Aflevering 2

Gepubliceerd op 7 maart 2015

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 21-10-2024

ORP 2015/53 - Sign. - Schuldenaar mocht redelijkerwijs vertrouwen op aanwezigheid van toereikende volmacht (Rechtbank Rotterdam 26 november 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:9635)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
X is bestuurder van Y BV, die een horecaonderneming exploiteert. Financieringsmaatschappij A verstrekt een financiering aan Y, waarvoor X zich hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld. B BV heeft zich borg gesteld voor al hetgeen Y aan A schuldig zou zijn uit hoofde van de geldlening. Als Y failliet gaat, betaalt B de borgtocht aan A tot maximaal 80% van hetgeen Y aan A schuldig is. A spreekt X aan tot betaling van het restant. X stelt echter dat B namens B en A heeft toegezegd de vordering op X verder te laten rusten.

ORP 2015/54 - Sign. - HR: ook voor verlenging WinstVerdubbelaar is toestemming echtgenoot nodig (Hoge Raad 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:41)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
M is in 1997 vijf leaseovereenkomsten (de WinstVerdubbelaar) aangegaan met een rechtsvoorgangster van Dexia. Na afloop van de looptijd van de leaseovereenkomsten van 60 maanden, is de looptijd met 36 maanden verlengd. M was ten tijde van het aangaan van de leaseovereenkomsten gehuwd met V. Bij brief van 8 december 2004 heeft V, met een beroep op artikel 1:88 en 1:89 BW, de overeenkomsten vernietigd en terugbetaling gevorderd. Inmiddels zijn de leaseovereenkomsten beëindigd. Na verkoop van de aandelen bedroeg de restschuld van elk van de leaseovereenkomsten € 1.380,68. M heeft de restschulden voldaan.

ORP 2015/55 - Sign. - De kredietnemer heeft zelf zijn handtekening gezet (Rechtbank Amsterdam 31 december 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:9091)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
X verzoekt in februari 2009 ING zijn krediet te verhogen van € 50.000 naar € 75.000. Op de door hem zelf ingevulde aanvraag staat een bedrag van € 485 aan maandelijkse financieringslasten vermeld, terwijl zijn daadwerkelijke lasten € 1.150 bedragen. Na enige tijd dient X bij ING een klacht in tegen de verlening van het krediet. Deze klacht wordt afgewezen. X heeft vervolgens een geschil aanhangig gemaakt bij de Geschillencommissie van het KiFiD, waarin deze klacht wordt afgewezen.

ORP 2015/56 - Sign. - Terugkoop- of doorverkoopregeling? (Gerechtshof Amsterdam 16 december 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5397)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
Y ontwikkelt een appartementencomplex. De gemeente Hilversum werkt mee onder de voorwaarde dat de appartementen alleen bestemd zijn voor mensen van 55 jaar en ouder met een zorgindicatie via het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO) en dat Y met de koper een uitgewerkte terugkoopregeling overeenkomt. In 2005 heeft de gemeente ermee ingestemd dat kopers niet langer over een RIO- indicatie hoeven te beschikken, maar dat ook kan worden volstaan met een medische indicatie van een huisarts of medisch specialist. Tevens heeft de gemeente de eis van een terugkoopregeling laten vallen, mits met de koper een doorverkoopregeling overeen wordt gekomen. X heeft in 2007 een appartement gekocht.

ORP 2015/57 - Sign. - Vloeken in de kerk (Rechtbank Amsterdam 31 december 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:8583)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
K koopt op 12 juli 2011 de Chassékerk in Amsterdam van V voor een bedrag van € 1.250.000. In de koopovereenkomst is het volgende opgenomen: “K verbindt zich jegens V om V in de gelegenheid te stellen de kerk te ontkerkelijken. K verbindt zich tevens aan V het gebouw niet te gebruiken voor een (deel)functie die in strijd is met de goede zeden. K verbindt zich jegens de verkoper om, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare boete van vijfhonderdduizend euro (€ 500.000) door K te betalen aan verkoper, om – zolang het kerkgebouw niet is gesloopt casu quo nog niet wordt verbouwd – ervoor te zorgen dat de kerk niet onwaardig wordt gebruikt, zulks ter beoordeling van V. De achterliggende gedachte hierbij is het voorkomen dat de kerk gekraakt zou kunnen worden.”

