Aflevering 8

De Raad van State heeft van 3 tot en met 31 oktober 2019 de volgende adviezen uitgebracht:

De volgende bekendmakingen zijn van 3 tot en met 31 oktober 2019 in de Staatscourant en het Staatsblad verschenen:

Op 2 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën een Kamerbrief en de antwoorden op vragen naar aanleiding van berichtgeving over ABN AMRO naar de Tweede Kamer gestuurd. De vragen betreffen de mededeling dat het Openbaar Ministerie een onderzoek is gestart naar de bank in verband met de naleving van de Wwft en het bericht dat de overheid op één dag meer dan een miljard euro heeft verloren op de aandelen van ABN AMRO.

Op 4 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën de Nota van wijziging en de Nota naar aanleiding van het verslag betreffende het UBO-register naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 4 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën via een Kamerbrief geantwoord op vragen van de Tweede Kamer over mogelijke belangenverstrengeling door de overstap van de directeur van EBA naar een financiële lobbyclub.

Op 4 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën zijn reactie op het EBA consultatiedocument ‘Draft Guidelines on loan origination and monitoring’ naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 4 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën antwoorden op vragen over een Europees depositoverzekeringsstelsel naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 1 oktober 2019 is een consultatie gestart naar de voorlopige bevindingen en aanbevelingen van de Commissie Toekomst Accountancysector. Deze Commissie is op 1 januari 2019 ingesteld om maatregelen te onderzoeken om de kwaliteit van de wettelijke accountantscontrole duurzaam te verhogen. De consultatie liep tot 1 november 2019.

Op 4 oktober 2019 is een consultatie gestart naar de jaarlijkse wijziging van de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft vanwege door het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) gesignaleerde actualiteiten. De consultatie liep tot 1 november 2019.

Op 9 oktober 2019 deelt het Ministerie van Financiën mee dat de Werkgroep Kapitaalmarktunie op 9 oktober 2019 in Luxemburg het rapport Savings and Sustainable Investment Union heeft aangeboden aan de Ministers van Financiën van Nederland, Frankrijk en Duitsland. In het rapport stelt de werkgroep onder andere dat de kapitaalmarktunie zich meer moet richten op de behoeftes van burgers in de Europese Unie en financiering van een innovatieve en duurzame economie.

Op 9 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën de Nadere Memorie van Antwoord inzake de Implementatiewet Richtlijn bevordering aandeelhoudersbetrokkenheid aan de Eerste Kamer aangeboden.

Op 10 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën een reactie op het voorstel van het Kamerlid Van der Linde ter verbetering van de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 10 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën een reactie op het eindrapport van de Werkgroep Kapitaalmarktunie Savings and Sustainable Investment Union naar de Tweede Kamer gestuurd. De werkgroep stelt onder meer dat de kapitaalmarktunie zich meer moet richten op de behoeftes van burgers in de Europese Unie en op de financiering van een innovatieve en duurzame economie.

Op 14 oktober 2019 heeft de minister van Financiën het Verslag van de Eurogroep en de Ecofinraad van 9 en 10 oktober 2019 te Luxemburg naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Op 15 oktober 2019 heeft de minister van Financiën de Toezichthouderregeling van DNB, die een minimumvloer voor de risicogewichten van hypotheekleningen op bankbalansen in Nederland introduceert, naar de Tweede Kamer gestuurd. Er is een consultatie gestart van de regeling, die loopt tot 25 november 2019.

Op 15 oktober 2019 heeft de Staatssecretaris van Financiën antwoorden op Kamervragen over de berichten ‘Belastingproblemen Nederlandse Amerikanen nog niet de wereld uit’ en ‘Snel vraagt banken om meer coulance voor Amerikaanse Nederlanders’ naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 15 oktober 2019 heeft de minister van Financiën de antwoorden op vragen die zijn gesteld naar aanleiding van het Schriftelijk Overleg over de inzet van het Koninkrijk tijdens de IMF Jaarvergadering naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 18 oktober 2019 heeft de Minister van Financiën de Tweede Kamer in een Kamerbrief geïnformeerd over de wijze waarop hij moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten heeft uitgevoerd.

Op 7 oktober 2019 deelt de Minister voor Rechtsbescherming mee dat schuldeisers bij de snelle ontbinding zonder vereffening meer mogelijkheden krijgen om te beoordelen of er sprake is van benadeling en of zij stappen kunnen ondernemen. Een bedrijf dat via een turboliquidatie ermee stopt, moet in de toekomst meer informatie geven om te verantwoorden dat een turboliquidatie nodig was. Zo wordt het bestuur verplicht om een slotbalans op te stellen en vast te laten leggen, met een verklaring waarom er geen vermogen (meer) op de balans staat.

Op 8 oktober 2019 heeft de Minister voor Rechtsbescherming een Kamerbrief over maatschappelijk verantwoorde incasso’s naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 7 oktober 2019 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer via een Kamerbrief geïnformeerd over de planning en uitwerking van het pensioenakkoord (zogenoemde roadmap).

Op 9 oktober 2019 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer via een Kamerbrief geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet en Verbreding beslagregister.

Op 14 oktober 2019 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Verzamelbrief Pensioenonderwerpen naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 15 oktober 2019 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een Kamerbrief over de AOW-pensioenleeftijd in relatie tot de private arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) en verzekering oudere zelfstandigen naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 1 oktober 2019 meldt AFM dat de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) op 1 oktober 2019 haar voorlopige voorstellen in een interim rapport heeft gepubliceerd. De Commissie nodigt partijen uit om hier via een consultatie op te reageren.

Op 1 oktober 2019 deelt AFM mee dat volgend op het persbericht van Esperite N.V. van 1 oktober 2019 de handel in Esperite N.V. zal worden hervat.

Op 9 oktober 2019 deelt AFM mee dat zij een aanwijzing heeft gegeven om de handel in Esperite N.V. te onderbreken. Op 14 oktober 2019 is de handel hervat.

Op 10 oktober 2019 meldt AFM dat zij met Trendzicht haar jaarlijkse analyse van trends en ontwikkelingen in de financiële markten heeft gepubliceerd. AFM ziet vijf belangrijke trends die van invloed zijn op haar toezicht: digitalisering, macro-economische ontwikkelingen, veranderingen in (Europese) regelgeving, politieke onzekerheid en de overgang naar een duurzame economie en samenleving.

Op 14 oktober 2019 deelt AFM mee dat wettelijk verplichte informatie nodig is, maar niet altijd genoeg is om consumenten een afgewogen keuze te laten maken. Dat concluderen AFM en de Australian Securities & Investments Commission (ASIC) in een gezamenlijke analyse. De AFM en ASIC analyseerden verschillende onderzoeken naar wettelijk verplichte informatie. Dat betrof onder meer onderzoeken naar het prospectus voor beleggingen, pensioeninformatie en de verplichte kredietwaarschuwingszin.

Op 17 oktober 2019 meldt AFM dat zij accountantsorganisaties praktische handvatten biedt om de Systematische Integriteitsrisico Analyse (SIRA) toe te passen. De SIRA stelt hen beter in staat om incidenten, waaronder betrokkenheid bij strafbare feiten zoals witwassen, terrorismefinanciering en corruptie, te voorkomen. Ook kan het bijdragen aan het beperken van de impact van incidenten. Dit geldt zowel voor de eigen organisatie als voor werkzaamheden voor controlecliënten.

Op 3 oktober 2019 heeft DNB de Nieuwsbrief Banken gepubliceerd. Daarin is onder meer vermeld dat AFM en DNB financiële instellingen oproepen om zich goed voor te bereiden op de overgang naar alternatieve rentebenchmarks. Ook wordt meegedeeld dat de Europese Centrale Bank op 2 oktober 2019 is begonnen met de publicatie van €STR. Verder is vermeld dat EBA de richtsnoeren inzake uitbesteding heeft gepubliceerd. Deze zijn per 30 september 2019 in werking getreden en bevatten verschillende governance vereisten voor het aangaan van uitbesteding van activiteiten. DNB signaleert daarnaast dat financiële instellingen verdere voortgang hebben geboekt met het uitvoeren van de maatregelen in hun Brexit-plannen. Dat blijkt uit gerichte follow-up acties die DNB heeft uitgevoerd bij onder meer banken. In het korte nieuws zijn de relevante internationale publicaties vermeld.

