Aflevering 6

Gepubliceerd op 13 september 2016

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 21-10-2024

ORP 2016/188 - Sign. - Artikel 1:88 BW; rechtshandeling die in de normale uitoefening van het bedrijf wordt verricht (Rechtbank Rotterdam 6 april 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:2588)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
M en V zijn met elkaar gehuwd. M is directeur-grootaandeelhouder van Mauritsweg BV. Boele vordert veroordeling van M tot betaling van € 5.205.535. Volgens haar heeft M in strijd met de vermogensinstandhoudingsverklaring gehandeld. M heeft gegarandeerd dat alle door Mauritsweg met betrekking tot het Calypso-project van derden ontvangen gelden zouden worden aangewend voor de realisatie van dit project of voor voldoening aan wettelijke verplichtingen; de gelden zouden niet anderszins worden aangewend. Indien het bedrag van € 5.205.535 niet was onttrokken, had Mauritsweg volgens Boele een deel van de aan haar verschuldigde termijnen kunnen voldoen. Boele stelt dat M hiervoor aansprakelijk is. M voert aan dat de door hem gegeven garantie een rechtshandeling als bedoeld in artikel 1:88 BW betreft en dat V daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Omdat V de nietigheid van de vermogensinstandhoudingsverklaring heeft ingeroepen, komt Boele geen beroep toe op die verklaring en is geen sprake van wanprestatie, aldus M.

ORP 2016/189 - Sign. - Veilingkoper geen eigenaar door vernietiging ‘onveilig’ vonnis 
(Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 17 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1933)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
X is door de rechtbank veroordeeld om een bedrag aan een schuldeiser te betalen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Ondanks dat X hoger beroep heeft ingesteld, heeft de schuldeiser beslag gelegd op een onroerende zaak van X en deze via een executieveiling verkocht en overgedragen aan Y. Omdat nadien voormeld vonnis in hoger beroep onherroepelijk is vernietigd, stelt X dat hij eigenaar is gebleven van de onroerende zaak. De rechtbank heeft dit betoog verworpen. In hoger beroep oordeelt het hof dat X wel degelijk eigenaar is gebleven van de onroerende zaak.

ORP 2016/190 - Sign. - Schenkingen door langstlevende echtgenote waren paulianeus 
(Gerechtshof Amsterdam 23 februari 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:643)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
M en V zijn in 1972 met elkaar gehuwd. V heeft een zoon (Z) uit een eerdere relatie. M overlijdt in 1997. Op grond van zijn testament hebben zijn broers en zusters een niet-opeisbare geldvordering op V verkregen. De geldvorderingen zijn thans opeisbaar geworden, maar het vermogen van V is onvoldoende om deze te voldoen. Naar aanleiding hiervan hebben de broers en zusters (ex artikel 3:45 BW; actio pauliana) de schenkingen die V in 1999, 2000 en 2001 aan Z heeft gedaan buitengerechtelijk vernietigd.

ORP 2016/191 - Sign. - Prijs is kernbeding zonder welke een overeenkomst niet tot stand komt (Rechtbank Amsterdam sector kanton 17 juni 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3649)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
A is eigenaar van een eenmanszaak en houdt zich bezig met arbeidsbemiddeling, met name van IT-personeel. B exploiteert een lead generation-bedrijf, waarin online-consumentengegevens worden verzameld, die door opdrachtgevers bij marketing worden gebruikt. In augustus 2015 is door bemiddeling van A X bij B in dienst getreden, maar X staakt na een aantal dagen zijn werkzaamheden voor B. In september 2015 heeft een medewerkster van A aan een medewerker van B een e-mail verstuurd, waarin een afspraak voor een interview met een kandidaat wordt bevestigd en waarin algemene voorwaarden als bijlage worden meegezonden. In oktober wordt Y bij B geplaatst. Tussen partijen zijn geen nadere afspraken gemaakt over de bemiddelingsvergoeding die voor deze plaatsing zou gelden. A stuurt een factuur aan B voor een bedrag van € 8.000 (ex btw). B betaalt niet en beroept zich op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden, omdat deze niet bij het aangaan van de overeenkomst ter hand zijn gesteld. B bestrijdt de algemene voorwaarden te hebben ontvangen. Ook stelt B dat de prijs een kernbeding is waarover de wilsovereenstemming niet kan worden aangenomen op de wijze die voor de algemene voorwaarden geldt.