ORP 2015/58 - Sign. - Garantie alleen betrekking op ruilverkavelingsplannen die ten tijde van levering waren voorzien (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8889)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
K koopt twee naast zijn eigendom gelegen percelen grond van V. Het gaat om percelen omschreven als percelen cultuurgrond ‘van welk perceel ruilverkavelingsrente is te verwachten’. K krijgt een aanslag ‘landinrichtingsrente, ruil- of herverkavelingsrente’ ad € 9.412 en vordert betaling daarvan door V. Volgens K heeft V in artikel 6 van de leveringsakte de garantie gegeven dat de verkochte percelen niet waren betrokken in een ruilverkavelingsplan. Bovendien, zo stelt K, moet V op grond van artikel 7:15 BW instaan voor de afwezigheid van een bijzondere last (lees: de ruilverkavelingsrente).

ORP 2015/59 - Sign. - Opschortende voorwaarde moet worden bewezen (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5168)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
X doet Y op 1 februari 2012 een aanbod tot verlening van licenties voor het gebruik van in een cloud-omgeving geplaatste software. Y tekent deze offerte op 10 februari 2012 voor akkoord. Op 15 februari 2012 mailt X de planning voor de implementatie van het systeem. De implementatie vindt vervolgens niet plaats. Wel meldt X Y aan bij de cloud, waarna een deel van de software ten bate van Y vanaf 17 februari 2012 gaat werken. Y betaalt de facturen niet.

ORP 2015/60 - Sign. - Koopovereenkomst is geen optieovereenkomst (Rechtbank Midden-Nederland 17 december 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:6547)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
A biedt zijn winkelpand te koop aan. B wil in het betreffende winkelcentrum een Aldi supermarkt realiseren. Om de realisatie van de supermarkt mogelijk te maken sluiten partijen op 29 juni 2011 een koopovereenkomst, waarbij A het pand aan B levert voor een koopsom van € 670.000, met als uiterste leveringsdatum 29 juni 2016. In de considerans van de koopovereenkomst is opgenomen dat partijen bekend zijn met het feit dat een samenwerkingsovereenkomst is getekend door B, de ontwikkelaar, de gemeente en de Vereniging van Eigenaren, met het oog op de herontwikkeling, waarvan het pand onderdeel uitmaakt. De koopovereenkomst kan worden ontbonden als B buiten zijn macht geen vergunning ontvangt, of wanneer de gemeente of VvE niet wil samenwerken met de herontwikkeling. In de overeenkomst is opgenomen dat B aan A een ‘reserveringsvergoeding’ van € 800 per maand zal betalen. Bij ontbinding van deze overeenkomst is A niet gehouden de door hem ontvangen reserveringsvergoeding te restitueren aan B. Wanneer de overeenkomst niet wordt nagekomen, is B na ingebrekestelling daartoe via een deurwaardersexploot aansprakelijk voor de schade van A.

ORP 2015/61 - Sign. - Algemene voorwaarden gelden niet wegens onduidelijkheid inzake toepasselijkheid (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 30 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5679)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
Montagebedrijf M verstrekt in de jaren 2011 en 2012 mondeling opdracht aan A om onderhoudswerkzaamheden voor haar te verrichten. A bevestigt de werkzaamheden schriftelijk door ondertekening van opdrachtbevestigingen. De door A aan M gezonden facturen blijven deels onbetaald. M stelt dat een deel van hetgeen zij wel aan A heeft voldaan onverschuldigd is betaald, althans dat A daardoor ongerechtvaardigd is verrijkt.

ORP 2015/62 - Sign. - Op zoek naar een nieuw bedrijf (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5182)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
Op 22 maart 2011 sluiten A en B een overeenkomst, waarbij A werkzaamheden zal verrichten teneinde de website van de door B gedreven eenmanszaak beter vindbaar te maken en te houden op Google. De overeengekomen initiële contractsduur bedraagt één jaar en de overeengekomen vergoeding bedraagt € 1.995. In de door A opgestelde en door beide partijen ondertekende overeenkomst staat: ‘Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn de op de achterzijde afgedrukte algemene voorwaarden van toepassing’.