Op 3 oktober 2019 heeft DNB de Nieuwsbrief Verzekeren gepubliceerd. Daarin is onder meer vermeld dat AFM en DNB financiële instellingen oproepen om zich goed voor te bereiden op de overgang naar alternatieve rentebenchmarks. Ook wordt meegedeeld dat de Europese Centrale Bank op 2 oktober 2019 is begonnen met de publicatie van €STR. Verder wordt benadrukt dat over 2019 weer een volledig Regular Supervisory Report (RSR) moet worden ingeleverd. DNB signaleert daarnaast dat financiële instellingen verdere voortgang hebben geboekt met het uitvoeren van de maatregelen in hun Brexit-plannen. Dat blijkt uit gerichte follow-up acties die DNB heeft uitgevoerd bij onder meer een selectie van verzekeraars. Verder wordt meegedeeld dat een aanvraag voor instemming met een portefeuilleoverdracht tussen verzekeraars vanaf 17 oktober 2019 kan worden ingediend via Digitaal Loket Toezicht (DLT). In het korte nieuws is de kalender Uitvragen gepubliceerd.

Op 3 oktober 2019 heeft DNB de Nieuwsbrief Pensioenen gepubliceerd. Daarin vermeldt DNB dat zij regelmatig vragen van pensioenfondsen krijgt over de uitvoering van hun duurzaamheidsbeleid. DNB heeft een aantal van die veelgestelde vragen met de antwoorden op een rij gezet. Ook wordt vermeld dat uit onderzoek van DNB bij alle pensioenfondsen en PPI’s met een premieregeling blijkt dat slechts een klein aantal pensioenuitvoerders voldoet aan de wettelijke eisen rondom de risicohouding. DNB heeft de pensioenuitvoerders in een brief over de uitkomsten van het onderzoek geïnformeerd. Verder roepen AFM en DNB financiële instellingen op om zich goed voor te bereiden op de overgang naar alternatieve rentebenchmarks. Volgens DNB hebben financiële instellingen verdere voortgang geboekt met het uitvoeren van de maatregelen in hun Brexit-plannen. Dat blijkt uit gerichte follow-up acties die DNB heeft uitgevoerd bij onder meer een aantal pensioenfondsen. Ook vermeldt DNB dat het onderdeel ‘organisatiegegevens voor pensioeninstellingen’ in maart 2019 is gelanceerd in het Digitaal Loket Toezicht. Met deze applicatie hebben pensioenfondsen en PPI’s de mogelijkheid hun eigen gegevens in te zien en waar mogelijk te beheren.

Op 3 oktober 2019 heeft DNB de Nieuwsbrief Vermogensbeheerders gepubliceerd. Daarin meldt DNB dat financiële instellingen verdere voortgang hebben geboekt met het uitvoeren van de maatregelen in hun Brexit-plannen. Dat blijkt uit gerichte follow-up acties die DNB heeft uitgevoerd bij financiële instellingen. Ook wordt vermeld dat DNB onderzoek doet naar de kwaliteit van het CET1-kapitaal bij kleine en middelgrote beleggingsondernemingen en -instellingen. Verder roepen AFM en DNB financiële instellingen op om zich goed voor te bereiden op de overgang naar alternatieve rentebenchmarks. Daarnaast meldt DNB dat EBA de richtsnoeren inzake uitbesteding heeft gepubliceerd. Deze zijn per 30 september 2019 in werking getreden en bevatten verschillende governance vereisten voor het aangaan van uitbesteding van activiteiten. Tevens is vermeld dat de Europese herziene Joint Guidelines tot wijzigingen leiden in de beoordeling door DNB van aanvragen voor verklaringen van geen bezwaar. Ten slotte wordt gemeld dat het rapportageportaal e-Line DNB zal verdwijnen en zal worden vervangen door het nieuwe rapportageportaal Digitaal Loket Rapportages.

Op 3 oktober 2019 deelt DNB mee dat uit onderzoek is gebleken dat verreweg de meeste Nederlandse consumenten niet van plan lijken om hun betaaldata te laten gebruiken voor nieuwe aan hen te verlenen diensten. Dit is onderzocht in verband met de start van nieuwe dienstverlening door banken en andere partijen in het kader van de Europese betaalrichtlijn PSD2. Ook is het relevant voor de nieuwe initiatieven die banken en techbedrijven wereldwijd willen nemen om intensiever gebruik te maken van mogelijk privacygevoelige betaalgegevens bij het bedienen van de consument.

Op 15 oktober 2019 deelt DNB mee dat zij voornemens is een ondergrens op te leggen aan de risicoweging van hypothecaire leningenportefeuilles om de weerbaarheid van banken te vergroten. Nederlandse banken moeten hierdoor gezamenlijk circa € 3 miljard meer kapitaal aanhouden voor hun hypothecaire leningenportefeuilles. Door deze maatregel zijn banken beter in staat de gevolgen van een eventuele huizenprijscorrectie op te vangen. DNB publiceert deze voorgenomen maatregel en licht hem toe in het Overzicht Financiële Stabiliteit. Na een publieke consultatie en consultatie van de Europese instellingen zal de maatregel in het najaar van 2020 in werking treden, in beginsel voor een periode van twee jaar. Reageren op de consultatie kan tot 25 november 2019.

Op 15 oktober 2019 meldt DNB dat een aanhoudend lage rente één van de belangrijkste risico’s vormt voor de internationale financiële stabiliteit. Financiële condities zijn al lange tijd ruim. Hierdoor neemt de prikkel om schulden af te bouwen af en raakt de prijsvorming op financiële markten verstoord, waardoor zeepbellen kunnen ontstaan. Ook zetten de aanhoudend lage rentes de financiële positie van pensioenfondsen en levensverzekeraars onder druk, waardoor zij kunnen worden aangezet tot het nemen van extra risico. Het belangrijkste Nederlandse financiële stabiliteitsrisico betreft de onevenwichtigheden in de huizenmarkt. Dit blijkt uit het door DNB gepubliceerde Overzicht Financiële Stabiliteit Najaar 2019.

On 17 October 2019 the Network for Greening the Financial System (NGFS) published ‘A Sustainable and Responsible Investment Guide for Central Banks’ Portfolio Management.’ Climate change is a source of financial risk. NGFS encourages central banks and supervisors across the globe to lead by example and include sustainability considerations in their portfolio management, without prejudice to their primary mandates.

Op 30 september 2019 meldt Eumedion dat in het wetsvoorstel ter implementatie van de herziene Europese Richtlijn aandeelhoudersrechten niet duidelijk is wat precies onder de definitie van vermogensbeheerder wordt verstaan. De VVD-fractie in de Eerste Kamer heeft daarom de Minister van Financiën en de Minister voor Rechtsbescherming gevraagd hier meer helderheid over te verschaffen. Dit blijkt uit het op 17 september 2019 door de Eerste Kamer vastgestelde nader voorlopig verslag bij het implementatiewetsvoorstel. De senatoren merken op dat bij een strikte toepassing van de definities uit het wetsvoorstel een Nederlands pensioenfonds of verzekeraar alleen informatie openbaar hoeft te maken die voortvloeit uit eventuele (vermogensbeheer)overeenkomsten met een Nederlandse vermogensbeheerder. Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars hebben echter veel overeenkomsten met buitenlandse vermogensbeheerders. Deze zouden bij een strikte toepassing van de definitie dan buiten de transparantieregeling vallen.

Op 30 september 2019 meldt Eumedion dat het binnenkort duidelijker wordt welke economische activiteiten een positief effect hebben op klimaat en milieu en welke niet. De permanente vertegenwoordigers van de Europese Raad hebben op 25 september 2019 een akkoord bereikt over een voorstel voor een Taxonomieverordening.