ORP 2016/192 - Sign. - Voldoende informatie verstrekt over beleggingsrisico en geprognosticeerde eindkapitaal (Rechtbank Den Haag 22 juni 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7158)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Op 1 september 2005 sluit X bij de Postbank een hypothecaire lening af voor een hoofdsom van € 207.000, bestaande uit een Maatwerkhypotheek van € 157.000 en een aflossingsvrije hypotheek van € 50.000. Hij sluit ook een Maatwerkverzekering af. De daarbij verstrekte financiële bijsluiter vermeldt wat de verzekering inhoudt en wat de financiële risico’s zijn, inclusief rekenvoorbeelden.

ORP 2016/193 - Sign. - Hof acht vooralsnog bewezen dat lening is verstrekt, maar tegenbewijs mag worden geleverd (Gerechtshof Amsterdam 23 februari 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:637)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
A en G waren collega’s van elkaar. G stelt dat hij in de loop van 2012 in totaal € 17.000 aan A heeft geleend. Ter onderbouwing heeft G een op 26 september 2012 gedateerde verklaring overgelegd, die door A zou zijn ondertekend. In deze verklaring staat onder meer dat A bevestigt dat hij €17.000 van G heeft geleend en dat hij dit zo spoedig mogelijk zal terugbetalen. A betwist de ondertekening en dat hij het bedrag heeft geleend. A heeft wel verklaard dat hij € 2.500 aan G heeft gegeven om dit op 17 mei 2012 op zijn creditcardrekening te storten. G betwist echter dit bedrag van A te hebben ontvangen.

ORP 2016/194 - Sign. - Vennoten geen privépartij bij overeenkomst VOF (Gerechtshof Amsterdam 21 juni 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2384)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
De ondernemingen Amlex VOF en X Travel zijn actief in de reisbranche. Amlex VOF heeft twee vennoten. Amlex kan rechtstreeks tickets afnemen bij luchtvaartmaatschappijen. X Travel kan dat niet. Amlex en X Travel hebben mondeling afgesproken dat X Travel op naam van Amlex tickets kan bestellen bij luchtvaartmaatschappijen. De klanten van Travel X betalen dan aan X Travel, X Travel betaalt dit aan Amlex en Amlex betaalt de luchtvaatmaatschappij. In november 2012 stuurt Amlex aan X Travel een betalingsherinnering voor een bedrag van € 24.133,62 aan openstaande facturen en een bedrag van € 42.120,31 aan door luchtvaartmaatschappijen opgelegde boetes. In april 2013 treden de twee vennoten uit Amlex. Amlex en de twee vennoten vorderen betaling door X Travel van € 64.563,66. X Travel vordert in reconventie veroordeling van Amlex en de twee vennoten tot (terug)betaling van een bedrag op grond van onverschuldigde betaling. De rechtbank wijst de vordering van Amlex af, omdat de vordering die Amlex op X Travel had aan de vennoten is overgedragen. De vordering van de twee vennoten wijst de rechtbank toe, evenals de vordering van X Travel in reconventie.

