Aflevering 2

Gepubliceerd op 1 april 2013

MP 2013, afl. 2 - Art. - Bestrijding van oneerlijke handelspraktijken via het mededingingsrecht: een logische combinatie?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door mr. D.S. Postma MA en mr. I.W. Verloren van Themaat
Er is de laatste tijd veel aandacht voor (vermeende) oneerlijke handelspraktijken in de retail. Zo ontstond halverwege 2012 grote commotie over een dwingende brief van Albert Heijn aan haar leveranciers om bij te dragen in de kosten van de overname van een aantal supermarkten via een additionele factuurkorting van 2%. Albert Heijn bood naar aanleiding van de commotie excuses aan voor de brief, maar voerde de extra korting wel grotendeels door. Ook Jumbo zou extra korting van 1,25% eisen. Eenzijdige inkoopvoorwaarden van grote retailers leveren zowel problemen op voor kleinere agrofood-producenten als voor wereldwijd opererende leveranciers van de grote merken. Kleinere producenten hebben vanwege hun geringe omvang en grote concurrentie weinig onderhandelingsmacht. Grotere producenten kunnen zich niet veroorloven een contract met een van de grote retailers te missen. De drie grootste inkopers beheersen in Nederland samen bijna 90% van de afzetmarkt. Illustratief voor de macht van de inkopers is de boycot van Superunie toen Heineken zijn prijzen wilde verhogen.

MP 2013, afl. 2 - Art. - De gebruikers ten goede? Retail pricing en mededingingsrisico’s

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Drs. P.J. van der Veer
Voor iedere retailbusiness is een optimale prijsstelling van levensbelang. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is echter dat er geen inbreuk wordt gemaakt op het mededingingsrecht. Uiteraard levert rechtstreeks contact met concurrenten ernstige mededingingsrisico’s op. Mededingingsrisico’s kunnen echter ook op andere manieren optreden, bijvoorbeeld in het kader van contacten met leveranciers.

MP 2013, afl. 2 - Art. - De opkomst van shops-in-shops: enig risico onder de Mededingingswet?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. J.M.M. van de Hel
Shops-in-shops, ofwel winkels in winkels zijn aan een grote opmars in Nederland bezig. In dit artikel worden de mogelijke mededingingsrechtelijke risico’s van deze winkelformule besproken. Hierbij zal met name worden ingegaan op hiermee verband houdende afspraken zoals over exclusiviteit, non-concurrentie of de bestemming van een winkelruimte. De conclusie is dat er aan shops-in-shops en daarmee samenhangende afspraken nauwelijks risico’s zijn verbonden. Van een merkbare beperking van de concurrentie zal niet snel sprake kunnen zijn.

MP 2013, afl. 2 - Art. - Eerlijke mededinging: Ambient intelligence, slimme marketing en loyaltyprogramma’s

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. M. de Koning
Dit artikel behandelt de mededingingsrechtelijke aspecten van de inzet van databases met kopersgedrag die in de retailsector op steeds grotere schaal worden aangelegd en ingezet voor slimme marketing.1 Het gaat om grootschalige opslag en analyse (‘datamining’) van informatie over productvoorkeuren en kopersgedrag van personen, bijvoorbeeld het bonuskaartensysteem van supermarkten, spaarprogramma’s en frequent flyerprogramma’s van luchtvaartmaatschappijen. Voorts betreft het online databases die (door middel van bijvoorbeeld ‘cookies’) informatie verzamelen over het surfgedrag van gebruikers, zoals de gebruikte zoektermen, welke advertenties worden aangeklikt, en registratie- en aankoopgegevens op websites voor boeken, films, muziek, streaming data, e-books enzovoort.

MP 2013, afl. 2 - Art. - Fair trade in het mededingingsrecht?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. X.A. Reintjes
“Vorig jaar legde Albert Heijn (…) in een brief een extra korting van 2 procent op aan leveranciers in verband met de overname van een pakket C1000-winkels. (…) Uiteindelijk bood AH zijn excuus aan voor de manier waarop met de leveranciers was gecommuniceerd, maar toen waren er onder meer al kamervragen over het onderwerp gesteld.”

MP 2013, afl. 2 - Art. - Gezamenlijke inkoop in de retailsector

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. E.M.M. Besselink
Een veelvoorkomende vorm van horizontale samenwerking in de detailhandel is het gezamenlijk inkopen via inkoopcombinaties. Een bekend voorbeeld hiervan is Superunie (de inkooporganisatie van kleinere Nederlandse supermarkten waaronder Spar, Vomar en Deen), maar ook in andere retailsegmenten wordt gebruikgemaakt van gezamenlijke inkoopregelingen. Gezamenlijke inkoop kan op de inkoopmarkt een sterkere onderhandelingsmacht creëren waarmee betere prijzen en voorwaarden van leveranciers kunnen worden verkregen. Inkoopcombinaties kunnen daarnaast schaalvoordelen opleveren en leiden tot grotere efficiëntie door inkoop te centraliseren en samen te werken op het gebied van opslag en distributie. Dit kan de concurrentie op zowel de inkoopmarkt als op de afzetmarkt (waar de deelnemers van de inkoopcombinatie zelf actief zijn als verkopers) stimuleren. Er kunnen echter ook mededingingsbeperkende effecten uitgaan van gezamenlijke inkoop.

