Aflevering 2

Gepubliceerd op 22 mei 2017

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 04-09-2024

FRP 2017/94 - Sign. - Europa kan eigen koers voor banken varen

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Er bestaan geen juridische belemmeringen om te kiezen voor Europese kapitaaleisen aan banken die afwijken van het Bazelse Comité van bankentoezichthouders. Hiervoor moeten wel zwaarwegende redenen zijn. Dit stelt de Minister van Financiën in antwoord op Kamervragen.

FRP 2017/95 - Sign. - AFM kan beleggingsverzekering verbieden

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
De AFM krijgt de bevoegdheid om de verkoop van beleggingsverzekeringen te verbieden of daaraan beperkingen te stellen. Dit blijkt uit het wetsvoorstel Implementatie verordening essentiële-informatiedocumenten dat op 21 december 2016 door de Minister van Financiën is ingediend.

FRP 2017/100 - Sign. - Vergunningplicht voor incassobureaus

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Op 22 februari 2017 heeft de AFM aangekondigd dat Incassobureaus die krediet aanbieden of bemiddelen in krediet moeten vóór 7 april 2017 een vergunning aanvragen. Incassobureaus die geen vergunning aanvragen moeten daar waar nodig hun activiteiten aanpassen, zodat er geen sprake meer is van bemiddelen of aanbieden in de zin van de Wft.

FRP 2017/101 - Sign. - Terrorismefinanciering speerpunt toezicht DNB

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
DNB gaat gericht onderzoek doen naar de wijze waarop financiële instellingen transacties controleren op mogelijke betrokkenheid bij terrorismefinanciering. Uit diverse eerdere onderzoeken blijkt dat onder toezicht staande financiële instellingen het risico om betrokken te raken bij terrorismefinanciering nog onvoldoende beheersen.

FRP 2017/104 - Sign. - DNB begint met onderzoeken specifieke verzekeringsproducten

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Op 25 januari 2017 heeft DNB aangekondigd dat zij gaat onderzoeken of de inbedding van de risicomanagementfunctie bij verzekeraars voldoet aan de Solvency II-vereisten voor sleutelfuncties. Verder geeft DNB aan dat zij gebruik gaat maken van het zogenoemde Product Approval and Review Process (PARP) ter beoordeling van prudentiële risico’s van verlieslatende verzekeringsproducten.

FRP 2017/105 - Sign. - Sectorstudie zorgverzekeraars

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
DNB gaat onderzoek doen om te komen tot een visie op de toekomst van de zorgverzekeringssector en tot beleidsaanbevelingen voor een stabiele, duurzame, efficiënte en maatschappelijk dienstbare sector. Daarbij wil DNB graag in gesprek komen met een brede groep stakeholders, waaronder uiteraard zorgverzekeraars, over de belangrijkste ontwikkelingen en uitdagingen in de zorgsector.

FRP 2017/106 - Sign. - Kwaliteit auditfunctie trustkantoren schiet tekort

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Uit verdiepend onderzoek van DNB bij 33 trustkantoren blijkt dat de uitoefening van de auditfunctie nog steeds onvoldoende effectief is. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek heeft DNB besloten om haar beoordelingskader te publiceren. Hiermee wil DNB de trustsector handvatten bieden om te voldoen aan de vereisten voor de auditfunctie op grond van de Rib Wtt 2014.

FRP 2017/111 - Sign. - Akkoord over vernieuwde prospectusregeling

Aflevering 2, gepubliceerd op 13-06-2017
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben overeenstemming bereikt over de vernieuwde prospectusregeling. De hervorming is door de Europese Commissie voorgesteld als onderdeel van haar actieplan van de kapitaalmarkten om de toegang tot financiering voor bedrijven te verbeteren en informatie voor beleggers te vereenvoudigen.

FRP 2017/114 - Sign. - Burgers dienen toegang krijgen tot UBO-registers om witwassen te bestrijden

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Europese burgers zouden toegang hebben tot de UBO-registers zonder dat zij hoeven aan te tonen dat zij over een ‘legitiem belang’ beschikken moet worden aangemerkt. Daarnaast dienen aan dezelfde transparantievereisten te voldoen als ondernemingen. Deze amendementen zijn in het Europees Parlement aangenomen wat betreft de EU-richtlijn inzake witwassen van geld.

FRP 2017/119 - Sign. - EBA verschilt van mening met Europese Commissie omtrent IFR

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Op 16 februari 2017 heeft EBA een opinie gepubliceerd waarin zij haar verschil van mening met de Europese Commissie benadrukt ten aanzien van de voorgestelde wijzigingen in het ontwerp van de technische reguleringsnormen (RTS) wat betreft de scheiding van betaalkaartsystemen en verwerkingsentiteiten onder de Afwikkelingsvergoedingenverordening (IFR).

FRP 2017/124 - Sign. - ESMA publiceert praktische gids melden belangrijke deelnemingen in kader Transparantierichtlijn

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Op 3 februari 2017 heeft ESMA een gids gepubliceerd waarin praktische informatie is opgenomen ten aanzien van nationale regels binnen de Europese Economische Ruimte (EER) voor wat betreft het melden van belangrijke deelnemingen in het kader van de Transparantierichtlijn om marktpartijen in staat te stellen om te gaan met de verschillende verplichtingen.

FRP 2017/126 - Sign. - Wijziging MiFID standaarden positie rapportag

Aflevering 2, gepubliceerd op 13-06-2017
Op 9 februari 2017 heeft ESMA een wijziging gepubliceerd aangaande de MiFID standaarden voor positie rapportage. ESMA heeft een herziening van de ontwerp technische uitvoeringsrichtlijnen (ITS) gepubliceerd over positie rapportage in het kader van de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID II). De technische uitvoeringsrichtlijnen zijn herzien in verband met de indeling van de positie van verslagen van beleggingsondernemingen en marktdeelnemers.

