Aflevering 1

Gepubliceerd op 1 februari 2011

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 30-09-2024

HIP 2011, afl. 1 - Art. – Algemene voorwaarden en de huurovereenkomst

Aflevering 1, gepubliceerd op 01-02-2011 geschreven door Mr. L.I. Boes
Vaak doen verhuurders een beroep op algemene voorwaarden die van toepassing zouden zijn op de huurovereenkomst. Maar hoe zat het ook weer met algemene voorwaarden, de gelding, de gebondenheid en de mogelijkheid de algemene voorwaarden te vernietigen? Sinds enige tijd moet bovendien rekening worden gehouden met het feit dat de rechter, op grond van Europese rechtspraak, bij consumentenovereenkomsten verplicht is om ambtshalve te toetsen of een beding in algemene voorwaarden oneerlijk is, ook in verstekzaken. Zo is in een aantal uitspraken ambtshalve toetsing van een boetebeding in algemene voorwaarden aan de orde geweest. Hierna zal ik de voorgaande onderwerpen, mede aan de hand van recente jurisprudentie, de revue laten passeren.

HIP 2011, afl. 1 - Art. – Gebruiksverplichting voor de huurder van woonruimte

Aflevering 1, gepubliceerd op 01-02-2011 geschreven door Mr. D. de Vries
In dit artikel zal ik het hebben over de verplichtingen van de huurder om zijn hoofdverblijf te hebben in het gehuurde en om het gehuurde feitelijk te gebruiken. Ik doe dat in het kader van huurovereenkomsten met betrekking tot zelfstandige woonruimte aan de hand van het volgende voorbeeld. Meneer of mevrouw A voldoet in 1990 aan alle voorwaarden om gebruik te mogen maken van een sociale huurwoning. Hij/zij staat als eerste op de lijst en krijgt de woning toegewezen van de ‘woningbouwvereniging'.

HIP 2011, afl. 1 - Art. – Het kraak- en ontruimingsverbod nader bezien

Aflevering 1, gepubliceerd op 01-02-2011 geschreven door Mr. N.F.H. van Eijk
Op 1 oktober 2010 is de Wet kraken en leegstand in werking getreden, waarin een algeheel kraakverbod is opgenomen en is getracht een wettelijke basis te creëren voor de strafrechtelijke ontruiming. De inkt van de wet is amper droog of het loopt bij de eerst geplande strafrechtelijke ontruiming al verkeerd af voor het openbaar ministerie. De vraag die als eerste opkomt is hoe dat heeft kunnen gebeuren. Is met deze wet de leemte in de oude wetgeving (nog steeds) niet gerepareerd en is zij derhalve ontoereikend? Of interpreteert Hof ’s-Gravenhage de rechtsbeschermingsjurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te eng?