Aflevering 15

Gepubliceerd op 8 april 2025

NTFR 2025/626 - Bijzondere waarderingsvoorschriften woningen gelden niet voor waardering certificaten van aandelen in vastgoed-bv

ECLI:NL:HR:2025:507, datum uitspraak 04-04-2025, publicatiedatum 04-04-2025
Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2025 met annotatie van mr. W. Verstijnen
De vader van belanghebbende heeft certificaten van aandelen in een bv aan belanghebbende geschonken. Deze bv bezit een vastgoedportefeuille, mede bestaande uit 57 verhuurde woningen. De vraag of bij de waardering van de certificaten in het kader van de schenkbelasting rekening moet worden gehouden met een waardedrukkend effect van de verhuurde staat van de woningen, is door hof Amsterdam (11 mei 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1284, NTFR 2023/1393) bevestigend beantwoord. Volgens het hof is waardering op grond van de WOZ-waarde aangewezen met inachtneming van een leegwaarderatio. De hofuitspraak houdt in cassatie echter geen stand.

NTFR 2025/627 - Kennisgroepstandpunt gevolgen overdrachtsbelasting bij partiële terugbetaling of bijstorting na toepassing aandelenfusievrijstelling

Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2025 geschreven door drs. R. van Haperen
De Kennisgroep overdrachtsbelasting beantwoordt de vraag of de toegepaste vrijstelling van overdrachtsbelasting volgens art. VIII Wet aanpassing FGR wordt teruggenomen in geval van partiële terugbetaling van kapitaal aan aandeelhouders en in het geval van bijstorting op de aandelen.

NTFR 2025/630 - Geen dwangsom omdat (handgeschreven) bijlagen beroepschrift niet worden aangemerkt als rechtsgeldige ingebrekestelling (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2025:525, datum uitspraak 04-04-2025, publicatiedatum 04-04-2025
Aflevering 15, gepubliceerd op 08-04-2025
Bij belanghebbende en zijn ex-echtgenote heeft een boekenonderzoek naar de aanvaardbaarheid van de aangiften OB plaatsgevonden. In dat kader zijn naheffingsaanslagen opgelegd. Nadat (hoger) beroep is ingesteld, is de inspecteur uiteindelijk aan de bezwaren tegemoetgekomen. Vervolgens heeft de inspecteur diverse correspondentie van belanghebbende ontvangen met een reactie op een compromisvoorstel van de inspecteur inzake de IB/PVV. Belanghebbende meent dat hij de bij zijn correspondentie gevoegde stukken (onder meer handgeschreven bijlagen) heeft overhandigd en dat deze stukken daarom behoren tot de op de zaak betrekking hebbende stukken. Daaruit volgt naar zijn mening dat de inspecteur dwangsommen is verschuldigd. In geschil is derhalve de vraag of de op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd en of de inspecteur dwangsommen heeft verbeurd wegens niet tijdig beslissen op bezwaar.