ORP 2016/196 - Sign. - Verkoop woning: geen dwaling (Rechtbank Overijssel 25 mei 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:1929)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
V geeft in 2010 opdracht aan makelaar M om te bemiddelen bij de verkoop van zijn woning in een buitengebied. Er is een verzoek ingediend om op een afstand van 200 m van de woning van V een varkensstal te bouwen. Het Project-MER daarvoor is door gemeente G aanvaard en heeft ter inzage heeft gelegen. V protesteert schriftelijk bij G omdat vestiging van een varkenshouderij tot een aanzienlijke waardevermindering van de woning zal leiden. G besluit om de bestemmingsplannen ‘buitengebied’ te actualiseren en samen te voegen in een nieuw bestemmingsplan. Het ontwerp-bestemmingsplan heeft één jaar ter inzage gelegen en is later definitief geworden. K wil de woning kopen en onderzoekt digitaal het bestemmingsplan in de omgeving van de woning en constateert dat deze in een ‘landbouwontwikkelingsgebied’ (LOG) ligt. Na levering van de woning aan K verneemt deze dat B&W hebben besloten om medewerking te verlenen aan het verzoek tot plaatsing van de varkensstal. K vordert vervolgens vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling.

ORP 2016/197 - Sign. - Probleemsituatie kan niet aan bank worden toegerekend (Rechtbank Amsterdam 15 juni 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3464)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Echtgenoten M en V hebben een huis op het oog en voeren een adviesgesprek met de bank. Op basis daarvan is een klantprofiel opgesteld en wordt een verklaring opgenomen waarin M verklaart volledig bekend te zijn met de algemene hypotheekvormen en restschuldrisico. M en V ondertekenen een offerte van de bank, waarin expliciet is vermeld dat de aangeboden financiering hoger is dan de marktwaarde van het te financieren onderpand. Er wordt gewaarschuwd voor het verhoogde risico dat bij eventuele (gedwongen) verkoop van de woning een restschuld overblijft.

ORP 2016/198 - Sign. - Geen dwaling of schending zorgplicht bij afsluiten renteswaps (Gerechtshof Den Haag 21 juni 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1692)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
X vordert primair vernietiging van de renteswapovereenkomsten op grond van dwaling vanwege de grootschalige en structurele fraude met rentetarieven bij de Rabobank. Subsidiair vordert X dat gegeven de adviesrelatie tussen X en Rabobank Den Haag er een zorgplicht rustte op de bank om te handelen als een redelijk handelend en bekwaam adviseur. Het hof stelt dat er geen sprake van dwaling was en meent dat Rabobank Den Haag niet tekort is geschoten in de op haar rustende zorgplicht. Het hof wijst de vorderingen van X af.

ORP 2016/199 - Sign. - Bedrijfsovername en beroep op dwaling (Rechtbank Den Haag 7 oktober 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:16058)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Cosinta BV drijft een groothandel in parfums, cosmetica en paramedische apparatuur. AOH BV heeft plannen om enkele dochterondernemingen van Cosinta over te nemen. In december 2012 sluiten partijen hiertoe een intentieovereenkomst. Met ingang van 1 januari 2013 gaat AOH de onderneming voeren en wordt een due diligence-onderzoek uitgevoerd. In het conceptrapport wordt geconcludeerd dat de voorziening op de balans voor incourante voorraad 24% in plaats van de opgenomen 10% moet zijn. Partijen gaan in discussie en de voorziening wordt verhoogd naar 12%.

ORP 2016/201 - Sign. - Strikte toepassing van voorwaarden abstracte bankgarantie (Rechtbank Amsterdam 30 maart 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:1521)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Swets Groep treedt op als intermediair tussen uitgevers van publicaties en klanten, onder andere bibliotheken en universiteiten. De Duitse tak van de Swets Groep exploiteert bedrijfsactiviteiten vanuit Swets GmbH. Een centrale rol binnen de Swets Groep heeft Swets BV; zij is de (groot)moedermaatschappij van Swets GmbH.

