Aflevering 7

Op 12 december 2015 zag de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering het licht. Een document van relatief bescheiden omvang: slechts 29 artikelen. Kern van de overeenkomst is art. 2. Daarin is de inmiddels welbekende doelstelling opgenomen om de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder 2° Celcius te houden. Inmiddels hebben 189 landen de Overeenkomst geratificeerd, waaronder de EU.

De Raad van State heeft van 21 juli tot en met 30 september 2020 de volgende adviezen uitgebracht:

De volgende bekendmakingen zijn van 21 juli tot en met 30 september 2020 in de Staatscourant en het Staatsblad verschenen:

Op 21 juli 2020 heeft het Ministerie van Financiën de Algemene Leidraad voor de toepassing van de wettelijke verplichtingen voor het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering uitgebracht.

Op 13 augustus 2020 heeft de Minister van Financiën het verslag van de plenaire vergadering van de Financial Action Task Force van 24 juni 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Op 13 augustus 2020 heeft de Minister van Financiën de tweede nota van wijziging bij de Herstelwet financiële markten 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Op 17 augustus 2020 heeft de Minister van Financiën het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 juli 2020 en het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het Ministerie van Financiën naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Op 20 augustus 2020 is het Ministerie van Financiën een consultatie gestart naar het Besluit ter uitvoering van diverse verordeningen inzake grensoverschrijdende distributie en duurzaamheid. Dit besluit wijzigt het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten. De wijzigingen van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten hebben tot doel de AFM aan te wijzen als bevoegde autoriteit voor wat betreft de verordening grensoverschrijdende distributie van beleggingsinstellingen en icbe’s en enkele verordeningen inzake duurzaamheid. De consultatie loopt tot 1 oktober 2020.

Op 1 september 2020 heeft de Minister van Financiën de antwoorden op Kamervragen over de situatie omtrent de Italiaanse bank Monte dei Paschi di Siena en de Italiaanse bancaire sector in het algemeen naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 2 september 2020 heeft de Staatssecretaris van Financiën, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, via een Kamerbrief het evaluatierapport van de vrijstelling voor nettopensioen en nettolijfrente naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 3 september 2020 is het wetsvoorstel Bedrag ineens, RVU en verlofsparen ingediend bij de Tweede Kamer (Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het financieel toezicht, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen, de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof). Er zijn verschillende stukken meegestuurd, waaronder de Memorie van Toelichting, het Nader Rapport en verschillende uitvoeringstoetsen.

Op 3 september 2020 heeft de Minister van Financiën, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid, de antwoorden op vragen over de kredietverlening in Caribisch-Nederland naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 4 september 2020 heeft de Minister van Financiën de geannoteerde agenda van de Eurogroep en de informele Ecofinraad van 11 en 12 september 2020 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Op 8 september 2020 heeft de Minister van Financiën het wetsvoorstel Implementatiewet kapitaalvereisten 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd. De Minister heeft de volgende stukken meegestuurd: de Memorie van Toelichting; het Advies van de Raad van State en het Nader Rapport.

Op 9 september 2020 heeft de Minister van Financiën de Tweede Kamer door middel van een Kamerbrief geïnformeerd over de situatie bij de Volksbank.

Op 10 september 2020 heeft de Minister van Financiën een aantal stukken die voorliggen op de informele Ecofinraad van 11 en 12 september 2020 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd, waaronder ‘Presidency Issues Note; Rethinking Financial Markets in the Digital Age.’

Op 11 september 2020 heeft de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Kabinetsreactie op de Tweede National Risk Assessment terrorismefinanciering 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 11 september 2020 heeft de Minister van Financiën de beantwoording van Kamervragen die zijn gesteld naar aanleiding van het Schriftelijk Overleg over het BNC-fiche Mededeling Commissie over het actieplan beleid ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 15 september 2020 heeft de Minister van Financiën een Kamerbrief over lage rente en de Nederlandse economie naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 18 september 2020 heeft de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Nota naar aanleiding van het verslag en een Nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES en de Wet financiële markten BES naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 18 september 2020 heeft de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de antwoorden op de schriftelijke Kamervragen over het UBO-register naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 18 september 2020 heeft de Minister van Financiën een Kamerbrief met de evaluatie van het Solvency II basic-regime naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 21 september 2020 heeft de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het ontwerpbesluit tot wijziging Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019.

Op 21 september 2020 heeft de Minister van Financiën via een Kamerbrief het verslag van de Eurogroep en de informele Ecofinraad op 11 en 12 september 2020 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Op 25 september 2020 meldt het Ministerie van Financiën dat de Ministerraad op voorstel van de Minister van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid heeft ingestemd met het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen. Contante betalingen vanaf drieduizend euro voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren zijn volgens het wetsvoorstel niet meer mogelijk, gegevensdeling door banken, andere financiële instellingen en notarissen wordt makkelijker en er komt een wettelijke mogelijkheid voor gezamenlijke transactiemonitoring door banken. Verder worden in dit wetsvoorstel maatregelen getroffen om de integriteit van de trustsector te waarborgen.

Op 25 september 2020 heeft de Minister van Financiën de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 5 en 6 oktober 2020 in Luxemburg naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Op 28 september 2020 heeft de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden op Kamervragen over het vermogen van het Wit-Russische regime bij Nederlandse brievenbusfirma’s naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 1 september 2020 heeft de Minister voor Rechtsbescherming het rapport ‘Betalingsregelingen – Bevorderen van haalbare betalingsregelingen bij private schuldeisers’ naar de Tweede Kamer gestuurd. In een Kamerbrief geeft hij een toelichting.

Op 22 september 2020 heeft de Minister voor Rechtsbescherming de Memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wet homologatie onderhands akkoord naar de Eerste Kamer gestuurd.

Op 24 juli 2020 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een Kamerbrief over de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet en het advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) naar de Tweede Kamer gestuurd.

Op 18 september 2020 is het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een consultatie gestart naar wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen.

Op 22 september 2020 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via een Kamerbrief de Eerste en Tweede Kamer geïnformeerd over verschillende onderwerpen rondom pensioenen. De Minister geeft in de brief ook zijn reactie op het onderzoek van het CPB en Netspar getiteld ‘Lage rente en de toekomst van pensioenen.’

Op 21 juli 2020 meldt de AFM dat bij het proces van een beursgang of een vervolgemissie van aandelen verschillende partijen zijn betrokken, waaronder de uitgevende instelling, de bank die haar begeleidt en analisten die bij die bank werkzaam zijn. Deze partijen vervullen verschillende rollen, waarbij er belangenconflicten kunnen spelen. Ook vindt er op verschillende momenten informatiedeling plaats, waarbij het risico bestaat dat de gedeelde informatie onevenwichtig positief is over de beursgang of vervolgemissie. De AFM concludeert dit in haar Aandachtspunten proces beursgang en vervolgemissies van aandelen.

Op 22 juli 2020 meldt de AFM dat zij gehoor geeft aan de oproep van ESMA door in haar toezicht geen prioriteit te geven aan de toepassing van de huidige IFRS 16-regels inzake huurconcessies. Het gaat om COVID-19-gerelateerde huurconcessies die vallen onder de voorgestelde wijziging op IFRS 16-‘Leases’.

Op 27 juli 2020 meldt de AFM dat zij op 23 april 2018 een last onder dwangsom heeft opgelegd aan DeGiro B.V. De last is opgelegd omdat DeGiro geen adequaat beleid heeft gevoerd voor een integere uitoefening van haar bedrijf.

Op 26 augustus 2020 meldt de AFM dat zij een vervolgonderzoek is gestart naar het monitoren van transacties en het melden van ongebruikelijke transacties door beleggingsinstellingen en -ondernemingen. Uit eerder onderzoek in 2019 bleek namelijk dat zij hierbij tekortschieten. Beleggingsinstellingen en- ondernemingen die transactiemonitoring helemaal niet hebben ingericht, moeten dat dit jaar nog op orde brengen.

Op 28 augustus 2020 meldt de AFM dat de transparante prijsvorming op de fixed income- en derivatenmarkt nog onvoldoende is. Dat blijkt uit onderzoek van de AFM naar de effectiviteit van de Mifid II-regelgeving. Ook blijken de Mifid II-regels minder goed toepasbaar te zijn voor de obligatiemarkten. Wel constateert de AFM verschuiving van de handel in obligaties en derivaten naar handelsplatformen.

Op 1 september 2020 meldt de AFM dat particuliere beleggers genoegen lijken te nemen met lagere rendementen en meer risico als beleggingen duurzaam zijn. Dat stelt de AFM op basis van consumentenonderzoek. De maatschappelijke roep om duurzaam beleggen wordt steeds luider. De AFM benadrukt daarom het belang van toezicht op duurzame beleggingen en duurzaamheidsclaims van aanbieders. Zo wil de AFM greenwashing voorkomen, waarbij aanbieders niet-duurzame producten aanprijzen als duurzaam.

Op 1 september 2020 meldt de AFM dat de aandacht voor de diplomaplicht dreigt te verslappen. Dit is gebleken uit AFM-onderzoek onder ruim 200 financiële dienstverleners. Bij 57 van hen bleken de vereiste diploma’s niet of niet allemaal aanwezig. Zij hebben de betreffende vergunningen ingeleverd. De AFM doet een dringend beroep op alle financiële dienstverleners om hun diploma’s te controleren en hun vergunningen in te leveren wanneer ze niet meer aan de diplomaplicht voldoen. De AFM zal de diplomaplicht actief gaan handhaven.

Op 2 september 2020 meldt de AFM dat het verminderen van de financiële kwetsbaarheid van huishoudens een belangrijk uitgangspunt is bij het vaststellen van de leennormen voor 2021. De coronacrisis en de daarmee samenhangende recessie onderstrepen het belang van prudente leennormen. In reactie op het wijzigingsvoorstel van de Tijdelijke regeling hypothecair krediet 2021, doen de AFM en DNB de Ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties enkele aanbevelingen om tot meer inkomensbuffers op huishoudniveau te komen.

