Ga verder naar content
SduOpMaat

Aflevering 3

Gepubliceerd op 30 mei 2015

MP 2015/119 - Art. - De ‘Italiaanse torpedo’ getorpedeerd?

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Hooijdonk, M. van en Besselink, E.M.M.
Met de herschikking van de EEX-Verordening zijn enkele wijzigingen aangebracht in de regels die bepalen welke nationale rechter bevoegd is in Europese burgerlijke en handelszaken. Een van de aanpassingen betreft de litispendentieregeling, die bepaalt welke rechter bevoegd is wanneer eenzelfde zaak in meerdere lidstaten aanhangig wordt gemaakt. In dit artikel bespreken wij deze regeling en de gevolgen van de wijzing daarvan voor civiele kartelschadeprocedures. In het bijzonder gaan wij in op de vordering tot een negatieve verklaring voor recht door (vermeende) karteldeelnemers en een bijzondere variant daarvan, de ‘Italiaanse torpedo’.

MP 2015/120 - Art. - De mededingings­rechtelijke boete in concernverband: wie heeft de draagplicht?

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Bredenoord-Spoek, mr. M.G.
Mededingingsautoriteiten leggen boetes op aan een onderneming in de mededingingsrechtelijke zin. Deze onderneming bestaat dikwijls uit meerdere juridische entiteiten. Dit kan leiden tot de vraag wie in de interne verhouding de draagplicht heeft voor de boete. De auteur onderzoekt in dit artikel welke elementen naar Nederlands recht een rol zouden kunnen spelen bij de beantwoording van die vraag.

MP 2015/121 - Art. - De richtlijn betreffende schadevorderingen wegens 
inbreuken op het mededingingsrecht - gevolgen voor de praktijk

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Kuijper, mr. M. en Leeflang, mr. F.
Op 26 december 2014 is de richtlijn betreffende schadevorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht in werking getreden. De mogelijke gevolgen daarvan voor de uitoefening van het recht op vergoeding van kartelschade in de praktijk worden in kaart gebracht. Het artikel bespreekt de doelstellingen en het toepassingsbereik van de nieuwe richtlijn, alsook de mogelijke gevolgen voor bewijsvoering, verjaring van schadevorderingen, de reikwijdte van de aansprakelijkheid, schadevaststelling en passing-on. Tot slot is kort samengevat wat naar het oordeel van auteurs de belangrijkste gevolgen voor de uitoefening van het recht op vergoeding van schade in Nederland zullen zijn.

MP 2015/122 - Art. - Verjaring van civiele schadeclaims wegens schending van het mededingingsrecht

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Smeehuijzen, prof. mr. J.L.
Richtlijn 2014/104/EU over schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht, kent een eigen verjaringsregime: artikel 10 van de Richtlijn. Het nationale verjaringsrecht moet uiterlijk 27 december 2016 aan de eisen van de Richtlijn voldoen. In deze bijdrage staat centraal in hoeverre het Nederlandse verjaringsrecht thans voldoet aan de eisen van de Richtlijn – en, voor zover dat niet zo is, of we met de verandering waartoe de Richtlijn verplicht, gelukkig moeten zijn. Besproken worden: (i) de verjaringstermijn en zijn aanvangsmoment; (ii) de regel van de Richtlijn dat de verjaring pas aanvangt als de inbreuk is stopgezet; (iii) het stuitingsregime en (iv) schorsing door een buitengerechtelijke geschillenprocedure.

MP 2015/123 - Art. - Follow-on claims en de toegang tot dossiers

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Jörg, mr. L.
Op welke wijze kan een gedupeerde consument of afnemer van een kartel een schadevordering starten. De betekenis van het arrest Pfleiderer speelt hierin een rol, in het bijzonder als het gaat om (clementie)materiaal dat zich in een dossier van een mededingingsautoriteit bevindt. Met de recente inwerkingtreding van de Richtlijn civiele handhaving is nu een kader geschetst, bestaande uit een driedeling in documenten (witte, grijze en zwarte lijst), aan de hand waarvan de rechter kan bepalen of een gedupeerde consument of afnemers van een kartel toegang kan krijgen tot een dossier dat zich bij derden bevindt, daaronder begrepen een mededingingsautoriteit. Voorts wordt bezien hoe de toegang tot dossiers in de Nederlandse context is geregeld. Artikel 843a Rv en de ‘partijtoegang’ op grond van (categoraal) belanghebbendheid passeren hierbij de revue.

MP 2015/124 - Art. - Bewijsvergaring in kartelschadezaken

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Fanoy, mr. J.W. en Raats, mr. T.
Dit artikel geeft een kort en praktisch overzicht van de huidige stand van zaken in de Europese en nationale jurisprudentie ten aanzien van bewijsvergaring in follow-on kartelschadeprocedures. In het artikel gaan de schrijvers op de mogelijkheden omtrent toegang tot het dossier van de mededingingsautoriteit, artikel 843a Rv en artikel 15 Vo. 1/2003.

MP 2015/125 - Art. - Passing-on

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door The, mr. S.J.
Bij civiele handhaving van het mededingingsrecht is het aan de rechter om vast te stellen of de eiser schade heeft geleden door de mededingingsinbreuk en welk bedrag moet worden toegekend als schadevergoeding. Deze exercitie is lastig, en wordt gecompliceerder wanneer de inbreukmaker jegens de eiser het verweer voert dat deze de meerprijs heeft doorberekend stroomafwaarts aan zijn eigen afnemers. Moet rekening worden gehouden met die doorberekening? Naar Nederlands recht is nog niet duidelijk hoe deze vraag moet worden beantwoord. Dit artikel beschrijft de rol van passing-on vanuit economisch perspectief, beschouwt relevante rechtspraak en besteedt aandacht aan ontwikkelingen in andere jurisdicties.

MP 2015/126 - Art. - De ontvankelijkheid van claim vehicles; het Düsseldorfse precedent

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Cornegoor, mr. J.M.K.P.
Bij het verhaal van kartelschade wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van zogeheten claim vehicles. De redenen daarvan worden beschreven. De vraag wordt besproken of de nederlaag die Cartel Damages Claim, een claim vehicle, in Duitsland leed omdat de verkrijging van schadevergoedingsvorderingen nietig bleek te zijn voor de Nederlandse praktijk relevant is. Ten slotte wordt stilgestaan bij de aanbevelingen van de Europese Commissie ter zake van collectieve vorderingen.

MP 2015/127 - Art. - Het bepalen van schade bij misbruik van een economische machtspositie

Aflevering 3, gepubliceerd op 30-05-2015 geschreven door Visser, drs. M.
Het artikel gaat in op de bepaling van schade bij misbruik van een economische machtspositie. Net als bij kartels is het van belang het contrafeitelijke scenario te bepalen. Bij misbruik van een economische machtspositie leidt dat tot additionele onzekerheden ten opzichte van de bepaling van schade bij kartels omdat een dergelijk scenario bijna per definitie met meer onzekerheden is omgeven. De schade bij misbruik is de gederfde winst, in plaats van, bij kartels, de opslag op de concurrentiele prijs. Die moet worden bepaald door een vergelijking van kasstromen zonder en met de inbreuk.