ORP 2016/203 - Sign. - Geslaagd beroep op financieringsvoorbehoud (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 21 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2447)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
V en K sluiten op 8 januari 2013 een schriftelijke koopovereenkomst waarbij V aan K een perceel grond verkoopt met een vrijstaand woonhuis, stallen, grond en verdere aanhorigheden. Er is een ontbindende voorwaarde van financiering opgenomen. K ontbindt op enig moment de koop, omdat hij zijn hypotheek niet rond kan krijgen. V wijst het beroep op het financieringsvoorbehoud af en stelt K in gebreke en aansprakelijk voor alle schade die uit de ontbinding voortvloeit. K is al in de woning ingetrokken en V heeft de grootste moeite hem er uit te krijgen.

ORP 2016/204 - Sign. - Uitleg vaststellingsovereenkomst aan de hand van Haviltex-maatstaf (Gerechtshof Den Haag 19 april 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1217)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Op 28 februari 2005 hebben Bandit en Tourisq de besloten vennootschap BNL opgericht. Bandit en Tourisq hielden ieder 50% van de aandelen in BNL en hebben ieder bij het nemen van de aandelen een geldlening van € 16.000 aan BNL verstrekt (de intercompany schuld). X was enig bestuurder van BNL. Bandit en BNL hebben een distributieovereenkomst gesloten. Het hof heeft geoordeeld dat Bandit toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst en dat Bandit gehouden is tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat. BNL heeft een schadestaatprocedure aanhangig gemaakt. In die procedure is een schikking getroffen, onder meer inhoudend dat Tourisq Beheer BV al haar aandelen in Bandit Nederland BV zou overdragen aan Bandit NV. In de vaststellingsovereenkomst is opgenomen: ‘Tourisq Beheer BV garandeert dat Bandit Nederland BV bij de aandelenoverdracht schuldenvrij zal zijn en verstrekt voor het overige geen garanties. In dit verband verklaart Tourisq Beheer BV dat haar op dit moment geen claims op Bandit Nederland BV bekend zijn.’ Tussen partijen is in geschil wat onder ‘schuldenvrij’ moet worden verstaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat daarmee enkel is bedoeld dat BNL vrij zal zijn van claims van derden en belastingschulden en dat ‘schuldenvrij’ geen betrekking heeft op de intercompany lening van Bandit aan BNL.

ORP 2016/205 - Sign. - Hoge Raad geeft oordeel over algemene erfpachtvoorwaarden (Hoge Raad 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:769)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
De Hoge Raad is onlangs ingegaan op de vraag of in algemene erfpachtvoorwaarden mag worden bepaald dat op een gegeven moment de canon wordt herzien door deskundigen. Volgens de Hoge Raad is, zowel onder artikel 767 (oud) BW als onder artikel 5:85 lid 2 BW, in elk geval voldoende (1) dat de canon, die bij de aanvang van de erfpacht geldt, is opgenomen in de erfpachtakte en (2) dat die akte verwijst naar in de openbare registers ingeschreven algemene voorwaarden waarin een bepaling over de herziening van de canon is opgenomen.

ORP 2016/206 - Sign. - Belangenafweging: participatie hoeft niet te worden ingekocht bij einde lidmaatschap golfvereniging (Rechtbank Zeeland-West Brabant sector kanton11 mei 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:3015)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Vennootschap G exploiteert een golfbaan, waarop de leden van golfvereniging N spelen. Eiser is van 2001 tot 2015 lid geweest van N. Naast het lidmaatschapsgeld heeft eiser bij aanvang van het lidmaatschap, op grond van het Participatiereglement, een participatie van € 2.500 genomen. Hij vordert thans dit bedrag terug. De kantonrechter wijst de vordering af, oordelend dat de bepaling in de algemene voorwaarden (waarin G zich uitdrukkelijk niet heeft verplicht tot het inkopen van participatiebewijzen, indien geen nieuw lid de participatie kan overnemen) niet onredelijk bezwarend. Eiser heeft kennis kunnen nemen van de regeling, waarmee G uitdrukkelijk heeft willen voorzien in een regeling van de situatie dat er geen opvolgend nieuw lid is dat de participatie kan overnemen.

