Aflevering 8

Gepubliceerd op 28 november 2015

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 21-10-2024

ORP 2015/232 - Sign. - Borgtocht niet aangegaan in de normale uitoefening van beroep of bedrijf (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 juni 2014, ECLI:NL:GHARL:2015:4808)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
A heeft in opdracht van O werkzaamheden verricht. O heeft de facturen betreffende die werkzaamheden voor € 41.414,37 onbetaald gelaten. G heeft zich bij akte van 22 februari 2012 borg gesteld voor het op dat moment door O aan A verschuldigde bedrag van € 51.831,05. Op 26 maart 2012 heeft de echtgenote van G, een brief verstuurd aan A waarin zij stelt de overeenkomst van borgtocht te vernietigen ex artikel 1:89 lid 1 BW. Op 28 maart 2012 is O failliet verklaard. A vordert een verklaring voor recht dat de akte van borgstelling rechtsgeldig tot stand is gekomen en niet ex artikel 1:88 lid 1 sub c BW is vernietigd, en betaling uit hoofde van die borgstelling.

ORP 2015/233 - Sign. - Makelaar aansprakelijk jegens huurder bij bemiddeling (Gerechtshof Amsterdam 14 juli 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2890)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Huurder H (van Duitse nationaliteit) stelt makelaar M aansprakelijk. M heeft in opdracht van de werkgever van H bemiddeld bij de totstandkoming van een huurovereenkomst met betrekking tot een woonruimte. H stelt dat zij teveel huur heeft betaald; na enige jaren heeft zij ontdekt dat de huur op grond van het puntensysteem onder de liberalisatiegrens ligt, terwijl de huur op grond van de huurovereenkomst daarboven ligt. H vordert het teveel betaalde (ruim € 60.000) bij wijze van schade op grond van onrechtmatige daad.

ORP 2015/234 - Sign. - Emeritale overpeinzingen over misleidende banken (G.E. van Maanen, NTBR – Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2015/6)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Sinds 1 januari 2014 geldt een wettelijk provisieverbod voor financiële producten. Banken en adviseurs mogen geen provisie meer aannemen van bijvoorbeeld beleggingsfondsen die zij hun klanten aanraden. Hoe komen de banken nu aan hun inkomsten? Door een verplicht adviesgesprek na het afnemen van een ‘financiële quiz’. De auteur vraagt zich af of hier sprake is van bedrog.

ORP 2015/235 - Sign. - Huurder had voor juridische splitsing geen toestemming van verhuurder nodig (Rechtbank Amsterdam sector kanton 24 augustus 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:5478)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Een BV is huurder van winkelruimte. Als gevolg van een juridische splitsing zijn de rechten uit de huurovereenkomst overgegaan naar een andere vennootschap. Naar aanleiding hiervan stelt de verhuurder dat de BV een boete is verschuldigd omdat in het huurcontract onder meer is bepaald dat het zonder toestemming niet is toegestaan om ‘de huurrechten geheel of gedeeltelijk over te dragen of in te brengen in een maatschap of rechtspersoon’. De kantonrechter oordeelt echter dat geen toestemming was vereist, omdat bij splitsing sprake is van een overgang onder algemene titel, en niet van ‘inbreng van huurrechten’.

ORP 2015/237 - Sign. - Uit leveringsakte blijkt niet dat erfgrens door Kadaster zou worden bepaald (Gerechtshof Amsterdam 1 september 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3614)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
X en Y zijn buren. Zij hebben hun woningen verkregen van een projectontwikkelaar. In het bijzijn van X en Y heeft een meting door een landmeter van het Kadaster plaatsgevonden. Volgens de kadastrale kaart loopt de erfgrens op 44 cm vanaf de zijgevel van Y’s woning. X stelt dat de erfgrens precies loopt in het verlengde van de buitenmuur van de woning van Y, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de erfgrens volgens de kadastrale kaart juist is. In hoger beroep vernietigt het hof dat vonnis.

