettelijk regime.

FRP 2016/616 - Art. - Consultatie Wetsvoorstel herstel en afwikkeling van verzekeraars

Aflevering 7-8, gepubliceerd op 17-12-2016 geschreven door Eerden, mr. F.W.J. van der en Uiterwijk, mr. S.
Hoewel Solvency II nog maar kort geleden is geïmplementeerd, is het Ministerie van Financiën recent een consultatie gestart voor een nieuw kader voor herstel en afwikkeling van verzekeraars. Het Europese herstel- en afwikkelingskader voor banken (de BRRD/het SRM) heeft daarbij als belangrijkste inspiratiebron gediend. Een Europeesrechtelijke basis voor dit kader voor verzekeraars ontbreekt vooralsnog, hoewel EIOPA op 2 december 2016 een eerste aanzet heeft gepubliceerd. Wat voor impact zal dit kader hebben op Nederlandse verzekeraars? Hoe verhoudt het kader zich tot Solvency II en de BRRD/het SRM, nu er grote verschillen bestaan tussen het bank- en verzekeringsbedrijf? Kunnen grote (her)verzekeringspolissen worden opengebroken? In dit artikel staan wij bij deze vragen stil, en in bredere zin bij de gevolgen die dit herstel- en afwikkelingskader in zijn huidige vorm voor verzekeraars én voor hun polishouders en andere wederpartijen zal hebben.