Op 30 september 2019 geeft Eumedion aan dat het niet waarschijnlijk is dat het de Europese Commissie nog voor het einde van dit jaar lukt om de finale versie van de niet-bindende richtsnoeren voor een standaardpresentatie van het remuneratierapport te publiceren. Dit stelde de Europese Commissie in een op 20 september 2019 gehouden gezamenlijke vergadering van de EU-Raadswerkgroep Ondernemingsrecht en een expertgroep. De richtsnoeren moeten bijdragen aan een betere vergelijkbaarheid van de beloningen van de bestuurders van de Europese beursgenoteerde ondernemingen en aan een beter inzicht van stakeholders in de beloningspraktijken bij die ondernemingen. De Europese Commissie acht publicatie van de definitieve richtsnoeren in het eerste kwartaal van 2020 realistischer.

Op 30 september 2019 geeft Eumedion aan dat het in september 2015 gelanceerde Actieplan om in 2019 een Europese Kapitaalmarktunie bewerkstelligd te hebben tot onvoldoende resultaten heeft geleid. Dit concludeert het Finse voorzitterschap van de Europese Raad in een op 9 september 2019 gepubliceerd memo ter voorbereiding op de Informele Ecofin-Raad van 13 en 14 september 2019 in Helsinki. Alhoewel vrijwel alle 33 actiepunten uit het Actieplan inmiddels zijn gerealiseerd, is er in de Europese Unie nog geen sprake van een uniforme en concurrerende kapitaalmarkt. Volgens de huidige Raadsvoorzitter is een combinatie van wettelijke en niet-wettelijke maatregelen nodig om in de komende jaren vooruitgang te boeken.

Op 2 oktober 2019 deelt Eumedion mee dat zij zich in grote lijnen kan vinden in het voorstel tot herziening van de bestaande ESMA-aanbevelingen inzake de transparantievereisten voor de inhoud en vormgeving van een prospectus. Dit blijkt uit de door Eumedion ingezonden reactie op het consultatiedocument van ESMA.

Op 15 oktober 2019 meldt Eumedion dat de institutionele beleggers die zich bij Eumedion hebben aangesloten zich in de aanloop naar de aandeelhoudersvergaderingen in 2020 vooral zullen richten op bestuurdersbeloningen en op de impact van klimaatverandering. Dit blijkt uit de Speerpuntenbrief 2020 die Eumedion naar de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen heeft gestuurd.

Op 29 oktober 2019 meldt Eumedion dat er de afgelopen tijd al verschillende regels zijn opgesteld om het beleggings- en stembeleid van institutionele beleggers beter te laten aansluiten op de doelstelling van de beursgenoteerde ondernemingen om op lange termijn waarde te creëren. Ook een aantal trends bij institutionele beleggers dragen daaraan bij. Dit staat in de schriftelijke inbreng van Eumedion voor het op 30 oktober 2019 gehouden rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over langetermijnwaardecreatie.

Op 30 oktober 2019 meldt Eumedion dat er volgens haar een wereldwijde standard setter moet worden opgericht die internationale rapportagestandaarden voor de niet-financiële informatie moet ontwikkelen. Deze standard setter moet onder de paraplu van de IFRS Foundation vallen. Hiervoor pleit Eumedion in een green paper. Eumedion wijst erop dat er de afgelopen jaren een wildgroei aan verslaggevingsstandaarden ten aanzien van niet-financiële informatie is ontstaan. Hierdoor is er nauwelijks tot geen sprake van eenduidige en vergelijkbare niet-financiële verslaggeving. Belanghebbenden kunnen tot 1 februari 2020 op het green paper reageren.

Op 31oktober 2019 meldt Eumedion dat zij een reactie heeft gegeven op de voorlopige bevindingen van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA). Eumedion onderschrijft een deel van de voorstellen. Uiterst kritisch staat Eumedion tegenover de CTA-aanbeveling aan het kabinet om in Europees verband te pleiten voor het geheel of gedeeltelijk schrappen van de verplichte periodieke roulatie van accountantskantoren. Volgens Eumedion is het veel te vroeg om nu al een oordeel te vellen over de effecten van de in 2016 ingevoerde wettelijke verplichting voor beursgenoteerde ondernemingen om na uiterlijk tien jaar te wisselen van accountantskantoor. Eumedion toont zich verder sceptisch over het voorstel om AFM of de minister de bevoegdheid te geven een accountantskantoor aan een beursgenoteerde onderneming toe te wijzen als die onderneming er zelf niet in slaagt een kantoor te vinden dat de jaarrekeningcontrole wil doen. Tot slot vindt Eumedion het een gemiste kans dat de CTA geen doorwrochte analyse heeft gemaakt over de (on)wenselijkheid van het ‘audit only’-model.

Op 31 oktober 2019 meldt Eumedion dat een Nederlands pensioenfonds of verzekeraar niet alleen bepaalde kernelementen van zijn overeenkomsten met Nederlandse vermogensbeheerders openbaar moet maken, maar ook die met alle buitenlandse vermogensbeheerders. Het gaat dan bijvoorbeeld om informatie over de wijze waarop de overeenkomst bijdraagt aan langtermijnaandeelhouderschap. Dit schrijft de Minister van Financiën in de op 9 oktober 2019 uitgebrachte nadere memorie van antwoord bij het Wetsvoorstel ter implementatie van de herziene richtlijn aandeelhoudersrechten. De minister komt hiermee tegemoet aan zorgen bij bepaalde senatoren dat bij een strikte toepassing van de definitie ‘vermogensbeheerders’ uit het wetsvoorstel buitenlandse vermogensbeheerders buiten de transparantieregeling zouden vallen, terwijl veel Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars overeenkomsten hebben met dergelijke buitenlandse partijen. Dit zou de doelstelling van de herziene richtlijn – een grotere betrokkenheid van aandeelhouders en meer transparantie – kunnen ondermijnen.

Op 31 oktober 2019 meldt Eumedion dat de Tweede Kamer een positieve grondhouding heeft over het Wetsvoorstel dwangakkoord. Dat blijkt uit het op 1 oktober 2019 vastgestelde verslag bij het wetsvoorstel dat voorziet in een preventief herstructureringsraamwerk waardoor onnodige faillissementen van levensvatbare ondernemingen kunnen worden voorkomen. Door het wetsvoorstel kunnen aandeel- en obligatiehouders worden verplicht om mee te werken aan een redelijk reddingsakkoord, ook al zijn bepaalde schuldeisers en aandeelhouders het hier niet mee eens. De verschillende Kamerfracties zijn het in grote lijnen eens met de inhoud van het wetsvoorstel, maar hebben nog wel een aantal vragen over onder meer de overlap met twee recente Europese richtlijnen op het terrein van herstructurering en insolventie. Ook zijn er aan de minister voor Rechtsbescherming vragen gesteld over de stemprocedure en het stemrecht, de (on)mogelijkheid om een spoedprocedure bij de Hoge Raad in te richten en over de mogelijkheid om een herstructureringsdeskundige aan te stellen die een akkoord kan voorbereiden.

Op 31 oktober 2019 meldt Eumedion dat de Europese kapitaalmarktunie zo snel mogelijk verder moet worden verdiept, zodat meer kapitaal kan worden ingezet voor investeringen die waarde creëren voor de reële, innovatieve en duurzame economie. Daarnaast is een geïntegreerde en liquide Europese kapitaalmarkt belangrijk voor de positie van Europa als één van de wereldwijde financiële centra. Dit stelt de ‘Next CMU’-werkgroep in het op 9 oktober 2019 gepubliceerde eindrapport over de toekomst van de Europese kapitaalmarktunie. Het eindrapport is aangeboden aan de Ministers van Financiën van Nederland, Duitsland en Frankrijk.

