HIP 2017/19 - Sign. - Kwalificatie: pacht of huur? (Hof Arnhem-Leeuwarden 29 november 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:9551)
Aflevering 1, gepubliceerd op 13-02-2017 De gemeente verpacht een woning, garage/schuur, kassen en cultuurgrond bij een kasteel. Geïntimeerde exploiteert een hoveniersbedrijf. Op de grond kweekt hij pootgoed. De kas gebruikt hij als winterstalling en voor verkoop. De gemeente vordert dat de pachtovereenkomst ontbonden wordt. De gemeente wenst het kasteel te verkopen. De kern van het geschil betreft de vraag of sprake is van pacht. Het hof beantwoordt die vraag ontkennend. ‘De kweek van bomen en planten door [geïntimeerde] merkt het hof aan als ondergeschikt aan het hoveniersbedrijf, de verkoop op kleine schaal van eigen en ingekochte planten eveneens. [...] Onder het nieuwe recht [...] is nodig dat het agrarisch gebruik van het ter beschikking gestelde gericht is op een agrarische onderneming. Het tegen betaling in gebruik geven van landbouwgrond voor een ander bedrijf dan een landbouwbedrijf is onder het nieuwe recht geen pacht, maar huur (vgl. MvT, Kamerstukken II 2005/06, 30448, nr. 3, p. 14). [...] De kweek van bomen en heesters betreft agrarisch gebruik van de grond (tuinbouw), maar dit gebruik strekt niet (overwegend) ten behoeve van een agrarische onderneming. Een hoveniersbedrijf is geen landbouwbedrijf. Daarmee kwalificeert de rechtsverhouding tussen partijen onder het nieuwe recht niet als een pachtovereenkomst maar als huur (vgl. ook Gerechtshof Arnhem 15 februari 2011, ECLI:GHARN:2011:BP6580, TvAR 2011/5629, [appellant A]/[geïntimeerde A] en gerechtshof Arnhem 14 februari 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW4844, [appellant B]/[geïntimeerde B]). Daarbij merkt het hof op dat het in deze gaat om de ingebruikgeving van een woning, garage/schuur, kas en cultuurgrond, die verschillende huurregimes kennen en waar bij de bedrijfsruimte(n) nog de vraag aan de orde is of sprake is van artikel 7:290 BW of artikel 7:230a BW bedrijfsruimte. De pachtkamer van het hof is niet bevoegd daarover te beslissen. Dat is de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. Het hof zal de zaak dan ook naar die rechter verwijzen ter verdere behandeling en beslissing.’