FRP 2017/129 - Sign. - Bestuurlijke boete vanwege verkoop van rechtspersonen zonder vergunning (CBb 3 november 2016, ECLI:NL:CBB:2016:359, «JOR» 2017/38, m.nt. mr. drs. M. van Eersel)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Een trustkantoor overtreedt volgens DNB de vergunningplicht ingevolge de Wtt. Het trustkantoor zou namelijk tezamen met een derde ten minste 550 rechtspersonen, te weten Britse limited companies (ltd’s), hebben opgericht en verkocht. Hierbij draagt de derde tegen betaling aandelen in ltd’s over aan klanten van het trustkantoor zonder dat het trustkantoor beschikt over een vergunning ex artikel 2 lid 1 Wtt. DNB legt hierop een bestuurlijke boete op van € 15.000 aan een natuurlijk persoon als feitelijk leidinggever van de overtreding, zijnde degene die in de relevante periode de enige bestuurder en (indirect) voor 50% aandeelhouder was van het trustkantoor. Het CBb laat de boeteoplegging onverminderd in stand.

FRP 2017/130 - Sign. - Aanwijzing tot beëindiging overtreding Pensioenwet (CBb 15 november 2016, ECLI:NL:CBB:2016:323, «JOR» 2017/39, m.nt. mr. E.J. van Praag)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Deze zaak betreft precies dezelfde feiten als de in «JOR» 2016/277 behandelde zaak voor het Gerechtshof Amsterdam. Beide zaken gaan over het Pensioenfonds GSFS, dat zich toelegde op dividendarbitrage ofwel dividend-stripping. De onderhavige zaak is het sluitstuk in het bestuursrechtelijke traject van DNB jegens Pensioenfonds GSFS waarbij het volgende van belang is. Nadat DNB de voorlopige voorziening tegen de maatregel om Pensioenfonds GSFS uit te schrijven uit het register van pensioenfondsen had verloren (ECLI:NL:RBROT:2013:CA1590), heeft DNB deze maatregel ingetrokken.

FRP 2017/131 - Sign. - Verzoek tot schorsing publicatiebesluit toegewezen (Rb. Rotterdam (vzr.) 30 november 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:10199)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Bij besluit van 11 oktober 2016 deelt DNB aan X mee dat op grond van artikel 1:98 Wft, begeleid door een persbericht, wordt overgegaan tot het geanonimiseerd openbaar maken van het boetebesluit, waarbij DNB aan X een boete heeft opgelegd wegens overtreding van de Wft. DNB verklaart het bezwaar tegen het boetebesluit ongegrond.

FRP 2017/132 - Sign. - Verbod om zonder vergunning bedrijf van bank uit te oefenen I (CBb 1 december 2016, ECLI:NL:CBB:2016:351, «JOR» 2017/41, m.nt. mr. S.C.M. Nuijten onder «JOR» 2017/43)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Het College deelt het oordeel van de rechtbank dat [naam 1] haar bedrijf maakt van het ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden en het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen. De rechtbank heeft derhalve terecht geoordeeld dat [naam 1] de in artikel 2:11 Wft neergelegde verbodsbepaling heeft overtreden door zonder een daartoe door DNB verleende vergunning het bedrijf van bank uit te oefenen.

FRP 2017/133 - Sign. - Verbod om zonder vergunning bedrijf van bank uit te oefenen II (CBb 1 december 2016, ECLI:NL:CBB:2016:352, «JOR» 2017/42, m.nt. mr.S.C.M. Nuijten onder «JOR» 2017/43)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De rechtbank heeft met juistheid vooropgesteld dat om als feitelijk leidinggever te kunnen worden aangesproken, het (voorwaardelijk) opzet slechts behoeft te zijn gericht op de desbetreffende gedragingen (kleurloos opzet) en niet op de wederrechtelijkheid daarvan (boos opzet; zie de uitspraak van het College van 20 mei 2016, «JOR» 2016/240, m.nt. Lieverse).

FRP 2017/134 - Sign. - Intrekking curatelebesluit (CBb 1 december 2016, ECLI:NL:CBB:2016:352, «JOR» 2017/43, m.nt. mr. S.C.M. Nuijten tevens behorend bij «JOR» 2017/41 en «JOR» 2017/42)

Aflevering 2, gepubliceerd op 21-06-2017
Belang bij een beoordeling van een beroep kan bestaan indien wordt gesteld dat schade is geleden als gevolg van de aangevochten bestuurlijke besluitvorming. De door appellanten gestelde schade is echter niet het gevolg van het bestreden besluit 1 en het daarbij gehandhaafde curatelebesluit, laat staan van het bestreden besluit 2 en het daarbij gehandhaafde intrekkingsbesluit.

FRP 2017/136 - Sign. - Beroep op territorialiteitbeginsel onderzoek AFM slaagt niet (Rb. Rotterdam (vzr.) 23 december 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:9912)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Bij besluit van 1 november 2016 legt de AFM aan X een last onder dwangsom op wegens overtreding van artikel 5:20 lid 1 Awb en bepaalt dat het bestreden besluit wordt gepubliceerd als de last wordt verbeurd. Tegen dit besluit maakt X bezwaar en X verzoekt de voorzieningenrechter eveneens een voorlopige voorziening te treffen.

FRP 2017/137 - Sign. - DNB niet binnen de wettelijke termijn van het DGS tot uitkering overgegaan (CBb 27 december 2016, ECLI:NL:CBB:2016:421)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Op 19 oktober 2009 heeft DNB op grond van artikel 3:260 Wft het depositogarantiestelsel (DGS) in werking gesteld voor rekeninghouders van DSB Bank N.V. (DSB). Bij de bekendmaking daarvan op 22 oktober 2009 heeft DNB de rekeninghouders in de gelegenheid gesteld tot en met 22 maart 2010 een vergoedingsaanvraag in te dienen.