Op 11 september 2020 meldt de AFM dat zij vanaf 14 september 2020 haar nieuwe portaal heeft geopend. Het AFM Portaal is de nieuwe verzamelplaats voor de diensten en formulieren van de AFM en vervangt daarmee het Digitaal Loket.

Op 24 juli 2020 heeft DNB de nieuwsbrief voor Aanbieders van cryptodiensten gepubliceerd. Daarin is onder meer vermeld dat in het toezicht op aanbieders van cryptodiensten goed wordt gekeken naar de integere bedrijfsvoering. Een systematische inventarisatie en analyse van integriteitsrisico’s, een systematische integriteitsrisicoanalyse (SIRA), speelt daarin een centrale rol. Ook wordt een toelichting gegeven op sancties en de Sanctiewet 1977. Ook worden de toezichtkosten nader toegelicht. Verder wijst DNB erop dat indien geen registratieaanvraag is ingediend bij DNB, een bedrijf op grond van art. 23b en 23c Wwft niet actief mag zijn als aanbieder van cryptodiensten in of vanuit Nederland. Ten slotte is vermeld dat de dienst ‘Toezicht organisatiegegevens’ eind juni 2020 beschikbaar is gekomen voor cryptodienstverleners.

Op 27 juli 2020 meldt DNB dat samenwerking tussen financiële instellingen essentieel is om cyberdreigingen het hoofd te kunnen bieden. Door informatie uit te wisselen over digitale aanvallen en manieren om deze aanvallen op te sporen kunnen dreigingen effectiever worden weerstaan en kan de sector weerbaarder worden, aldus DNB in haar onlangs verschenen Informatiebeveiligingsmonitor.

Op 25 augustus 2020 heeft DNB de nieuwsbrief Verzekeren gepubliceerd. Daarin is onder meer vermeld dat DNB verwacht dat verzekeraars voortaan de notulen digitaal ter beschikking stellen aan DNB, als daarom wordt verzocht. Daarnaast heeft zij op 22 juni 2020 haar ‘Werkwijze inzien en kopiëren van digitale gegevens’ (Digitale werkwijze) gepubliceerd in de Staatscourant en op de Open Boek Toezicht pagina. Ook meldt DNB dat verzekeraars kunnen worden beïnvloed door fysieke gevolgen van een veranderend klimaat en door de transitie naar een klimaatneutrale economie. DNB verwacht dat verzekeraars in de ORSA 2020 aandacht besteden aan deze risico’s, in lijn met de in 2019 door DNB uitgebrachte Good Practice. Ten slotte is vermeld dat EIOPA op 6 februari 2020 de Richtsnoeren voor uitbesteding aan aanbieders van clouddiensten heeft gepubliceerd. DNB zal deze Richtsnoeren voortaan in het toezicht toepassen.

Op 28 augustus 2020 meldt DNB dat zij heeft besloten dat de nieuwe UFR-parameters, mede bepalend voor de manier waarop pensioenfondsen hun verplichtingen waarderen, vanaf 1 januari 2021 in vier gelijke stappen worden ingevoerd. Daarnaast zal DNB de rentetermijnstructuur de komende jaren blijven baseren op renteswaps met zes-maands EURIBOR als onderliggende rentebenchmark. Mocht het nodig zijn om in de periode tot een nieuwe Commissie Parameters over te stappen op €ster, dan zal de impact op dekkingsgraden worden geneutraliseerd.

Op 3 september 2020 meldt DNB dat zij in 2016 aan MultiSafepay B.V. (MSP) een bestuurlijke boete van € 50.000 heeft opgelegd. Deze bestuurlijke boete is aan MSP opgelegd, omdat MSP gedurende een periode in 2014 en 2015 niet over een onafhankelijke en effectieve compliance functie beschikte.

Op 4 september 2020 heeft DNB de Nieuwsbrief Banken gepubliceerd. Daarin is onder meer vermeld dat, om inzicht te krijgen in de kosten van de toezichtrapportages en te onderzoeken in hoeverre de rapportagelast bij de banken teruggedrongen kan worden met 10% tot 20%, de Cost of Compliance Studie (CoC-Studie) is opgezet op grond van art. 430(8) CRR2. Hiervoor worden de banken uitgenodigd om een enquête over de rapportagelasten in te vullen en eventueel een casus uit de praktijk in te dienen. Daarnaast meldt DNB dat het Network for Greening the Financial System (NGFS) het toenemende belang van klimaatverandering voor centrale banken en toezichthouders benadrukt. NGFS heeft op 24 juni 2020 verschillende documenten gepubliceerd die de integratie van klimaatgerelateerde risico’s in hun werk moeten bevorderen. Ook is vermeld dat de EBA op 11 augustus 2020 een herziene versie van de Implementing Technical Standards versie 3.0 en twee nieuwe sets richtsnoeren voor de toezichtrapportage en de publicatievereisten heeft gepubliceerd. Verder wordt ingegaan op de Brexit. Ook met een akkoord is de verwachting dat veel Britse dienstverleners niet langer hun EU-klanten grensoverschrijdend kunnen bedienen op de manier zoals zij gewend zijn. Zo staat in een recente Kamerbrief dat het kabinet vooralsnog geen noodzaak ziet om een (tijdelijke) vrijstelling voor dienstverlening door in het Verenigd Koninkrijk gevestigde beleggingsondernemingen alsnog in werking te laten treden na 2020. Ook de Europese Commissie kondigde recent aan de komende periode geen equivalentiebesluit op dit terrein te publiceren. Ten slotte meldt DNB dat de uitvragen van DNB en Europese instituten inmiddels overzichtelijk online staan.

Op 8 september 2020 meldt DNB dat zij aan X een last onder dwangsom heeft opgelegd. X voldoet niet aan verzoeken van DNB om gevraagde informatie te verstrekken, die DNB nodig heeft om vast te kunnen stellen of X de Wet toezicht trustkantoren 2018 overtreedt of heeft overtreden.

Op 9 september 2020 heeft DNB de Nieuwsbrief Betalingsverkeer gepubliceerd. Daarin is onder meer vermeld dat DNB, mede op verzoek van het kabinet, onderzoek heeft gedaan naar de doelen, randvoorwaarden en ontwerpkeuzes van digitaal centralebankgeld (CBDC). DNB zal ook opdracht geven voor een extern, onafhankelijk onderzoek naar de chartale infrastructuur in Nederland op middellange termijn. Ten slotte meldt DNB dat het consolidatieproject waarbij TARGET2 en T2S op functioneel en technisch gebied worden samengevoegd met een jaar is uitgesteld. De oplevering is nu voorzien voor november 2022.

Op 17 september 2020 meldt DNB dat zij, in navolging van de ECB, vaststelt dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de coronapandemie. DNB volgt hiermee voor de minder grote banken in Nederland, die onder haar directe toezicht staan, de door de ECB voor de grote Europese banken aangekondigde vaststelling van uitzonderlijke omstandigheden en de uit die vaststelling automatisch volgende maatregel voor de berekening, rapportage en openbaarmaking van de leverage ratio. Dankzij de maatregel, die geldt tot 27 juni 2021, hoeven banken tijdelijk bepaalde uitzettingen bij de centrale bank (munten, bankbiljetten maar vooral ook bepaalde aangehouden reserves) niet mee te tellen in de berekening, rapportage en openbaarmaking van de leverage ratio.

In haar nieuwsbrief van juli 2020 meldt Eumedion dat het kabinet wil dat bestuurders en medewerkers van alle financiële ondernemingen aandelen en opties die zij als vast beloningselement ontvangen voor ten minste vijf jaar aanhouden. Op die manier worden de belangen van bestuurders en medewerkers meer in lijn gebracht met het langetermijnbelang van de onderneming en worden de kortetermijnrisico’s ingeperkt. Dit schrijft de Minister van Financiën in het wetsvoorstel Nadere beloningsmaatregelen financiële sector dat hij op 2 juli 2020 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

In haar nieuwsbrief van juli 2020 meldt Eumedion dat het kabinet over het algemeen positief is over de initiatiefnota van de Kamerfracties van GroenLinks, D66, ChristenUnie en CDA over een verdere verduurzaming van de financiële sector. Dit blijkt uit de kabinetsreactie die de Minister van Financiën op 3 juli 2020 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

In haar nieuwsbrief van juli 2020 meldt Eumedion dat ondernemingen die hun omzet deels behalen uit de verkoop van fossiele brandstoffen, ondernemingen die betrokken zijn bij de productie van tabak of controversiële wapens en ondernemingen die de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen of de principes van de UN Global Compact overtreden, niet kunnen worden opgenomen in één van de officiële EU-klimaatbenchmarks. Dit blijkt uit de definitieve versies van drie gedelegeerde verordeningen die de Europese Commissie op 17 juli 2020 heeft gepubliceerd.

In haar nieuwsbrief van juli 2020 meldt Eumedion dat beursgenoteerde ondernemingen die een vrij omvangrijke aandelenemissie doen, tijdelijk geen uitgebreid prospectus hoeven op te stellen. Zij kunnen volstaan met een verkort prospectus van maximaal 30 pagina’s waarin alleen de voor beleggers essentiële informatie is opgenomen. Dit staat in een voorstel tot wijziging van de Europese Prospectusverordening dat de Europese Commissie op 24 juli 2020 heeft gepresenteerd.

In haar nieuwsbrief van juli 2020 meldt Eumedion dat accountantskantoren te veel invloed hebben op het proces tot het vaststellen van de controlestandaarden die accountants zelf in acht moeten nemen. Hierdoor bestaat het risico dat het publieke belang niet goed wordt meegewogen bij het vaststellen van de controlestandaarden. Andere belanghebbenden, zoals beleggers, leden van auditcommissies en toezichthouders, moeten daarom ook worden vertegenwoordigd in de besturen van de wereldwijde standaardzetters op het terrein van auditstandaarden, de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) en de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA). Dit staat in het op 14 juli 2020 gepubliceerde eindrapport van de zogenoemde Monitoring Group. Dit is een groep van vooraanstaande internationale publieke organisaties en toezichthouders, zoals de wereldwijde koepel van beurstoezichthouders IOSCO en de Financial Stability Board.

