Aflevering 3

Gepubliceerd op 18 april 2017

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 30-09-2024

HIP 2017/51 - Sign. - Huurder verlaat gehuurde (Hof ’s-Hertogenbosch 7 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:934)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De verhuurder heeft een huurovereenkomst met betrekking tot een woning gesloten voor onbepaalde duur met een minimum periode van 12 maanden. De huurder heeft de huurovereenkomst voor het verstrijken van die 12 maanden opgezegd. De opzegging geldt derhalve per het einde van de periode van 12 maanden. De huurder heeft de woning echter vóór het verstrijken van die 12 maanden verlaten. De verhuurder heeft daarna de sloten vervangen en heeft vervolgens werkzaamheden in de woning verricht, vooruitlopend op het zelf betrekken van de woning na het verstrijken van de 12 maanden. De verhuurder heeft in deze procedure (onder andere) betaling gevorderd van de huur over de maanden dat de huurder de woning al verlaten had. De huurder betwist over die maanden huur verschuldigd te zijn, omdat hij gedurende die maanden geen huurgenot zou hebben gehad. De kantonrechter heeft het standpunt van de huurder gevolgd.

HIP 2017/53 - Sign. - Schuldeisersakkoord V&D (Hoge Raad 24 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:485)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De verhuurder van een door V&D geëxploiteerde winkelruimte heeft in kort geding betaling van de huurachterstand gevorderd na een buitengerechtelijk akkoord tussen V&D en de andere schuldeisers. De kantonrechter heeft de vorderingen grotendeels toegewezen. Het hof heeft de vorderingen afgewezen, omdat (kort samengevat) de verhuurder in dit geval misbruik van bevoegdheid maakt door gebruik te maken van zijn bevoegdheid om een buitengerechtelijk akkoord af te wijzen. Inmiddels is V&D failliet verklaard.

HIP 2017/54 - Sign. - Overlast: blaffende honden (Hof ‘s-Hertogenbosch 21 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:618)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De verhuurder van een appartement, gelegen in een complex, (een woningstichting) vordert primair de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Subsidiair en meer subsidiair dat de huurder veroordeeld wordt zijn hond uit het gehuurde te verwijderen, althans zijn hond een anti-blafband om te doen. De verhuurder baseert de vordering op de algemene voorwaarden bij de huurovereenkomst op grond waarvan het de huurder verboden is (geluids)overlast te veroorzaken. De huurder veroorzaakt in strijd daarmee (geluids)overlast (onder andere) doordat zijn hond langdurig blaft. De aanleiding voor de vorderingen van de verhuurder zijn klachten van diverse omwonenden van de huurder die eveneens van de verhuurder huren. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst in het verleden ontbonden vanwege wanbetaling. De verhuurder heeft het vonnis toen niet ten uitvoer gelegd. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ook in deze procedure ontbonden en de huurder tot ontruiming veroordeeld.

HIP 2017/55 - Sign. - Vordering op grond van onrechtmatige daad boedelschuld? (Hoge Raad 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:563)

Aflevering 3, gepubliceerd op 28-04-2017
De verhuurder van een opslaglocatie voor afvalstoffen heeft gevorderd dat de curatororen van een gebruiker van het terrein veroordeeld worden tot (betaling van de kosten van) het verwijderen van afvalstoffen. De provincie is eigenaar van de locatie. De verhuurder heeft zich op het standpunt gesteld dat de curatoren inbreuk maken op het recht van de verhuurder door de afvalstoffen niet te verwijderen na de beëindiging van de overeenkomst tussen de verhuurder en de gebruiker. De verhuurder heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de curatoren onrechtmatig hebben gehandeld. De curatoren hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de verhuurder een concurrente vordering is die ter verificatie dient te worden ingediend en geen boedelvordering. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd.

HIP 2017/57 - Sign. - Recht op indexatie verwerkt? (Hof Amsterdam 14 maart 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:836)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De (opvolgend) verhuurder van een bedrijfsruimte heeft de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd vanwege een huurachterstand. De huurachterstand is ontstaan door niet gefactureerde en daardoor niet betaalde indexering van de huur over een aantal jaren. De indexering vindt op grond van de huurovereenkomst automatisch plaats. De huurder heeft zich op rechtsverwerking beroepen. De kantonrechter heeft de vordering (grotendeels) toegewezen, maar het beroep op rechtsverwerking afgewezen. De verhuurder heeft hoger beroep ingesteld.