FRP 2017/138 - Sign. - Terechte boete vanwege zonder vergunning verlenen van betaaldiensten (Rb. Rotterdam 3 januari 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:306)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
X is één van de vennoten van een v.o.f. DNB is een onderzoek gestart naar overtreding van het verbod van artikel 2:3a lid 1 Wft door X Pakkettendienst. Op 4 november 2014 brengt DNB een bezoek aan de vestiging van X Pakkettendienst, waarbij onder meer een stapel handgeschreven bonnen over de periode maart 2012 tot en met januari 2013 is aangetroffen. X erkent dat deze bonnen zien op geldtransfers.

FRP 2017/139 - Sign. - Begrip transactie in de Wwft moet ruim worden uitgelegd (Rb. Rotterdam 3 januari 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:307)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Sinds 15 maart 2013 verleent trustkantoor A diensten aan X, eigenaar van onroerend goed in Oekraïne. X heeft certificaten uitgegeven die alle in handen zijn van Y, een rechtspersoon naar het recht van de Republiek der Seychellen. De economische eigendom van Y berustte tot 15 juli 2013 bij Z. Deze persoon is door A aangemerkt als de uiteindelijk belanghebbende (UBO).

FRP 2017/140 - Sign. - Geen ‘ne bis in idem’ bij opleggen boetes door DNB (CBb 25 januari 2017, ECLI:NL:CBB:2017:14)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
DNB heeft aan rechtspersoon Y een boete opgelegd van € 500.000 wegens overtreding van artikel 2:3a lid 1 Wft. Aan X heeft DNB een boete opgelegd van € 250.000 wegens feitelijk leidinggeven aan die overtreding. DNB heeft de door X en Y gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. De Rechtbank Rotterdam heeft op 18 juni 2015 het beroep van X gegrond verklaard voor wat betreft de hoogte van de aan hem opgelegde boete.

FRP 2017/141 - Sign. - Boetebesluit te laat indienen kwartaalrapportage houdt stand in hoger beroep (CBb 25 januari 2017, ECLI:NL:CBB:2017:25)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
X is een beleggingsonderneming in de zin van artikel 1:1 Wft en beschikt over een vergunning voor het verlenen van beleggingsdiensten. Nadat DNB op 18 februari 2014 reeds het voornemen daartoe uit, heeft DNB bij besluit van 31 maart 2014 aan X een boete van € 23.900 opgelegd omdat X niet tijdig – uiterlijk op 31 januari 2014 – de kwartaalrapportage over het vierde kwartaal van 2013 aan DNB heeft verstrekt.

FRP 2017/142 - Sign. - Internationale rechtsmacht bij zuivere vermogensschade (Rb. Amsterdam 28 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:6593, «JOR» 2017/37, m.nt. mr. L.F.A. Welling-Steffens)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Deze uitspraak is interessant omdat de Rechtbank Amsterdam hiermee nog een extra duit in het zakje doet van de internationale bevoegdheidsvraag bij zuivere vermogensschade. De rechtbank is met BP – en overigens ook de VEB – van oordeel dat de Herschikte EEX-Verordening te dezen van toepassing is. De rechtbank volgt de VEB niet in het standpunt dat de bijzondere omstandigheden die gelegen zijn in de beleggingsrekeningen van de personen ten behoeve van wie zij optreedt ertoe leiden dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft.

FRP 2017/143 - Sign. - Staat niet aansprakelijk voor informatieverstrekking reddingsoperatie Fortis (HR 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2213, «JOR» 2017/8, m.nt. mr. S.A.L. van de Sande en mr. D. van Tilborg)

Aflevering 2, gepubliceerd op 21-06-2017
Heeft de Staat der Nederlanden onrechtmatig gehandeld jegens beleggers in het bank- en verzekeringsconcern Fortis door in de periode van zondagavond 28 september 2008 tot vrijdagavond 3 oktober 2008 onjuiste en/of misleidende informatie te verstrekken in verband met de reddingsoperaties ten aanzien van Fortis? Met het onderhavige arrest van de Hoge Raad is die vraag in drie instanties ontkennend beantwoord.

FRP 2017/144 - Sign. - Schending bijzondere zorgplicht beleggingsadviseur (Hof Amsterdam 15 november 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4635, «JOR» 2017/40, m.nt. mr. F.M.A. ’t Hart)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De klant in kwestie is een advocaat die zelf verantwoordelijk is voor zijn pensioen. Deze klant gaat eind 2004 een adviesovereenkomst aan met de beleggingsonderneming Harmony Vermogensbeheer. Op basis van de door deze beleggingsadviseur ingewonnen informatie wordt aan de klant een neutraal risicoprofiel toegekend. In augustus 2009 gaan de beleggingsadviseur en de klant een nieuwe adviesovereenkomst aan. Op initiatief van de beleggingsadviseur wordt gekozen voor een offensief/trading risicoprofiel.

FRP 2017/145 - Sign. - Delta Lloyd niet tekortgeschoten in vermogensbeheer en -advisering (Hof Amsterdam 22 november 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5059)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
X en Y hebben in de jaren negentig vermogensbeheerovereenkomsten bij Delta Lloyd Bank afgesloten voor ongeveer 40 miljoen euro. Op 17 oktober 2006 wordt deze omgezet in een adviesrelatie. Op dat moment bestonden de portefeuilles elk uit een groot deel gestructureerde producten (perpetuals, floaters, steepeners en CDO’s). Deze bleken in de jaren daarna niet gemakkelijk verhandelbaar te zijn doordat de koersontwikkeling niet gunstig was. In 2008 en 2010 hebben X en Y hun portefeuilles ergens anders ondergebracht.