Op 11 augustus 2020 meldt Eumedion dat zij het wetsvoorstel steunt om bestuurders en bepaalde medewerkers van financiële ondernemingen te verplichten de aandelen die zij als vast beloningselement ontvangen voor ten minste vijf jaar aan te houden. Eumedion steunt ook in algemene zin het principe dat bepaalde financiële ondernemingen transparant maken op welke wijze de onderneming zich rekenschap geeft van en verantwoording aflegt over de beloningen in relatie tot de maatschappelijke functie. Dit schrijft Eumedion in haar naar de Tweede Kamer verstuurde brief waarin commentaar wordt gegeven op het wetsvoorstel. Over sommige andere onderdelen van het wetsvoorstel is Eumedion minder positief.

Op 19 augustus 2020 meldt Eumedion dat zij op hoofdlijnen de voorgestelde herziening van het geïntegreerde verslaggevingsraamwerk van de International Integrated Reporting Council (IIRC) ondersteunt. Dat schrijft Eumedion in haar reactie op de consultatieversie van het herziene verslaggevingsraamwerk. De consultatieversie stelt onder meer verschillende aanpassingen voor, die nadere toelichting en verheldering bieden voor gebruikers van het verslaggevingsraamwerk. Dat betreft onder meer een duidelijker onderscheid tussen zogenaamde ‘outputs’ en ‘outcomes’. Eumedion verwacht echter niet dat dergelijke aanpassingen op zichzelf tot een substantiële verbetering in de toepassing door beursgenoteerde ondernemingen van het geïntegreerde verslaggevingsraamwerk gaan leiden. Eumedion moedigt de IIRC daarom tevens aan om onder meer voldoende aandacht te schenken aan het concept ‘integrated thinking’, waarin kwalitatief betere verslaglegging uiteindelijk een basis dient te vinden, en om de oprichting van een internationale standaardzetter voor niet-financiële informatie te ondersteunen.

In haar nieuwsbrief van augustus 2020 meldt Eumedion onder meer het volgende. Als een bestuur, onder goedkeuring van de raad van commissarissen, besluit tot het inroepen van de zogenoemde bedenktijd dan kan over het desbetreffende jaar geen bonus aan de bestuurders en de commissarissen worden uitgekeerd. Een amendement met deze strekking is op 28 augustus 2020 door Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) ingediend.

In haar nieuwsbrief van augustus 2020 meldt Eumedion dat alle Europese beursgenoteerde ondernemingen het concept van ‘duurzame corporate governance’ zouden moeten gaan toepassen. Ook zouden zij verplicht moeten worden gesteld om meer verantwoording af te leggen over het concept van ‘duurzame waardecreatie’. Deze concepten moeten in Europese wetgeving worden verankerd. Dit wordt bepleit in een op instigatie van de Europese Commissie door accountants- en adviesbureau EY opgesteld onderzoeksrapport over duurzame corporate governance en de verantwoordelijkheden van bestuurders en commissarissen. Het onderzoeksrapport is op 1 augustus 2020 vrijgegeven.

Op 1 september 2020 meldt Eumedion dat het succes van consistente en vergelijkbare duurzaamheidsinformatieverschaffing door institutionele beleggers aan eindklanten staat of valt met de beschikbaarheid en kwaliteit van data. Dat schrijft Eumedion in haar ingezonden reactie op de consultatie van de ESA’s aangaande de voorgestelde technische uitwerking onder de zogenoemde ESG Disclosures Verordening.

Op 10 september 2020 meldt Eumedion dat zij het belang onderschrijft van brede naleving van de richtlijnen voor verantwoord ondernemen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Indien wetgeving het aangewezen instrument is om deze naleving te bevorderen, dan zou hiertoe bij voorkeur de Europese route gevolgd moeten worden. Dat schrijft Eumedion in haar commentaar op de initiatiefnota ‘Tegen slavernij en uitbuiting – een wettelijke ondergrens voor verantwoord ondernemen’, waarin de Tweede Kamerfracties van de ChristenUnie, SP, PvdA en GroenLinks verzoeken om zo spoedig mogelijk na de evaluatie van de convenantenaanpak voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) met een voorstel voor brede due diligence-wetgeving te komen.

Op 14 september 2020 meldt Eumedion dat zij meent dat de Global Governance Principles (GGP) verder moeten worden aangescherpt om minderheidsaandeelhouders beter te beschermen tegen mogelijk machtsmisbruik door controlerende aandeelhouders. Dit volgt uit de reactie van Eumedion op het consultatiedocument van het International Corporate Governance Network (ICGN) over de GGP.

Op 3 augustus 2020 meldt de NVB dat het gebruik van data de basis is voor betere, goedkopere en meer persoonlijke dienstverlening en belangrijk voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland en Europa. Tegelijkertijd kent het gebruik van persoonlijke data ook de nodige risico’s. De NVB vindt dat voor een juiste balans tussen de verschillende partijen in de data-economie – de datagebruikers en -eigenaren – een nieuw wettelijk kader nodig is voor de toegang tot en het delen van persoonlijke data, waarbij individuen meer controle krijgen over hun data die in het beheer zijn van bedrijven en de overheid (de datagebruikers). Hiervoor zou een zogenaamde Data Services Regulation moeten worden ingevoerd.

Op 24 augustus 2020 meldt de NVB dat Nederlandse banken willen dat het in de toekomst mogelijk blijft om onder voorwaarden gebruik te maken van modelmatige taxaties bij aanvraag en wijziging van woninghypotheken. Volgens een nieuwe richtlijn van de EBA mag er vanaf 1 juni 2021 geen gebruik meer worden gemaakt van dit soort taxaties. Voor de Nederlandse consument leidt dit tot hogere kosten en extra handelingen.

Op 1 september 2020 meldt de NVB dat zij in een consultatiereactie heeft gereageerd op de voorgestelde technische standaarden (RTS) voor de verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (Sustainable Finance Disclosure Regulation). De NVB is voorstander van verplichte en uniforme ESG-disclosures op Europees niveau omdat dit kan leiden tot een betere onderlinge vergelijkbaarheid van ESG-informatie. De verordening biedt banken (in hun rol als vermogensbeheerder of beleggingsadviseur) de ruimte om stappen te zetten in het verschaffen van informatie over duurzaamheid aan eindbeleggers. Maar doordat een ESG data-register op basis van de EU taxonomie en de non-financial reporting directive (NFRD) vooralsnog ontbreekt, vraagt de NVB zich af of er voldoende data beschikbaar zullen zijn om eindbeleggers van betrouwbare informatie te voorzien om een goede vergelijking te maken.

Op 11 september 2020 meldt de NVB dat de aangescherpte verplichtingen van banken om als poortwachter te waken voor de integriteit van het financiële stelsel soms een belemmering vormen voor dienstverlening aan bedrijven. Dat geldt des te meer voor sectoren die door toezichthouders worden aangemerkt als hoog risico. Dat schrijft de NVB in reactie op een uitvraag van de EBA naar de invloed van anti-witwasregelgeving op de beschikbaarheid van financiële diensten.

Op 16 september 2020 meldt de NVB dat de website van Transactie Monitoring Nederland B.V., TMNL.nl, is gelanceerd. Deze organisatie gaat de transactiedata van ABN AMRO, ING, Rabobank, de Volksbank en Triodos Bank combineren en monitoren. Met Transactie Monitoring Nederland willen de vijf banken bijdragen aan een betere bestrijding van financieel-economische criminaliteit die plaatsvindt binnen het financiële systeem.

Op 21 september 2020 meldt de NVB dat de zogenoemde FinCEN leaks, waarbij duizenden verdachte meldingen van banken aan de Amerikaanse antiwitwas-autoriteit zijn gelekt naar een consortium van onderzoeksjournalisten, aantonen dat de strijd tegen witwassen alleen gewonnen kan worden als publieke en private partijen nauw samenwerken en hun inspanningen goed op elkaar afstemmen. De urgentie daarvan is onverminderd groot, aldus de voorzitter van de NVB.

Op 24 september 2020 meldt de NVB dat de coronacrisis het belang van digitale financiële dienstverlening extra heeft onderstreept. Meer dan voorheen doen consumenten en bedrijven hun bankzaken van huis uit en digitaal. De dienstverlening kon vrijwel ongehinderd doorgang vinden. Mede daarom vindt de NVB het een goede zaak dat de Europese Commissie in haar Digital Finance Strategy 2020 verdere digitale transformatie meer ruimte geeft. Klanten profiteren daarvan door betere en goedkopere producten en diensten. Overheid en banken zitten wat dat betreft op hetzelfde spoor.

Op 25 augustus 2020 meldt het Verbond van Verzekeraars het volgende. Proactiever, ambitieuzer en gericht op preventie om klimaatrampen te voorkomen. Dat is de belangrijkste boodschap van verzekeraars aan de Europese Unie in hun reactie op een consultatie over de risico’s van klimaatverandering. De huidige strategie van Europa om zich aan te passen aan klimaatverandering is onvoldoende om het risico op natuurrampen tegen te gaan, aldus de Europese koepel voor verzekeraars, Insurance Europe. Preventie is nodig om de schadelast beheersbaar te houden.

Op 3 september 2020 meldt het Verbond van Verzekeraars dat de COVID-19-pandemie centraal staat in het deze week gepubliceerde jaarverslag 2019-2020 van Insurance Europe.

Op 11 september 2020 meldt het Verbond van Verzekeraars dat zij samen met de brancheorganisatie van arbodiensten OVAL de Handleiding Privacy Inkomensverzekeringen heeft geactualiseerd. De nieuwe versie van de handleiding (juli 2020) betreft een aantal kleine tekstuele aanpassingen en verbeterpunten.

Op 18 september 2020 meldt het Verbond van Verzekeraars dat het UBO-register vanaf 27 september 2020 van kracht wordt. Volledige toegang tot de in het UBO-register geregistreerde gegevens van uiteindelijk belanghebbenden zou verzekeraars enorm kunnen helpen met het oog op het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Daarvan is in de huidige opzet van het UBO-register geen sprake.