Op 31 oktober 2019 meldt Eumedion dat ondernemingen die in aanmerking willen komen voor opname in de zogenoemde EU-klimaattransitiebenchmarks (CTB) en de op Parijs afgestemde EU-benchmarks (PAB) hun uitstoot aan broeikasgassen substantieel moeten verminderen in vergelijking met die van het gehele beleggingsuniversum. Voor opname in de CTB moet een onderneming ten minste 30% minder broeikasgassen uitstoten dan het beleggingsuniversum en voor de PAB geldt een percentage van 50%. Dit staat in het op 1 oktober 2019 gepubliceerde advies van de Europese Technische Expertgroep (TEG) ‘Sustainable Finance’ over nadere, gedetailleerde uitwerkingsregels inzake de Europese Verordening klimaatbenchmarks waarover eerder dit jaar een akkoord werd bereikt tussen de Europese instituties.

Op 11 oktober 2019 meldt de NVB dat Amerikaanse Nederlanders die niet beschikken over een Amerikaans Social Security Number (SSN) een nieuwe mogelijkheid hebben om problemen met hun bankrekening te voorkomen. Door nieuwe regels in de Verenigde Staten hebben zij naast het overleggen van zo’n SSN nu als alternatief de mogelijkheid om een procedure te starten voor het afstand doen van de Amerikaanse nationaliteit. Hiervoor hoeven Amerikaanse Nederlanders niet eerst belastingaangifte te doen en kunnen ze de procedure doorlopen zonder dat ze over een SSN beschikken. Om mogelijke sluiting van de bankrekening te voorkomen is het volgens de NVB wel noodzakelijk om voor het einde van het jaar actie te ondernemen.

Op 21 oktober 2019 meldt de NVB dat Artificiële Intelligentie (AI) interessante kansen biedt voor de financiële dienstverlening en innovatie, ontwikkeling van nieuwe proposities voor alle klanten en gezonde concurrentie kan brengen voor de sector. De NVB schrijft dit in reactie op de discussienota van DNB over de uitgangspunten voor het gebruik van AI in de financiële sector.

Op 30 oktober 2019 meldt NVB dat de Nederlandse Schuldhulproute (NSR) is gelanceerd. Verschillende soorten organisaties die in een vroeg stadium signalen opvangen van mensen die wijzen op mogelijk problematische schulden in een later stadium kunnen hierop aansluiten. Bedrijven als banken, (zorg)verzekeraars, telecombedrijven, energiebedrijven en woningbouwcoöperaties kunnen bijvoorbeeld (dreigende) betalingsachterstanden signaleren. Deze mensen worden via de NSR op weg geholpen naar passende gratis hulp, die begint bij de website Geldfit.nl.

Op 4 oktober 2019 deelt het Verbond van Verzekeraars mee dat het equivalentiebesluit van de Europese Commissie op 30 maart 2020 afloopt. Dit besluit regelt de toegang voor de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde centrale tegenpartijen (CCPs) voor het clearen van derivatentransacties na een eventuele no-deal Brexit. Er is op dit moment in Europa geen goed alternatief voor clearing door London Clearing House dat 97% van de wereldwijde derivatenclearing verzorgt. Een eventueel alternatief voor de toegang moet drie maanden van tevoren bekend zijn, omdat het drie maanden kost om een derivaat te sluiten en vervolgens te clearen en af te wikkelen. Mocht Groot-Brittannië op 31 oktober 2019 de Europese Unie verlaten met een deal, dan blijft de huidige toegang van het land tot zijn grootste exportmarkt voor financiële diensten waarschijnlijk doorgaan tot eind 2020. Zonder een deal vrezen Britse financiële instellingen dat nieuwe EU-regels, die naar verwachting in de komende maanden in werking zullen treden, niet meteen door het Britse parlement worden aangenomen. Dit leidt tot ongelijkwaardigheid, oneerlijke concurrentie of onvoldoende consumentenbescherming én een mogelijke blokkering tot de EU. De Commissie wijst op de tijdelijke contingency maatregelen voor Britse clearing houses (CCPs en CSDs) ter bescherming van de financiële stabiliteit in de Europese Unie. Door het tijdelijke karakter van deze maatregelen kan de Europese Commissie beoordelen of de Britse wet- en regelgeving ook in de toekomst blijft voldoen aan de EU-standaarden.

Op 11 oktober 2019 deelt het Verbond van Verzekeraars mee dat zij aansluiting zoekt bij de Nationale AI Coalitie die deze week is opgericht. De verzekeringssector heeft immers volop met kunstmatige intelligentie (AI) te maken. In het onlangs gelanceerde Strategisch Actieplan voor AI (kunstmatige intelligentie) van het kabinet komt de financiële sector echter nauwelijks aan bod. Hoofdboodschappen van het Verbond zijn dat regelgeving en toezicht moeten bijdragen aan een gelijk speelveld, dat regelgeving techniekneutraal moet zijn en dat bedrijven zelf primair verantwoordelijk zijn voor zorgvuldig gebruik van de mogelijkheden.

Op 15 oktober 2019 meldt het Verbond van Verzekeraars dat de Next CMU High-Level Group voorstelt om de Capital Markets Union-prioriteiten aan te passen en beter aan te laten sluiten op de behoeften van de burgers en bedrijven. Ook dient de CMU voorrang te geven aan investeringen in de digitale en duurzame EU-economie. De Group, een Nederlands-Frans-Duits initiatief, heeft haar eindrapport gepubliceerd met daarin aanbevelingen om de verscheidenheid aan financieringsbronnen voor grote en kleine bedrijven te stimuleren en de Europese kapitaalmarkten verder te integreren. In dat kader geven zij de Raad van de Europese Unie, de nieuwe Europese Commissie en het Europees Parlement als overweging mee de naam van de CMU te wijzigen naar ‘Savings and Sustainable Investment Union’.

Hoe kan Nederland ervoor zorgen dat problemen elders in de wereld in Nederland worden voorkomen? Sommige bedrijven spelen hier op in door werk te maken van de Sustainable Development Goals (SDG’s). Andere bedrijven focussen alleen op Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) en weer andere op allebei of geen van beide. En dat moet anders, aldus de SER in een op 18 oktober 2019 verschenen advies aan het kabinet, waar het Verbond van Verzekeraars melding van doet op haar website. Volgens het SER-advies is er niet alleen meer inzet nodig van alle betrokken partijen, die bovendien behoefte hebben aan concrete handvatten om aan de slag te gaan. Ook in het beleid van centrale en decentrale overheden moet de verhouding tussen SDG’s en IMVO helder zijn. Immers, SDG’s geven het IMVO-beleid richting en het IMVO-beleid geeft de SDG’s handen en voeten. Een betere verbinding tussen IMVO en SDG-beleid vormt de basis voor een effectieve, efficiënte en coherente bijdrage aan duurzame ontwikkeling, aldus de SER.

Op 18 oktober 2019 deelt het Verbond van Verzekeraars mee dat Joodse polishouders die tijdens de Tweede wereldoorlog zijn beroofd van hun levens- en uitvaartverzekeringen, vijf jaar langer terecht kunnen bij de Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa (SIVS). In de afgelopen twintig jaar keerde de stichting al 8,4 miljoen euro uit aan hen en hun nabestaanden. Vanwege de gebleken behoefte en de internationale opinie dat er geen einde moet komen aan de behandeling van Joodse oorlogsclaims heeft het Verbond van Verzekeraars besloten het ‘loket’ langer open te houden.

Op 22 oktober 2019 meldt het Verbond van Verzekeraars dat de Europese Commissie EIOPA begin dit jaar om advies heeft gevraagd in de ‘Call for advice on the 2020 review of the Solvency II Directive’. Naar aanleiding daarvan publiceerde EIOPA op 12 juli 2019 haar Consultation Paper over Insurance Guarantee Schemes (IGS). Het Verbond van Verzekeraars heeft daarop gereageerd. Het Verbond is geen voorstander van minimumharmonisatie op Europees niveau van verzekeringsgarantiestelsels. In ieder geval moet een dergelijke ontwikkeling in een bredere context worden geplaatst dan uitsluitend harmonisatie van verzekeringsgarantiestelsels. Uiteindelijk gaat het er om hoeveel bescherming polishouders ‘onder de streep’ hebben met behulp van het reguliere Solvency II raamwerk, rangorde van rechten van polishouders in faillissement, de instrumenten uit de Wet herstel en afwikkeling verzekeraars en de financiering van de afwikkeling.

