ORP 2017/92 - Sign. - Niet vervroegd opeisbaar (Voorzieningenrechter Rechtbank Limburg 19 januari 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:500)
Aflevering 3, gepubliceerd op 18-04-2017 geschreven door Hallebeek, E.R.Eiser verricht in opdracht van EMCM aannemingswerkzaamheden, bestaande uit het isoleren van leidingen en luchtkanalen, die door EMCM zijn gemonteerd. EMCM laat diverse door eiser gezonden facturen onbetaald. Eiser stelt in kort geding dat hij – wegens door EMCM opgedragen en uitgevoerde, doch niet betaalde, aannemingswerkzaamheden – in totaal € 79.444,13 opeisbaar heeft te vorderen. Hij stelt dat hij niet alleen aanspraak kan maken op de betaling van de facturen waarvan de (overgekomen) betaaltermijn is verstreken, maar ook op betaling van facturen waarvan de betaaltermijn nog niet verstreken, nu EMCM tegen eiser heeft verklaard dat zij haar betalingsplicht niet zal nakomen. Volgens eiser volgt uit artikel 6:80 lid 1 sub b BW dat hij in dit geval ook gerechtigd is de betaling van deze facturen te eisen. EMCM erkent dat eiser een opeisbare vordering heeft die ten tijde van het kort geding (op 16 januari 2017) € 37.808,30 bedraagt en dat die vordering moet worden verhoogd met facturen die tussen 16 januari 2017 en de datum van uitspraak van het vonnis volgens de overeengekomen betaaltermijnen opeisbaar worden. De vordering tot betaling van de overige facturen moet volgens EMCM worden afgewezen, omdat die overige facturen (nog) niet opeisbaar zijn.