FRP 2017/146 - Sign. - ING moet meewerken aan overdracht eigendom woning (Hof Amsterdam 29 november 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5142)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
X en Y zijn ex-echtelieden. Y heeft voor de voormalige echtelijke woning bij ING Bank een hypotheek afgesloten, waarvoor X en Y hoofdelijk aansprakelijk zijn. Tijdens het huwelijk draagt X de hypothecaire lasten, na de echtscheiding is bepaald dat X en Y ieder de helft zouden voldoen. Hieraan voldoet Y slechts ten dele, waarna ING Bank de lening opzegt. De achterstand is inmiddels door X voldaan. X en Y zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden, welke in juridische procedures zijn afgewikkeld.

FRP 2017/147 - Sign. - Strekking opt-out regeling bij effectenleaseovereenkomsten (HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2822, «JOR» 2017/9, m.nt. mr. T.C.M. Arons onder «JOR» 2017/11)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De door het cassatiemiddel verdedigde opvatting dat artikel 7:908 lid 2 BW ruimte biedt om op een andere dan de in de WCAM-overeenkomst voorgeschreven wijze, namelijk aan een ander dan de daarin aangewezen persoon, kenbaar te maken niet aan die overeenkomst gebonden te willen zijn, vindt geen steun in de wettelijke regeling en de totstandkomingsgeschiedenis daarvan.

FRP 2017/148 - Sign. - Toepassingsbereik WCAM bij effectenleaseovereenkomsten (HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2825, «JOR» 2017/10, m.nt. mr. T.C.M. Arons onder «JOR» 2017/11)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Met de wet tot wijziging van de WCAM (Stb. 2013/255) is onder meer beoogd het van de aanvang af ruim bedoelde toepassingsbereik van de WCAM beter tot uitdrukking te brengen. In verband daarmee is aan artikel 7:907 BW lid 7 toegevoegd, aldus luidend dat de artikel 7:907-7:910 BW van overeenkomstige toepassing zijn op overeenkomsten die voor personen die door een gebeurtenis of gelijksoortige gebeurtenissen zijn benadeeld, een recht scheppen om een andere dan de in lid 1 bedoelde prestatie te vorderen of op een andere wijze een beroep op de overeenkomst te doen.

FRP 2017/149 - Sign. - Gebondenheid aan WCAM-overeenkomst (HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2835, «JOR» 2017/11, m.nt. mr. T.C.M. Arons tevens behorend bij «JOR» 2017/9 en «JOR» 2017/10)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De WCAM-overeenkomst is een verbindend verklaarde vaststellingsovereenkomst. Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken (art. 7:900 lid 1 BW). Aldus is de WCAM-overeenkomst naar haar aard bestemd de rechtspositie van derden te beïnvloeden, zonder dat die derden invloed hebben gehad op de inhoud of de formulering van die overeenkomst.

FRP 2017/150 - Sign. - Propertize mocht leningen overdragen aan groepsmaatschappij van Goldman Sachs (Rb. Midden-Nederland 21 december 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6718)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
X en Y zijn vastgoedfondsen die beleggen in Nederlands commercieel onroerend goed. Rechtsvoorgangers van Propertize (ABN AMRO Bouwfonds N.V. en SNS Property Finance B.V.) hebben tussen 2006 en 2009 aan X en Y diverse leningen verstrekt van zowel korte als lange looptijd. Het uitstaande bedrag van de leningen van X bedraagt in 2016 circa 81 miljoen euro. Op alle onroerende zaken van X zijn hypotheekrechten gevestigd ten gunste van Propertize, alsmede een stil pandrecht op de huurpenningen.

FRP 2017/151 - Sign. - Prejudiciële vragen voordeelstoerekening schade effectenlease (HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:164, «JOR» 2017/65, m.nt. prof. mr. C.W.M. Lieverse)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Deze zaak draait om de manier waarop voordelen uit effectenleasecontracten die met eenzelfde aanbieder zijn afgesloten moeten worden verrekend met nadelen. De voordelen (kunnen) bestaan uit (i) dividenden en andere voordelen uit het effectenleasecontract waarop de schadevergoedingsvordering is gebaseerd, en (ii) een batig saldo uit andere effectenleasecontracten met diezelfde aanbieder die niet langer dan één jaar waren verstreken op het moment dat het effectenleasecontract werd aangegaan dat het lijdend voorwerp van de schadevergoedingsvordering is.

FRP 2017/152 - Sign. - Verboden aanvulling feitelijke grondslag verweer Dexia in effectenleasezaak (HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
In 2000 heeft M, de (toenmalige) echtgenoot van V een drietal aandelenleaseovereenkomsten gesloten met Dexia. V heeft geen toestemming verleend voor het aangaan van deze overeenkomsten. M heeft medio 2003 een zogenoemde ‘Overeenkomst Dexia Aanbod’ ondertekend, maar V niet. Twee van de drie overeenkomsten zijn aan het einde van de looptijd in november 2003 verlengd.

FRP 2017/153 - Sign. - Schadevergoeding bank wegens schending zorgplicht bij afsluiten renteswaps (Hof Den Haag 14 februari 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:255)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Kontinex, een bedrijf in staalproducten, heeft sinds 1975 een bankrelatie met Rabobank. Rabobank heeft in dit kader aan Kontinex leningen verstrekt met een lange looptijd ter financiering van de productiemiddelen van Kontinex. Op 21 juli 2006 sluit Kontinex met Rabobank een financiële derivatenovereenkomst. In het Treasury Inventarisatie Formulier (TIF) wordt Kontinex als niet-professionele cliënt gekwalificeerd en is vastgesteld dat zij geen intern vastgelegd treasury-beleid heeft. Kontinex geeft in het TIF aan dat zij haar renterisico’s gedeeltelijk wil afdekken.