ORP 2015/238 - Sign. - Dakrenovatie of niet? 
(Gerechtshof Den Haag 1 september 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2311)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
A heeft bij brief van 19 oktober 2006 aan B een offerte uitgebracht voor het verrichten van werkzaamheden aan het pand van B. Deze offerte heeft als aanhef ‘Dakrenovatie’, waarna een omschrijving van de te leggen dakpannen en de werkzaamheden volgt: ‘Na het verwijderen van de dakpannen, panlatten en tegels zullen wij het dak voorzien van nieuwe underlaymentplaten dik 18 mm.’ Onder ‘opmerkingen’ staat: ‘We hebben niet in deze offerte opgenomen werkzaamheden aan balklagen, gootklossen, gootbetimmeringen, het vervangen van het open-haardkanaal, daksporen en andere punten die wij niet hebben omschreven.’ Na oplevering blijken de steunbalken van het dak rot te zijn. B stelt dat een deugdelijke dakrenovatie niet plaats heeft kunnen vinden zonder vernieuwing van de steunbalken en dat A toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de uit de aannemingsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen.

ORP 2015/239 - Sign. - Als vrienden onder elkaar, als vijanden uit elkaar (Gerechtshof Amsterdam 15 september 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3853)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
A heeft een aannemingsbedrijf, B heeft een restaurant genaamd Buffalo Steakhouse. Partijen hebben op 24 juli 2012 een aannemingsovereenkomst gesloten betreffende de verbouwing van het restaurant van B. In de overeenkomst staat de prijs genoemd: € 60.000, te betalen in drie termijn: 50% van het genoemde bedrag bij verstrekken van de opdracht, 25% binnen 14 dagen na oplevering van het werk en 25% binnen 30 dagen na tweede betaling. Als B een rekening niet tijdig betaalt, is hij met ingang van de eerste dag na het verstrijken van de betalingstermijn 12% rente verschuldigd over het bedrag van de rekening. Na de start van de werkzaamheden is B akkoord gegaan met verplaatsing van de toiletten naar de kelder. A heeft verzocht de oplevering uit te stellen tot 2 september 2012. B heeft hiermee ingestemd. De oplevering wordt uiteindelijk uitgesteld tot na een belangrijke beurs in de RAI op 7 september, die zorgt voor extra klandizie voor Buffalo Steakhouse.

ORP 2015/240 - Sign. - Help, mijn verkoper is klusser! (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3672)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Bij koopovereenkomst van 4 januari 2009 heeft V aan K een woonhuis verkocht. Bij brief van 5 oktober 2012 schrijft rechtsbijstandsverzekeraar DAS van K aan V: ‘Cliënten hebben medio 2012 moeten constateren dat het voegwerk en de vloertegels op de badkamer begonnen los te laten. Ook hing er een muffe geur in de badkamer. De situatie is momenteel zodanig dat het gebruik van de douche wordt afgeraden. Kort gezegd blijkt uit onderzoeken dat de schadeoorzaak gelegen is in het feit dat de badkamervloer op onjuiste wijze is aangebracht.’ K eist schadevergoeding, die is toegewezen door de kantonrechter na deskundigenbericht. De kantonrechter heeft de deskundige bij vonnis van 15 mei 2013 de volgende vragen voorgelegd:

ORP 2015/241 - Sign. - Herverdeling van toegekende subsidiebedragen door penvoerder niet zonder meer toegestaan (Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 september 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:6124)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Universiteit U gaat een samenwerkingsverband aan met vijf partijen voor een subsidietraject. U machtigt A om mede namens haar de subsidie aan te vragen, alle correspondentie inzake de subsidie te voeren en de betaling van de subsidie, inclusief de voorschotbetalingen, mede namens haar te ontvangen. Subsidie wordt toegekend en A krijgt een bedrag van € 373.452 te verdelen. De subsidieverstrekker kent aan U 80% van de geaccepteerde projectkosten van € 198.047 (ofwel € 157.558) toe. U ontvangt van A € 45.666,57 aan voorschotten. A betaalt het restant niet. U stelt dat A, als ‘penvoerder’ bij het project, slechts houder voor U was voor de door subsidieverstrekker aan U toegekende subsidiebedragen, zodat A het volledig aan U toegekende bedrag aan U diende te betalen. Herverdeling van de toegekende subsidiebedragen door A als penvoerder is niet toegestaan, aldus U. A stelt echter dat U geringere werkzaamheden ten behoeve van het project heeft verricht dan vooraf was begroot en in de aanvragen voor de subsidies was vermeld. Om die reden komt haar een lager bedrag aan subsidie toe, zodat zij nu geen aanspraak op enig subsidiebedrag meer heeft.

