Aflevering 5

Gepubliceerd op 13 juni 2018

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 21-10-2024

ORP 2018/156 - Sign. - Uitleg polisvoorwaarden: geen dekking voor schade door ‘geleidelijk werkende invloed’ van jarenlang lekkende badkamer (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 3 april 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3121)

Aflevering 5, gepubliceerd op 13-06-2018
V heeft onder de Woongarantverzekering Achmea dekking geclaimd voor vochtschade die geleidelijk is ontstaan doordat de badkamer van de buren jarenlang heeft gelekt. Het hof komt tot het oordeel dat de schade niet gedekt is, omdat sprake is van een geleidelijk

ORP 2018/157 - Sign. - Meewerken aan wanprestatie: het handelen van de notaris wordt ook tuchtrechtelijk getoetst aan de Novitaris-maatstaf (H.J. Delhaas en L.C. Dufour, JBN - Juridische berichten voor het notariaat 2018/3)

Aflevering 5, gepubliceerd op 13-06-2018
De notariskamer van het hof Amsterdam heeft in zijn beslissing van 23 januari jl. uitdrukkelijk de Novitarismaatstaf (HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:831) toegepast om het handelen van een notaris die meewerkt aan wanprestatie, te toetsen.

ORP 2018/163 - Sign. - Kan koopovereenkomst ten aanzien van flatgebouw worden ontbonden omdat sprake is van non-conformiteit dan wel schending van artikel 7:15 BW? (Rechtbank Noord-Nederland 10 januari 2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:60)

Aflevering 5, gepubliceerd op 13-06-2018
Het komt geregeld voor dat aan de notaris een volmacht wordt afgegeven op grond waarvan een kantoormedewerker, bijvoorbeeld namens koper, de akte van levering kan ondertekenen. Deze is alsdan bevoegd om namens koper het verkochte te aanvaarden.

ORP 2018/172 - Art. - Drafting tips & skills: Beëindiging van contracten en beëindigingsbepalingen

Aflevering 5, gepubliceerd op 03-07-2018 geschreven door Drion, C.E.
In deze nieuwe drafting tip wordt allereerst een analytische beschouwing gegeven van het nieuwste arrest van de Hoge Raad op het gebied van opzegging van duurovereenkomsten: HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141 (Goglio/SMQ). In welke mate ziet dit arrest op opzegging van overeenkomsten voor bepaalde tijd? Is het wenselijk dat het fijnmazige systeem dat de Hoge Raad heeft ontwikkeld voor overeenkomsten voor onbepaalde tijd eveneens van toepassing is op duurovereenkomsten voor bepaalde tijd, of moet worden vastgehouden aan de niet-opzegbaarheid daarvan, behoudens onvoorziene omstandigheden? Moeten contractenmakers in actie komen en hun beëindigingsbepalingen aanscherpen, op dit punt en anderszins?