Aflevering 3

Gepubliceerd op 1 mei 2011

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 30-09-2024

HIP 2011, afl. 3 - Art. – Branchebescherming: uit de markt geprijsd?

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011 geschreven door Mr. E.D. Glerum-van Aalst
In de praktijk gebeurt het regelmatig dat eigenaars of beheerders van een winkelcentrum zorgen voor branchebescherming om zo het winkelcentrum voor winkeliers en consumenten aantrekkelijker te maken. Branchebescherming zorgt ervoor dat winkeliers worden gevrijwaard van concurrentie waardoor hun investeringsrisico’s worden verkleind. Branchebescherming kan echter nietig zijn wegens strijd met het mededingingsrechtelijke verbod op concurrentiebeperkende afspraken. Zowel voor huurders als voor verhuurders is het essentieel te weten of nakoming van een branchebeschermingsafspraak kan worden afgedwongen. Dit artikel biedt handvatten voor de beoordeling van de mededingingsrechtelijke aspecten van branchebeschermingsafspraken.

HIP 2011, afl. 3 - Art. – De vordering huurprijsvaststelling 290-bedrijfsruimte in vogelvlucht

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011 geschreven door mr. M.H.L. van Dijkman en mr. M.T. van Steijn
In het huurrecht voor bedrijfsruimte is het uitgangspunt dat verhuurder en huurder vrij zijn in het bepalen van de huurprijs. Indien één van de partijen, gedurende de looptijd van de huurovereenkomst, van mening is dat de huurprijs niet overeenstemt met de huurprijs van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse en geen onderlinge overeenstemming is te bereiken over een nieuwe huurprijs, kan zowel verhuurder als huurder vorderen dat de rechter de huurprijs nader vaststelt. Het gaat hier expliciet om nadere vaststelling van de tegenprestatie voor het gebruik van 290-bedrijfsruimte. Art. 7:303 BW geeft aan wanneer verhuurder of huurder een vordering tot wijziging van de huurprijs kan instellen, welke maatstaf daarbij geldt en op welke tijdstip de gewijzigde huurprijs ingaat. In deze bijdrage zal op deze punten worden ingegaan. Hierbij zal ook art. 7:304 BW Wetboek worden betrokken. In art. 7:304 BW is immers bepaald dat een vordering tot nadere huurprijsvaststelling slechts ontvankelijk is, indien deze vergezeld gaat van een advies omtrent de huurprijs opgesteld door één of meer door partijen gezamenlijk benoemde deskundigen.

HIP 2011, afl. 3 - Art. – Schadevergoeding bij illegale onderverhuur

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011 geschreven door Mr. M.J.J. Nijenhof
In een arrest van de Hoge Raad1 is de vraag aan de orde gekomen in hoeverre winsten uit illegale onderverhuur van sociale woningen kunnen worden ontnomen op basis van art. 6:104 BW. Is art. 6:104 BW aan te merken als een op zichzelf staand vorderingsrecht of is het meer een handvat voor de rechter om schade te bepalen? Een korte beschouwing.

HIP 2011, afl. 3 - Sign. - Dringend eigen gebruik Servatius

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011
De verhuurder, woningstichting Servatius, heeft vanwege het slechte imago van de wijk Boschpoort in samenwerking met (onder meer) de gemeente Maastricht, de Stichting Leefbaarheid Boschpoort, de bewonerscommissie van het Boostencomplex en haar bewoners een renovatieplan voor de wijk opgesteld.

HIP 2011, afl. 3 - Sign. - Kunnen meer deskundigen adviseren bij huurprijsherziening?

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011
Adriaansens bekritiseert de uitspraak van Rechtbank ’s-Gravenhage van 3 november 2010, LJN BP6690 (zie hierboven onder jurisprudentie) waarin de rechtbank de verhuurder niet ontvankelijk heeft verklaard in zijn verzoek in de zin van art. 7:304 lid 1 BW tot benoeming van een deskundige omdat zowel op verzoek van de huurder als van de verhuurder al een advies door een deskundige was uitgebracht, zij het niet in gezamenlijk overleg. Volgens Adriaansens is de uitspraak in strijd met de bedoelingen van de wetgever en doet de uitspraak geen recht aan de rechtszekerheid.

HIP 2011, afl. 3 - Sign. - Verhouding art. 39 Fw en art. 7:307 BW

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-05-2011
De kantonrechter oordeelt dat de verhuurder gerechtigd is de huurovereenkomst op te zeggen op de voet van art. 39 Fw als de curator hem heeft laten weten dat hij streeft naar een indeplaatsstelling en de curator de verhuurder geen informatie verstrekt waaruit volgt dat de in de plaats te stellen huurder voldoende waarborgen biedt voor de nakoming van de huurovereenkomst.