Aflevering 3

De Raad van State heeft in de maanden maart en april 2017 de volgende adviezen uitgebracht:

De volgende bekendmakingen zijn in maart en april 2017 in de Staatscourant verschenen:

Op 17 maart 2017 heeft de Minister van Financiën gereageerd op Kamervragen naar aanleiding van de Herstelwet financiële markten 2017.

Op 31 maart 2017 heeft het Ministerie van Financiën de volgende stap in de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme gezet.

KiFiD gaat klachten van consumenten, die niet eerst aan hun bank, verzekeraar of tussenpersoon zijn voorgelegd, voortaan doorsturen naar die financiële dienstverlener in plaats van de consument te berichten dat KiFiD de klacht niet in behandeling neemt.

De AFM voelt op dit moment niets voor een herziening van de Wft.

Op 10 maart 2017 heeft de AFM haar beleidsagenda voor 2017 gepubliceerd.

Op 20 maart 2017 heeft de AFM uitgangspunten gepubliceerd voor de berekening van het financiële nadeel bij vervroegde aflossing van de hypotheek.

De AFM heeft op 25 november 2016 bestuurlijke boetes opgelegd aan B Financieel Adviseurs B.V. en haar voormalig bestuurder.

Op 25 november 2016 legt de AFM een boete van € 125.000 op aan X van voormalig vermogensbeheerder Amstel Capital.

Met ingang van 7 april 2017 zijn advocaten, die bemiddelen bij consumentenkredieten, verplicht om een vergunning aan te vragen.

Advocaten dienen voorlopig niet te beschikken over een AFM-vergunning.

DNB is begonnen met de uitvoering van de coulanceregeling van de Minister van Financiën voor consumenten die in het verleden aanspraak hebben gemaakt op het depositogarantiestelsel.

Op 23 februari 2017 heeft DNB aangekondigd dat zij in 2017 nader onderzoek doet naar de integriteitsrisico’s bij betaalinstellingen.

DNB gaat onderzoek doen naar de betrokkenheid van banken bij het faciliteren van financiële constructies die de zichtbaarheid van klanten belemmeren voor overheidsinstanties.

Uit DNB-onderzoek blijkt dat de interne governance van banken die deel uitmaken van een financiële groep behoeft meer aandacht, waaronder de juiste afwegingen rond belangenconflicten.

Op 3 maart 2017 heeft DNB een richtlijn gepubliceerd die meer duidelijkheid geeft over de toepassing van het bonusplafond voor de financiële sector en de uitzondering die geldt voor internationale holdings op grond van artikel 1: 121 Wft.

Bij financiële instellingen blijven informatiebeveiliging en cybersecurity belangrijke aandachtspunten.

Het financiële toezicht op Nederlandse crowdfundingplatformen zou verder moeten worden uitgebreid.

DNB en de AFM hebben verschillende verbeteringen doorgevoerd in het proces van personentoetsingen.

Banken mogen de hoogte van de Pijler 2 Guidance openbaar maken. Hierdoor bieden banken meer transparantie aan beleggers en andere stakeholders.

Instellingen die gebruik maken van niet-centraal geclearde derivaten zijn per 1 maart 2017 verplicht bilateraal onderpand uit te wisselen ter dekking van hun OTC-derivaten.

DNB verwacht van beleggingsondernemingen dat zij in hun dividend- en bezoldigingsbeleid conservatieve en voorzichtige aannames vastleggen en toepassen.

In 2015 heeft DNB een beleidsregel opgesteld waarin een nadere toelichting is opgenomen hoe een instelling haar 'Internal Capital Adequacy Assessment Process' (ICAAP) kan opstellen.

Met de Wet verbeterde premieregeling wordt een nieuw pensioentype geïntroduceerd: een variabel pensioen. Deelnemers in een (verplichte) premieregeling krijgen voortaan de keuze tussen een vaste of een variabele uitkering.

DNB start een inventarisatie naar de uitbestedingen en de beheersing van het uitbestedingsrisico door verzekeraars.

Informatiebeveiliging en specifiek cybersecurity blijven belangrijke aandachtspunten voor financiële instellingen.