ORP 2016/207 - Sign. - De verdeling van stelplicht en bewijslast tussen de consument en de tekortschietende kredietverstrekker; een Nederlands en Europees perspectief (F.J.P. Lock, NTBR – Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2016/4)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de EU uitspraak gedaan over de bewijslastverdeling in het geval een verstrekker van een consumentenkrediet tekortschiet in de nakoming van zijn (precontractuele) zorg- en informatieplicht. In dit artikel wordt besproken welke gevolgen deze uitspraak kan hebben voor de wijze waarop binnen het Nederlandse recht in dergelijk gevallen de stelplicht en bewijslast worden verdeeld.

ORP 2016/208 - Sign. - Geen strijd met zorgplicht bank bij executieverkoop woning (Gerechtshof Amsterdam 22 december 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5432, onlangs gepubliceerd)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
In deze zaak is aan de orde of de bank haar recht op parate executie heeft misbruikt, dan wel in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld door de woning te verkopen. Bovendien wordt de stelling aangevoerd dat de bank in strijd met haar zorgplicht heeft gehandeld door de woning te gunnen voor een lager bedrag dan de uit het taxatierapport gebleken onderhandse verkoopwaarde. Voor dit bedrag is de woning een aantal maanden later uiteindelijk verkocht.

ORP 2016/211 - Sign. - Verbouwingswerkzaamheden: voor verzuim aannemer ingebrekestelling vereist (Gerechtshof Amsterdam 24 mei 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2011)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
V, eigenaar van twee panden, geeft opdracht aan X tot renovatie. Vervolgens splitst K de panden en verkoopt de appartementsrechten aan derden. Na de levering zijn er klachten over lekkages en schade. In opdracht van V verricht C herstelwerkzaamheden in beide panden. V vordert veroordeling van X tot betaling van de herstelkosten. X is volgens V toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomsten ten aanzien van de panden. De rechtbank wijst de vorderingen af. V gaat in hoger beroep.

ORP 2016/212 - Sign. - Veroordeling tot nakoming met dwangsom nu verhaalsexecutie niet mogelijk is (Rechtbank Gelderland 6 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:1931)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Koper K en verkoper V sluiten een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot aandelen. Er is een geschil ontstaan omdat K de koopprijs niet betaalt en zich ook niet houdt aan aanvullend gemaakte afspraken. De levering van de aandelen heeft tot op heden geen doorgang gevonden. V vordert dat K wordt veroordeeld tot afname van de aandelen en betaling van de koopprijs op straffe van een dwangsom. De vordering wordt toegewezen.

ORP 2016/214 - Sign. - Schuldeiser heeft voldoende belang bij opeising vordering (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 3 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1746)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Op 9 september 2010 heeft Voorschotbank aan X een persoonlijke lening verstrekt van € 11.500. X heeft een betalingsachterstand laten ontstaan. De incassogemachtigde van Voorschotbank heeft daarna driemaal betalingsregelingen met X getroffen, die X telkens niet volledig is nagekomen. In eerste aanleg heeft Hoist X gevorderd tot betaling van € 6.651,23, te vermeerderen met de wettelijke rente. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, waartegen Hoist in hoger beroep is gekomen.

ORP 2016/217 - Sign. - Notaris moest ministerie verlenen ondanks schending van voorkeursrecht (Voorzieningenrechter Rechtbank Noord-Holland 27 juni 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5223)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
V heeft een woning verkocht aan K. Enkele dagen later maakt een derde aanspraak op het voorkeursrecht dat V in het verleden ten aanzien van de woning had verstrekt. Het gevolg hiervan is dat de notaris (N) weigert om de leveringsakte tussen V en K te passeren vanwege schending van het voorkeursrecht. K vordert in kort geding dat N de leveringsakte passeert.