FRP 2017/154 - Sign. - Blokkeren rekening klant in strijd met interne regels van bank (Tuchtcommissie Banken 5 oktober 2016, TRB-2016-3548, «JOR» 2017/67, m.nt. mr. J.M. Atema onder «JOR» 2017/69)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De Tuchtcommissie acht de klacht ontvankelijk. De klacht, ook al is sprake van eenmalig handelen, is niet van onvoldoende ernstige aard als bedoeld in artikel 3.7.2 onder c Tuchtrechtreglement Bancaire Sector als gevolg waarvan de klacht niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard.

FRP 2017/155 - Sign. - Schending bankierseed en gedragscode door klantgegevens niet vertrouwelijk te behandelen (Tuchtcommissie Banken 30 november 2016, TRB-2016-3542, «JOR» 2017/68, m.nt. mr. J.M. Atema onder «JOR» 2017/69)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De klacht houdt het volgende in. Naar aanleiding van een beroving van een klant van een vestiging van de bank in [plaatsnaam], waar die klant kort daarvoor € 200.000 contant geld had opgenomen, is door de afdeling [...] van de bank een intern onderzoek uitgevoerd.

FRP 2017/156 - Sign. - Reikwijdte bankierseed (Tuchtcommissie Banken 30 november 2016, TRB-2016-3536, «JOR» 2017/69, m.nt. mr. J.M. Atema tevens behorend bij «JOR» 2017/67 en «JOR» 2017/68)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Sinds de kredietcrisis is het verlangen naar een ‘meer integere bankensector’ veelvuldig uitgesproken, onder andere door diverse politieke partijen, maar ook door de bankensector zelf. In 2014 is daartoe door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) het pakket ‘Toekomstgericht Bankieren’ in het leven geroepen. Dit bestaat uit het Maatschappelijk Statuut (een aantal kernwaarden dat banken gezamenlijk onderschrijven en waarbij de banken aangeven hoe zij hun ‘rol en positie in de Nederlandse samenleving’ zien), de Code Banken (die al sinds 2010 bestond, maar is vernieuwd, en waarin deze kernwaarden nader zijn uitgewerkt in concretere principes die bij de bedrijfsvoering worden gehanteerd) en tot slot een aantal gedragsregels, de zogenoemde bankierseed en een eigen tuchtrecht voor bankiers.

FRP 2017/158 - Sign. - Robo-advies: zijn we klaar voor de toekomst? (JutD 2017, nr. 2, mr. N. de Koning)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Binnen de financiële sector kan men al enige tijd niet meer om de ontwikkelingen op het gebied van financiële technologie (FinTech) heen. Een veelbesproken ontwikkeling is geautomatiseerd financieel advies, en dan in het bijzonder 'robo-advies'. De voornaamste verwachting is dat dankzij robo-advies een gigantische nieuwe groep consumenten kan worden bediend.

FRP 2017/160 - Sign. - Kredietopzegging en afgeleide schade (JutD 2017, nr. 26, mr.dr. S. Parijs)

Aflevering 2, gepubliceerd op 21-06-2017
Het kunnen beschikken over bankfinanciering is voor het merendeel van de ondernemingen van levensbelang. Opzegging van het krediet door de bank, zonder dat een andere bank bereid is de financiering over te nemen, leidt doorgaans tot het faillissement van de betreffende onderneming. Het is banken daarom ook niet toegestaan om de financiering op lichtvaardige gronden te beëindigen.

FRP 2017/161 - Sign. - Pandrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar gevolgen vuistloze en stille karakter pandrecht (MvV 2017, nr. 1, p. 19, mr. E.J. Oppedijk van Veen)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
In dit artikel bespreekt de auteur het proefschrift van mr. F.J.L. Kaptein die op 23 juni 2016 is gepromoveerd op onderwerp pandrecht, meer in het bijzonder het stil pandrecht op vorderingen en het vuistloos pandrecht op roerende zaken. Deze vormen van pandrecht maken sinds bijna 25 jaar onderdeel uit van het BW. Vanaf het moment van invoering is er een stroom aan jurisprudentie van de Hoge Raad op gang gekomen waarin de Hoge Raad, het vuistloze en stille pandrecht heeft moeten omvormen tot een werkbare rechtsfiguur.

FRP 2017/165 - Sign. - Herziening governance Rabobank; succes voor de coöperatie (Ondernemingsrecht 2017/5, mr. I.P. van den Heuvel, mr. A. van Breda en mr. dr. B. Snijder-Kuipers)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Met ingang van 1 januari 2016 zijn de 106 lokale Rabobanken juridisch gefuseerd in één coöperatie. In deze bijdrage gaan de auteurs in op een aantal aspecten die vanuit juridisch oogpunt interessant zijn. Bijzonder is te noemen dat Rabobank een specifiek bedrijf uitoefent, het bankbedrijf. Naast de inrichting van de governance speelden daarom het prudentieel- en gedragstoezicht een belangrijke rol.

FRP 2017/166 - Sign. - Een kapitaalmarktunie voor een verdeeld Europa (Ondernemingsrecht 2017/12, prof. mr. D. Busch)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
De Europese Commissie wil een volledig geïntegreerde Europese kapitaalmarkt tot stand brengen. De Capital Markets Union (CMU) moet bevorderen dat vragers en aanbieders van kapitaal elkaar binnen Europa makkelijker vinden, vooral over de grenzen heen. Of dat nu verloopt via de intermediatie van een bank, de kapitaalmarkten of langs alternatieve kanalen zoals crowdfunding. Bovendien zal meer non-bank funding zorgen voor minder afhankelijkheid van de traditionele bankensector en kunnen economische schokken beter worden opgevangen.

