Aflevering 3

De curator van een failliet autoverhuurbedrijf vordert dat twee huurders veroordeeld worden tot betaling van achterstallige huurtermijnen. De kantonrechter wijst de vordering af. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

De verhuurder (een gemeente) vordert de ontbinding van de huurovereenkomst met betrekking tot een woning op de voet van art. 7:281 BW. De gemeente voert daartoe aan dat de aanwezigheid van de woning niet past in het geldende bestemmingsplan.

De huurder van een staanplaats op een kampeerterrein vordert dat de (voormalige) verhuurder (exploitant van het kampeerterrein) veroordeeld wordt tot vergoeding van schade nader op te maken te staat.

De verhuurder van een bedrijfsruimte met een onzelfstandige bovenwoning vordert in kort geding dat de huurders tot ontruiming veroordeeld worden. De verhuurder voert daartoe aan dat de huurders tekort zijn geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door (onder andere) de huur stelselmatig te laat te betalen en het gehuurde zonder toestemming rigoureus te wijzigen.

De ene huurder, de vrouw, vordert in kort geding dat de andere, contractuele medehuurder, de man tot ontruiming veroordeeld wordt.

De verhuurder (het Leger des Heils) vordert in kort geding dat de gewezen huurder (hierna ‘de huurder’) van een woning tot ontruiming veroordeeld wordt. De verhuurder voert daartoe aan dat de huurder zonder recht of titel in de woning verblijft aangezien de huurovereenkomst is geëindigd doordat de daaraan gekoppelde zorgovereenkomst is geëindigd.

De koper van een verhuurd kantoorpand heeft in de hoofdprocedure gevorderd dat de verkoper veroordeeld wordt tot vergoeding van schade. De verkoper heeft de huurprijzen en daarmee de koopprijs van het kantoorpand kunstmatig opgedreven door met de huurders aanvullende afspraken te maken.

De verhuurder (IJscomplex Jaap Eden) vordert dat een vereniging veroordeeld wordt tot betaling van de huur voor een aantal uren ondanks dat zij gedurende die uren geen gebruik van de schaatsbaan heeft gemaakt.

De huurder van woonruimte in het project Solids 11 in Amsterdam-West vordert (onder andere) een verklaring voor recht dat de verhuurder (een woningstichting) tekort is geschoten in de nakoming van de veilingvoorwaarden op basis waarvan de huurder de ruimte heeft gehuurd, althans dat sprake is van een gebrek als bedoeld in art. 7:204 lid 2 BW.

De huurders van een perceel grond op de dijk achter hun woning vorderen in kort geding dat de verhuurder (een gemeente) veroordeeld wordt de grens aan te wijzen tussen hun perceel en dat van hun buren.

De huurder van een woning vordert dat de verhuurder (een woningstichting) veroordeeld wordt het woongenot van de huurder te garanderen door maatregelen te treffen tegen de haan van de buren die overlast veroorzaakt.

De verhuurder van een 290-bedrijfsruimte zegt de huurovereenkomst op, op grond van dringend eigen gebruik. De verhuurder vordert dat de kantonrechter het tijdstip bepaalt waarop de huurovereenkomst eindigt. De kantonrechter wijst de vordering af.

De verhuurder (een studentenhuisvester) zegt de huurovereenkomst op grond van dringend eigen gebruik op en vordert dat het tijdstip waarop de huurovereenkomst is geëindigd, wordt vastgesteld. De kantonrechter wijst de vordering af.

De verhuurder van een kapsalon in een winkelcentrum in Leidschendam (Unibail) vordert dat de kantonrechter het tijdstip vaststelt waarop de huurovereenkomst door opzegging op grond van dringend eigen gebruik is geëindigd.

De huurders van een bedrijfspand vorderen in kort geding dat de verhuurder veroordeeld wordt hen de onbelemmerde toegang tot hun pand te geven, de door de verhuurder geïnitieerde werkzaamheden te staken en het pand wind- en waterdicht te maken op straffe van verbeurte van dwangsommen.

De curator van een failliet autoverhuurbedrijf vordert dat twee huurders veroordeeld worden tot betaling van achterstallige huurtermijnen. De kantonrechter wijst de vordering af. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

De verkoper van een woning vordert dat de koper (tevens voormalige eigenaar en verkoper van de woning aan verkoper) veroordeeld wordt tot vergoeding van schade vanwege het niet nakomen van de koopovereenkomst.

Welke kosten kunnen worden doorberekend als servicekosten bij woonruimte?

Gevolgen van het niet tijdig opzeggen van de huurovereenkomst door de huurder. Wanneer kan de huurder een geldig beroep doen op de redelijkheid en billijkheid?

Faillissement. Gebruik van het gehuurde gedurende de boedelperiode. Wanprestatie curator door gehuurde aan derde ter beschikking te stellen of in strijd met contractuele bestemming te gebruiken.

In deze aflevering van HIP komt artikel 7:219 BW aan bod, over de aansprakelijkheid van de huurder voor personen die zich met zijn goedvinden in het gehuurde bevinden.