ORP 2015/242 - Sign. - Geen toepassing boete- en rentebeding tussen particulieren (Rechtbank Noord-Nederland sector kanton 4 augustus 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:3716)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
De verhuurder van een woning (een particulier) vordert betaling van de huurachterstand, vermeerderd met de op grond van de algemene bepalingen bij de huurovereenkomst verschuldigde boete en rente van 12% per jaar. De verhuurder heeft daartoe zowel de huurder (een particulier) als diens borg gedagvaard.

ORP 2015/243 - Sign. - Op het scherpst van de verbintenisrechtelijke snee... (I. Samoy, NTBR – Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2015/6)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Een kleuter komt niet opdagen op het verjaardagsfeestje van een vriendje en krijgt in zijn schooltas de rekening gepresenteerd. De organiserende ouders vragen een vergoeding voor de reserveringskosten van een indoor skipiste. De auteur neemt deze casus uit de actualiteit als vertrekpunt voor een reflectie over de grenzen van het domein van juridische verbintenissen en de toename van no show fees.

ORP 2015/244 - Sign. - Geen causaal verband tussen fout advocaat en gestelde schade (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 15 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3574)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
M en V drijven samen een vennootschap onder firma. De vof is eigenaar van een boerderij, belast met een hypotheek ten behoeve van de bank. X, de vader van V, heeft diverse leningen aan de vof verstrekt. In 2010 heeft de bank executoriale verkoop van de boerderij aangekondigd omdat V en M hun verplichtingen uit de hypothecaire geldlening niet nakomen. Omdat de relatie van V eindigt, wil X haar helpen door de boerderij van de vof te kopen. Als M daar niet aan wil meewerken, vraagt X advocaat A om assistentie. Op enig moment betrekt X A in rechte en vordert voor recht te verklaren dat A twee beroepsfouten heeft gemaakt door ten onrechte te adviseren het faillissement van de vof aan te vragen (waardoor de met de bank bereikte overeenstemming over aankoop van het pand niet door kon gaan) en X niet op de hoogte te stellen van de uiterste termijn om een bod bij de curator uit te brengen. Het pand is daardoor al aan een derde verkocht.

ORP 2015/245 - Sign. - Aan wettelijke vereisten voor ingebrekestelling is voldaan (Rechtbank Midden-Nederland sector kanton 26 augustus 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:6224)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
ABN Amro Bank heeft op 10 juni 2008 met G een kredietovereenkomst gesloten tot maximaal € 9.000. G heeft zich verbonden om ter aflossing tenminste € 135 per maand aan ABN te betalen. Er is een achterstand in de betalingen ontstaan, naar aanleiding waarvan ABN diverse sommaties aan G heeft verzonden. ABN vordert veroordeling van G tot betaling van € 10.709,66, te vermeerderen met de overeengekomen kredietvergoeding op basis van samengestelde interest, zoals deze met inachtneming van de Wck en het Besluit kredietvergoedingen maximaal is toegestaan over € 10.709,66, vanaf 20 maart 2015 tot de voldoening, met veroordeling van G in de proceskosten.

