HIP 2015/269 - Sign. - Kwalificatie huur onbebouwde grond (Hof Den Haag 6 oktober 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2659)
Aflevering 8, gepubliceerd op 11-12-2015 De verhuurder vordert (onder andere) ontruiming van het gehuurde. De verhuurder legt daaraan ten grondslag dat zij de huurovereenkomst heeft opgezegd. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen. De kantonrechter is er daarbij vanuit gegaan dat de huurovereenkomst betrekking heeft op onbebouwde grond. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. ‘Bij beantwoording van de vraag welk huurregime van toepassing is, komt het aan op hetgeen partijen bij het sluiten van de huurovereenkomst omtrent het gebruik van het gehuurde voor ogen heeft gestaan. [...] In de huurovereenkomst is opgenomen dat [de huurder] van [de verhuurder] huurt een perceel grond, waarin c.q. waarop – kortweg – een onbemand pompstation aanwezig is. Die omschrijving duidt erop dat uitsluitend de grond en niet de installaties worden verhuurd. Dit geldt temeer nu in de considerans van de huurovereenkomst is opgenomen dat [de huurder] de aanwezige installaties heeft gekocht van haar voorganger, [...] en daarvan economisch eigenaar is. Los van de vraag hoe deze constructie goederenrechtelijk moet worden gekwalificeerd, is daarmee immers niet te rijmen dat door [de huurder] aan [de verhuurder] een vergoeding voor het gebruik van die installaties zou worden betaald. Vast staat verder dat [de huurder] daadwerkelijk aan haar voorganger een substantieel bedrag heeft betaald voor het overnemen van de installaties. Tot slot is in [...] de huurovereenkomst bepaald dat [de huurder] alle kosten en risico’s van de pompinstallatie draagt. Het hof onderschrijft op deze gronden het oordeel van de kantonrechter dat sprake is van de verhuur van slechts de onbebouwde grond. [...] Het feit dat het tankstation reeds bij aanvang van de huur aanwezig was, maakt dit niet anders omdat het onverlet laat dat voor die aanwezige installaties geen huur werd betaald. [...] Het hof verwijst in dit verband naar de twee arresten van de Hoge Raad van 13 juli 2012 (NJ 2013, 8 en NJ 2013, 9) waarover partijen hebben gediscussieerd en die aldus moeten worden uitgelegd dat het feit dat het pompstation reeds aanwezig was bij aanvang van de huur en dat [de verhuurder] door natrekking daarvan eigenaar is geworden, niet meebrengt dat niet van huur van onbebouwde grond sprake is.’