FRP 2017/56 - Sign. - Euribor geen essentieel onderdeel renteswap (Rb. Midden-Nederland 5 oktober 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5114)
Aflevering 1, gepubliceerd op 25-02-2017 geschreven door Verweij, mr. A.M.X is een investeringsmaatschappij van een vermogende familie en onderdeel van een groep van vennootschappen. X investeert in ondernemingen, oefent toezicht uit over en verleent diensten aan die ondernemingen en houdt zich bezig met beleggingen. Tussen Rabobank en X bestaat sinds 2003 een bancaire relatie. Voor 2003 heeft X met andere banken dan Rabobank verschillende renteswapovereenkomsten gesloten. Dit betroffen swaptransacties zonder bijzondere voorwaarden en kenmerken. X kwalificeert onder MiFID als een professionele marktpartij en is door Rabobank als zodanig aangemerkt. Op 15 oktober 2007 is X daarvan door Rabobank op de hoogte gesteld. In 2004 tot en met 2007 heeft X verschillende rentederivaten bij Rabobank afgesloten. In dezelfde periode heeft X ook bij andere banken rentederivaten afgesloten. Voordat X een transactie afsloot vroeg zij tarieven op bij verschillende banken en maakte vervolgens op basis van de aanbiedingen een afweging welk product zij met welke bank afsloot. Op verzoek van X vond er minstens vier keer per jaar overleg plaats tussen Rabobank en X om de gehele rentederivatenportefeuille te bespreken. Ook met de andere banken waarbij X rentederivaten had afgesloten had X minstens vier keer per jaar overleg. X maakte zelf inschattingen van de renteontwikkelingen en had haar eigen ideeën over hoe daarop kon worden geanticipeerd. Vanaf het begin van de bancaire relatie met Rabobank gaf X haar eigen rentevisie aan. Op 10 oktober 2008 heeft X met Rabobank een multi cancellable swap gesloten voor een nominale waarde van € 40 miljoen en een looptijd van 10 jaar, ingaande op 14 oktober 2008. In ruil voor het betalen van een vaste rente aan Rabobank van 3,2% ontvangt X van Rabobank 3 maands Euribor en heeft Rabobank het recht om de swap iedere drie maanden te beëindigen. Op 29 juni 2009 heeft X met Rabobank een step up swap gesloten voor een nominale waarde van € 60 miljoen en een looptijd van 9 jaar, ingaande op 1 juli 2009. In ruil voor het betalen van een vaste rente aan Rabobank van 1,5% in het eerste jaar en 4,23% met ingang van het tweede jaar ontvangt X van Rabobank 3 maands Euribor. Tegelijkertijd met het aangaan van de step up swap werden verschillende bestaande rentederivaten van X beëindigd. De daarmee gepaard gaande kosten, met name een door X te betalen vergoeding voor de negatieve waarde van die rentederivaten zijn door Rabobank verdisconteerd in voornoemde rentetarieven. X was daarvan bij het sluiten van de step up swap op de hoogte. Ten tijde van het afsluiten van de multi cancellable swap en de step up swap had X een bancaire financiering met een op Euribor gebaseerde rente. Deze financieringsovereenkomst had een looptijd tot 30 juni 2014. Daarnaast heeft X op 21 september 2011 een kredietovereenkomst gesloten met Rabobank, ING Bank, ABN AMRO en Deutsche Bank als kredietverstrekkers en Rabobank als leningagent en zekerhedenagent. Onder deze bancaire financiering, met een maximale kredietsom van € 75 miljoen en $ 10 miljoen, is aan X € 68,15 miljoen en $ 10 miljoen ter beschikking gesteld. Deze bancaire financiering had ook een looptijd tot 30 juni 2014. Op 1 oktober 2013 heeft ICC, een adviseur van X, gemotiveerd uiteengezet waarom de multi cancellable swap en de step up swap volgens haar niet geschikt zijn voor X. Daarbij constateert ICC dat doel van het aangaan van de rentederivaten was het mitigeren van risico’s voortkomend uit de fluctuaties in de (korte) marktrente (Euribor). Op het moment van het aangaan van de rentederivaten had echter slechts een klein deel van de onderliggende financieringen een op Euriobor gebaseerde rente. Het grootste deel van de financieringen bestond uit financieringen voor familieleden. Hiervoor is geen financieringsdocumentatie opgesteld. Daarnaast werd in de praktijk een minimum rente van 4% gehanteerd op deze financieringen, waardoor deze bij de huidige lage Euribor-standen in feite steeds vastrentend zijn en niet aansluiten op de variabele component van de gesloten rentederivaten. Verder wijst ICC erop dat ten tijde van het afsluiten van de rentederivaten de vigerende financieringsovereenkomst een looptijd heeft tot 30 juni 2014. Op 9 juli 2014 heeft de advocaat van X in verband met de Euribormanipulaties de swaps buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling. Ook heeft hij Rabobank meegedeeld dat zij haar zorgplicht ten opzichte van X heeft geschonden en Rabobank aansprakelijk gesteld voor de daaruit voortvloeiende schade.