ORP 2015/246 - Sign. - Voor advocaten die worden aangesproken uit onrechtmatige daad geldt niet de maatstaf van persoonlijk ernstig verwijt (Hoge Raad 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2745)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
E heeft een adviesopdracht verstrekt aan een advocatenmaatschap. In dit verband hebben X en Y in werkzaamheden voor E verricht. X was maat in de maatschap. Y was advocaat in dienstbetrekking. E heeft in mei 2008 € 1 miljoen aan Alasco geleend. Tot zekerheid van terugbetaling verkreeg E een aantal borgtochten en een hypothecaire zekerheid op een perceel grond in Roden. Alasco en de borgen zijn failliet verklaard. De vordering van E uit hoofde van de geldlening is (grotendeels) niet voldaan. De grond in Roden biedt bij eventuele executie dekking voor een beperkt deel van de vordering. E vordert een verklaring voor recht dat X en Y toerekenbaar zijn tekortgeschoten en onrechtmatig hebben gehandeld, en schadevergoeding. E legt aan de vordering ten grondslag, dat X en Y de waarde van de grond in Roden niet hebben onderzocht of geverifieerd en hem hierover niet hebben geadviseerd.

ORP 2015/247 - Sign. - Schadevergoedingsvordering tegen notaris niet verjaard (Rechtbank Midden-Nederland 12 augustus 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:6490)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Notaris N heeft in 2005 een akte gepasseerd waarbij X landbouwgrond heeft geleverd aan een projectontwikkelaar. Volgens de akte heeft X recht op een nabetaling als de bestemming van de grond is gewijzigd ten behoeve van bebouwing. Ondanks dat aan N daartoe een volmacht was afgegeven, is ter zake van de nabetalingsvordering geen hypotheekrecht gevestigd ten behoeve van X. X stelt N aansprakelijk voor de schade. Volgens N is de vordering van X in 2010 verjaard op grond van artikel 3:307 jo. 3:312 BW.

ORP 2015/248 - Sign. - Verlof inroeping huurbeding omdat taxateur huis niet van binnen kon inspecteren (Voorzieningenrechter Rechtbank Noord-Nederland 14 augustus 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4322, en 18 augustus 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4323)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Onlangs zijn twee vergelijkbare uitspraken verschenen waarbij een hypotheekhouder een verzoek heeft ingediend bij de voorzieningenrechter tot het verkrijgen van verlof om een beroep te doen op het huurbeding in de hypotheekakte als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 en 6 BW. Uit een taxatierapport blijkt dat de taxateur heeft volstaan met een geveltaxatie, omdat hij niet door de eigenaar in staat werd gesteld de woning van binnen te inspecteren.

ORP 2015/249 - Sign. - Aan de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 BW geen polonaise: ruim baan voor de gesubrogeerde (ziektekosten)verzekeraar (A.I. Schreuder en M. van Kogelenberg, Maandblad voor Vermogensrecht 2015/9)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
De auteurs bespreken, aan de hand van een recent arrest van de Hoge Raad, de vraag of de vordering van een gesubrogeerde verzekeraar jegens de aansprakelijke partij of haar verzekeraar in geval van eigen schuld van de benadeelde op geheel gelijke wijze dient te worden beoordeeld als de vordering van de benadeelde en meer specifiek of de billijkheidscorrectie op een gelijke wijze dient te worden ingevuld.

ORP 2015/250 - Sign. - Assurantietussenpersoon is niet tekortgeschoten in verzorgen van verzekeringsdekking (Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 september 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:6007)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Assurantietussenpersoon A heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor etikettenleverancier B afgesloten. Wanneer B door een afnemer aansprakelijk wordt gesteld voor levering van onjuiste (prijs)etiketten voor vazen, verzoekt B uitkering van het schadebedrag bij haar verzekeraar V. Volgens V valt de door B geclaimde schade niet onder de polisdekking, omdat geen sprake is van zaakschade in de zin van de polis. Weliswaar zijn de vazen, als gevolg van dubbel voorkomende codes, mogelijk niet bruikbaar, maar van een beschadiging of stoffelijke aantasting van die vazen is volgens V geen sprake. B verwijt daarop A niet de zorg te hebben betracht die van haar als redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Volgens B heeft zij A meermaals de vraag voorgelegd of dergelijke, vergelijkbare schades onder de dekking van de verzekering zouden komen. Weliswaar zullen drukwerk of stickers, op zichzelf gezien, zelden (uitsluitend) een stoffelijke zaak beschadigen, maar de gevolgen van foutief drukwerk/stickers kunnen zeer verstrekkend zijn. B beschikte echter, zo blijkt nu, over een verzekering op grond waarvan geen dekking wordt verleend in geval van andere schade dan zaakschade. Aldus meent B over een ondeugdelijke verzekering voor haar bedrijfsvoering te beschikken, waarmee in feite in geen enkel geval dekking zou worden verleend.