ORP 2015/63 - Sign. - Een afgeplakt lampje (Rechtbank Midden-Nederland sector kanton, 30 april 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:6638)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
K koopt op 13 april 2013, na het maken van een proefrit, voor een bedrag van € 9.900 een Chevrolet Captiva van autohandelaar V. Tijdens een onderhoudsbeurt op 12 juni 2013 wordt geconstateerd dat de distributiekettingen ernstig versleten zijn. Bij een dergelijke storing behoort een waarschuwingslampje te gaan branden. Dit lampje blijkt te zijn afgeplakt. Op 5 juli 2013 informeert K V hierover telefonisch. Op 2 augustus 2013 laat K de auto repareren door bedrijf X. K vordert vergoeding van de reparatiekosten van V.

ORP 2015/64 - Sign. - Onjuist advies van adviesbureau brengt nog niet mee dat opdrachtnemer tekort is geschoten (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5171)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
X, Y en Z zijn betrokken bij de bouw van een school, in opdracht van gemeente G. Het ventilatiesysteem in het schoolgebouw veroorzaakt geluidsoverlast. Zachter zetten van de units heeft tot gevolg dat de luchtverversing onvoldoende wordt. Om de problemen op te lossen, ziet G zich genoodzaakt om voor € 423.000 een nieuw centraal systeem aan te leggen. G stelt X, Y en Z hoofdelijk aansprakelijk voor die schade.

ORP 2015/65 - Sign. - Beroep op verjaring slaagt omdat er voldoende gelegenheid was deze te stuiten (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5349)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
X is eigenaar van een studentenhuis en laat scheidingswanden plaatsen om over te kunnen gaan tot verhuur van kamers op basis van ‘bed & breakfast’. Tijdens de verbouwing in 2003 treedt scheurvorming en vervorming op in de scheidingswanden. A stelt aannemers X en Y in 2009 aansprakelijk voor de schade. Volgens A heeft X de scheidingswanden ondeugdelijk aangebracht en heeft Y daarop onvoldoende toezicht gehouden. A stelt de schade op 30 september 2003 te hebben ontdekt.

ORP 2015/66 - Sign. - Buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomst geoorloofd nu er geen dwaling is (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5173)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
B levert aan A toiletapparatuur op basis van een huur/-serviceovereenkomst. B heeft haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard op de overeenkomst. Een aantal handdoekautomaten werkt niet naar behoren, waarop A stopt met het betalen van de facturen van B. A beroept zich op dwaling.

ORP 2015/67 - Sign. - De wet van Archimedes in de rechtbank (Rechtbank Rotterdam 3 december 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:9991)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
Op 22 augustus 2009 raakt het schip de Strashnov tijdens de tewaterlating de kade, waardoor het schip onherstelbaar beschadigd. Verzekeraar A vergoedt onder de aanbouwpolis een bedrag van € 717.013. A wenst dat bedrag (deels) te verhalen op property-verzekeraar B, omdat hij meent dat sprake is van samenloop tussen de bij hem afgesloten verzekering en de verzekering bij B.

ORP 2015/68 - Sign. - De hervonden herinnering (Rechtbank Amsterdam 31 december 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:8703)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
X, Y en Z zijn exploitanten van varkenshouderijen. X levert een gedeelte van het voer door aan Y en Z, die onderling ook weer voer aan elkaar leveren. Zij hebben ieder afzonderlijk een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Delta Lloyd. In mei/juni 2002 is sprake geweest van besmetting van veevoer. De oorsprong van deze besmetting is gelegen in een aantal ladingen suikerstroop, die oorspronkelijk als afvalstof was vrijgekomen bij de productie van medicijnen. Wanneer Delta Lloyd de aansprakelijk gaat onderzoeken, concludeert zij dat de doorlevering van het voer volgens de polis uitsluiting van aansprakelijkheid oplevert en weigert zij uitkering.

ORP 2015/69 - Sign. - Beroep op nietigheid wegens strijd met goede zeden naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar? (Hoge Raad 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3650)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
E is gehuwd geweest met dochter D van verweerders. Het huwelijk, dat is aangegaan met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen, is op 2 augustus 2012 ontbonden. Op 31 augustus 2006, staande het huwelijk, hebben E en D een overeenkomst van geldlening gesloten (hierna: de overeenkomst), waarbij E optrad als geldgever. In de overeenkomst is opgenomen dat E werd belaagd door crediteuren en dat hij de lening aan D heeft verstrekt om te voorkomen dat door beslaglegging al zijn liquide middelen geblokkeerd zouden worden. Verder is als opschortende voorwaarde overeengekomen dat D al haar (toekomstige) vorderingen E zou verpanden.

