HIP 2016/259 - Sign. - Opleveringsgebreken II (Rechtbank Midden-Nederland 26 oktober 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:5670)
Aflevering 8, gepubliceerd op 13-12-2016 De verhuurder van een kantoorruimte vordert vergoeding van schade en van gederfde huur. De verhuurder voert daartoe aan dat de huurder de opleveringsverplichting niet correct is nagekomen. De kantonrechter stelt vast dat de huurder op grond van de huurovereenkomst gehouden is de kantoorruimte in dezelfde, althans in vergelijkbare staat op te leveren als waarin zij het bij aanvang van de huur ontvangen heeft. Dat betekent in dit geval dat de huurder gehouden is de kantoorruimte in verhuurbare staat op te leveren. ‘Het is dus niet zo dat het pand als nieuw moest worden opgeleverd’, aldus de kantonrechter. Daarbij zijn ‘normale gebruikssporen’ aanvaardbaar. Daaronder vallen niet ‘verbouwingssporen’. De huurder stelt dat de bedrijfsruimte na dertig jaar op was en toe was aan een grondige renovatiebeurt. De kantonrechter overweegt: ‘Een vaste lijn in de jurisprudentie is inderdaad dat in gevallen van gebrekkige nakoming van de opleveringsverplichting van de huurder, waarbij de schade aan het gehuurde niet daadwerkelijk werd hersteld (bijvoorbeeld omdat die door een andere aanwending van het huurobject was achterhaald), een abstracte benadering van de schade niet in aanmerking komt (Hoge Raad 23 maart 1979, ECLI:NL:HR:1979:AC6527, Hoge Raad 10 juni 1988, ECLI:NL:HR:1988:AC1505 en Hoge Raad 6 juni 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2387). In deze jurisprudentie gaat het echter wel steeds om gevallen waarin vaststond dat de schade niet was hersteld, en ook niet meer zou worden hersteld. Dat is hier niet zo. Het staat niet vast dat [de verhuurder] het pand gaat renoveren. Het is in ieder geval nog niet gebeurd, en er zijn geen concrete aanwijzingen dat er plannen voor bestaan. Ook staat niet vast dat een ingrijpende renovatie nodig zou zijn, als [de huurder] correct had opgeleverd.’ De kantonrechter loopt de verschillende schadeposten vervolgens na en veroordeelt de huurder tot vergoeding van een groot deel van de schade en de huurderving.