FRP 2017/167 - Sign. - De Capital Markets Union vanuit een oogpunt van governance (Ondernemingsrecht 2017/14, prof. mr. G.T.M.J. Raaijmakers en mr. M.J.H. ten Kate)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
De Europese Commissie kondigt in het actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktunie op uiteenlopende terreinen maatregelen aan. De focus daarvan ligt op het aanjagen van investeringen. Aan corporate governance, en in het bijzonder de positie van aandeelhouders ná inbreng van hun kapitaal, wordt vrijwel geen aandacht besteed. Het is de vraag of de Europese Commissie hier een kans laat liggen, en of het wenselijk zou zijn meer geharmoniseerde regels voor te stellen met betrekking tot de positie van aandeelhouders.

FRP 2017/169 - Sign. - Ontwikkelingen grensoverschrijdend aanbieden deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen (Ondernemingsrecht 2017/16, prof. mr. C.W.M. Lieverse en mr. R.J. Boogaard)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
In het artikel bespreken de auteurs de ontwikkelingen in de (Europese) financiële toezichtswetgeving ten aanzien van grensoverschrijdende aanbiedingen van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen en het grensoverschrijdend beheren van beleggingsinstellingen. Daarbij komt zowel de positie van de Nederlandse en andere Europese beheerders die grensoverschrijdend actief willen zijn als de positie van beheerders uit derde landen die Europese investeerders wensen te benaderen aan de orde.

FRP 2017/170 - Sign. - Een nieuwe Verordening voor prospectus 2.0 (Ondernemingsrecht 2017/17, mr. drs. T.M.C. Arons en prof. mr. B.J. de Jong)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
In dit artikel bespreken de auteurs het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe Prospectusverordening, ter vervanging van de Prospectusrichtlijn uit 2003. De prospectusregels worden gezien als wezenlijk onderdeel van de kapitaalmarktenunie, omdat deze regels bepalend zijn voor de toegang tot de kapitaalmarkt.

FRP 2017/171 - Sign. - De CSD-verordening in het licht van de Capital Markets Union (Ondernemingsrecht 2017/18, mr. B.J.A. Zebregs)

Aflevering 2, gepubliceerd op 21-06-2017
De Capital Markets Union beoogt een efficiënte Europese interne markt te realiseren. Geharmoniseerde marktinfrastructuren zijn daarbij van groot belang. Waar MiFID de focus primair legt op de handel, zijn EMIR en de CSD-verordening de belangrijkste bouwstenen op het gebied van clearing en settlement. In dit artikel gaat de auteur met name in op de wat onderbelicht gebleven CSD-verordening.

FRP 2017/173 - Sign. - De (rechts)onzekerheid van de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid (Ondernemingsrecht 2017/25, mr. D. Kharagjitsing en mr. drs. M. van Eersel)

Aflevering 2, gepubliceerd op 21-06-2017
Op 2 mei 2016 is het wetsvoorstel Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018) ter consultatie voorgelegd. Als het wetsvoorstel conform de consultatieversie wordt aangenomen, zullen trustkantoren het nodige moeten wijzigen in hun bedrijfsvoering en de inrichting van het cliëntenonderzoek. De belangrijkste wijziging met betrekking tot het cliëntenonderzoek ziet op de invoering van de inspanningsverplichting.

FRP 2017/174 - Sign. - Privacy, transparantie en constitutionele toetsing (Ondernemingsrecht 2017/31, prof. mr. C.W.M. Lieverse)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Op 26 juni 2017 moet de 4e Anti-witwasrichtlijn (Richtlijn 2015/849/EU) geïmplementeerd zijn. Een veel besproken onderdeel van deze richtlijn is het UBO-register. In de richtlijn is voorgeschreven dat lidstaten een register dienen in te richten waarin informatie over ultimate beneficial owners van ‘vennootschappen en andere juridische entiteiten’ wordt opgeslagen. In deze bijdrage gaat de auteur in op de ontwikkelingen ten aanzien van het te ontwikkelen UBO-register.

FRP 2017/175 - Sign. - Pensioenfondsen op zoek naar schaalvergroting (Ondernemingsrecht 2017/33, prof. mr. R.H. Maatman en mr. E.M.T. Huijzer)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Al jaren is een consolidatietrend zichtbaar onder pensioenfondsen. In dit artikel gaan de auteurs in op twee alternatieven voor het ondernemingspensioenfonds dat op zoek is naar schaalvergroting. Als eerste bespreken wij het algemeen pensioenfonds (apf), dat per 1 januari 2016 door de wetgever als nieuw type pensioenuitvoerder is geïntroduceerd. Het dergelijk pensioenfonds onderscheidt zich van andere pensioenfondsen doordat het afgescheiden vermogens kan vormen in zogenoemde collectiviteitkringen voor de verschillende pensioenregelingen die het uitvoert.

FRP 2017/176 - Sign. - Banken en onteigening (Ondernemingsrecht 2017/34, prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
In dit artikel wordt op drie niveaus aandacht besteed aan de relatie tussen banken en het fenomeen onteigening. Eerst staat de auteur stil bij de rol die een bank kan spelen in een reguliere (Nederlandse) onteigeningsprocedure. Bij de uitkomst van het schadedebat in een dergelijke procedure kan een bank belang hebben wanneer zij aan de onteigende een hypothecaire lening heeft verstrekt. Het kan dan onder omstandigheden ook verstandig zijn voor de bank om zich in dat schadedebat te roeren.

FRP 2017/177 - Sign. - Fusie van bedrijfstakpensioenfondsen (Ondernemingsrecht 2017/35, prof. mr. R.H. Maatman en mr. drs. C.J. Groffen)

Aflevering 2, gepubliceerd op 22-05-2017
Ultimo 2016 waren er in Nederland 211 ondernemingspensioenfondsen, 11 beroepspensioenfondsen, 63 bedrijfstakpensioenfondsen en 7 algemeen pensioenfondsen geregistreerd. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen ‘verplichtgestelde’ en ‘vrijwillige’ bedrijfstakpensioenfondsen. Het merendeel bestaat uit verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen.