ORP 2015/70 - Sign. - Notaris trof geen verwijt dat verkocht pand niet voldoende was verzekerd (Gerechtshof Amsterdam 16 december 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5468)

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015
V heeft ten overstaan van notaris N een onroerende zaak verkocht. In de koopakte is onder meer bepaald dat V tot het moment van de levering verplicht is ‘het verkochte ten genoegen van koper naar herbouwwaarde casu quo nieuwbouwwaarde verzekerd te houden’. Vóór de levering is een deel van de onroerende zaak door brand verwoest. V had een opstalverzekering afgesloten, maar de verzekeraar heeft niet de herbouwwaarde (± € 1,2 miljoen), doch slechts de waarde in het economische verkeer (€ 4.000) vergoed. Volgens de verzekeringsmaatschappij werd niet voldaan aan de polisvoorwaarden voor vergoeding op basis van de herbouwwaarde, nu het gebouw leeg stond en bovendien te koop stond. V dient daarop een klacht in tegen N bij de Kamer voor het Notariaat. Volgens hem had N bij partijen dienen te verifiëren of de onroerende zaak ‘ten genoegen van koper’ was verzekerd.

ORP 2015/71 - Art. - Kijken door een nieuwe bril naar de stelplicht en bewijslast bij de klachtplicht

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015 geschreven door Spoormans, mr. D.F.
De Hoge Raad heeft op 12 december 2014 een nieuw arrest gewezen in de kwestie Far Trading B.V./Edco Eindhoven B.V. Met dit arrest is een duidelijke invulling gegeven aan de verdeling van de stelplicht en bewijslast bij een beroep op de klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Die invulling is anders dan eerder werd aangenomen. Deze bijdrage beoogt de consequenties van dit arrest voor praktijkjurist te verhelderen.

ORP 2015/72 - Art. - Borgtocht als bijzondere vorm van contractuele 
hoofdelijkheid

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015 geschreven door Bergervoet, mr. G.J.L.
Door borgtocht als een specifieke vorm van contractuele hoofdelijkheid te regelen, heeft de wetgever ervoor gezorgd dat beide rechtsfiguren onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dit maakt het van groot belang om goed te weten hoe borgtocht zich verhoudt tot de onbenoemde overeenkomst van contractuele hoofdelijkheid. In dit artikel wordt stilgestaan bij de wijze waarop beide figuren van elkaar kunnen worden onderscheiden en welke verschillen in rechtsgevolgen aan de kwalificatie zijn verbonden. Ten slotte worden twee tips gegeven om bij het opstellen en beoordelen van contracten de problemen te lijf te gaan die voortvloeien uit de afbakeningskwesties rondom borgtocht en contractuele hoofdelijkheid.

ORP 2015/73 - Art. - Mededingingsrechtelijke aspecten van online verkoopbeperkingen in exclusieve en selectieve distributiestelsels

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015 geschreven door Elkerbout LL.M., mr. R.
Het is algemeen bekend dat de opkomst van online verkoop voor problemen en uitdagingen in de distributieketen zorgt. Een algehele beperking van verkoop via internet zou een oplossing kunnen zijn voor problemen, maar die oplossing stuit – zoals in deze bijdrage wordt toegelicht – op sterke mededingingsrechtelijke bezwaren. Een fabrikant/leverancier mag echter wel eisen stellen aan het gebruik van internet bij de wederverkoop van zijn merkproducten, in het bijzonder wanneer sprake is van exclusieve of selectieve distributiestelsels. In deze bijdrage wordt de mededingingsrechtelijke status van online verkoop besproken, en meer in het bijzonder mogelijke contractuele online verkoopbeperkingen in exclusieve en selectieve distributiestelsels.

ORP 2015/74 - Art. - Drafting tips & skills: scheiden doet lijden; oftewel wat geldt 
tijdens de opzegtermijn bij duurovereenkomsten

Aflevering 2, gepubliceerd op 07-03-2015 geschreven door Wallart, mr. M.
Het verbreken van duurovereenkomsten heeft in rechtspraak en literatuur de afgelopen jaren veel aandacht gekregen. Die aandacht spitste zich vooral toe op de vraag of en onder welke voorwaarden duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd opgezegd kunnen worden bij gebreke van een wettelijke of contractuele regeling1 en in het bijzonder op de lengte van een in acht te nemen opzegtermijn.