Aflevering 3

Gepubliceerd op 1 maart 2014

FTV 2014/12 - Partneralimentatie: ligt een integrale modernisering in het verschiet?

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Martin Schoenmaker
Degenen die onlangs bij de kapper de roddelbladen hebben doorgenomen, hebben kunnen lezen dat de 72-jarige oud-presentator en journalist Willibrord Frequin voornemens was om te gaan trouwen met zijn twintig jaar jongere vriendin Gesina. Omdat Willibrord inmiddels ervaringsdeskundige is op het gebied van echtscheidingen, was hij met Gesina overeengekomen dat in de huwelijkse voorwaarden een bepaling zou worden opgenomen dat bij een eventuele echtscheiding geen partneralimentatie zou zijn verschuldigd. Twee dagen voor het geplande huwelijk deelde de notaris evenwel mee dat een dergelijk nihilbeding ongeldig is, met als gevolg dat het voorgenomen huwelijk abrupt werd afgeblazen. De publicatie wekt de indruk dat dit de schuld was van de notaris, maar is dat wel zo? Weliswaar heeft de Hoge Raad in 1980 en 1996 geoordeeld dat een nihilbeding dat vóór het huwelijk is afgesloten nietig is,Zie HR 7 maart 1980, NJ 1980, 363 en HR 12 januari 1996, NJ 1996, 352. maar daarna heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad in 2005 overwogen dat de vrouw geen beroep kon doen op deze nietigheid, omdat

FTV 2014/13 - Wetsvoorstel Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst: makkelijker kunnen we het wel maken?

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Mw. mr. J. Kastelein en Mw. mr. J.M. van der Vegt
Op 2 september 2013 heeft de regering nieuwe plannen bekendgemaakt voor het heffingssysteem voor de inkomstenbelasting en de erf- en schenkbelasting. Tevens wordt in dit wetsvoorstel de wijze van communicatie met de Belastingdienst in de toekomst geregeld. Het doel van de regering is om enerzijds de wijze van communicatie van de Belastingdienst met de burger efficiënter te maken en te vereenvoudigen en anderzijds het heffingssysteem zodanig aan te passen, dat de rechtszekerheid voor goedwillende burgers wordt verbeterd, met name door kortere (aanslag)termijnen in te voeren. Wij zullen in dit artikel allereerst de achtergrond en de inhoud van de regeling uiteenzetten. Vervolgens zullen wij stilstaan bij de vraag of dit wetsvoorstel ook slaagt in deze doelstellingen. Met andere woorden: is de regeling wel makkelijker gemaakt?

FTV 2014/14 - Alimentatierekenen met kasstromen

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Mr. A.N. Labohm
Om alimentatie te kunnen betalen, zijn liquide middelen nodig. De hoeveelheid beschikbare liquide middelen is bepalend voor de vraag of een IB-ondernemer en een directeur-grootaandeelhouder (hierna: dga) voldoende draagkracht hebben om te voldoen aan hun alimentatieverplichtingen. Daarvoor moet worden gekeken naar de kasstromen van hun ondernemingen en niet zozeer naar hun omzet of winst. Het alimentatierekenen op basis van kasstromen voorkomt liquiditeitsproblemen. Dit artikel gaat in op de vaststelling van de draagkracht van de IB-ondernemer en de dga.

FTV 2014/15 - Belastinglatentie last of tegenprestatie in de zin van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit: hoe nu verder?

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Mw. dr. Y.M. Tigelaar-Klootwijk
Op 12 juli 2013 heeft de Hoge Raad arrest gewezen inzake de vraag of de tot een over te dragen IB-onderneming behorende schulden als tegenprestatie voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de zin van de Successiewet 1956 (hierna: SW 1956) moeten worden aangemerkt. Naar mijn mening heeft de Hoge Raad terecht beslist dat dergelijke schulden niet als tegenprestatie of last in de zin van art. 7c Uitvoeringsregeling Successiewet 1956 (hierna: Uitv.reg. SW 1956) moeten worden aangemerkt. Dit vormt evenwel niet het onderwerp van deze bijdrage. In deze bijdrage concentreer ik me op het in hetzelfde arrest gewezen oordeel van de Hoge Raad, dat de voor rekening van begiftigde komende latente IB-schuld wel als tegenprestatie zoals bedoeld in art. 7c Uitv.reg. SW 1956 moet worden gezien.

FTV 2014/17 - Belastingrente en erfbelasting

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-03-2014 geschreven door Mr. H.J.T. (Hendrik-Jan) Vos
Met ingang van 1 januari 2014 is de regeling omtrent de door de Belastingdienst in rekening te brengen belastingrente tamelijk geruisloos gewijzigd. Deze wijziging is aanleiding om eens stil te staan bij de wijze waarop de Belastingdienst deze rente berekent en hoe heffing van deze rente kan worden voorkomen.