ORP 2015/251 - Sign. - Beroep van zorgverzekeraar op cessieverbod slaagt niet (Rechtbank Gelderland 28 augustus 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:5489)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Zorgaanbieder A exploiteert een instelling voor specialistische geestelijke gezondheidszorg. A biedt deze zorg ook aan verzekerden van Z, maar heeft daartoe geen overeenkomst met Z. A is voor Z dus een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Z schrijft in haar algemene voorwaarden met haar verzekerden voor dat een vergoeding van zorg van een niet-gecontracteerde aanbieder uitsluitend wordt betaald op een bankrekening die op naam staat van de verzekerde, of – bij het ontbreken daarvan – een bankrekening die op naam staat van de verzekeringnemer. Overdraagbaarheid/cessie van vorderingsrechten, die voor verzekerde en/of verzekeringnemer voortvloeien uit een met Z gesloten verkeringsovereenkomst, is uitgesloten. A vordert in deze procedure dat het Z wordt verboden om jegens (patiënten van) A een beroep te doen op dit cessieverbod in haar algemene voorwaarden.

ORP 2015/252 - Sign. - Ontbinding toegestaan wegens onvoorziene omstandigheden (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3429)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Stichting S is door de gemeente opgericht en heeft als doelstelling om de bekendheid, kwaliteit en beeldvorming van de stad te vergroten. Om gedurende de winterperiode de aantrekkelijkheid van de stad te verbeteren, heeft S een terugkerend evenement in het leven geroepen. Y legt zich toe op het organiseren van grootschalige evenementen en heeft zich gespecialiseerd in het organiseren en exploiteren van exposities van ijssculpturen. S heeft met Y een overeenkomst gesloten in 2008. Dit geschil gaat om de vraag of Y de overeenkomst buitengerechtelijk mocht ontbinden op grond van artikel 8 van de overeenkomst, omdat er sprake zou zijn geweest van onvoorziene omstandigheden wetens het feit dat geen vergunning werd verleend voor de afgesproken duur van het festival van 8 à 9 weken. De vraag is wat Y ten tijde van het aangaan van de overeenkomst mocht verwachten om een behoorlijke exploitatie mogelijk te maken.

ORP 2015/253 - Sign. - Wanprestatie en onaangename bewoordingen; opzegging kredietrelatie door bank rechtsgeldig (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 18 augustus 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3245)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
X is tandarts en krijgt in 2006 van Van Lanschot Bank onder andere een financiering van zijn praktijk, bestaande uit twee leningen van in totaal € 103.000 en een krediet in rekening-courant van € 45.000. In de kredietovereenkomst is als voorwaarde vermeld ‘dat u voor alle bancaire transacties en dergelijke uitsluitend van onze diensten gebruik zult maken’. In 2008 wordt besproken het krediet tijdelijk te verhogen. In dat jaar gaat X echter ook leningen aan bij andere instanties, zonder dit aan Van Lanschot te melden. In mei 2010 ontstaat een overstand op het rekening-courantkrediet, waarna intensieve correspondentie tussen de belangenbehartiger van X en de bank volgt. De overstand blijft echter bestaan. In augustus 2010 blokkeert de bank de rekeningen van X. Diens belangenbehartiger stuurt een brief, waarin hij de bank onder meer beschuldigt van ongerechtvaardigde verrijking en misbruik van bevoegdheden. Hierop verbreekt Van Lanschot op 25 augustus 2010 de bancaire relatie met X.