HIP 2017/59 - Sign. - Dwaling huur kunstgrasveld (Rechtbank Midden-Nederland 29 maart 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:1518)

Aflevering 3, gepubliceerd op 28-04-2017
De gemeente Dronten vordert dat de huurder van een kunstgrasveld, een stichting, veroordeeld wordt tot betaling van een bedrag van € 10.000 aan achterstallige huur en boete. Het kunstgrasveld is aangelegd op verzoek van een plaatselijke voetbalvereniging. De gemeente heeft het kunstgrasveld niet aangelegd, maar heeft de aanleg wel mogelijk gemaakt via de stichting. De gemeente heeft de besparing door de gemeente van de kosten van onderhoud aan een natuurgrasveld over een periode van 30 jaar als subsidie aan de voetbalvereniging verstrekt. De voetbalvereniging heeft de subsidie als lening aan de stichting verstrekt. Het kunstgrasveld is daaruit bekostigd en uit sponsorgelden. De rest zou gefinancierd worden met aftrek van omzetbelasting. Over die aftrek is een conflict ontstaan, omdat de Belastingdienst stelt dat de stichting dit bedrag niet mag aftrekken. De stichting heeft ter beëindiging van het conflict een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst gesloten. De stichting stelt dat de gemeente de fiscale constructie heeft bedacht en beroept zich op dwaling.

HIP 2017/60 - Sign. - Opzegging op grond van Leegstandwet (Hof Amsterdam 28 maart 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1061)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De verhuurder (een woningstichting) heeft de ontruiming van een woning gevorderd. De huurovereenkomst is gebaseerd op de Leegstandwet. De verhuurder voert aan dat zij die huurovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd. De huurder betwist dat. De huurder stelt dat de verhuurder misbruik van recht heeft gemaakt door de huurovereenkomst op te zeggen vanwege een onjuist vermoeden van woonfraude. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen.

HIP 2017/61 - Sign. - Kwalificatie: huur of overeenkomst van opdracht tot catering? (Hoge Raad 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:405)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De Staat heeft een (duur)overeenkomst van opdracht gesloten met een cateraar. Op grond van de overeenkomst is de cateraar gehouden de catering bij (besloten) bijeenkomsten in een kasteel te verzorgen. Daarnaast is de cateraar op grond van de overeenkomst gerechtigd tot het gebruik van ruimten ten behoeve van de exploitatie van een publieksrestaurant. De Staat heeft de overeenkomst opgezegd. De cateraar is in kort geding veroordeeld tot ontruiming en heeft het kasteel vervolgens ontruimd. De cateraar vordert in deze procedure dat voor recht verklaard wordt dat de overeenkomst tussen de cateraar en de Staat kwalificeert als een huurovereenkomst en dat de Staat veroordeeld wordt tot vergoeding van de schade die de cateraar heeft geleden doordat de cateraar het kasteel heeft ontruimd terwijl zij recht op huurbescherming heeft. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd.

HIP 2017/62 - Sign. - Ontvankelijkheidsperikelen vanwege bewind ingesteld in appel (Hof ’s-Hertogenbosch 14 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:992)

Aflevering 3, gepubliceerd op 28-04-2017
De verhuurder van een woning (een woningstichting) heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de betaling van de huurachterstand gevorderd. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen. De goederen van de huurders, tevens appellanten, worden na de appeldagvaarding en het nemen van de memorie van grieven onder bewind gesteld. Het hof heeft de huurders vervolgens in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten en de bewindvoerder op te roepen om in het geding te verschijnen. De bewindvoerder heeft dat geweigerd. De verhuurder heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat de huurders niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

HIP 2017/63 - Sign. - Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder huurder (Rechtbank Rotterdam 17 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:1962)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De verhuurder van een aantal panden (een gemeente) heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de panden gevorderd na jarenlange wanbetaling. De verhuurder heeft voorts gevorderd dat de huurder en haar bestuurder hoofdelijk veroordeeld worden tot betaling van de huurachterstand. De huurder heeft aangevoerd dat hij de huur niet heeft betaald vanwege gebreken aan de panden.

HIP 2017/64 - Sign. - Gevolgen schending moratorium (Hof Den Haag 21 maart 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:632)

Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017
De verhuurder van een woning heeft de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd vanwege wanbetaling. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen. De rechtbank heeft na een verzoekschrift op de voet van artikel 284 Fw bij moratoriumvonnis de executie van het ontruimingsvonnis voor de duur van zes maanden geschorst op voorwaarde dat de huur gedurende deze zes maanden (tijdig) worden voldaan. Dat gebeurt niet. De verhuurder heeft de ontruiming aangezegd. De huurders vorderen in dit kort geding de schorsing van de executie van het ontruimingsvonnis. Zij beroepen zich op misbruik van bevoegdheid. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen op voorwaarde dat de huurders de voorwaarden met betrekking tot het moratorium onverkort nakomen. Het schuldsaneringstraject is inmiddels beëindigd en de huurders hebben de woning ontruimd.