In maart en april 2017 is in het Publicatieblad gepubliceerd:

Op 23 maart 2017 heeft de Europese Commissie haar actieplan gepresenteerd voor financiële diensten voor consumenten.

Eenvormige regels over informatie die wordt gegeven in prospectussen zijn goedgekeurd door het Europees Parlement. Ze zijn bedoeld om beleggers te beschermen, een efficiëntere interne markt voor kapitaal te creëren en om de toegang van kleine bedrijven tot financiering te verbeteren.

Het Europees Parlement heeft nieuwe instrumenten goedgekeurd die ervoor dienen te zorgen dat grote Europese bedrijven zich richten op hun prestaties op lange termijn.

Het Europees Parlement heeft nieuwe regels voor geldmarktfondsen (MMF's) goedgekeurd.

Op 1 maart 2017 heeft EBA haar vierde thematische rapport ten aanzien van recovery planning gepubliceerd.

Op 3 maart 2017 heeft EBA het definitieve ontwerp van de technische reguleringsnormen (RTS) gepubliceerd ten aanzien van de openbaarmaking van bezwaarde en bezwaarde activa om hiermee transparantie te bewerkstelligen en harmonisatie van informatieverstrekking conform de Kapitaalvereisten-verordening (CRR).

Op 6 maart heeft EBA een opinie gepubliceerd gericht tot de Europese Commissie, het Europese Parlement, de Raad van Ministers en alle bevoegde toezichthouders binnen de Europese Unie ten aanzien van overgangsregelingen en kredietrisicoaanpassingen om het effect van de invoering van IFRS 9 op bedrijfseconomische ratio's te beperken.

Op 8 maart 2017 heeft EBA de definitieve aanbevelingen gepubliceerd ten aanzien van openbaarmaking van de liquiditeitsdekkingsratio (LCR).

Op 8 maart 2017 heeft EBA een opinie gepubliceerd gericht aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie waarin zij pleit om het besluitvormingskader voor de goedkeuring van de toezichthoudende rapportage-vereisten efficiënter te maken en fit-for-purpose bij het vervangen van technische uitvoeringsnormen (ITS) met rechtstreeks door EBA genomen besluiten.

Op 5 april 2017 heeft EBA drie definitieve richtlijnen gepubliceerd inzake bail-in onder de Richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (BRRD).

ESMA heeft de resultaten van een recent onderzoek ten aanzien van de werking van de identificatie en de overdracht van informatie aan aandeelhouders gepubliceerd.

Met deze standaarden beoogt ESMA de transparantie van effectenfinancieringstransacties onder de STFR verder te verbeteren.

Deze richtlijnen bevatten gedetailleerde bepalingen om het nieuwe Europese regelgevingskader te implementeren dat erop gericht is de nauwkeurigheid en integriteit van benchmarks binnen de Europese Unie te waarborgen.

ESMA heeft haar definitieve rapport gepubliceerd voor de ontwerprichtlijnen voor de behandeling van pakketorders onder MiFID II en MiFIR. Deze ontwerprichtlijnen (RTS) specificeren hoe de in de MiFIR neergelegde transparantievereisten van toepassing zijn op pakketorders.

Op 31 maart 2017 heeft ESMA nadere specificaties uitgegeven voor de ontwerprichtlijnen over de reikwijdte van de geconsolideerde tape voor obligaties, gestructureerde financieringsproducten, emissierechten en derivaten.

Op 5 april 2017 heeft ESMA haar advies gegeven over het voorstel van de Europese Commissie om te komen tot een Europese verordening voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen.

Op 5 april 2017 heeft ESMA haar definitieve richtlijnen gepubliceerd voor het vaststellen van een noodremmen en het bekendmaken van handelsstoppen onder MiFID II.

Op 10 april 2017 heeft ESMA een opinie gepubliceerd waarin zij de implementatie van portfoliomarginingpraktijken voor centrale tegenpartijen (CCPs) in het kader van de EMIR.

Op 21 april 2017 heeft ESMA haar definitieve technische advies gepubliceerd om de Europese Commissie te ondersteunen bij het vaststellen van toezichtvergoedingen voor handelsregisters onder de verordening ten aanzien van de transparantie van effectenfinancieringstransacties (STFR).