ORP 2015/254 - Sign. - De rechterlijke lijdelijkheid in rook opgegaan? De ambtshalve toepassing van de consumentenkoopregels nader toegelicht (A.G.F. Ancery en C.M.D.S. Pavillon, Maandblad voor Vermogensrecht 2015/9)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Recent heeft het HvJ vragen over consumentenkoop beantwoord. De auteurs bespreken de rol van de rechter bij de kwalificatie van de overeenkomst en de vraag wie als consument wordt aangemerkt. Daarnaast gaan zij in op de stelplicht en bewijslast bij de klachtplicht en het bewijsvermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW.

ORP 2015/255 - Sign. - Drie uitspraken over erfpacht, inbezitneming en artikel 3:105 BW (J.E. Jansen, Maandblad voor Vermogensrecht 2015/9)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Kan de beoogd erfpachter het bezit als erfpachter verkrijgen als de vestiging overeengekomen is, maar niet geschiedt? Wat verkrijgt de erfpachter die bij de vestiging van zijn recht een gedeelte van een aanpalend perceel in gebruik neemt, of dat op een later tijdstip doet? Is hij bezitter als erfpachter, bezitter als eigenaar, ontstaat een onrechtmatige toestand?

ORP 2015/256 - Sign. - Volledige verrekening en afdracht van overwaarde in het wetsvoorstel goederenkrediet (E.F. Verheul, Maandblad voor Vermogensrecht 2015/9)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Met het wetsvoorstel consumentenkredietovereenkomst, goederenkrediet en geldlening wordt een groot deel van de huidige bepalingen over koop op afbetaling en huurkoop van regelend recht. De auteur betoogt dat dit ten onrechte niet geldt voor het voorgestelde artikel 7:92 BW, dat verplicht tot volledige verrekening in geval van ontbinding.

ORP 2015/257 - Sign. - Rekening en verantwoording over uitvoering volmacht (Gerechtshof Den Haag 11 augustus 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2534)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
Jongste zoon Z heeft vader M (die een broze gezondheid heeft en over weinig zakelijk en financieel inzicht en overzicht beschikt) in de periode van 1998 tot medio 2012 geholpen met diens persoonlijke verzorging, zijn medische problemen en een deel van zijn financiële zaken. Z verrichte – daartoe gemachtigd door M – via internetbankieren betalingen voor M van diens bankrekeningen. M vordert van Z terugbetaling van een bedrag van ± € 950.000. Volgens M is sprake van onverklaarbare uitgaven van zijn bankrekeningen door Z in diens voordeel. Z heeft M meerdere schuldbekentenissen laten tekenen. Pas toen M een schuld moest aflossen, ontdekte hij dat zijn gehele vermogen was verdwenen.

ORP 2015/258 - Sign. - Overdracht van woning in verhuurde staat aan huurder is een gift (Rechtbank Noord-Holland 3 augustus 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:7850)

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015
X huurt een woning van zijn vader. In 2008 heeft vader deze woning aan X overgedragen voor een koopprijs van € 162.000. Volgens X komt deze prijs overeen met de waarde in verhuurde staat. Naar aanleiding hiervan heeft de belastinginspecteur aan X een aanslag in het recht van schenking opgelegd. Volgens de inspecteur is er sprake van een schenking, omdat door de overdracht de huurovereenkomst door vermenging teniet is gegaan en X de meerwaarde van hetgeen onbezwaard is verkregen bij een doorverkoop kan realiseren. Naar zijn mening moet de woning in vrije staat worden gewaardeerd. Nu de koopprijs lager is dan de waarde in vrije staat (volgens een taxatierapport € 230.000), is er sprake van een belaste schenking. X betwist deze opvatting. Volgens hem is er geen sprake van een verarming bij vader en een verrijking bij hemzelf als de koopprijs gelijk is aan de waarde van de woning in verhuurde staat.