Op 31 oktober 2019 meldt het Verbond van Verzekeraars dat verzekeraars, ngo’s, de vakbond en de overheid in het eerste jaar van het IMVO Convenant Verzekeringssector een belangrijke basis hebben gelegd om de afspraken uit het convenant in praktijk te brengen. Dat is de boodschap van de eerste jaarrapportage over het IMVO Convenant Verzekeringssector. Tegelijkertijd maant de onafhankelijke monitoringscommissie in het rapport verzekeraars om, voor zover dit nog niet is gebeurd, haast te maken met het onderschrijven van de internationale OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten (UNGP’s). Ook de ngo’s, overheid en de vakbond worden aangespoord om op specifieke punten, zoals transparantie en rapportage, proactiever bij te dragen aan verbeteringen. De monitoringscommissie meet jaarlijks in hoeverre verzekeraars, overheid, maatschappelijke organisaties en vakbeweging de afspraken in het convenant hebben uitgevoerd.

Op 27 september 2019 deelt de Pensioenfederatie mee dat vanuit de Eerste Kamer per brief een aantal vragen is gesteld aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het in juni gesloten pensioenakkoord. De SP-fractie stelt vragen over mogelijke komende kortingen en de houdbaarheid van het pensioenakkoord in het licht van de recente ontwikkelingen op de financiële markten. Daarnaast vraagt de fractie de regering om maatregelen te nemen om kortingen op korte termijn te voorkomen en vindt zij dat de top van pensioenfondsen onder de Wet normering topinkomens zou moeten vallen. De FVD-fractie sluit zich aan bij deze vragen. De fractie van 50PLUS stelt, mede namens het CDA, PVV en fractie-Otten, met name vragen over de compensatie voor het afschaffen van de doorsneesystematiek.

Op 8 oktober 2019 deelt de Pensioenfederatie mee dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer heeft geïnformeerd over de planning en uitwerking van het pensioenakkoord (‘roadmap’). De minister schrijft dat de stuurgroep (bestaande uit kabinet, werkgevers- en werknemersorganisaties en de adviserende leden (DNB, de AFM, het CPB, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars)) uiterlijk in april 2020 klaar is met de uitwerking van het pensioenakkoord. Het kabinet komt vervolgens later dat jaar met een hoofdlijnennotitie en wil begin 2021 bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel voor de stelselherziening indienen. Dit tijdpad betekent dat de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel voor de stelselherziening niet is afgerond voor de komende Kamerverkiezingen, gepland op 17 maart 2021.

Op 8 oktober 2019 deelt de Pensioenfederatie mee dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 4 oktober 2019 een aantal vragen van PVV-Kamerleden heeft beantwoord inzake de mogelijke aanstaande kortingen die pensioenfondsen op basis van de huidige regelgeving moeten doorvoeren.

Op 10 oktober 2019 deelt de Pensioenfederatie mee dat World Animal Protection (WAP) onderzoek heeft verricht onder 1.619 pensioendeelnemers. Daarin wordt de bereidheid om pensioen in te leveren ten gunste van dierenwelzijn tegen elkaar afgezet. De Pensioenfederatie is van mening dat verantwoord beleggingsbeleid niet ten koste hoeft te gaan van het pensioenresultaat. De bijna tachtig pensioenfondsen die het IMVB-convenant hebben ondertekend hebben zich gecommitteerd aan de afspraken in dit convenant, waaronder het inrichten van themagericht beleid dat voortkomt uit de diligence of uit de voorkeuren van deelnemers.

Op 14 oktober 2019 meldt de Pensioenfederatie dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Verzamelbrief pensioenonderwerpen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de brief gaat de minister in op de volgende onderwerpen:

Op 23 oktober 2019 meldt de Pensioenfederatie dat financiële ondernemingen, waaronder pensioenfondsen en verzekeraars, niet mogen investeren in ondernemingen die clustermunitie of cruciale onderdelen daarvan produceren, verkopen of distribueren. Dit is bij wet vastgelegd. AFM houdt toezicht hierop en gebruikt daarbij een indicatieve lijst als ‘risicoradar’. De risicoradar is aangepast in oktober 2019 voor het jaar 2020. AFM wijst erop dat de indicatieve lijst niet statisch is en het de verantwoordelijkheid van de financiële onderneming is om te zorgen dat het investeringsverbod in clustermunitie wordt nageleefd.

Op 30 oktober 2019 meldt de Pensioenfederatie dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 28 oktober 2019 de Nota naar aanleiding van het verslag van de Verzamelwet SZW 2020 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In deze wet is in de Nota van wijziging maatwerk mogelijk gemaakt voor met name (vroeg)pensioengerechtigden die al eerder keuzes maakten rond vervroegde ingang en hoog-laag varianten. Dit maatwerk voorkomt dat men met negatieve fiscale gevolgen geconfronteerd wordt. Voor deze groep pensioengerechtigden geldt dat de uitkering ongewijzigd kan blijven (en tot de oorspronkelijke, latere AOW-leeftijd kan doorlopen) of kan worden aangepast (op de nieuwe, eerdere AOW-leeftijd). Het niet aanpassen van de uitkering heeft geen fiscale gevolgen.

Op 30 oktober 2019 meldt de pensioenfederatie dat in het regeerakkoord is afgesproken dat een evaluatie plaatsvindt van de IMVO-convenanten en dat wordt bezien of, en zo ja, welke dwingende maatregelen genomen kunnen worden. De evaluatie gaat over de effectiviteit van de IMVO-convenanten in het algemeen. Het gaat niet om een evaluatie van ieder convenant afzonderlijk. Voor de evaluatie zijn al enkele onderzoeken opgestart. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking geeft in een Kamerbrief aan dat de evaluatie start in november 2019. Alles is erop gericht dat de evaluatie vóór het zomerreces 2020 opgeleverd wordt.

Op 7 oktober 2019 deelt KNB mee dat op 3 oktober 2019 verschillende Tweede Kamerleden vragen hebben gesteld over het Wetsvoorstel Centraal aandeelhoudersregister (CAHR). Zo vragen Kamerleden zich af wat de verschillen zijn tussen het UBO-register en het centraal aandeelhoudersregister, wat de rol is van de notaris bij dat centraal aandeelhoudersregister en wat de administratieve lasten voor bedrijven zijn.

Op 10 oktober 2019 deelt KNB mee dat zij in gesprekken met Nederlandse Europarlementariërs heeft aangegeven dat meer Europese regels tegen witwassen niet nodig zijn. KNB vindt de toepassing van bestaande regels belangrijker. Signalen uit enkele lidstaten wijzen erop dat sommige notariaten zich nog maar net realiseren dat ze een taak hebben in de uitvoering van Europees anti-witwasbeleid. Het is volgens KNB daarom van belang te zorgen dat eerst de bestaande regels overal worden toegepast, in plaats van met weer nieuwe regels te komen.

Op 11 oktober 2019 deelt KNB mee dat UBO’s inzicht krijgen in hoe vaak hun informatie wordt geraadpleegd. Ook wordt de identificatie van raadplegers van het UBO-register verbeterd. Met deze twee maatregelen wil de Minister van Financiën de bescherming van de privacy van UBO’s verbeteren. Dit schrijft hij in antwoord op vragen van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel UBO-register. Op 10 januari 2020 moet het UBO-register in werking treden.

Op 23 oktober 2019 meldt KNB dat volgens de Vereniging van Mediators in het Notariaat (VMN) en haarzelf het wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding een gemiste kans is. Samenwoners zullen geen gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze wet biedt.

Op 29 oktober 2019 meldt KNB dat Tweede Kamerlid Michiel van Nispen Kamervragen heeft gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Een van de vragen is of de minister bereid is ervoor te zorgen dat de naam van iemand die een ongebruikelijke transactie meldt niet wordt vermeld in het strafdossier. Op die manier wordt voorkomen dat melders, zoals notarissen, kunnen worden bedreigd of erger. In zijn Kamervragen vraagt Van Nispen ook of de minister het nog steeds toelaatbaar en verantwoord vindt dat de gegevens van melders in het strafdossier worden opgenomen en dus voor derden raadpleegbaar zijn. De politicus wil weten of de minister hierover in overleg wil gaan met het Openbaar Ministerie, de Financial Intelligence Unit en de KNB. Hij oppert het idee een systeem in te richten waarbij meldingen vanuit het notariaat niet meer door individuele notarissen worden gedaan, maar door de KNB. De KNB wil dat notarissen beter worden beschermd tegen bedreigingen vanwege een Wwft-melding en werkt graag mee aan de uitwerking van zo’n systeem.