Op 24 september 2020 meldt het Verbond van Verzekeraars dat, om de impact van internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te vergroten, een combinatie van wetgeving en samenwerking noodzakelijk is. Op beide vlakken is opschaling naar Europees niveau nodig, aldus de SER in een recent advies naar aanleiding van de evaluatie van het IMVO-beleid van de overheid.

Op 24 september 2020 meldt het Verbond van Verzekeraars dat Insurance Europe in reactie op de Digital Finance Strategy for the EU een oproep heeft gedaan aan de Europese Commissie. Neem belemmeringen weg in wet- en regelgeving die innovatie in de weg staan. En zorg voor een passend regelgevingskader voor innovatie waardoor consumenten, bedrijven en nieuwkomers op de verzekeringsmarkt kunnen profiteren van de kansen die digitalisering biedt, zo luidt de oproep. Insurance Europe vindt de digitale strategie voor de financiële sector van de Europese Commissie een belangrijke stap in de juiste richting.

Op 20 juli 2020 meldt de Pensioenfederatie dat als onderdeel van het project ‘IMVO-maatregelen in perspectief’ de huidige IMVO-convenanten zijn geëvalueerd. Het Koninklijk Instituut voor de Tropen heeft de evaluatie uitgevoerd, onder andere aan de hand van zo’n 140 interviews. Omdat een aantal convenanten zich nog in de beginfase bevindt, zoals het pensioenfondsenconvenant, is er niet in alle convenanten inzicht in de voortgang. Wel stelt het KIT dat er bij sectoren met een convenant meer voortgang te zien is in de implementatie van gepaste zorgvuldigheid (due diligence) dan bij sectoren zonder een convenant.

Op 30 juli 2020 meldt de Pensioenfederatie dat begin juli 2020 de kabinetsreactie op het onderzoek van de SER over de samenhang tussen Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) en de Sustainable Development Goals (SDG’s) is gepubliceerd. Het kabinet verwelkomt en onderschrijft de conclusie van de SER dat IMVO en de SDG’s elkaar versterken en aanvullen. De OESO-richtlijnen en de UNGP’s bieden bedrijven een internationaal geaccepteerd handelingskader om vanuit hun kernactiviteiten bij te dragen aan de SDG’s. Daarbij geven de SDG’s de richting aan, de positief gestelde maatschappelijke doelen waar bedrijven aan kunnen bijdragen. De SDG’s kunnen de bedrijven ook helpen bij het communiceren over hun maatschappelijke impact.

Op 26 augustus 2020 meldt de Pensioenfederatie dat de Europese Commissie stakeholders heeft geconsulteerd over haar nieuwe strategie om de Europese antiwitwaswetgeving verder te harmoniseren. De Pensioenfederatie onderstreept in haar reactie het belang van effectieve wetgeving op dit gebied. Tegelijk vraagt de Pensioenfederatie aandacht voor een goede risicoafweging bij wetgeving voor pensioenfondsen. Het risico op witwassen bij pensioenfondsen is verwaarloosbaar klein. Tegelijkertijd brengt de huidige wetgeving administratieve lasten met zich mee en bestaat er de zorg dat bij de voornemens van de Europese Commissie nog meer regels zullen volgen. De Pensioenfederatie roept op de kosten en baten van bestaande en nieuwe regels voor pensioenfondsen goed tegen elkaar af te wegen.

Op 27 augustus 2020 meldt de Pensioenfederatie dat zij in een position paper haar visie heeft gedeeld op de nota verduurzaming financiële sector en de kabinetsreactie daarop.

Op 2 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat zij heeft gereageerd op een Europese consultatie over secundaire wetgeving die volgt uit de Informatieverschaffingsverordening (Disclosure Regulation). Per 11 maart 2021 zullen pensioenfondsen onder deze wetgeving aan nieuwe informatievereisten moeten voldoen, die gaan over het duurzaam beleggingsbeleid.

Op 3 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat Willis Towers Watson (WTW) in opdracht van het Ministerie van Financiën de nettopensioen- en lijfrenteregeling heeft geëvalueerd. De Pensioenfederatie is verheugd dat het kabinet de WTW-aanbeveling voor het shoprecht (uit de ingetrokken Wet fuserende bedrijfstakpensioenfondsen) niet overneemt. Dit generieke shoprecht is ook zeer eenzijdig, omdat dit voor pensioenfondsen alleen maar tot uitstroom kan leiden. Daarmee wordt de omvang van de collectiviteit voor pensioenfondsen verder beperkt, als gevolg waarvan de uitvoeringskosten zwaarder op de deelnemers drukken. De Pensioenfederatie is verbaasd dat in de kabinetsreactie geen aandacht wordt besteed aan het afschaffen van de renseigneringsplicht voor pensioenfondsen. Dit betreft een relatief zware administratieve last waarvan de noodzaak tot nu toe onvoldoende is aangetoond.

Op 3 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Bedrag ineens, RVU en verlofsparen hebben ingediend bij de Tweede Kamer. Vanaf de pensioendatum heeft een deelnemer volgens het wetsvoorstel het wettelijk keuzerecht om maximaal 10% van de waarde van de aanspraak op ouderdomspensioen op te nemen (dat geldt ook voor het nettopensioen). Er mag geen stapeling plaats vinden met een hoog-laag uitkering. Na opname van het bedrag ineens moet het resterende pensioen boven de afkoopgrens blijven. En de partner moet instemmen met een bedrag ineens als dit gevolgen heeft voor de hoogte van het partnerpensioen.

Op 9 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat de Tweede Kamer een tweetal moties heeft aangenomen naar aanleiding van het nota-overleg over de initiatiefnota verduurzaming financiële sector. De Pensioenfederatie heeft in de aanloop naar het debat een position paper over dit onderwerp uitgebracht. De motie Van der Lee c.s. ziet op de inzet van de regering bij de vormgeving van de internationale/Europese rapportageraamwerken voor de financiële sector. De motie Paternotte c.s. verzoekt de regering om zich, in aanloop naar de VN-top en in andere internationale gremia, actief in te zetten voor het ontwikkelen van een raamwerk dat ook biodiversiteitsverlies en de financiële risico’s hiervan meeneemt. Bijvoorbeeld door de oprichting van een Taskforce of Biodiversity-related Financial Disclosures.

Op 18 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat zij positief is over de introductie van het bedrag ineens op pensioendatum. De Pensioenfederatie pleit sinds 2015 voor deze verruiming van keuzevrijheid voor de deelnemer.

Op 21 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat het kabinet vernieuwde maatregelen overweegt waarmee bedrijven beter hun verantwoordelijkheid (kunnen) nemen voor de impact van hun internationale activiteiten op mens en milieu. De afgelopen maanden heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken daarom samen met belanghebbenden het huidige beleid op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) geëvalueerd en onderzocht wat zowel effectieve als uitvoerbare maatregelen binnen een nieuw IMVO-beleid kunnen zijn. De Pensioenfederatie heeft hieraan bijgedragen door het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVB)-convenant en de uitwerking ervan door te nemen met de opstellers van het rapport. Op verzoek van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben de SER en het Adviescollege Toetsing en Regeldruk ieder een advies uitgebracht: Samen naar duurzame ketenimpact en Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Op 23 september 2020 meldt de Pensioenfederatie dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzamelbrief naar de Tweede Kamer heeft gestuurd met informatie over verschillende pensioenthema’s.

Op 28 juli 2020 meldt de KNB dat het schrappen van de verplichte rol van de notaris bij het oprichten van een bv verlies van fraudebestrijding, rechtszekerheid, rechtsbescherming en voorlichting tot gevolg kan hebben. Dit staat in het rapport ‘Oprichten zonder omwegen’ dat de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In het rapport staat een aantal scenario’s, met en zonder notaris, voor vereenvoudiging van de oprichting van een bv. De Staatssecretaris wil die vertalen in een aantal beleidsopties.

Op 15 september 2020 meldt de KNB dat verwerving en/of besteding van middelen via Nederlandse stichtingen of andere rechtsvormen tot de twaalf grootste risico’s op terrorismefinanciering behoort. Dit blijkt uit de tweede National Risk Assessment (NRA) Terrorismefinanciering die op 11 september 2020 naar de Tweede Kamer is gestuurd. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het notariaat bij de oprichting van stichtingen, vooral wat betreft goede doelen.

Op 24 juli 2020 meldt de NBA dat de Europese Commissie een aantal regels voor financiële markten wil versoepelen, om zo te helpen bij het herstel van de coronacrisis. De nieuwe regels moeten onder meer voor grotere investeringen in de economie zorgen en de capaciteit van banken vergroten, zodat die het herstel kunnen financieren. De Eurocommissaris voor Financieel Toezicht heeft de plannen op 24 juli 2020 gepresenteerd.

Op 3 september 2020 meldt de NBA dat de EBA vreest dat de antiwitwas- en terrorismeregels zijn doorgeslagen. Vanwege hoge witwasboetes stoten banken hele groepen klanten uit voorzorg af. De EBA start daarom een onderzoek naar mogelijke misstanden. Dat meldt het Financieele Dagblad.

Op 9 september 2020 meldt de NBA dat zij start met de consultatie van twee nieuwe standaarden voor assurance en assuranceverwante werkzaamheden van accountants, in het kader van de verantwoording van de NOW 1-regeling. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het accountantsprotocol.

Op 17 september 2020 meldt de NBA dat de ECB heeft besloten dat banken in Europa tot eind juni 2021 hun schulden iets mogen verhogen. De ECB wijst naar de uitzonderlijke omstandigheden vanwege de coronacrisis. DNB neemt de maatregelen over voor kleinere banken. De maatregel houdt in dat banken hun bezittingen die als gevolg van monetaire operaties bij de centrale bank zijn ondergebracht niet hoeven mee te tellen in de leverage ratio, waarin de verhouding tussen eigen vermogen en schulden wordt uitgedrukt. De stap zorgt ervoor dat die ratio lager uitvalt, waardoor banken meer ruimte krijgen om geld uit te lenen.