FRP 2017/179 - Sign. - Integriteitrisico’s ontleed: dreigingen en kwetsbaarheden (TvCo 2017/01, p. 25, mr. drs. M.J. Bökkerink)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
In augustus 2015 heeft DNB guidance gepubliceerd over het opstellen van een systematische integriteitrisicoanalyse. In deze ‘gebruikersgids’ staat beschreven welke stappen een financiële onderneming kan nemen om een gedegen integriteitrisicoanalyse op te stellen. DNB hecht bij het opstellen van een integriteitrisicoanalyse veel waarde aan het gebruik van risicoscenario’s voor de beoordeling van de integriteitrisico’s, als ook de onderbouwing van de weging van de risico’s en de toetsing van de risico’s aan de risk appetite.

FRP 2017/180 - Sign. - ‘Ja, maar mijn cliënten zijn toch geen witwassers?’ De vierde anti-witwasrichtlijn (TvCo 2017/01, p. 35, Msc S. Kortlever en mr. L. Claase)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Recente terroristische aanslagen en ook de ‘Panama Papers’ benadrukken het belang van de vierde anti-witwasrichtlijn ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme. Op uiterlijk 26 juni 2017 dient de vierde anti-witwas-richtlijn geïmplementeerd te zijn in de Nederlandse wetgeving. De vierde anti-witwasrichtlijn zal met name worden geïmplementeerd in de huidige Wwft.

FRP 2017/182 - Sign. - Insiders (FR 2016/12, p. 484, mr. F.M.A. ‘t Hart)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Het begrip ‘insider’ is geen eenduidig begrip vanwege het feit dat de (Europese) wetgeving diverse gecategoriseerde personen kent die onder verschillende omstandigheden tot uiteenlopende verplichtingen gehouden zijn. Het begrip insider wordt veelal geassocieerd met wetgeving ten aanzien van privé-beleggingstransacties.

FRP 2017/183 - Sign. - Mededelingsverbod en marktpeilingen (FR 2016/12, p. 493, mr. B.C.G. Jennen)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De Verordening marktmisbruik introduceert een nieuw regime voor het verrichten van marktpeilingen. Van een marktpeiling is bijvoorbeeld sprake indien een uitgevende instelling de belangstelling van potentiele beleggers in een uitgifte of herplaatsing van financiële instrumenten peilt. In voorkomende gevallen wordt in het kader van een marktpeiling voorwetenschap medegedeeld. Het mededelen van voorwetenschap is verboden, tenzij dit plaatsvindt in de normale uitoefening van werk, beroep of functie.

FRP 2017/184 - Sign. - Market Abuse Regulation: de opsporings- en meldingsplicht (FR 2016/12, p. 501, mr. E.M.M. Uitermark en mr. A.L. Wilmink Msc)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
In dit artikel gaan de auteurs in op een door de Market Abuse Regulation (MAR) aangescherpte en deels nieuwe verplichting van het opsporen en melden van een redelijk vermoeden van marktmisbruik. Hiernaast is de meldingsplicht aangescherpt via een template moeten de Suspicious Transaction and Order Reports (STORs) worden aangeleverd bij de AFM.

FRP 2017/185 - Sign. - Openbaarmaking voorwetenschap volgens nieuwe regime Verordening marktmisbruik (FR 2016/12, p. 507, mr. G.T.J. Hoff)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Met ingang van 3 juli 2016 geldt op grond van artikel 17 van het nieuwe rechtsregime van de Europese Verordening marktmisbruik voor een uitgevende instelling de verplichting voorwetenschap die rechtstreeks op haar betrekking heeft zo snel mogelijk openbaar te maken. De verordening vervangt de Richtlijn marktmisbruik en drie daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen.

FRP 2017/187 - Sign. - De Verordening marktmisbruik in het economisch strafrecht (FR 2016/12, p. 538, prof. mr. D.R. Doorenbos)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De Verordening marktmisbruik is met ingang van 3 juli 2016 rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat van de Europese Unie. De verordening is verbindend in al haar onderdelen en voorziet in een streng uniform rechtsregime. Zij wordt geflankeerd door de nieuwe richtlijn marktmisbruik, die voorziet in minimumvoorschriften betreffende de strafrechtelijke sanctionering.

FRP 2017/190 - Sign. - Target2-Securities (T2S); een Europees settlement platform (FR 2017/1, p. 30, mr. C.G.M. Kranendonk)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Een Europees platform voor de afwikkeling van effectentransacties dat gecentraliseerde levering-tegen-betaling in centraal bankgeld biedt in alle Europese effectenmarkten. Toch faciliteert dit systeem in Europa straks nagenoeg alle overboekingen van girale effecten, terwijl de effecten zelf gedeponeerd blijven bij de individuele nationale centrale effectenbewaarinstellingen.

FRP 2017/191 - Sign. - Panama Papers als wake up call (TvSC 2016, nr. 5/6, p. 189, K.Marx)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De Panama Papers hebben voor het grote publiek inzichtelijk gemaakt dat de wereldwijde financiële sector betrokken is bij het opzetten en faciliteren van ingewikkelde financiële constructies. Dit heeft geleid tot een hernieuwde discussie over de toelaatbaarheid van deze structuren en de rol van financiële ondernemingen en andere dienstverleners die deze financiële structuren mogelijk maken.

FRP 2017/192 - Sign. - De Wet toezicht trustkantoren 2018. (TvSC 2016, nr. 5/6, p. 202, mr.dr. M.T. van der Wulp, mr. P.C. Verloop en mr. P. de Haas)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Van 2 mei 2016 tot 30 mei 2016 is het ‘concept wetsvoorstel houdende regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren’, oftewel Wtt 2018, en de toelichting daarop, ter consultatie voorgelegd. Verschillende partijen hebben zich in een schriftelijke reactie uitgesproken over het conceptvoorstel en de toelichting. Acht van deze reacties zijn openbaar gemaakt.