In het recent verschenen voorjaarrapport benadrukken de ESA’s de belangrijkste risico’s voor het financiële stelsel in de Europese Unie. In het rapport wijzen de ESA’s op de risico's voor de stabiliteit van de Europese financiële sector in een omgeving met politieke en economische onzekerheden.

Aanleiding voor deze zaak is de weigering van een Engelse online aanbieder van kredieten om aan de AFM bepaalde gegevens te verstrekken om vast te kunnen stellen of de aanbieder vergunningplichtig is in Nederland. Deze weigering leidt uiteindelijk tot het besluit om een last onder dwangsom op te leggen, welk besluit de aanbieder ter toetsing voorlegt aan de rechter.

In de uitspraak komt aan de orde wanneer de wettelijke rente over de vergoeding van de houders van de achtergestelde deposito’s begint te lopen. DNB vergoedt de rente te rekenen vanaf 22 juni 2010, de uiterlijke datum voor het indienen van een aanvraag onder het DGS met betrekking tot DSB.

Appellante is een (voormalige) aanbieder van flitskrediet, die in het licht van strengere wetgeving haar bedrijfsmodel had aangepast en zich daarover door haar toenmalige advocaat had laten adviseren. Of sprake is van kredietverstrekking, stond in hoger beroep niet meer ter discussie.

Uit het arrest blijkt dat private-equitybedrijven aansprakelijk kunnen zijn voor kartelovertredingen door ondernemingen in hun portfolio als zij daarop een beslissende invloed hebben. Interessant is om te bezien hoe in dit geval een verwijtbare overtreding is geconstrueerd met de leer van het redelijk toerekenen.

Op 21 december 2016 legt de AFM X, enig bestuurder van de onderneming naar buitenlands recht Y, een last onder dwangsom op wegens het niet voldoen aan een informatieverzoek van de AFM over de dienstverlening van Y waardoor X de op hem rustende medewerkingsplicht in de zin van artikel 5:20 Awb overtreedt.

Medio 2012 stuurt de AFM de Belastingdienst een lijst met alle beleidsbepalers van financiële instellingen die onder AFM-toezicht staan. De toezichthouder vraagt de Belastingdienst aan te geven welke bestuurders bekend staan als inkeerders. Een maand later krijgt de AFM een lijst met namen waaronder beleidsbepalers van twee financiële dienstverleners met een vergunning.

Bij besluit van 19 april 2013 legt de AFM X een bestuurlijke boete van € 100.000 op wegens overtreding van artikel 5:58 lid 1, aanhef en onder b Wft. Volgens de AFM heeft X transacties verricht teneinde het aandeel NSE op een kunstmatig niveau te houden.

DNB legt X een boete van € 100.000 op vanwege feitelijk leidinggeven aan de overtreding van het bankverbod in de zin van artikel 2:11 Wft. Bij besluit van bezwaar matigt DNB de aan X opgelegde boete om redenen van draagkracht tot € 75.000 en verklaart het bezwaar voor het overige ongegrond.

Het arrest van het hof is een vervolg op het arrest van de Hoge Raad van 17 december 2010 («JOR» 2011/53, m.nt. Hijink). Appellanten hebben geïnvesteerd in diverse vennootschappen in het kader van een door een zekere Pot als initiatiefnemer opgezet project om in de Dominicaanse Republiek een resort te realiseren.

X heeft een vastgoedportefeuille met bedrijfspanden, woningen en appartementen die bestemd zijn voor de verhuur. Eind 2006 sluit X met ING onder andere een rekening-courantkrediet van € 100.000, een rentevast lening van € 200.000 en een euroflexlening van € 200.000 af.

X en Y zijn ex-echtelieden. Y heeft voor de voormalige echtelijke woning bij ING Bank een hypotheek afgesloten, waarvoor X en Y hoofdelijk aansprakelijk zijn. Tijdens het huwelijk draagt X de hypothecaire lasten, na de echtscheiding is bepaald dat X en Y ieder de helft zouden voldoen. Hieraan voldoet Y slechts ten dele, waarna ING Bank de lening opzegt.