MP 2013, afl. 2 - Art. - Hub-and-spoke: terra incognita tussen zakelijke interactie en een ménage à trois

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. R. Elkerbout LL.M.
In een speciaal themanummer over de retailsector is het eigenlijk vanzelfsprekend dat aandacht wordt besteed aan het in de mededingingsrechtpraktijk relatief jonge en interessante fenomeen van ‘hub-and-spoke kartels’. Deze bijdrage zoomt kort in op de kenmerken van dit fenomeen en het raamwerk voor de vaststelling ervan.

MP 2013, afl. 2 - Art. - Kan selectieve distributie de internetdistributeur buiten de deur houden?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. Y. de Vries
Online winkelen heeft in de afgelopen tien jaar een grote vlucht genomen. Niet iedereen is daar blij mee. Een veel gehoorde klacht van exploitanten van fysieke winkels is dat zij ‘oneerlijke’ concurrentie ondervinden van internetwinkels met een lagere kostenstructuur die een ‘free ride’ nemen op hun investeringen. Leveranciers zijn ook niet altijd onverdeeld gelukkig met de ‘onliners’: zij zien soms met lede ogen aan hoe hun producten tegen ‘dumpprijzen’ op internet verschijnen, wat prijserosie in de hand werkt en afbreuk zou doen aan het productimago. Overschakeling op selectieve distributie wordt vaak als de oplossing gezien. Maar lost dat wel iets op?

MP 2013, afl. 2 - Art. - Mededingingsrecht en private labels: een verlengde arm bij inkoopmacht van de retailer?

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013 geschreven door Mr. D.W.L.A. Schrijvershof
Ah, gaan we vergelijken? Dat zet Unilever in 2008 boven paginagrote advertenties in dagbladen waarin Robijn wasverzachter is afgebeeld naast een huismerk wasverzachter van Albert Heijn (AH). Daaronder meldt Unilever: “Want: ‘Wij hebben een heel team van experts in dienst, die dag in dag uit, bezig zijn om onze tabletten te verbeteren. Natuurlijk vinden wij het goed dat er een alternatief is. Maar beter? Die vergelijking durven wij best aan’.” Met deze advertentie reageert Unilever op de strijd die AH met de A-merken aanbindt door te stellen dat de AH-huismerken ‘minstens zo goed, stukken goedkoper zijn’. Unilever staat niet alleen, ook Friesland Foods plaatste vergelijkbare advertenties. Eerder, in 2005, is de opmars van ‘me too’ producten in de schappen van AH ook al inzet van een kort geding tussen Unilever en AH. Deze acties hebben de opmars van private labels in Nederland niet kunnen stuiten. Rabobank signaleert dat voor private labels in Nederland in 2015 een marktaandeel van 42% wordt verwacht. Daarbij wordt aangetekend dat economisch zware tijden de opmars van private labels sterk faciliteert. De eerste tekenen van deze opmars tekenen zich al af.

MP 2013, afl. 2 - Sign. - CBb verlaagt boetes in Openbaar Groen Maastricht-zaak met 15% wegens overschrijding redelijke termijn

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013
In dit hoger beroep staat de totale duur van het NMa-onderzoek en de gerechtelijke procedures centraal. Deze zaak draait om afspraken die zijn gemaakt in het kader van vijf openbare aanbestedingen in 2004 voor het onderhoud van groenvoorzieningen in de gemeente Maastricht. Bij tussenuitspraak van 20 maart 2012 heeft het CBb geoordeeld dat bij vier van de beboete ondernemingen de boete onjuist was vastgesteld.

MP 2013, afl. 2 - Sign. - Toegang tot mededingingsdossier moet in beginsel zonder toestemming van de betrokken ondernemingen

Aflevering 2, gepubliceerd op 01-04-2013
Het Oostenrijkse Kartelgerecht heeft aan het Hof van Justitie prejudiciële vragen gesteld over de toegang van derden tot het dossier van een nationale rechterlijke instantie in een kartelzaak, indien deze toegang wordt gevraagd in verband met een civielrechtelijke schadevordering die deze derden willen instellen wegens een schending van (onder meer) art. 101 VWEU.