FRP 2017/193 - Sign. - De vierde anti-witwasrichtlijn aangepast. (TvSC 2016, nr. 5/6, p. 211, mr. R.J. de Doelder en mr. A.K.S. van der Vliet)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
De vierde anti-witwasrichtlijn is in mei 2015 aangenomen en een wetsvoorstel ter implementatie van deze richtlijn is inmiddels in openbare consultatie gebracht om de uiterlijke implementatiedatum van 26 juni 2017 te halen. In deze bijdrage richten de auteurs zich op een wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn die door deze krappe implementatietermijn heen fietst.

FRP 2017/194 - Sign. - Risicomanagement en clientenonderzoek na implementatie 4e Anti-witwasrichtlijn (TvSC 2016, nr. 5/6, p. 222, mr. S.R. van Breukelen en mr. M.L. Louisse)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Op 26 juni 2017 zullen de lidstaten van de Europese Unie de Vierde Anti-witwasrichtlijn omgezet moeten hebben in hun nationale wetgeving. De Richtlijn vervangt de Derde Anti-witwasrichtlijn en de PEP-Richtlijn en incorporeert de herziene aanbevelingen van de FATF uit 2012. De Richtlijn bestendigt de twee kernverplichtingen uit de Derde Anti-witwasrichtlijn, te weten het verrichten van cliëntenonderzoek en het melden van ongebruikelijke transacties.

FRP 2017/195 - Sign. - Naar een gespecialiseerde overheidsrechter voor civiele beleggingsgeschillen (Trema 2016/8, prof. mr. D. Busch en mr. A. Lenaerts)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Per 1 juli 2018 worden met de opname van het nieuwe artikel 1:23a in de Wft civiele beleggingsgeschillen ondergebracht bij de Rechtbank Amsterdam. Het artikel heeft betrekking op civielrechtelijke geschillen over het verlenen van een beleggingsdienst, het verrichten van een beleggingsactiviteit of het aanbieden van effecten aan het publiek in de zin van artikel 5:1 Wft.

FRP 2017/196 - Sign. - Het ‘zilveren’ vuistloos en stil pandrecht (WPNR 2017/7133, prof. mr. A.I.M. van Mierlo)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
In deze bijdrage staat de auteur stil bij het zilveren jubileum van het Nieuw Burgerlijk Wetboek per 1 januari 2017 en beschrijft hij in vogelvlucht de rechtspraak over de voorbije 25 jaar ten aanzien van een aantal onderwerpen met betrekking tot het pandrecht, zoals het verbod van verpanding, de eis van bepaaldheid, de verzamelpandakte, verpanding van voorwaardelijke eigendom, inningsbevoegdheid tijdens faillissement van de pandgever en de uitwinning van verpande zaken.

FRP 2017/197 - Sign. - Niet-overdrachts- en niet-verpandingsbedingen in de financieringspraktijk (WPNR 2017/7134, prof. mr. F.M.J. Verstijlen)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
In dit artikel gaat de auteur in op de verbintenisrechtelijke cessie- of verpandingsverboden en de goederenrechtelijke onoverdraagbaarheids- of onverpandbaarheidsbedingen. Daarnaast behandelt de auteur diverse praktijkvoorbeelden van dergelijke verboden en bedingen. Vervolgens gaat hij in op de uitlegregel van de Hoge Raad in het arrest Coface/Intergamma en de toepassing daarvan.

FRP 2017/199 - Sign. - Huurkoop van onroerende zaken – verleden en toekomst (WPNR 2017/7137, prof. mr. P.A. Stein)

Aflevering 2, gepubliceerd op 23-05-2017
Op 5 oktober 2016 is de wet tot stand gekomen waarin een nieuwe regeling is opgenomen van consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening. Met de invoering van de nieuwe wetgeving vervalt onder meer de Tijdelijke Wet huurkoop onroerende zaken. Men kan hier dus spreken van een ingrijpende wetgeving betreffende een herziening van de kredietverlening

FRP 2017/207 - Art. - Wetsvoorstel aanvullende maatregelen accountantsorganisaties: in het publiek belang?

Aflevering 2, gepubliceerd op 12-06-2017 geschreven door Veld, L. in 't
Met de inwerkingtreding van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) op 1 oktober 2006 is het toezicht op accountantsorganisaties bij de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) belegd. Afgelopen najaar bestond het op grond van de Wta door de AFM uitgeoefende toezicht op accountantsorganisaties dan ook tien jaar. Gevierd is dit jubileum niet. Voor een uitbundige viering van een decennium publiekrechtelijk toezicht op accountantsorganisaties bestond – en bestaat – geen aanleiding, de accountancysector en het toezicht daarop beleven – nog steeds – roerige tijden.

FRP 2017/208 - Art. - De impact van de strijd tegen internationale belastingontwijking op de Nederlandse financiële sector

Aflevering 2, gepubliceerd op 13-06-2017 geschreven door Boer, R. de en Tolman, C.
De internationale en Europese ontwikkelingen in de strijd tegen internationale belastingontwijking hebben een hoge vlucht genomen. De auteurs gaan in op de gevolgen van de nieuwe Europese regels (de ATAD, de vernieuwde Moeder-Dochterrichtlijn en de richtlijn betreffende de automatische uitwisseling van rulings) en de OESO aanbevelingen (waaronder Country-by-Country reporting en maatregelen tegen hybride financiële instrumenten) voor de Nederlandse financiële sector. Auteurs staan daarnaast stil bij de Nederlandse CV/BV-structuur met de VS en de steeds verdergaande substance-vereisten in Nederland.