Op 23 september 2020 meldt de NBA dat de Minister van Financiën een ‘meer eenvormig en sterker toezicht’ op de accountancysector beoogt door het overhevelen van het toezicht op niet-oob accountantsorganisaties van de NBA en de SRA naar de AFM. Dat is volgens de Minister een complex veranderproces, waardoor de AFM het toezicht pas in 2022 volledig zal kunnen uitvoeren. Een en ander staat in de ‘Aanbiedingsbrief Kostenkader 2021-2024 AFM’.

Op 24 september 2020 meldt de NBA dat de Europese Commissie voor het eerst wetsvoorstellen op tafel legt voor cryptovaluta. Europese regelgeving moet gebruikers van digitale munteenheden zoals de bitcoin beschermen tegen risico’s en de financiële en monetaire stabiliteit bewaken. Tegelijk zal regulering van de cryptomarkt volgens de Commissie financiële innovatie bevorderen en een rol spelen om uit het economische dal als gevolg van de coronacrisis te klimmen.

Van 22 juli tot en met 30 september 2020 is in het Publicatieblad gepubliceerd:

On 24 July 2020 the European Commission proposed to amend EU rules on financial benchmarks. The aim of this proposal is to ensure that when a widely used benchmark is phased out – as is now the case – it does not cause disruptions to the economy and harm financial stability in the European Union. Benchmarks are an intrinsic part of financial markets: they are indices used to price financial instruments and contracts (including households’ mortgages) or to measure the performance of an investment fund.

On 24 July 2020 the European Commission announced it welcomes the important announcement of the ECB that will ensure pan-European reach for euro instant payments by the end of 2021. The Commission fully supports the measures announced today by the ECB, which are expected to ensure euro-area-wide reachability of instant payments in a cost-efficient way, bringing benefits to PSPs, CSMs, as well as consumers and businesses in the European Union.

On 29 July 2020 the European Commission announced that the CEPS conducted a study for the creation of a CMU equity market index family. The purpose of the study is to assess the feasibility of creating a CMU equity market index family that could contribute to the development of EU capital markets, including the development and integration of local capital markets within the EU. There are two specific objectives for the study:

On 29 July 2020 the European Commission announced that public feedback for Commission Delegated Regulation 2021/XXX of XXX 2021 supplementing Regulation 2020/XXX of the European Parliament and of the Council on the establishment of a framework to facilitate sustainable investment, and amending Regulation (EU) 2019/2088, has been opened.

On 29 July 2020 the European Commission announced that Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) 2016/1011 of the European Parliament and of the Council as regards minimum standards for EU Climate Transition Benchmarks and European Union Paris-aligned Benchmarks was adopted by the European Commission. It is based on Regulation (EU) 2016/1011 of the European Parliament and of the Council of 8 June 2016 on indices used as benchmarks in financial instruments and financial contracts or to measure the performance of investment funds and amending Directives 2008/48/EC and 2014/17/EU and Regulation (EU) No 596/2014.

On 29 July 2020 the European Commission announced that Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) 2016/1011 of the European Parliament and of the Council as regards the minimum content of the explanation on how environmental, social and governance factors are reflected in the benchmark methodology was adopted by the European Commission. It is based on Regulation (EU) 2016/1011 of the European Parliament and of the Council of 8 June 2016 on indices used as benchmarks in financial instruments and financial contracts or to measure the performance of investment funds and amending Directives 2008/48/EC and 2014/17/EU and Regulation (EU) No 596/2014.

On 29 July 2020 the European Commission announced that Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) 2016/1011 of the European Parliament and of the Council as regards the explanation in the benchmark statement of how environmental, social and governance factors are reflected in each benchmark provided and published was adopted by the European Commission. It is based on Regulation (EU) 2016/1011 of the European Parliament and of the Council of 8 June 2016 on indices used as benchmarks in financial instruments and financial contracts or to measure the performance of investment funds and amending Directives 2008/48/EC and 2014/17/EU and Regulation (EU) No 596/2014.

On 11 September 2020 the Council of the European Union decided not to object to Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to the minimum elements to be assessed by ESMA when assessing third-country CCPs’ requests for comparable compliance and the modalities and conditions of that assessment. Also, a new document was created (non-objection European Parliament).

On 11 September 2020 the Council of the European Union decided not to object to Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to the criteria that ESMA should take into account to determine whether a central counterparty established in a third-country is systemically important or likely to become systemically important for the financial stability of the Union or of one or more of its Member States. Also, a new document was created (non-objection European Parliament).

On 11 September 2020 the Council of the European Union decided not to object to Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to fees charged by ESMA to central counterparties established in third countries. Also, a new document was created (non-objection European Parliament).

On 18 September 2020 the Commission Delegated Regulation (EU) …/... supplementing Regulation (EU) No 2017/2402 of the European Parliament and of the Council with regard to fees charged by ESMA to securitisation repositories was adopted by the European Commission. It is based on Regulation (EU) 2017/2402 of the European Parliament and of the Council of 12 December 2017 laying down a general framework for securitisation and creating a specific framework for simple, transparent and standardised securitisation, and amending Directives 2009/65/EC, 2009/138/EC and 2011/61/EU and Regulations (EC) No 1060/2009 and (EU) No 648/2012.

On 21 September 2020 the European Commission adopted a time-limited decision to give financial market participants 18 months to reduce their exposure to UK central counterparties. The heavy reliance of the European Union financial system on services provided by UK-based CCPs raises important issues related to financial stability and requires the scaling down of European Union exposures to these infrastructures.

On 1 January 2020, new European Union rules under the European Market Infrastructure Regulation or EMIR 2.2 on the supervision of EU and non-EU central counterparties became applicable. In order for the new rules to be given full effect, they needed to be complemented with three delegated acts. The acts have been published in the Official Journal of the European Union and will enter into force as of 22 September 2020. These new rules will improve the EU’s capacity to manage and address external risks to the financial system. They will also contribute to the resilience of financial market infrastructure, which is important to promote the international role of the euro and strengthen Europe’s open strategic autonomy. The delegated acts specify, among other things, how ESMA can supervise non-EU CCPs, depending on the degree of systemic risk that they pose to the EU’s financial system or to any of its Member States.

On 24 September 2020 the European Commission announced it published a new, ambitious Action Plan to boost the European Union’s Capital Markets Union over the coming years. The European Union’s top priority is to ensure that Europe recovers from the unprecedented economic crisis caused by coronavirus. Developing the EU’s capital markets, and ensuring access to market financing, will be essential in this task. The plan sets out 16 legislative and non-legislative measures to deliver on three main objectives:

On 24 September 2020 the European Commission adopted a new Digital Finance Package, including Digital Finance and Retail Payments Strategies, and legislative proposals on crypto-assets and digital resilience. The package will boost Europe’s competitiveness and innovation in the financial sector, paving the way for Europe to become a global standard-setter. It will give consumers more choice and opportunities in financial services and modern payments, while at the same time ensuring consumer protection and financial stability.

On 25 September 2020 the European Commission announced it extended the consultation period for the targeted consultation to collect views and opinions to feed into the establishment of an European Union green bond standard. The consultation runs until 2 October 2020.

On 21 September 2020 the ESAs published a survey seeking public feedback on presentational aspects of product templates, pursuant to Article 8(3), Article 9(5) and Article 11(4) of Regulation (EU) 2019/2088 on sustainability‐related disclosures in the financial services (SFDR). The survey is open for comments until 16 October 2020.

On 23 July 2020 the EBA announced that, following the publication of its statement on additional supervisory measures in relation to the COVID-19 pandemic, it published Guidelines that make available to competent authorities a special procedure for the supervisory review and evaluation process (SREP) for the year 2020. The new Guidelines identify how flexibility and pragmatism could be exercised in relation to the SREP framework in the context of this pandemic.

On 23 July 2020 the EBA launched a consultation on draft regulatory technical standards specifying how institutions should determine exposures arising from derivative and credit derivative contracts not entered directly into with a client but whose underlying debt or equity instrument was issued by a client. These draft RTS will ensure appropriate levels of consistency through different pieces of the regulatory framework for the calculation of exposures for large exposure purposes. The consultation runs until 23 October 2020.

On 24 July 2020 the EBA launched a public consultation on its draft Implementing Technical Standards specifying uniform reporting templates, instructions and methodology for the identification and transmission, by resolution authorities to the EBA, of information on minimum requirements for own funds and eligible liabilities. This reporting between resolution authorities and the EBA aims to ensure that the EBA has all the necessary information to understand how MREL is set within member states. The consultation runs until 24 October 2020.

On 24 July 2020 the EBA launched a public consultation on its draft Regulatory Technical Standards specifying the methodology to be used by resolution authorities to estimate the Pillar 2 and combined buffer requirements at resolution group level for the purpose of setting the minimum requirement for own funds and eligible liabilities requirement under the Bank Recovery and Resolution Directive. The estimation of P2R and CBR is necessary for setting MREL when the resolution group perimeter differs significantly from the prudential perimeter at the level of which own fund requirements have been set by the competent authority. The consultation runs until 24 October 2020.

On 24 July 2020 the EBA launched a public consultation on draft Regulatory Technical Standards and draft Implementing Technical Standards on the impracticability of contractual recognition of write-down and conversion powers and related notifications as laid down in the Bank Recovery and Resolution Directive. These standards aim at promoting the effective application of resolution powers to banks and banking groups and to foster convergence of practices between relevant authorities and institutions across the European Union. The consultation runs until 24 October 2020.

On 24 July 2020 the EBA launched a public consultation on its draft Implementing Technical Standards specifying uniform reporting templates, instructions and methodology for the identification and transmission, by resolution authorities to the EBA, of information on minimum requirements for own funds and eligible liabilities. This reporting between resolution authorities and the EBA aims to ensure that the EBA has all the necessary information to understand how MREL is set within member states. The consultation runs until 24 October 2020.

