Aflevering 4

Gepubliceerd op 1 juni 2013

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 30-09-2024

HIP 2013, afl. 4 - Art. – Classic: Tokkie/Michael

Aflevering 4, gepubliceerd op 28-06-2013 geschreven door Mr. J.J.M. Norbart-ten Hoor
In elke aflevering van HIP wordt een klassieker uit het huurrecht besproken. Het gaat telkens om een uitspraak die van grote betekenis is (geweest) voor het huurrecht. Steeds komt aan bod wat de aanleiding voor de procedure was, welke rechtsvraag ter beantwoording voorlag en of de uitspraak nog steeds relevant is. In deze aflevering behandelen we het arrest van de Hoge Raad van 24 januari 1997, NJ 1997/558 (Tokkie/Michael) over de specifieke criteria aan de hand waarvan moet worden bepaald of er in geval van verhuur van een winkel met (boven)woning sprake is van een afhankelijke woning ex artikel 7:290 lid 3 BW (vroeger: de onzelfstandige woning ex artikel 7A:1624 lid 1 BW).

HIP 2013, afl. 4 - Art. – De positie van de vastgoedeigenaar

Aflevering 4, gepubliceerd op 28-06-2013 geschreven door Mr. M.F. Blomaard
In het huidige economische klimaat worden veel vastgoedeigenaren geconfronteerd met het vertrek van hun huurder(s). Er is zowel bij kantoorruimte als bij winkelruimte sprake van een toenemende leegstand. De praktijk laat zien dat eigenaren van bestaand vastgoed naar de bestuursrechter stappen om te proberen ontwikkelingen waarbij nieuwe kantoor- of winkelruimte wordt toegevoegd, tegen te houden. Het commercieel belang van een vastgoedeigenaar bij het voorkomen van concurrerende kantoor- of winkelontwikkelingen is duidelijk. Maar ligt hiermee de weg naar de bestuursrechter open? Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. In dit artikel wordt aan de hand van enkele recente uitspraken en ontwikkelingen bezien wat de positie van de rechtzoekende eigenaar/verhuurder is.

HIP 2013, afl. 4 - Art. – De provisionele vordering in het huurrecht

Aflevering 4, gepubliceerd op 28-06-2013 geschreven door Mr. J.J. Bijl en mr. M.B.J. Thijssen
Stel een huurder dagvaardt een verhuurder en vordert dat de huur verminderd wordt vanwege gebreken aan het gehuurde. De procedure sleept zich voort. De huurder schort de betaling van de huur op en de verhuurder ziet zijn huurinkomsten teruglopen of helemaal stilvallen. De vraag rijst of de verhuurder het eindvonnis af moet wachten. De in artikel 223 Rv geregelde provisionele vordering biedt in dit geval mogelijk een uitkomst. Wij bespreken hierna de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn, wil een provisionele vordering kans van slagen hebben.

HIP 2013, afl. 4 - Art. – De spagaat van de verhurende appartementseigenaar

Aflevering 4, gepubliceerd op 28-06-2013 geschreven door Mr. M.J.J. Nijenhof
In dit tijdschrift1 is in een eerder artikel van mijn hand ingegaan op de wrijvingspunten die ontstaan tussen woningcorporaties en Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) bij gemengd wonen. Een wrijvingspunt dat in dat artikel aan de orde kwam, is het probleem bij (groot-) onderhoud binnen VvE’s en bij renovatie/dringende werkzaamheden in het huurrecht. In het verlengde hiervan liggen ook problemen op de loer voor de verhuurder van een woonappartement als sprake is van een gebrek in een gemeenschappelijk gedeelte van de VvE. Onderlinge afstemming van de wetgeving over het appartementsrecht en het huurrecht had vele problemen kunnen voorkomen. Een beschouwing.

HIP 2013, afl. 4 - Sign. - Afwijkend beding

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-06-2013
De verhuurder/franchisegever vordert in kort geding (onder andere) de ontruiming van het gehuurde en de staking van de activiteiten die in strijd zijn met de huur- en de franchiseovereenkomst.

HIP 2013, afl. 4 - Sign. - Kwalificatie concessieovereenkomst

Aflevering 4, gepubliceerd op 01-06-2013
De exploitant van een supermarkt en een slijterij op Schiphol vordert (onder andere) een verklaring voor recht dat op de huurovereenkomst en de concessieovereenkomst die zij met Schiphol heeft gesloten de bepalingen over bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW van toepassing zijn.