ORP 2016/218 - Sign. - Wetsvoorstel consumentenkrediet overeenkomsten, goederenkrediet (incl. huurkoop) en geldlening ingediend (A.A. van Velten, WPNR – Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie 2016/7107)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
De auteur bespreekt het onlangs ingediende wetsvoorstel 34.442, dat de bestaande lacunes in titel 2A e.v. van Boek 7 opvult. Daarnaast behandelt het voorstel een aantal onderwerpen, grotendeels ter vervanging en verbetering van bestaande wetgeving.

ORP 2016/222 - Sign. - Van een optioneel kooprecht naar een volledig geharmoniseerd online én offline digitaal kooprecht? (A.L.B. Colombi Ciacchi en E.A.G. van Schagen, NTBR – Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2016/5)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
De auteurs trachten de vraag te beantwoorden of de in december 2015 ingediende ontwerp-Richtlijn voor consumentencontracten met digitale inhoud en de ontwerp-Richtlijn inzake online- en anderszins op afstand gesloten contracten voor consumentenkoop een hogere kans op succes hebben dan het ingetrokken ontwerp-GEKR.

ORP 2016/223 - Sign. - Restschuld kan de bank niet worden verweten (Rechtbank Rotterdam 4 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:3348)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
M koopt een woning die hij financiert met een hypothecaire geldlening bij de bank 1. Een jaar later koopt M een tweede woning, waarvan hij de aankoop financiert door een geldlening bij bank 2. De eerste woning is dan nog niet verkocht. Wanneer M werkloos raakt, kan hij de lasten verbonden aan de financiering van de twee woningen niet meer dragen. Hij informeert beide banken. Wanneer in 2012 de woningen allebei zijn verkocht, is de opbrengst aanzienlijk lager dan de aanschafprijs. Er resteert een schuld jegens beide banken. M stelt dat beide banken onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld, omdat hij door hun handelen in financiële problemen is komen te verkeren.

ORP 2016/224 - Sign. - Ongerechtvaardigde verrijking (Rechtbank Overijssel 17 februari 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:999)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
S is bestuurder van X en Realwork BV geweest. X en Realwork zijn bij vonnis van 11 februari 2014 in staat van faillissement verklaard. S en gedaagde hebben op 28 april 2011 een overeenkomst van geldlening gesloten op grond waarvan gedaagde € 26.362,50 aan S heeft geleend. PNKB heeft in de zomer van 2013 werkzaamheden aan de woning van gedaagde verricht. In verband met deze werkzaamheden heeft X in mei 2013 € 10.000 aan PNKB betaald en heeft Realwork in juli 2013 € 22.755,87 aan PNKB betaald op basis van een factuur van 12 mei 2013 van € 32.755,87.

ORP 2016/226 - Sign. - Geen verkrijgende verjaring door economisch eigenaar (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 24 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2033)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
X heeft in 1979 de juridische eigendom verkregen van een bouwterrein. Nadat de bouw van de woning was voltooid, is zwager Y daar gaan wonen. Door het beleid van de gemeente kon Y geen eigenaar worden van het perceel. Naar aanleiding van een geschil tussen X en Y heeft de rechtbank geoordeeld dat de feitelijke bewoning door Y vanaf 1980 als inbezitneming moet worden gekwalificeerd, waardoor hij door verkrijgende verjaring (artikel 3:105 jo. 3:306 BW) thans eigenaar is van de onroerende zaak.

ORP 2016/227 - Sign. - Vordering op failliet niet verjaard: pas bekend met aansprakelijke personen door rapport curator (Gerechtshof Amsterdam 16 februari 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:501)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
LCI is op 17 december 2001 failliet verklaard. Op 13 juni 2003 maken de curatoren hun verslag over de oorzaken van het faillissement openbaar. Op 12 juni 2008 worden namens de VEB en de stichting VEB Actie LCI deurwaardersexploten betekend, waarin de bestuurder en commissarissen van LCI aansprakelijk worden gehouden voor de schade die de VEB, althans de aandeelhouders die zij vertegenwoordigt, lijden wegens wanbeleid.