Op 8 oktober 2019 deelt NBA mee dat beoogd vicevoorzitter van de Europese Commissie Valdis Dombrovskis (Economie) tijdens zijn hoorzitting in het Europees Parlement heeft aangekondigd dat de Europese Unie een gezamenlijke benadering nodig heeft voor cryptovaluta en wetgeving zal implementeren om dit te reguleren. Nieuwe financiële technologieën hebben een enorm potentieel, aldus Dombrovskis, maar brengen wel risico’s met zich mee op het vlak van concurrentie, cyberveiligheid en financiële stabiliteit.

Op 11 oktober 2019 deelt NBA mee dat de vraag naar duurzame projecten het aanbod overstijgt. Daarmee ligt misbruik op de loer. Daarvoor waarschuwt AFM in haar jaarlijkse trendrapport. Volgens AFM kunnen bedrijven in de verleiding komen om projecten als goed voor het milieu of de maatschappij te presenteren, terwijl dat niet het geval is. Er dreigt een ‘groene bubbel’ te ontstaan. Verschillende partijen proberen daar misbruik van te maken door oneerlijke verdienmodellen op te zetten. Dit heeft niet alleen een directe schade voor consumenten tot gevolg, maar schaadt ook de algehele reputatie van de markt voor duurzame beleggingen, aldus AFM.

Op 11 oktober 2019 deelt NBA mee dat verschillende partijen in de Tweede Kamer pleiten voor een fonds dat problematische schulden kan opkopen om mensen met schulden te helpen. De ‘perverse’ schuldenindustrie is veel partijen een doorn in het oog. Incassobureaus kopen schuldenpakketten momenteel op voor een fractie van de waarde, met het idee er winst op te maken. Bovendien hebben mensen met schulden gemiddeld zo’n veertien schuldeisers, dat tot veel administratieve rompslomp en onnodige stress kan leiden. ChristenUnie en PvdA pleiten samen voor een Nationaal Saneringsfonds om hier een einde aan te maken. De overheid, maar ook banken, maatschappelijke organisaties en kerken kunnen bijdragen aan het fonds. Het kabinet zou in eerste instantie tien miljoen euro moeten steken in het plan.

Op 14 oktober 2019 meldt NBA dat de druk op het kabinet om te voorkomen dat pensioenfondsen binnenkort massaal kortingen moeten doorvoeren toeneemt. In een brief aan alle fractievoorzitters van de Tweede Kamer hekelen veertig prominenten de rekenregels waardoor de fondsen in de problemen verkeren. Dat moet anders, zo luidt hun oproep.

Op 17 oktober 2019 meldt NBA dat AFM waarschuwt dat het risico op een no-deal brexit nog steeds aanwezig is en aandringt op een goede voorbereiding. Dat meldt AFM op haar website. Wanneer het Verenigd Koninkrijk zonder overgangsregeling de Europese Unie verlaat, dan kunnen Nederlandse marktpartijen mogelijk niet langer diensten verlenen aan hun klanten, aldus AFM. AFM heeft enkele informatiepagina’s online staan waarop de toezichthouder ingaat op veelgestelde vragen over een no-deal Brexit.

Op 28 oktober 2019 meldt NBA dat het Ministerie van Financiën nastreeft dat consumenten makkelijker verstandige financiële keuzes kunnen maken en beter op de hoogte zijn van hun opties. Het gaat bijvoorbeeld om het kopen van een mobieltje op krediet, het openen van een spaarrekening en het extra aflossen op de hypotheek. De Minister van Financiën wil Nederlanders hierbij helpen. De komende maanden zullen verschillende bedrijven en organisaties plannen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat financiële keuzes makkelijker gemaakt kunnen worden.

Op 28 oktober 2019 meldt NBA dat het document met handvatten voor een Systematische Integriteitsrisico Analyse (SIRA), dat toezichthouder AFM recent presenteerde, bij enkele accountants vragen oproept over de status ervan. De AFM-handreiking is bedoeld om accountantsorganisaties te helpen inzicht te krijgen in mogelijke integriteitsrisico’s, zoals betrokkenheid bij witwassen, terrorismefinanciering of corruptie, aldus de toezichthouder. AFM, NBA en SRA hebben daarover een gezamenlijke brief gestuurd aan oob- en niet-oob-accountantsorganisaties. Ze benadrukken daarin dat de organisaties zelf kunnen bepalen hoe ze integriteitsrisico’s inzichtelijk maken. Het SIRA-stappenplan is een geschikt hulpmiddel daarbij, zo meent AFM, na een verkenning bij een aantal niet-oob-accountantsorganisaties. Uit een rondgang van het FD zou blijken dat sommige kleinere accountantskantoren de handreiking als een dwingend protocol zien, dat tegelijk sommige vragen onbeantwoord laat. Bijvoorbeeld hoe om te gaan met frauderende klanten binnen kleine (dorps)gemeenschappen, of rondom het aanstellen van een aparte functionaris om het integriteitsbeleid van een kantoor te implementeren.

Op 30 oktober 2019 meldt NBA dat beleggersvereniging VEB hoopt dat de finale rapportage van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) meer ingrijpende maatregelen zal bevatten dan in de voorlopige bevindingen van de commissie het geval is. De VEB is er niet van overtuigd dat de nu door de CTA gepresenteerde oplossingsrichtingen zullen bijdragen aan een duurzame kwaliteitsverbetering van de accountantscontrole in de toekomst. Dat stelt de beleggersvereniging in een schriftelijke reactie, die inmiddels is geplaatst op het openbare consultatieloket van de CTA. Toekomstige controles moeten worden uitgevoerd ‘in een veel complexere, door technologie gedreven omgeving met een nadrukkelijke vraag vanuit de samenleving om een bredere scope van de controlewerkzaamheden’, aldus de VEB.

Op 31 oktober 2019 deelt NBA mee dat zij zich op hoofdlijnen kan vinden in de Voorlopige Bevindingen van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA). NBA dringt wel aan op heldere normen bij de aanbevelingen uit de tussenrapportage van de commissie. Duurzaam verankeren van het ingezette verandertraject is van belang. In haar reactie erkent NBA dat inspanningen op het gebied van kwaliteitsverbetering binnen de controlepraktijk leiden tot een meer formalistische aanpak en impact hebben op de werkdruk. Samen met een negatieve beeldvorming leidt dat tot een verminderde aantrekkelijkheid van het beroep, aldus NBA.

Op 31 oktober 2019 meldt NBA dat Nederland en Frankrijk een onafhankelijk Europees toezichthouder willen in de strijd tegen witwassen. Een woordvoerder van het ministerie van Financiën bevestigt dat Nederland en Frankrijk al een tijdje bezig zijn een coalitie met gelijkgestemde landen te zoeken voor de oprichting van een centraal toezichthouder, omdat witwassen een grensoverschrijdend probleem is.

Van 3 tot en met 31 oktober 2019 is in het Publicatieblad gepubliceerd:

On 11 October 2019 the European Commission launched a consultation on the review of the European Benchmark Regulation. The consultation focuses primarily on a number of topics the Benchmark Regulation itself puts forward for review, such as the regime for critical benchmarks and the effectiveness of the mechanism for authorisation and registration of EU benchmark administrators. At the same time, a couple of broader topics are explored, such as the categorisation of benchmarks and the rules for third country benchmarks. The consultation runs until 6 December 2019.

On 11 October 2019 the European Commission launched a consultation on the implementation of the final Basel III reforms. As part of the implementation process of the final set of Basel III reforms, the Commission services aim to gather stakeholders’ views on specific topics in the areas of credit risk, operational risk, market risk, credit valuation adjustment risk, securities financing transactions as well as in relation to the output floor. The consultation runs until 3 January 2020.