On 27 July 2020 the EBA launched a public consultation on its draft Regulatory Technical Standards specifying the methods to avoid that instruments indirectly subscribed by the resolution entity for the purpose of meeting the minimum requirement for own funds and eligible liabilities, applicable to entities that are not themselves resolution entities, hamper the smooth implementation of the resolution strategy. These patterns of indirect subscription are also known as ‘daisy chains of internal MREL’. The consultation runs until 23 October 2020.

On 31 July 2020 the EBA launched a public consultation to revise its Guidelines on internal governance. This review takes into account the amendments introduced by the fifth Capital Requirements Directive and the Investment Firms Directive in relation to credit institutions’ sound and effective governance arrangements. The consultation runs until 31 October 2020.

On 31 July 2020 the EBA and ESMA launched a public consultation on its revised joint Guidelines on the assessment of the suitability of members of the management body and key function holders. This review reflects the amendments introduced by the fifth Capital Requirements Directive and the Investment Firms Directive in relation to the assessment of the suitability of members of the management body. The consultation runs until 31 October 2020.

On 3 August 2020 the EBA published its final draft Implementing Technical Standards on disclosure and reporting on the G-SII requirement for own funds and eligible liabilities and the minimum requirements for own funds and eligible liabilities. This is the first time that the EBA has developed disclosure and reporting requirements in this area, thus expanding the scope of the existing Pillar 3 and supervisory reporting frameworks in the European Union.

On 7 August 2020 the EBA published some frequently asked questions related to the implementation of its Guidelines on reporting and disclosure of exposures subject to measures applied in response to the COVID-19 crisis. The technical clarifications provided by the EBA will assist supervisors and credit institutions in the implementation of the Guidelines. The implementation questions and technical clarifications have been included in a newly added section 4 to the EBA Report on the implementation of selected COVID-19 policies, first published on 7 July 2020.

On 11 August 2020 the EBA published a revised version of its Implementing Technical Standards on supervisory reporting v3.0 and two sets of Guidelines on disclosures and supervisory reporting requirements. These products provide clarifications on the application of certain adjustments (‘quick fix’) on institutions’ disclosures and supervisory reporting introduced in the Capital Requirements Regulation in response to COVID-19.

On 12 August 2020 the EBA launched a consultation on draft Guidelines on criteria for the use of data inputs in the risk-measurement model referred to in Article 325bc under the Internal Model Approach for market risk. These Guidelines are part of the deliverables included in the roadmap for the new market and counterparty credit risk approaches published on 27 June 2019. The consultation runs until 12 November 2020.

On 12 August 2020 the EBA launched a RegTech industry survey to invite all relevant stakeholders, such as financial institutions and ICT third party providers, to share their views and experience on the use of RegTech solutions, on a best effort basis. The aim of the survey is to better understand the ongoing activity in this area, raise awareness on RegTech within the regulatory and supervisory community, and inform any relevant future policy discussion. The EBA is also seeking ways to facilitate the adoption and scale up of RegTech solutions across the EU whilst acknowledging and looking to address the underlying risks. The consultation runs until 30 September 2020.

On 19 August 2020 the EBA published its response to the European Commission’s Action Plan for a comprehensive Union policy on preventing money laundering and terrorism financing (ML/TF). In its response, the EBA sets out technical points that policy-makers should consider when deciding on the scope and powers of an EU-level supervisor for Anti-Money Laundering/Combating the Financing of Terrorism (AML/CFT).

On 20 August 2020 the EBA published twelve indicators and updated the underlying data from the 37 largest institutions in the European Union, whose leverage ratio exposure measure exceeds EUR 200 bn. This end-2019 data contributes to the internationally agreed basis on which a smaller subset of banks will be identified as global systemically important institutions (G-SIIs), following the final assessments from the Basel Committee on Banking Supervision and the Financial Stability Board. The EBA, acting as a central data hub in the disclosure process, will update this data on a yearly basis and will provide a user-friendly platform to aggregate it across the EU. For the first time this year, the EBA is including the Legal Entity Identifier of each institution, which will facilitate peer review exercises and broader data analyses.

On 31 August 2020 the EBA published an Opinion in response to the European Commission’s intention to amend the EBA’s final draft Regulatory Technical Standard on the specification of the nature, severity and duration of an economic downturn. The EBA is of the view that the several changes introduced by the Commission would alter the agreed policy and, therefore, suggests changes with the aim of maintaining the agreed consensus of the originally submitted text.

On 1 September 2020 the EBA published its Annual Report on resolution colleges for 2019. The Report sets out the EBA’s observations on the efficiency, effectiveness and consistency of the functioning of resolution colleges during the year and the progress achieved in key areas of resolution planning. It also highlights the main areas that the EBA will monitor in 2020, which primarily address responses to the effects of the COVID-19 pandemic. Overall, the Report shows that resolution colleges continue to be an active forum for resolution authorities in the development of resolution plans for cross-border banking groups, where the intensity and quality of cooperation and dialogue has also improved.

On 10 September 2020 the EBA issued a revised list of validation rules in its Implementing Technical Standards on supervisory reporting, highlighting those, which have been deactivated either for incorrectness or for triggering IT problems. Competent Authorities are informed that data submitted in accordance with these ITS should not be formally validated against the set of deactivated rules.

On 10 September 2020 the EBA published its response to a European Commission’s call for advice on how to strengthen the European Union legal framework on anti-money laundering and countering the financing of terrorism (AML/CFT). The European Commission issued this call for advice to the EBA to take advantage of its technical expertise across all areas of financial services regulation and because the EBA has a legal duty to lead, coordinate and monitor the European Union financial sector’s fight against ML/TF.

On 17 September 2020 the EBA published an online survey to receive input from credit institutions on their practices and views in the area of disclosure of information on environmental social governance (ESG) risks. The survey, which is addressed to large credit institutions that will be required to disclose prudential information on ESG risks, aims to support the EBA’s policy work on Pillar 3 disclosure and its wider efforts to develop a robust policy framework in the area of sustainable finance. The deadline for the call for input is 16 October 2020.

On 18 September 2020 the EBA published an Opinion addressed to the European Commission to raise awareness as to the opportunity to clarify certain issues relating to the definition of credit institution in the upcoming review of the Capital Requirements Regulation and Capital Requirements Directive. Such clarifications would be beneficial to the development of a truly uniform Single Rulebook and ultimately to a deeper market integration of banking and financial services across the European Union.

On 21 September 2020 the EBA announced it has been closely monitoring the developments of the COVID-19 pandemic and, considering the progress made so far, will phase out its Guidelines on legislative and non-legislative payment moratoria in accordance with its end of September deadline. These Guidelines, which were published in the early phases of the COVID-19 pandemic, have provided the necessary flexibility as well as certainty on the regulatory framework, in light of significant number of actions taken by banks to support their customers as exceptional lockdown measures were put in place. The continued ability for banks to provide lending is of key importance and the EBA will keep monitoring the situation as needed.

On 22 September 2020 the EBA announced the ESAs have issued their first joint risk assessment Report of the financial sector since the outbreak of the COVID-19 pandemic. The Report highlights how the pandemic has led to further amplified profitability concerns across the board and heightened liquidity challenges in segments of the investment fund sector. It particularly points to economic and market uncertainty as a key challenge going forward.

On 23 July 2020 ESMA published the MiFID/MiFIR Annual Review Report under Commission Delegated Regulation (EU) 2017/583 (RTS 2). This report lays down the thresholds for the liquidity criterion ‘average daily number of trades’ for bonds, as well as the trade percentiles.

On 28 July 2020 ESMA announced it is working on a proposal to possibly delay the entry into force of the CSDR settlement discipline regime until 1 February 2022. This is due to the impact of the COVID-19 pandemic on the implementation of regulatory projects and IT deliveries by CSDs and came as a request from the European Commission.

On 28 July 2020 ESMA submitted an Opinion on the European Parliament’s observations made in the 2018 discharge process. The Opinion sheds light on concrete actions taken by ESMA, including in relation to supervisory fees for credit ratings agencies and trade repositories, establishing the Proportionality Committee, on investigating dividend arbitrage trading schemes.

On 31 July 2020 ESMA announced that ESMA and EBA launched a public consultation on their revised joint Guidelines. This review reflects the amendments introduced by the fifth Capital Requirements Directive and the Investment Firms Directive in relation to the assessment of the suitability of members of the management body. The consultation runs until 31 October 2020.

On 6 August 2020 ESMA published twelve opinions on position limits regarding commodity derivatives under the Markets in Financial Instruments Directive and Regulation (MiFID II/MIFIR).

On 19 August 2020 ESMA announced it has written to the European Commission highlighting areas to consider during the forthcoming review of the Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD).

On 27 August 2020 ESMA confirmed that the 2019 Guidelines on stress test scenarios under the Money Market Funds Regulation will be updated in 2020 to include a modification of the risk parameters to reflect recent market developments related to the COVID-19 crisis.

On 28 August 2020 ESMA published a final report on draft regulatory technical standards definitively postponing the date of entry into force of the Commission Delegated Regulation (EU) 2018/1229 (RTS on settlement discipline) until 1 February 2022. This postponement is due to the impact of the COVID-19 pandemic on the implementation of regulatory projects and IT deliveries by Central Securities Depositaries and a wide range of market participants. It follows a request from the European Commission.

On 31 August 2020 ESMA published a document listing the thresholds above which shareholders can be identified in the various Member States of the European Union.

On 1 September 2020 ESMA published a Call for Evidence in the context of its intention to review Commission Delegated Regulation (EU) No 2017/587 (RTS 1) and Commission Delegated Regulation (EU) No 2017/583 (RTS 2) starting from Q4 2020-Q1 2021. RTS 1 and RTS 2 contain the main implementing measures in respect of the MiFID II/MiFIR transparency regime for equity and non-equity instruments.

On 2 September 2020 ESMA published its second Trends, Risks and Vulnerabilities Report of 2020. The Report analyses the impact of COVID-19 on financial markets during the first half of 2020. It highlights the risk of a potential decoupling of financial market performance and underlying economic activity, which raises the question of the sustainability of the current market rebound.

On 4 September 2020 ESMA confirmed that the different elements of the new regime under the Securitisation Regulation will come into force on 23 September 2020.