ORP 2016/228 - Sign. - Notaris niet aansprakelijk voor verlies belegger (Rechtbank Gelderland 6 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2977)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Een BV heeft beleggers de gelegenheid geboden om in haar te participeren door middel van een converteerbare geldlening. In verband hiermee heeft het kantoor van notaris N (1) de statuten van de BV gewijzigd, (2) een stichting opgericht die de belangen van de beleggers behartigt, (3) een akte gepasseerd waarbij de BV ten gunste van de stichting een bezitloos en een stil pandrecht vestigt, en (4) de akten van geldlening tussen de BV en de beleggers gepasseerd. Later is de BV failliet gegaan. De opbrengst van de verpande activa was echter onvoldoende om alle schuldeisers te voldoen. Naar aanleiding hiervan is N aansprakelijk gesteld door belegger X, die stelt dat N hem onvoldoende heeft gewaarschuwd voor de risico’s.

ORP 2016/229 - Sign. - Internationale koop en eigendomsvoorbehoud (Rechtbank Gelderland 13 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2817)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
X BV heeft op 30 oktober 2012 een koopovereenkomst gesloten met de in Polen gevestigde vennootschap S. Het betreft de koop van een volièresysteem voor leghennen en bijbehorende zaken voor een koopsom van € 320.000. X BV levert de volière onder voorbehoud aan S in Polen. S betaalt een deel van de koopsom, waarbij € 132.000 onbetaald blijft. Op 23 maart 2015 wordt S op eigen verzoek door de Poolse rechtbank failliet verklaard. In de gesloten koopovereenkomst is een eigendomsvoorbehoud opgenomen: ‘Wie vereinbart bleibt [X BV] Inhaber der gelieferte Materialen bis 100% Zahlung stattgefunden hat (sehe bitte auch Artikel 18 der beigeschlossenen Metaalunie Bedingungen).’ Naast artikel 18 wordt in de koopovereenkomst ook verwezen naar artikel 20 van de Metaalunievoorwaarden. Artikel 18 van de voorwaarden betreft een eigendomsvoorbehoud. Artikel 20 van deze voorwaarden verklaart Nederlands recht van toepassing en de Nederlandse rechter in de vestigingsplaats van de opdrachtnemer bevoegd. Met een beroep op het eigendomsvoorbehoud verzoekt X BV in de Poolse insolventieprocedure de geleverde volière vrij te stellen uit de faillissementsboedel van S en af te geven aan X BV. De Poolse rechter-commissaris wijst dit af, omdat niet vaststaat dat een koopovereenkomst is gesloten met een naar Pools recht effectief eigendomsvoorbehoud. X BV start een procedure en vraagt daarbij de Rechtbank Gelderland in rechte vast te stellen dat X BV eigenaar is van de geleverde goederen. De Poolse curator van gefailleerde S voert verweer.

ORP 2016/230 - Sign. - Kandidaat-notaris mocht niet afgaan op mededeling van vertegenwoordiger (Gerechtshof Amsterdam 14 juni 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2265)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
Kandidaat-notaris K heeft van een bemiddelaar een overeenkomst ontvangen waarbij X een geldlening aan een BV zou verstrekken en de BV binnen enkele dagen voor X een hypotheekrecht zou vestigen. Twee dagen later ontvangt K een telefoonbericht van de bemiddelaar dat de transactie niet doorgaat. K sluit daarop het dossier. Omdat X intussen het geld rechtstreeks had overgemaakt naar de bankrekening die stond vermeld in het contract, heeft X een tuchtrechtelijke klacht tegen K ingediend. X verwijt K dat hij niet bij hem heeft geverifieerd dat geen hypotheekrecht zou worden gevestigd.

