ORP 2014/282 - Sign. - Hoger tarief velt opdrachtnemer (Rechtbank Oost-Brabant 16 juli 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:3763)
Aflevering 7, gepubliceerd op 25-10-2014 Op 1 juni 2003 sluiten Nutricia en onderneming X een exportdienstverleningsovereenkomst met een looptijd van 36 maanden met elkaar. De werkzaamheden die bij die overeenkomst worden overeengekomen, worden door A uitgevoerd. TNT Post neemt in 2007 X over, maar nog altijd blijft A feitelijk uitvoerder van het werk. In 2009 besluit TNT de werkzaamheden voor Nutricia af te stoten, waarop A en Nutricia in overleg treden over voortzetting van de werkzaamheden. Vanaf medio 2009 voert A zelfstandig de werkzaamheden voor Nutricia uit op basis van een op 3 augustus 2009 uitgebrachte (en later geaccepteerde) offerte. In die offerte staat vermeld: ‘de looptijd van dit contract is van 1 juni 2009 tot 31 december 2009’. Over de wijze waarop en de termijn waarbinnen opzegging van de overeenkomst dient plaats te vinden, wordt niets bepaald. Nutricia is de enige opdrachtgever van A en na afloop van de overeenkomst werken partijen onder dezelfde condities verder. Eind 2011 corresponderen partijen over een door A doorgevoerde tariefverhoging, maar bereiken hierover geen overeenstemming. Op 19 december 2011 geeft Nutricia aan dat zij de diensten van A alleen nog wenst af te nemen tegen het oude tarief. A weigert. Na 31 december 2011 geeft Nutricia nog altijd opdrachten aan A, waarvoor hij in januari 2012 zijn verhoogde tarief in rekening brengt. Bij brief van 9 februari 2012 geeft Nutricia aan per 20 februari 2012 geen gebruik meer wenst te maken van de diensten van A, vanwege de eenzijdig doorgevoerde tariefsverhoging. Nutricia geeft vanwege de opzegging aan bereid te zijn een vergoeding te betalen, maar A beroept zich met betrekking tot de indexeringsbepaling en de opzegtermijn op de overeenkomst tussen TNT en Nutricia. Daarmee gaat Nutricia niet akkoord. A krabbelt enigszins terug door op 17 april 2012 aan te bieden zijn diensten alsnog tegen het oude tarief te willen uitvoeren, maar Nutricia is niet meer geïnteresseerd. A vordert schadevergoeding vanwege de wijze waarop de overeenkomst door Nutricia is opgezegd. Nutricia had de overeenkomst per aangetekende brief per 1 januari 2012 moeten opzeggen, waarbij A zich beroept op de overeenkomst tussen TNT en Nutricia. Ook stelt A dat de opzegging in strijd met de redelijkheid en billijkheid is. Nutricia betwist dat er sprake is van contractsovername en stelt verder dat A, door zijn eenzijdige tariefsverhoging, de overeenkomst zelf heeft opgezegd.