On 7 September 2020 ESMA announced that it decided that trading venues and investment firms may postpone, for operational reasons, the application of the annual transparency calculations for non-equity instruments other than bonds to 21 September 2020.

On 9 September 2020 ESMA published a Working Paper on Closet Indexing Indicators and Investor Outcomes. The study finds that investors can expect lower net returns from closet indexers than from a genuinely actively managed fund portfolio. A summary of this study was also included in the Trends, Risks and Vulnerabilities report published on 2 September 2020.

On 17 September 2020 ESMA renewed its decision to temporarily require the holders of net short positions in shares traded on a European Union regulated market to notify the relevant national competent authority if the position reaches or exceeds 0.1% of the issued share capital. The measure applies from 18 September 2020 for a period of three months.

On 23 September 2020 ESMA published three opinions on position limits regarding commodity derivatives under MiFID II/MiFIR. ESMA’s opinions agree with the proposed position limits regarding:

On 24 September 2020 ESMA published the Final Report on its inquiry into Cum/Ex, Cum/Cum and withholding tax (WHT) reclaim schemes. ESMA’s key proposal is that national competent authorities for securities markets should be empowered to share information with the tax authorities to assist in detecting WHT reclaim schemes.

On 24 September 2020 ESMA published a review of the Market Abuse Regulation. The Report is the first in-depth review of the functioning of MAR since its implementation in 2016, and its recommendations will feed into the European Commission’s review of MAR. The Report, which follows a 2019 consultation concludes that, overall, MAR has worked well in practice and is fit for purpose. This conclusion was confirmed by the overall feedback received in the 97 responses to the consultation, including from the Securities Markets Stakeholder Group. Respondents focused on specific amendments and clarifications rather than a major overhaul of the legislative framework.

On 24 September 2020 ESMA launched a Consultation Paper reviewing the reference data and transaction reporting obligations under MiFIR. The Consultation Paper contains ESMA’s proposals for possible amendments to the transaction reporting and reference data regime based on its experience in implementing the MiFIR reporting regimes since January 2018. The consultation runs until 20 November 2020.

On 25 September 2020 ESMA issued a Consultation Paper seeking input on the functioning of the Organised Trading Facility regime in the European Union. This Paper concerns the report on the functioning of OTFs required under Article 90(1)(a) of the Markets in Financial Instruments Directive II. The consultation runs until 25 November 2020.

On 25 September 2020 ESMA launched a consultation on fees for benchmark administrators under the Benchmarks Regulation. The aim of the Consultation Paper is to advise the European Commission on fees to be paid by the benchmark administrators that will be supervised by ESMA starting in January 2022. The consultation runs until 6 November 2020.

On 28 September 2020 ESMA announced that the three central counterparties established in the United Kingdom – ICE Clear Europe Limited, LCH Limited, and LME Clear Limited – will be recognised as third country CCPs. They will be eligible to provide their services in the European Union after the end of the transition period following the withdrawal of the UK from the European Union on 31 December 2020.

On 28 September 2020 ESMA published its Final Report containing draft regulatory and implementing technical standards on the provision of investment services and activities in the European Union by third-country firms under MiFIR and MiFID II. The draft Technical Standards have been submitted to the European Commission for the adoption of the final legal text.

On 28 September 2020 ESMA updated its Questions and Answers on data reporting under MiFIR.

On 29 September 2020 ESMA published the Final Report on the MiFID II/MiFIR transparency regime applicable to non-equity financial instruments. The proposals contained in the report aim at simplifying and bringing more efficiency to an overly complex regime and fostering harmonised application across the European Union.

On 29 September 2020 ESMA published its final report containing new sets of draft regulatory technical standards under the Benchmarks Regulation. These contain additional detailed rules to implement the European regulatory framework aimed at ensuring the accuracy and integrity of benchmarks across the European Union.

On 27 July 2020 EIOPA announced that, following EIOPA’s Recommendations of 20 March 2020 on annual and quarterly reporting and publication deadlines, EIOPA considers that insurance and reinsurance undertakings should now be in condition to comply with the deadlines provided in the Solvency II framework. In the context of the current circumstances, it is of utmost importance to continue to provide a framework for consistent supervisory approaches and ensure that all competent authorities and EIOPA receive timely quarterly information. Therefore, the general objective of this Statement is to foster convergence and consistent supervisory approaches across Member States.

On 27 July 2020 EIOPA published its Issues Paper highlighting options for developing shared resilience solutions for pandemic risk. The paper recognises that private insurance solutions alone will not be sufficient to protect society against the financial consequences of future pandemics. Solutions will require both public and private sector involvement, and build on the following four key elements:

On 30 July 2020 EIOPA published its July 2020 Financial Stability Report of the (re)insurance and occupational pensions sectors in the European Economic Area. During the last months, the COVID-19 outbreak further proved the importance of the Solvency II regulatory framework.

On 31 July 2020 EIOPA launched its first Single Rulebook. The Single Rulebook is an online tool focused on Solvency II that further promotes the consistent implementation of the regulatory framework for insurance supervision.

On 14 August 2020 EIOPA delivered to the European Commission a set of draft Regulatory and Implementing Technical Standards and its advice on Delegated Acts to implement the framework for the design and delivery of the Pan-European Personal Pension Product (PEPP).

On 17 August 2020 EIOPA published its updated Risk Dashboard based on the first quarter of 2020 Solvency II data. The results show that the risk exposures of the European Union insurance sector remain generally high compared to April as a result of the COVID-19 outbreak. The pandemics continued to cause disruptions in all financial sectors and economic activities. Insurers are particularly exposed to very high levels of macro risk, while market, credit, profitability and solvency risks are at high level.

On 24 July 2020 the ECB announced it is considering the publication of compounded term rates based on the euro short-term rate (€STR) and solicits views of the public on this matter by launching a public consultation. The publication would take place on a daily basis shortly after the €STR publication. Published maturities could range from one week up to one year. A daily index, making it possible to compute compounded rates over non-standard periods, is also envisaged as part of the publication. The consultation runs until 11 September 2020.

On 21 August the ECB published the results of the June 2020 survey on credit terms and conditions in euro-denominated securities financing and over-the-counter derivatives markets. Survey respondents reported the most widespread tightening of credit terms and conditions over a three-month review period since the SESFOD was launched in 2013. For the March 2020 to May 2020 review period, their respective institutions offered less-favourable price and non-price credit terms for all counterparty types. For price terms, non-financial corporations were the most affected counterparty type, while for non-price terms the tightening of conditions was most noticeable for hedge funds. Respondents mainly attributed the tightening to a deterioration in general liquidity and market functioning, but they also suggested that current or expected financial strength of counterparties was an additional motivation for offering less-favourable conditions to hedge funds and non-financial corporations in particular.

On 17 September 2020 the ECB announced that its Governing Council decided that it concurs with ECB Banking supervision that there are ‘exceptional circumstances’ allowing the temporary exclusion of certain central bank exposures from the leverage ratio. The opinion of the Governing Council is a precondition for ECB Banking Supervision to allow significant banks that it directly supervises to exclude certain central bank exposures from the leverage ratio. Such assets include coins and banknotes as well as deposits held at the central bank.

On 21 September 2020 the ECB published the European System of Central Banks’ (ESCB) input into an EBA feasibility report on reducing the reporting burden for the European banking industry. Under Article 430c of the Capital Requirements Regulation, the European Parliament and the Council of the European Union mandated the EBA to carry out a feasibility study and requested that input from the ESCB be taken into account. The ESCB report proposes to reduce the reporting burden for banks in the fields of statistical, resolution and prudential reporting without losing the information content that is indispensable to monetary policy, resolution and supervisory tasks.

On 22 September 2020 the ECB decided that bonds with coupon structures linked to certain sustainability performance targets will become eligible as collateral for Eurosystem credit operations and also for Eurosystem outright purchases for monetary policy purposes, provided they comply with all other eligibility criteria. The decision applies from 1 January 2021.

On 28 September 2020 the ECB published amendments to its guidelines on the implementation of monetary policy in the Eurosystem, applicable from 1 January 2021. It concerns: Guideline amending Guideline (EU) 2015/510 on the implementation of the Eurosystem monetary policy framework; Guideline amending Guideline (EU) 2016/65 on the valuation haircuts applied in the implementation of the Eurosystem monetary policy framework; Guideline amending Guideline ECB/2014/31 on additional temporary measures relating to Eurosystem refinancing operations and eligibility of collateral; Decision amending Decision (EU) 2020/187 on the implementation of the third covered bonds purchase programme.

Deze uitspraak gaat over een vergunning die door AFM is ingetrokken omdat de heffingen voor doorlopend toezicht niet werden voldaan. X beschikte sinds 2 november 2007 over een vergunning voor het bemiddelen en/of adviseren in financiële producten als

De betrokken onderneming beschikte sinds 30 december 2010 over een vergunning ex art. 2:65 Wft. Al in 2013 startte de AFM een onderzoek en constateerde ze overtredingen. De AFM hield op 20 augustus 2013 een normoverdragend gesprek met deze onderneming

In deze uitspraak oordeelt het Gerecht over een door de ECB opgelegde boete. In deze procedure werd over een formeel aspect geklaagd: de motivering van de hoogte van de boete. Het Gerecht oordeelt als volgt.

X en Y zijn lid van de Raad van Bestuur van Veer Palthe Voûte (hierna: ‘VPV’). In die hoedanigheid onderhandelen zij in 1999 met het Ministerie van Financiën (‘Financiën’) over een fiscale vaststellingsovereenkomst ter voorbereiding op een door VPV uit te brengen openbaar bod op enkele houdstermaatschappijen.

A B.V. beschikt sinds 30 december 2010 over een vergunning voor het beheren van beleggingsinstellingen (art. 2:65 Wft). X is sinds die datum dagelijks beleidsbepaler van A B.V. Op 19 oktober 2012 sluit A B.

In de onderhavige casus heeft appellante (hierna ook: Investeerder) een financiering verstrekt in de vorm van een onderhandse geldlening aan een groep van ondernemingen (hierna: Vacu) via een crowdlendingplatform (hierna: het Platform).