The delegated act Commission Delegated Regulation (EU) …/… supplementing Regulation (EU) 2017/2402 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards specifying the information and the details of a securitisation to be made available by the originator, sponsor and SSPE was adopted by the European Commission. It is based on Regulation (EU) 2017/2402 of the European Parliament and of the Council of 12 December 2017 laying down a general framework for securitisation and creating a specific framework for simple, transparent and standardised securitisation, and amending Directives 2009/65/EC, 2009/138/EC and 2011/61/EU and Regulations (EC) No 1060/2009 and (EU) No 648/2012.

On 18 October 2019 the European Commission published answers to frequently asked questions on the International Platform on Sustainable Finance (IPSF). The Commission states in a separate press release the launch of this Platform is essential to stimulate investment and redirect capital flows towards the climate objectives at the scale required for the most important economic transition of our times.

On 15 October 2019 the Council adopted revised rules for clearing houses in the single market. The new framework sets out how European Union and third country clearing houses should be supervised in the future, taking particular account of the effects of Brexit on the European financial system. It will be implemented through a revision of EMIR. The regulation is scheduled to be published in the Official Journal on 24 October and will enter into force twenty days later.

On 2 October 2019 ESAs published their 2020 Work Programme. In 2020, under the EBA’s chairmanship, the Joint Committee will continue its work in the areas of cross-sectoral risk analysis, consumer protection, financial conglomerates, securitization as well as accounting and auditing. Areas of particular focus work will be on PRIIPs, financial innovation – also in relation to the European Commission’s FinTech Action plan and the work of the European Forum for Innovation Facilitators (EFIF) – as well as sustainable finance and securitisation.

On 4 October 2019 ESAs published their second joint Opinion on the risks of money laundering and terrorist financing affecting the European Union’s financial sector. Drawing on data and information provided by national anti-money laundering (AML) and countering the financing of terrorism (CFT) competent authorities, the ESAs found that the monitoring of transactions and suspicious transactions reporting still raise concerns, particularly in sectors where a financial institution’s business model is based on frequent transactions.

On 8 October 2019 EBA published a Communication on the remaining issues related to the preparation by financial institutions for the departure of the United Kingdom from the European Union. In this communication EBA urges continued progress on contingency planning. Notably, to ensure that assets, appropriate staff and data are in place to support relevant authorisations and that customers are adequately informed.

On 10 October 2019 EBA published its detailed EBA 2020 Work Programme, describing the specific activities and tasks for the coming year and highlighting the key strategic areas of work for 2020.

On 16 October 2019 EBA published an Opinion on the deadline and process for completing the migration to strong customer authentication SCA for e-commerce card based payment transactions under the revised PSD2 for e-commerce card-based payment transactions. The Opinion sets the deadline to 31 December 2020 and prescribes the expected actions to be taken during the migration period.

On 16 October 2019 EBA launched a consultation on the new comprehensive Implementing Technical Standard (ITS) for financial institutions’ public disclosure, designed to promote market discipline. This ambitious proposal seeks to optimise the EBA Pillar 3 policy framework by moving from a silo based approach, with different disclosure policy products, to an all-inclusive ITS. It also implements regulatory changes introduced by the CRR2 and aligns the disclosure framework with international standards.

On 16 October 2019 EBA launched a public consultation on revised Implementing Technical Standards (ITS) on supervisory reporting, which aim to keep the reporting requirements in line with changes in the regulatory framework and with the evolving needs for Supervisory Authorities’ risk assessments. In particular, in 2019, there were two amendments to the CRR affecting supervisory reporting: (1) the amending Regulation (EU) 2019/876 (‘CRR2’), which implements a number key measures such as liquidity, leverage and large exposures and (2) the amending Regulation (EU) 2019/630 (‘Backstop Regulation’), which sets minimum loss coverage for future non-performing exposures (NPEs). The consultation runs until 16 January 2020.

On 16 October 2019 EBA launched a consultation on draft Guidelines on the treatment of structural FX under 352(2) of the CRR Guidelines on the application of the Structural FX provision. These Guidelines aim at setting a regulatory framework on Structural FX to address the observed diversity in its application across the European Union. In particular, the guidelines identify criteria to assist Competent Authorities in their assessment of the structural nature of a foreign-exchange position and whether such position has been deliberately taken for hedging the capital ratio. The consultation runs until 17 January 2020.

On 16 October 2019 ESAs have issued a Joint Consultation Paper on amendments to existing rules underpinning the Key Information Document for Packaged Retail and Insurance-based Investment Products. The aims of the review are to address issues that have been identified by stakeholders and supervisors since the implementation of the KID in 2018 and to make specific changes to allow the rules to be applied to investment funds that are expected to have to prepare a KID from 1 January 2022 onwards. The consultation runs until 13 January 2020.

On 2 October 2019 ESMA issued an update of its Questions and Answers on practical questions regarding data reporting issues, stemming from EMIR.

On 2 October 2019 ESMA updated its Questions and Answers regarding the implementation of CSDR.

On 2 October 2019 ESMA updated its Questions and Answers regarding transparency and market structures issues under MiFID II and MiFIR.

On 3 October 2019 ESMA published a consultation paper on the provisions of MAR as requested by the European Commission. The consultation runs until 29 November 2019.

On 3 October 2019 ESMA updated its Questions and Answers on the implementation of investor protection topics under MiFID II/MiFIR.

On 3 October 2019 ESMA published a consultation paper on draft technical advice to the European Commission on specifying the conditions under which commercial terms are to be considered fair, reasonable, non-discriminatory and transparent (FRANDT) where clearing service providers offer clearing services to clients. The consultation runs until 2 December 2019.

On 4 October 2019 ESMA launched a consultation on possible amendments to the trading obligation under MiFIR following the introduction of EMIR Refit. The consultation runs until 22 November 2019.

On 7 October 2019 ESMA announced it updated some of the measures taken in case of a no-deal Brexit on 31 October 2019. It concerns measures in the following areas:

On 7 October 2019 ESMA updated its Questions and Answers on data reporting under MiFIR.

On 8 October 2019 ESMA published its final report on the Guidelines on standardised procedures and messaging protocols. The Guidelines aim to clarify the scope of the requirement contained in Article 6(2) of CSDR and provide guidance on the standardised procedures and messaging standards used for compliance.

On 8 October 2019 ESMA issued its final report on a set of Regulatory Technical Standards (RTS) on the application of MAR.

On 8 October 2019 ESMA published its final report on the Guidelines on standardised procedures and messaging protocols. The Guidelines aim to clarify the scope of the requirement contained in Article 6(2) of the CSDR and provide guidance on the standardised procedures and messaging standards used for compliance.

On 9 October 2019 ESMA published its Annual Report on the application of waivers and deferrals under MiFIR.

On 17 October 2019 ESMA published the results of a peer review it conducted into supervisory actions of six National Competent Authorities regarding their approaches at enhancing the quality of derivative data reported under EMIR. The review delivered mixed results for the six NCAs. The majority of NCAs had a supervisory approach to EMIR data quality in place. However, two NCAs lagged behind when it comes to integrating EMIR data quality controls into their overall supervisory approach, which negatively impacted the NCAs’ ability to access, assess and analyse EMIR data.

On 20 October 2019 ESMA and the Australian Securities and Investments Commission (ASIC) announced that they have signed a Memorandum of Understanding setting out cooperation arrangements in respect of Australian benchmarks.

On 22 October 2019 ESMA published the priorities that European enforcers will consider when examining the 2019 annual financial reports of listed companies. The 2019 enforcement priorities reflect the changes introduced in recent financial reporting standards and consider issues identified by national competent authorities through their enforcement activities in 2019.

On 9 October 2019 EIOPA published its Thematic Review on Consumer Protection Issues in Travel Insurance. Travel insurance is mostly a ‘small-ticket’ business, but it can be critical for consumers, since the impact of insufficient cover or denied claims – in particular for medical expenses while travelling – can be extensive at the individual level. EIOPA issued a Warning to the Travel Insurance Industry as a supervisory response on the issues identified by the Thematic Review. The issues addressed are in particular those problematic business models with remuneration structures based on extremely high commission levels and the business models that combine high commission with extremely low claims ratios, offering poor value for money to consumers.