ORP 2015/259 - Art. - De rol van de notaris bij (een op handen zijnde) wanprestatie

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015 geschreven door Oostrom-Streep, mr. dr. N.C. van
Bij conflicterende obligatoire rechten moet de juiste balans worden gevonden tussen de faciliterende taak van het notariaat en de daarbij behorende ministerieplicht enerzijds en de corrigerende taak en poortwachtersfunctie van de notaris anderzijds. Het tuchtrecht en het civiele recht weken hier lange tijd sterk af. Op 3 april 2015 wees de Hoge Raad een arrest waarin duidelijk stelling is genomen en ook de tuchtrechter wordt aangespoord meer de civielrechtelijke lijn te volgen. Hoofdregel moet zijn dat de notaris zijn ministerie moet verlenen, tenzij in plaats van het door de tuchtrechter aangehangen: dienst weigeren, tenzij.

ORP 2015/260 - Art. - Wees bij het treffen van een schikking bedacht op het groepsregime van artikel 2:403 BW

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015 geschreven door Kraan, mr. J. van der
Op basis van een 403-verklaring is geen sprake van borgtocht of garantstelling, maar ontstaat hoofdelijke aansprakelijkheid. Dit leidt tot twee zelfstandige onafhankelijke vorderingsrechten. Dit wordt vaak uit het oog verloren. Zo ook in de zaak van Bia Beheer (Eikendal q.q.) tegen Lentink waar alleen een schikking werd getroffen tussen de schuldeiser en de dochtervennootschap. Bij het treffen van een schikking met een partij die onderdeel uitmaakt van een concern, dient te worden nagegaan of er ten aanzien van de schuld niet meer hoofdelijk schuldenaren zijn. Deze dienen dan in de schikking te worden betrokken, teneinde verrassingen achteraf te voorkomen.

ORP 2015/261 - Art. - Contracteren in strijd met dwingend recht

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015 geschreven door Sturm, mr. B.A.
Uit het arrest Coenraad/Heesen blijkt dat de vaststellingsovereenkomst niet strategisch kan worden ingezet om dwingend recht opzij te zetten. Bovendien is niet elke overeenkomst een vaststellingsovereenkomst. Als een vaststellingsovereenkomst de strekking heeft dwingend recht te ‘omzeilen’ is dat in strijd met openbare orde en goede zeden. De overeenkomst is dan nietig en wordt niet beschermd door artikel 7:902 BW. De rechter moet dit ambtshalve toetsen. Het is echter verstandig om in rechte een beroep op vernietiging te doen en daarvoor alle relevante omstandigheden aan te dragen.

ORP 2015/262 - Art. - Recht op nakoming jegens een kunstenaar; de zaak Kreuk/Vo

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015 geschreven door Klomp, mr. R.J.Q.
De uitspraak van de Rechtbank Rotterdam[NOOT: Rechtbank Rotterdam 24 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4417.] waarin kunstenaar Danh Vo werd veroordeeld een kunstwerk te maken voor verzamelaar Kreuk heeft de wereldpers gehaald. ‘Danh Vo and Bert Kreuk’s Legal Battle Pits Artist Against Collector’, aldus de kop boven een artikel in de New York Times.[NOOT: http://www.nytimes.com/2015/07/14/arts/design/danh-vo-and-bert-kreuks-legal-battle-pits-artist-against-collector.html?_r=0.] De kern van de zaak is: Kan een opdrachtgever een vordering tot nakoming ook jegens een kunstenaar in rechte afdwingen?

ORP 2015/263 - Art. - Drafting tips & skills: 
Implied warranties

Aflevering 8, gepubliceerd op 28-11-2015 geschreven door Drion, mr. C.E.
In deze rubriek wordt – gelukkig – vaker aandacht gevraagd voor de onduidelijkheden en gevaren die bestaan of zouden kunnen ontstaan wanneer Amerikaanse contracten de overtocht over de Atlantische oceaan maken en proberen te landen op het continent van Europa. Dat landingsproces1 gaat niet zelden gepaard met expliciete instructies aan de juristen die daarbij alhier betrokken worden om zo min mogelijk te veranderen aan de modellen, zoveel mogelijk letterlijk te vertalen en zo min mogelijk kosten