FTV 2018/42 - Bijzonderheden rondom schulden in het nieuwe huwelijksvermogensrecht
Aflevering 11, gepubliceerd op 20-11-2018 geschreven door Brinkman, R.E.In dit artikel worden enkele aspecten van de geldschuld Zie ook afd. 6.11 BW (Verbintenissen tot betaling van een geldsom). Op andere schulden, bijvoorbeeld tot levering van goederen of vestiging van beperkte rechten, wordt in dit artikel niet ingegaan. Voor een nadere analyse van het begrip schuld verwijs ik naar mijn artikel ‘Schuldvervanging in het huwelijksvermogensrecht’, WPNR 2018/7209 en naar W.D. Kolkman, Schulden der nalatenschap (diss. Groningen), Kluwer: Deventer 2006, p. 186 e.v. en Asser/Sieburgh 6-I 2016/33 e.v. in het huwelijksvermogensrecht Wat hierna over echtgenoten wordt opgemerkt, geldt mutatis mutandis ook voor geregistreerde partners. onder de loep genomen. In paragraaf 2 wordt eerst ingegaan op de draagplicht voor schulden bij echtgenoten die tot drie vermogens gerechtigd zijn. Met die kennis op zak, kunnen vier heikele kwesties worden aangesneden. In paragraaf 3 wordt de vraag behandeld wat ‘gemeenschappelijke schulden’ zijn, waarna in paragraaf 4 de vraag wordt besproken of de in art. 1:100 lid 2 BW bedoelde draagplicht een vergoedingsplicht oplevert en zo ja, wanneer. In paragraaf 5 staat de vraag centraal of echtgenoten er verstandig aan doen hun onderlinge draagplicht voor schulden vast te leggen. In paragraaf 6 wordt stilgestaan bij de vraag of renteverplichtingen ter zake van privéschulden (of meer algemeen: huishoudelijke schulden) ook privéschulden zijn. Paragraaf 7 sluit af met een conclusie.