ORP 2016/231 - Sign. - Verkrijging eigendom strook grond tussen gereconstrueerde erfgrens en erfafscheiding (Rechtbank Gelderland 1 juni 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3412)

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016
A huurt van 1983 t/m 1988 een perceel grond met woning van X. Sinds 1988 is A eigenaar van dit perceel. B is sinds 2011 eigenaar van het aangrenzende perceel met woning. In de jaren ’70 is een garage op het perceel van B gebouwd. De westelijke muur van die garage vormde/vormt de gebruiksgrens tussen beide percelen. Ten zuiden van de garage werd een feitelijke afscheiding tussen de percelen gevormd door een laag houten hek. Ten westen daarvan, op korte afstand, heeft A in 1988 een rij coniferen geplant. Later heeft hij tussen die beplantingen en het lage houten hek nog houten palen met gaas aangebracht. In december 2011 verzoekt A een kadastrale reconstructie van de grens tussen de beide percelen. Ten zuiden van de garage wordt een afwijking tussen de feitelijke en de kadastrale grens geconstateerd. In 2014 verwijdert B het lage houten hek. Wegens het plan van B tot vervanging van zijn garage door een grotere, verzoekt A hem – met een beroep op verkrijgende verjaring – medewerking te verlenen aan het notarieel en kadastraal corrigeren van de grens naast en ten zuiden van de garage in overeenstemming met de gebruiksgrens en de feitelijke afscheiding en die grens bij de bouw van de nieuwe garage te respecteren. A stelt dat de percelen in ieder geval al vanaf 1983 werden gescheiden door het lage houten hek en dat hij vanaf die tijd bezitsdaden heeft uitgeoefend, zodat hij in 1993 eigenaar is geworden van de strook grond tot de garagemuur en het lage houten hek, voor zover deze op het kadastrale perceel van B ligt.

ORP 2016/233 - Art. - Contracteren met de overheid. Over staatssteun en het voorkomen van de verplichting tot terugbetaling met rente

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016 geschreven door Jongmans, mr. drs. M.W.J. en Buyserd, mr. drs. A.N.A.
Het artikel bespreekt de implicaties van de Europese staatssteunregels voor praktijkjuristen. Drie invalshoeken passeren de revue, aanhakend bij de actualiteit. Ten eerste de vraag wat ‘staatssteun’ kan zijn. Ten tweede de vraag hoe het risico op ongeoorloofde staatssteun ingeperkt kan worden. Ten derde een blik vooruit op de uniforme terugvorderingsmethodiek, zoals recentelijk voorgesteld in het concept wetsvoorstel voor de Wet terugvordering staatssteun. Het artikel is geschreven voor juristen die niet dagelijks met staatssteun te maken hebben.

ORP 2016/234 - Art. - Update jurisprudentie distributieovereenkomsten

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016 geschreven door Beekman, mr. E.C.
In dit artikel wordt de jurisprudentie over distributieovereenkomsten besproken in de periode 1 januari 2015 tot 1 juli 2016. De auteur bespreekt een selectie van de bestudeerde uitspraken, waarin de volgende onderwerpen aan de orde komen (i) de kwalificatie als distributieovereenkomst, (ii) de zwaarwegende grond voor opzegging, (iii), de opzegtermijn, (iv) het aanbod tot schade)vergoeding, (v) het niet behalen van minimale van omzetdoelstellingen, (vi) betalingsachterstanden en (vii) het berekenen van schade bij een onregelmatige opzegging.

ORP 2016/235 - Art. - Drafting tips & skills:‘Brexit’: denk goed na voor je iets opschrijft!

Aflevering 6, gepubliceerd op 13-09-2016 geschreven door Zilinsky, mr. dr. M.
De gevolgen van ‘Brexit’ zijn op dit moment niet te voorspellen. De verandering in de positie van het Verenigd Koninkrijk zal veel vragen meebrengen. Een jurist doet er bij het opstellen van een contract goed aan om alvast nu aandacht aan een aantal vragen te besteden. Zal een keuze voor Engels recht rechtsgeldig blijven? Kan men nog steeds rechtsgeldig een forumkeuze voor de Engelse gerechten uitbrengen? Wat zijn de gevolgen van dergelijke keuzes in een contract?