Fibonacci is een beleggingsvereniging die is opgezet door Y. De leden van de vereniging leggen ten minste € 5.000 in. Fibonacci laat de inleg beleggen door X, een eenmanszaak van Y. X belegt voor Fibonacci in opties, in het bijzonder in short strangle posities. De doelstelling is om een rendement van 30% per jaar te maken voor de leden.

Op 7 augustus 2003 sluit Amev Praktijkvoorziening met X en Y een geldleningsovereenkomst waarbij tot zekerheid een hypotheekrecht wordt gevestigd op de woning van X en Y. Direktbank is de middellijke rechtsopvolger van Amex Praktijkvoorziening.

X heeft via hypotheekbemiddelaar Foreburgh een hypothecaire geldlening voor een nieuwe woning afgesloten bij Argenta. In maart 2011 is een ‘Koopakte appartementsrecht’ ondertekend, waarin een financieringsvoorbehoud is opgenomen.

In 2000 heeft M, de (toenmalige) echtgenoot van V een drietal aandelenleaseovereenkomsten gesloten met Dexia. V heeft geen toestemming verleend voor het aangaan van deze overeenkomsten. M heeft medio 2003 een zogenoemde ‘Overeenkomst Dexia Aanbod’ ondertekend, maar V niet.

Kontinex, een bedrijf in staalproducten, heeft sinds 1975 een bankrelatie met Rabobank. Rabobank heeft in dit kader aan Kontinex leningen verstrekt met een lange looptijd ter financiering van de productiemiddelen van Kontinex. Op 21 juli 2006 sluit Kontinex met Rabobank een financiële derivatenovereenkomst. In het Treasury Inventarisatie Formulier (TIF) wordt Kontinex als niet-professionele cliënt gekwalificeerd en is vastgesteld dat zij geen intern vastgelegd treasurybeleid heeft. Kontinex geeft in het TIF aan dat zij haar renterisico’s gedeeltelijk wil afdekken.

PMA is opgericht in 1936 en functioneert aanvankelijk als pensioenfonds van Euronext. Gaandeweg is PMA de pensioenregelingen eveneens gaan uitvoeren voor de AFM, Clearnet, Euroclear en DSI. PMA heeft met de diverse werkgevers aparte uitvoeringsovereenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten zijn nagenoeg inhoudelijk gelijk. Ook de pensioenreglementen zijn gelijkluidend.

X, Y en bedrijf Z zijn betrokken geweest in een strafrechtelijk onderzoek van het OM naar bouwfraude in relatie tot een aantal bouwprojecten. Uiteindelijk treffen zij een schikking met het OM. Op 18 november 2014 treffen X en Y en Rabobank een schikking die is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.

De AFM is in 2013 een onderzoek gestart naar de dienstverlening van banken op het gebied van derivatencontracten met MKB-ondernemers. Naar aanleiding hiervan heeft Minister van Financiën een onafhankelijke deskundigencommissie (Derivatencommissie) ingesteld, teneinde een uniform herstelkader te formuleren.

In 2007 verstrekt de bank aan X een tienjarige renteswap (€ 500.000) en een dertigjarige hypothecaire Euribor-lening van € 850.000. In 2010 verkoopt X zijn bedrijfspand, wat resulteert in aflossing van de lening en beëindiging van de renteswap.

Op 25 juni 2010 is er via bemiddeling van Autobedrijf B.V. een drie-partijen huurkoopovereenkomst voor een auto van het merk Seat tot stand gekomen tussen Volkswagen Bank (‘kredietgever’), Autobedrijf (‘leverancier’) en A en B (‘cliënt’).

X werkt vanaf 5 mei 2014 op uitzendbasis bij de bank als medewerker kantoren. In deze functie adviseert X klanten wat betreft spaarrekeningen, betalingsverkeer en verzekeringen. Op 2 juni 2015 legt X de bankierseed af. Daarmee bindt X zich aan de Gedragsregels bancaire sector.

Bestuursorganen kunnen gebruik maken van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal, tenzij zij dat op een wijze verkrijgen die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit onder alle omstandigheden onrechtmatig is.