On 15 October2019 EIOPA launched a public consultation on an Opinion that sets out technical advice for the 2020 review of Solvency II. The Opinion will respond to the call for advice of the European Commission of 11 February 2019 on the 2020 review of Solvency II. The consultation runs until 15 January 2020.

On 17 October 2019 the private sector working group on euro risk-free rates announced it has published a report containing recommendations, from a risk management perspective, on the transition to new risk-free rates. The analysis conducted in the report consists of: (i) general risk management considerations; (ii) risk management implications of transitioning from EONIA to the euro short-term rate (€STR); (iii) risk management implications of €STR-based fallback rates for EURIBOR; and (iv) additional risk management considerations for the asset management and insurance sectors.

De uitspraak betreft het hoger beroep tegen de uitspraak van Rechtbank Rotterdam 3 mei 2019, ECLI:NL:RBROT:2018:3423, waarin door appellant de rechtmatigheid was bestreden van een €0-boete die hij ontving vanwege toegekende clementie.

In deze zaak oordeelde het Gerecht in gevoegde zaken aangespannen door Italië, de houdster van Banca Tercas (Banco Popolare di Bari, hierna: BPB) en het Italiaanse depositogarantiestelsel Fondo interbancario di tutela dei depositi (hierna: het FITD) (hierna gezamenlijk: de verzoeksters) over hun verzoeken tot nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie (hierna: de Commissie) waarin zij de steunverlening aan Banca Tercas door FITD als staatssteun heeft aangemerkt die onrechtmatig en onverenigbaar is en derhalve moet worden teruggevorderd door Italië (Europese Commissie, 23 december 2015, C(2015) 1404 final (SA.

ABLV Bank staat als ‘significante’ kredietinstelling onder direct toezicht van de ECB. Begin 2018 raakte de bank in financiële problemen als gevolg van de vaststelling door de US Department of Treasury dat de bank betrokken zou zijn bij witwassen en betalingen voor het Noord-Koreaanse kern- en wapenprogramma zou faciliteren (U.

Deze zaak gaat over dwaling bij renteswaps. Dit is de eerste keer dat de Hoge Raad zich kan uitspreken over de mededelingsplicht bij dwaling in renteswapzaken. Met een aantal prejudiciële vragen probeert de rechtbank Amsterdam duidelijkheid te verkrijgen voor die geschillen waarin de kredietnemer het rentederivaat met een beroep op dwaling wenst te vernietigen.

Een klant van de Rabobank heeft bij het openen van de bankrekening telefonisch aangegeven dat handel zou plaatsvinden in gebruikte auto-onderdelen en dat de verwachte jaaromzet € 300.

Deze procedure draait om renteswaps die tien MKB-ondernemingen in de jaren 2005 t/m 2008 hadden afgesloten bij ABN Amro. Swapschade BV vorderde namens deze MKB-ondernemingen (de volmachtgevers) een verklaring voor recht die erop neerkwam dat de bank in algemene zin haar zorgplicht heeft geschonden door aan hen in plaats van rentecaps renteswaps te adviseren en te verkopen.

In april 2010 doet zich op het BP olieboorplatform Deepwater Horizon een explosie voor met doden en gewonden en milieuschade tot gevolg. In 2015 dagvaardt VEB BP voor de Rechtbank Amsterdam ex art.

Vereniging Consument en Geldzaken stelt zich op het standpunt dat bepalingen over tussentijdse beëindiging in verschillende overeenkomsten die consumenten hebben gesloten met Groeivermogen kwalificeren als oneerlijke dingen in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen.

X en Y verkopen in 2000 hun woning en realiseren daarbij een overwaarde van € 1.234.282. In datzelfde jaar kopen X en Y een woning voor € 1.429.407,68. X en Y financieren deze koopsom volledig met een hypothecaire geldlening bij Rabobank.

Begin maart 2017 verklaart de Rechtbank Overijssel A failliet, waarbij X tot curator wordt benoemd. A drijft een beleggingsonderneming onder de naam B. Via telefonische verkoop geeft B obligaties uit en trekt B ongeveer € 2.

Eind maart 2016 sluit X bij Eurofintus een doorlopend krediet af met een limiet van € 21.000. In juni 2008 en juni 2010 treffen partijen betalingsregelingen voor de aflossing van het doorlopend krediet.

A belegt in teakhout op een plantage in Costa Rica. Hiertoe sluit A overeenkomsten met Terra Vitalis. Terra Vitalis gaat in 2010 op zoek naar een nieuwe structuur en biedt aan dat A voortaan met certificaten deelneemt in het Luxemburgs fonds CATF.

X is oprichter en eigenaar van een grote jeansketen in binnen- en buitenland. Daarnaast koopt hij in privé winkelpanden om deze vervolgens te verhuren. In het voorjaar van 2008 beoogt X zes winkelpanden te kopen voor € 5.

De Grafschafter Volksbank verstrekt twee leningen aan de besloten vennootschap X. De eerste lening bedraagt € 125.000 en de tweede lening bedraagt € 60.301,51. Y en Z stellen zich voor beide leningen van X borg tegenover de Grafschafter Volksbank.

X sluit in september 2005 met CIB een leningsovereenkomst voor € 16.451 op basis van 5,4 % rente- en 2,4% beheerskosten per jaar en een looptijd van twintig jaar. Ook betaalt X een uitbetalingsprovisie van 40 000 HUF.

In 2006 wenden A en B zich tot Van Lanschot voor een herfinanciering van een lening bij ING ad € 600.000. A en B sluiten een overeenkomst met Van Lanschot op basis waarvan zij een financiering van € 600.

In beide klachtzaken gaat het over overlijdensrisicoverzekeringen die consumenten hebben afgesloten door tussenkomst van een financieel adviseur. De ene ORV is in april 2011 afgesloten via X.

In een arrest van 28 juni 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1046) beantwoordde de Hoge Raad prejudiciële vragen over het leerstuk van dwaling ingeval van overeenkomsten met betrekking tot financiële producten of diensten in het algemeen en renteswaps in het bijzonder.

Teneinde nationaal toezicht en handhaving mogelijk te maken is in het kader van de Prospectusverordening onder meer art. 1:96 Wft ingevoerd, dat in vergelijking met de implementatie van de inhoudelijk gelijke bepaling van de MAR en de Benchmarkverordening inconsistent lijkt te zijn.

In juli 2018 verklaarde het Hof Amsterdam een schikkingsovereenkomst tussen Ageas (rechtsopvolger van Fortis) en belangenorganisaties van aandeelhouders verbindend op grond van de Wet collectieve afwikkeling massaschade.

Een webshop heeft het beleid gevoerd om consumenten de door hen betaalde bezorgkosten niet terug te betalen bij gebruik van het recht van ontbinding in gevallen waarin zij het product tijdig – binnen 14 dagen na ontvangst – retour hadden gezonden.

The Securitisation Regulation sets out a new comprehensive framework for securitisation. Such new regime pursues standardisation, transparency and simplification of securitisation. To achieve that, the EU legislator has firstly updated and specified certain elements of the previous regime, like the risk retention rule and the general definitions of the elements of a securitisation. In addition to that, new requirements are introduced as to: transparency and disclosure obligations, due diligence for investors and the STS (simple, transparent and standardised securitisation) framework. The goals of the Securitisation Regulation are clear, but its practical implementation and its impact on the market might not be so straightforward.

Over de bedoeling en reikwijdte van de asset stripping-regels is, voorafgaand aan de invoering van de Richtlijn 2011/61/EU inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen die op 22 juli 2013 in Nederland in werking is getreden, veel geschreven. Sindsdien wordt de praktijk geconfronteerd met een regeling die wat betreft (geografische) reikwijdte en strekking vragen oproept. In deze bijdrage bespreken wij die vragen en hoe daar in de praktijk mee kan worden omgegaan.