IFA is de Arubaanse vestiging van een onderneming die haar bedrijf maakt van het verstrekken van kredieten. Partijen zijn op 3 februari 2012 een overeenkomst van verbruikleen (geldlening) overeengekomen.

In 2006 verstrekt de Rabobank aan X en Y hoofdelijk twee leningen van in totaal € 341.000 (hierna tezamen: ‘de Lening’). X en Y wenden dit geld aan voor de financiering van een woning.

Deelnemers van OneLife kunnen door het aanbrengen van nieuwe deelnemers een commissie verdienen. Deelname komt tot stand door het betalen van een bijdrage, waarna via een account op de website van OneLife, toegang wordt gekregen tot zogeheten ‘educatiepakketten’

Noordbrabantse Participatiemaatschappij ‘De Kempen’ B.V. (hierna: De Kempen) is een trustkantoor met een vergunning op basis van de Wtt. De Kempen is bestuurder van en verleent trustdiensten aan een zevental doelvennootschappen (hierna samen met De Kempen: De Kempen c.

X is op 10 mei 2016 in staat van faillissement verklaard. Bij brief van 12 mei 2016 meldt ING aan de curator dat X drie rekeningen bij ING aanhield. Uit afschriften van één van de drie bankrekeningen blijkt dat rond datum faillissement sprake was van regelmatig betalingsverkeer tussen een bankrekening van de failliet en een rekening op naam van een Engelse vennootschap A Ltd.

A en B sluiten in 2001 door tussenkomst van tussenpersoon AFAB een kredietovereenkomst met Defam en (tegelijkertijd) een effectenleaseovereenkomst met Dexia. Er wordt onder de kredietovereenkomst ƒ 20.

X vraagt via internet bij International Card Services B.V. (hierna: ‘ICS’) een creditcard aan. De creditcard wordt tezamen met een brief aan X thuisgestuurd. Op de achterkant van de brief staan de algemene voorwaarden van ICS gedrukt.

Deze uitspraak gaat over de verdeling van aansprakelijkheid bij niet-toegestane betaaltransacties. In deze uitspraak ging het om een schoonzoon die gelden van de rekening van zijn schoonvader (hierna ook: de Consument) naar zijn eigen rekening overmaakte.

De invoering van het UBO-register brengt flinke administratieve lasten voor bedrijven met zich mee. Op kritiek dat het duur en fraudegevoelig zou zijn, is niet of nauwelijks gereageerd, constateert advocaat Jan van der Valk.

Op 10 juli 2020 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in twee zaken ter beantwoording van vier prejudiciële vragen. Deze hebben betrekking op de overdraagbaarheid van vorderingen uit hoofde van ‘non-performing’ zakelijke kredieten aan een partij die niet zelf als bank kwalificeert.

Het gebeurt regelmatig dat de opdrachtgever van een bankgarantie probeert uitbetaling door de bank te beletten, maar deze pogingen zijn zelden succesvol. Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken, waarin de opdrachtgever wél succes had, wordt in deze – in twee delen te verschijnen – bijdrage aan de hand van een systematische behandeling van rechtspraak en literatuur ingegaan op rechtsmaatregelen die de opdrachtgever kan nemen.

De strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering is van groot maatschappelijk belang. Misbruik via rechtspersonen en personenvennootschappen moet worden aangepakt. Vanuit de toezichthouders, zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM)en De Nederlandsche bank (DNB), wordt steeds intensiever op de (correcte) naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) ingezet.

Enige jaren geleden verdiepte de auteur zich in contractdwang voor banken en stelde de vraag of er een recht op een bankrekening bestond. Het antwoord luidde toen bevestigend. Al was er toentertijd nog geen sprake van een wettelijke regeling, de contractvrijheid

Onder toezicht staande financiële instellingen en hun beleidsbepalers worden in toenemende mate geconfronteerd met onderzoeken ter plaatse waarbij medewerkers van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de op gegevensdragers – zoals laptops, usb-sticks en mobiele telefoons – opgeslagen digitale informatie kopiëren en inzien.

Mogelijk onder Angelsaksische invloed maakt de politiek steeds meer gebruik van het instellen van ‘government agents’ zoals toezichthouders, zeker in het financieel-economisch verkeer.

In mei 2020 heeft de Europese Commissie een actieplan openbaar gemaakt voor een alomvattend EU-beleid voor de preventie van witwassen en financieren van terrorisme (AML/CFT). De Commissie schrijft in haar mededeling dat zij vastbesloten is om binnen de EU en in de rest van de wereld witwassen en financieren van terrorisme te bestrijden.

Op grond van art. 5:70 Wft is een ieder die alleen of samen met anderen met wie hij in onderling overleg handelt, rechtstreeks of middellijk overwegende zeggenschap verkrijgt in een NV met zetel in Nederland waarvan aandelen of met medewerking van de

In het licht van recente ontwikkelingen in Nederland en andere jurisdicties die naar de mening van de auteurs aandacht verdienen, biedt dit artikel een overzicht van de state of play van strafrechtelijke aansprakelijkheidsrisico’s voor de compliance officer.

Op financieel terrein zien we veel ontwikkelingen: het hervormen van het financiële stelsel speelt een belangrijke rol in het groener en duurzamer maken van de economie. Binnen de Europese Unie (EU) vormt deze gedachte een belangrijk gedeelte van de geplande herzieningen van de Europese kapitaalmarktenunie.

Op 5 december 2019 verschenen in het officiële Publicatieblad van de EU de vastgestelde teksten voor de Investment Firm Regulation (IFR) en Investment Firm Directive (IFD) die in het late voorjaar van 2019 na een lange voorbereiding door EBA en de Europese Commissie in finale vorm door de Europese wetgever waren vastgesteld.

Sinds 2014 kan de Europese Centrale Bank (ECB) boetes opleggen aan Europese banken voor bepaalde overtredingen. De eerste twee boetes werden in 2017 opgelegd aan de Ierse bank Permanent TSB.

Het onderwerp dat in dit artikel centraal staat is welke rechtsbescherming aandeelhouders van een af te wikkelen bank hebben. Kunnen aandeelhouders van banken bij de rechter beroep instellen tegen het ECB-besluit over vergunningintrekking of vaststelling dat de bank faalt? Welke rechtsbescherming is er voor aandeelhouders die in hun belangen worden geraakt door SRB-afwikkelingsbesluiten? De mogelijkheid van rechterlijke toetsing wordt ook bij de uitoefening van het gemeenschappelijk Europees bankentoezicht en toepassing van het afwikkelingsmechanisme beschouwd als een van de grondstenen van een democratische rechtsstaat.

Bij kredietverlening door banken aan het midden- en kleinbedrijf (hierna: MKB) wordt standaard gewerkt met goederenrechtelijke en persoonlijke zekerheidsrechten. Deze zekerheidsrechten dienen ertoe om de positie van de kredietverlenende bank te versterken.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is in Nederland op grond van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten aangewezen als de bevoegde autoriteit om prospectussen goed te keuren die onder de reikwijdte van de Prospectusverordening (EU) nr.

Ligt de kredietcrisis van ruim tien jaar geleden nog vers in het geheugen en ondervinden wij op dit moment de ernstige economische gevolgen van de coronacrisis, een volgende crisis lijkt zich alweer aan te dienen: de klimaatcrisis.

Duurzaam beleggen door institutionele beleggers heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Deze groei heeft echter aan het licht gebracht dat de beschikbaarheid aan relevante, betrouwbare en consistente duurzaamheidsinformatie de belangrijkste barrière vormt voor een effectieve en efficiënte verduurzaming van de beleggingsportefeuilles.

Nationaal en internationaal wordt er vaak naar de financiële sector gekeken, omdat financiële instellingen een cruciale rol kunnen spelen bij de verduurzaming van de reële economie.

De overheid en ondernemingen kunnen elkaar versterken in de overgang naar een duurzame economie. Kern is het overstappen van het streven naar economische groei en winst alleen naar het bekijken van economische, sociale en milieuaspecten in samenhang.

De financiële toezichthouders, de AFM en DNB, actualiseren hun handhavingsbeleid. De herziene versie moet beter aansluiten bij de huidige toezichtpraktijk, aldus de toezichthouders.

Het ontstaan van Bitcoin en andere vormen van virtuele valuta (crypto’s) wordt veelal in verband gebracht met het verlangen naar een alternatief en sneller systeem voor betalingsverkeer buiten de traditionele financiële sector om, onafhankelijk van overheidsinmenging en regulering.

Het verscherpte cliëntenonderzoek is al veel besproken. Ook in tuchtrechtspraak is het veelvuldig aan de orde gekomen. Over het vereenvoudigde cliëntenonderzoek is echter bij weten van de auteur nog niet veel geschreven.

Een wet die impact heeft op 1,5 miljoen organisaties in Nederland. Het wetsvoorstel dat de inwerkingtreding van het UBO-register regelt, maakt veel los in ondernemend Nederland. Op basis van Europese regelgeving is Nederland verplicht om een UBO-register in te voeren, waardoor de uiteindelijk belanghebbenden van organisaties voor het publiek bekend worden.

Door zijn populariteit in de internationale financierings-, fiscale en estateplanningspraktijk is de trustfiguur decennialang een spraakmakend onderwerp geweest binnen het maatschappelijk debat.

Deze bijdrage bevat een overzicht van duurzaamheidsinitiatieven op het gebied van ESG- en duurzaamheidsverslaggeving, waaronder herziening van de NFI-Richtlijn.

De groeiende betekenis van mensenrechten due diligence als onderdeel van ESG voor de supply chain van bedrijven en risicomanagement in de financiële sector.

In deze bijdrage staat de openbaarmaking van cybersecurity informatie in Nederlandse jaarverslagen centraal. Hoewel een wettelijke verplichting om cybersecurity informatie openbaar te maken ontbreekt, bespreken auteurs enkele redenen waarom het voor bedrijven positief kan zijn om transparant over cybercyberveiligheid te zijn.