In september 2008 informeerde toenmalig Minister van Financiën Wouter Bos de kijkers tijdens een interview over de eerste reddingsoperatie van het Belgisch-Nederlandse bank- en verzekeringsconcern Fortis door de Belgische, Luxemburgse en Nederlandse Staat. Dit bleek echter onvoldoende om Fortis te redden.

Sinds het uitbreken van de financiële crisis staat de modernisering van het corporate governancekader voor beursgenoteerde vennootschappen hoog op de Europese agenda.

Afgelopen september haalde de verhouding tussen de verantwoordelijkheid van de financiële instelling en die van de particuliere belegger in effectenleasezaken wederom het nieuws. In zijn arrest van 2 september 2016 sluit de Hoge Raad een effectenlease-proefprocedure af met het uitspreken van de hoop dat deze nieuwe uitspraak voor duidelijkheid zorgt.

Sinds de invoering van het huidige BW bestaat er onduidelijkheid over de goederenrechtelijke gevolgen van een overdracht onder voorwaarde, in het bijzonder over het eigendomsvoorbehoud als meest voorkomend voorbeeld daarvan. Er bestaat in de literatuur onduidelijkheid of een koper die een zaak onder eigendomsvoorbehoud koopt, wel direct een recht verkrijgt, of dat recht goederenrechtelijke werking (werking jegens derden) heeft en of de koper over dat recht kan beschikken.

Op 10 november 2016 heeft het Hof van Justitie een belangrijk arrest gewezen over de betekenis van het controlevereiste bij financiëlezekerheidsovereenkomsten (FZO’s). Voor een geldige verpanding op grond van een FZO is naar geldend recht vereist dat het onderpand in het bezit of onder de controle van de zekerheidsnemer wordt gebracht

Op 1 januari 2018 zullen de meeste regels die opgenomen zijn in de Benchmark Verordening in werking treden. Bepaalde regels die zien op de zogeheten cruciale benchmarks zijn al per 3 juli 2016 in werking getreden en de EU commissie heeft inmiddels Euribor als een cruciale benchmark aangewezen.

De twee zekerheidsrechten met goederenrechtelijke werking en faillissementsbestendigheid zijn: pand en hypotheek.

Het bankrecht maakt de laatste decennia een snelle ontwikkeling door en is sinds de krediet- en eurocrisis in een ongekende stroomversnelling geraakt. Het rechtsgebied is samengesteld uit talloze onderwerpen die een labyrint vormen van moeilijk leesbare en doorlopend veranderende wet- en regelgeving.

Met de op 12 april 2017 uitgebrachte conclusie van staatsraad advocaat-generaal Keus is de bewijsgaring in het boeterecht tot Chefsache verheven. De conclusie van de staatsraad A-G raakt veel onderwerpen van bewijsgaring in het formele boeterecht die van belang zijn.

De mondiale financiële crisis heeft geleid tot nieuwe wettelijke vereisten voor banken. Een daarvan is dat banken voortaan ‘afwikkelbaar’ moeten zijn. Dit vereiste komt erop neer dat banken zodanig zijn vormgegeven dat ook bij een dreigende ondergang de continuïteit van belangrijke bedrijfsonderdelen is gewaarborgd, een herkapitalisatie kan plaatsvinden zonder inzet van publieke middelen en deze herstructurering niet leidt tot een verstoring van het financieel stelsel.

Op 20 november 2015 zijn certificaten van gewone aandelen in ABN AMRO Group N.V. op Euronext Amsterdam geïntroduceerd. Het betreft hier een in de jaren daarvoor nieuw gevormde financiële groep samengesteld uit Fortis Nederland, MeesPierson en onderdelen van de oude ABN AMRO Bank.

De wetgeving omtrent transparantie in het financieel toezichtrecht krijgt in hoog tempo gestalte. Het doel van de wetgever is om de transparantie in het financieel toezicht te versterken.

Vanuit het prudentieel toezicht gelden voor banken en bepaalde beleggingsondernemingen vergaande beperkingen op het doen van uitkeringen aan aandeelhouders en houders van andere kapitaalinstrumenten. Deze beperkingen vloeien voort uit de kwalificatievoorwaarden van deze kapitaalinstrumenten, het goedkeuringsvereiste voor vermindering van het eigen vermogen en de automatische beperkingen die intreden bij inbreuk van de kapitaalbuffers.

Er woedt een brede maatschappelijke discussie over de regulering van openbare biedingen. Enige tijd terug heeft Eumedion een position paper gepubliceerd, waarin zij voorstellen doet om de regels rond openbare biedingen te verbeteren.

Technologische innovatie wordt gezien als één van de belangrijkste krachten die de financiële sector in de komende jaren zal beïnvloeden. Innovatie biedt kansen en risico’s voor zowel gevestigde als nieuwe marktpartijen en voor de financiële sector als geheel.

Geautomatiseerde advisering is een vorm van financiële dienstverlening die onder het gevleugelde begrip FinTech geschaard kan worden en die een innovatief karakter heeft.

Sinds het betaalsysteem van de bitcoin op de markt is gebracht, staat deze ‘virtuele valuta’ in de belangstelling mede vanuit handhavingsperspectief. Ondanks dat het gebruik toeneemt, is de acceptatie van de bitcoin als betaalmiddel niet onomstreden.

Eind 2016 is er in de media de nodige onrust ontstaan over de invoering van de herziene richtlijn betaaldiensten en de gevolgen daarvan voor de privacy van rekeninghouders. Het delen van gegevens met andere betaaldienstverleners is echter nodig om innovatie in het betalingsverkeer te faciliteren, zodat marktpartijen kunnen blijven voorzien in de behoefte van de consument.

Eind 2015 is de herziene richtlijn betaaldiensten vastgesteld (PSD2). Deze richtlijn moet uiterlijk 13 januari 2018 in de nationale rechtstelsels van de EU-lidstaten zijn geïmplementeerd. Veelbesproken is de regulering van betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten en de aanbieders daarvan

Crowdfunding is een concept waar diverse bedrijven mee in aanraking kunnen komen. Er zijn partijen die een crowdfunding platform willen oprichten en daarmee geldverstrekkers en geldnemers bij elkaar willen brengen. Er zijn ook steeds meer partijen waarvoor het interessant kan zijn om geld op te halen door middel van een crowdfunding platform.

Het pensioenstelsel moet veranderen en is niet meer van deze tijd. Ook de doorsneesystematiek dient te wijzigen doordat deze in het voordeel is van oudere werknemers. De doorsneesystematiek bestaat uit de doorsneepremie en de doorsneeopbouw: een voor ieder gelijk percentage.

Met ingang van 3 juli 2016 zijn de door ESMA uitgevaardigde Richtsnoeren alternatieve prestatiemaatstaven in werking getreden. De Richtsnoeren verplichten tot het opnemen van additionele informatie wanneer financiële maatstaven die niet volgen uit de toepasselijke acountancy standaarden, alternatieve prestatiemaatstaven, in prospectussen of gereglementeerde informatie worden opgenomen.

In de financieringspraktijk wordt men wel eens geconfronteerd met het verschijnsel van de ‘uncommitted facility’. De vraag wat hiermee wordt bedoeld is makkelijk gesteld, maar het antwoord is wat moeilijker te vinden. Wanneer dit wordt omgezet naar een Nederlands juridisch begrip kan het beste omschreven worden als ‘iemand een niet-bindende krediettoezegging doen’.

De FSB heeft in 2014 en 2015 consultatiedocumenten uitgebracht over de asset management sector. Hierin overweegt de FSB om bepaalde asset managers en beleggingsinstellingen aan te wijzen als ‘global systemically important financial institutions’ (G-SIFIs).

De AFM en DNB hebben onder meer de taak erop toe te zien dat financiële ondernemingen ervoor zorgen dat zij betrouwbare en geschikte bestuurders en commissarissen benoemen. Dat toezicht is uitgemond in een beoordeling van de betrouwbaarheid en geschiktheid door de toezichthouders.

Op 7 maart 2017 bestond de ISDA Master Agreement 30 jaar. De ISDA Master Agreement is wereldwijd de meest gebruikte standaardovereenkomst voor transacties in OTC-derivaten.

Lidstaten van de EU zijn op grond van verschillende consumentenbeschermende richtlijnen gehouden om leveranciers van goederen en dienstverleners te verplichten om de consument voor, tijdens of na het sluiten van een overeenkomst te informeren. Voor (financiële) ondernemingen die goederen leveren of diensten verrichten, is het lastig om een volledig inzicht te krijgen in de wirwar van wettelijke informatieverplichtingen die op hen rusten in verband met de activiteiten die zij ontplooien.

Het OM krijgt vaak vragen vanuit de advocatuur en de zittende magistratuur hoe het omgaat met mogelijke geheimhoudersstukken die worden aangetroffen in een kantooradministratie.

De uitstelregeling betreffende openbaarmaking van voorwetenschap is gewijzigd. Dat komt niet zo zeer voort uit de regeling in de Verordening Marktmisbruik zelf, maar wel uit de daarop gebaseerde uitvoeringsverordening en een richtsnoer van ESMA.

Het uitgangspunt in het bestuursrecht is dat de bevoegdheid van elk bestuursorgaan aan territoir is gebonden. Bij organen van de Staat is dat het nationale territoir, en dat geldt ook voor zelfstandige bestuursorganen met eigen rechtspersoonlijkheid. De voortgaande internationalisering en mobiliteit van mensen, diensten en kapitaal maken dat er bijzondere arrangementen noodzakelijk zijn om een en ander bestuursrechtelijk te kunnen reguleren.

Sinds november 2014 is de ECB de belangrijkste toezichthouder voor de banken in de eurozone. De overdracht van toezichtstaken aan de ECB is opmerkelijk omdat het Verdrag van Maastricht hoge drempels opwierp

Op 1 januari 2017 is een wetsvoorstel tot instelling van een centraal aandeelhoudersregister (CAHR) ingediend. In dit artikel bespreekt de auteur hoe de voorgestelde regeling eruit ziet en hoe de regeling zich verhoudt tot het UBO-register.

Artikel 3:17 lid 1 BW geeft een overzicht van feiten die in de openbare registers voor registergoederen kunnen worden ingeschreven. Hieronder vallen onder andere een levering (sub a) en een conservatoir of executoriaal beslag (sub g). Artikel 3:21 lid 1 BW bepaalt de rangorde van inschrijvingen door de volgorde van tijdstippen van inschrijving, tenzij uit de wet een andere rangorde voortvloeit.

Na overdracht van een zaak onder eigendomsvoorbehoud heeft de vervreemder een eigendomsrecht onder ontbindende voorwaarde, welk recht vatbaar is voor overdracht en bezwaring. De positie van de verkrijger onder eigendomsvoorbehoud is nog lange tijd onderwerp van discussie geweest.

In maart en april 2017 is het Ministerie van Financiën de volgende consultaties gestart:

In maart en april 2017 is de AFM de volgende consultatie gestart:

In maart en april 2017 is DNB de volgende consultatie gestart:

In maart en april 2017 is de Europese Commissie de volgende consultaties gestart:

In maart en april 2017 is EBA de volgende consultaties gestart:

In maart en april 2017 is ESMA de volgende consultatie gestart:

n maart en april 2017 is EIOPA de volgende consultatie gestart:

In maart en april 2017 is de ESA’s de volgende consultatie gestart:

Sinds 1 maart dit jaar zijn de nieuwe Algemene Bankvoorwaarden van kracht. Ten opzichte van de Algemene Bankvoorwaarden uit 2009, lijkt er op het eerste gezicht inhoudelijk gezien geen sprake van een revolutionaire verandering. Toch is het goed er even bij stil te staan en enige aspecten te belichten die tot nu toe in mijn ogen in de literatuur onderbelicht zijn gebleven, met name in de toepassing van deze voorwaarden op meer complex gedocumenteerde kredietrelaties met niet-consumenten. Dit artikel gaat onder meer in op interpretatie en reikwijdte van de algemene voorwaarden en de verhouding tussen meer specifieke kredietovereenkomsten en de algemene bank voorwaarden.