Aflevering 7

Gepubliceerd op 1 oktober 2011

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 22-08-2024

REP 2011, afl. 7 - Brutobedragen bij echtscheiding

Aflevering 7, gepubliceerd op 31-10-2011 geschreven door Mr. F. van den Barselaar MFP
Dit artikel handelt over de fiscale aspecten van de verdeling van levensloopsaldi, spaarloonregelingen en de nieuwe vitaliteitregeling. Daarnaast wordt een visie gegeven op de omvang van belastinglatenties bij brutobedragen.

REP 2011, afl. 7 - De devolutieve werking en het grievenstelsel

Aflevering 7, gepubliceerd op 31-10-2011 geschreven door Mr. M.A. Zon
Door het instellen van hoger beroep wordt het geschil in volle omvang aan de appelrechter wordt voorgelegd. Op grond van de positieve zijde van de devolutieve werking moet de appelrechter (zo nodig ambtshalve) alle stellingen en verweren die geïntimeerde in eerste aanleg heeft aangevoerd, onderzoeken indien daar succesvol een grief tegenin is gebracht. Op grond van de negatieve zijde van de devolutieve zijde is de appelrechter gebonden aan de ingestelde grieven. Eindbeslissingen in eerste aanleg waartegen niet is gegriefd, moeten door de appelrechter als vaststaande uitgangspunten worden meegenomen in zijn eigen uitspraak. Het grievenstelsel is in de jurisprudentie ontwikkeld.

REP 2011, afl. 7 - Het niet-wijzigingsbeding: bewust van de gevolgen

Aflevering 7, gepubliceerd op 31-10-2011 geschreven door Mr. C.M.C.J. van der Sprong
Een niet-wijzigingsbeding wordt veelal gesloten om financiële zekerheid te creëren. Wet en jurisprudentie geven handvatten het beding terzijde te schuiven op grond van de redelijkheid en billijkheid of te doorbreken op grond van artikel 1:159 lid 3 BW. In het artikel komen de vereisten voor het geldig sluiten van een dergelijk beding en de mogelijkheid om het beding te doorbreken aan bod. Als laatste wordt stilgestaan bij de vraag wat de gevolgen van het (in stand blijven) van het niet-wijzigingsbeding zijn voor andere onderhoudsgerechtigden.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Afrekenen na ongehuwd samenwonen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Nadat de gewezen partners bij verstek waren veroordeeld wegens een debetstand bij de bank, waardoor beiden hoofdelijk aansprakelijk waren, werd dit vonnis alleen bij de man geëxecuteerd. De kantonrechter oordeelt dat de vrouw in redelijkheid voor de helft moet bijdragen, nu partijen een gemeenschappelijke huishouding voerden waarbij niet werd bijgehouden wie wat betaalde. Omgekeerd wordt de tegenvordering van de vrouw, die stelt onder invloed van de man te zijner voordele te zijn bewogen tot het doen van onverantwoorde uitgaven en het aangaan van onverantwoorde schulden, tot schadevergoeding afgewezen. Het enkele feit dat de man wellicht psychisch overwicht op haar had, levert volgens de kantonrechter nog geen onrechtmatigheid op.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Afwijzing verzoek eenhoofdig gezag

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De rechtbank stelt vast dat de vrouw eenzijdig het gezag heeft over de minderjarige. De tot gezag bevoegde vader kan een verzoek doen om eenhoofdig met het gezag te worden belast. Het verzoek wordt slechts ingewilligd indien dit wenselijk is in het belang van de minderjarige. De rechtbank acht het niet in het belang van de minderjarige om de man eenhoofdig met het gezag over haar te belasten. Het ouderlijk gezag brengt rechten en plichten met zich mee voor de ouder, waaronder de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De vrouw heeft weliswaar geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de man, maar het is niet in het belang van de minderjarige dat de vrouw zich op deze wijze aan haar verantwoordelijkheden onttrekt.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Afwijzing verzoek ondertoezichtstelling ongeboren vrucht

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De kinderrechter stelt voorop dat uit de rechtspraak blijkt dat het mogelijk is in bijzondere gevallen een ondertoezichtstelling uit te spreken met betrekking tot een ongeboren vrucht. Zulke gevallen zullen zich voordoen als op grond van hetgeen bekend is over de levensomstandigheden en opvoedingsvaardigheden van de ouders voldoende aannemelijk is dat er sprake is van een ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van de ongeboren vrucht en voorts voldoende aannemelijk is dat ook na de geboorte aan de gronden voor een ondertoezichtstelling zal zijn voldaan. Gelet op de in het raadsrapport en de hierop ter zitting gegeven toelichting is de kinderrechter van oordeel dat in de opvoedingsomgeving mogelijk risico’s gelegen zijn voor een bedreigde ontwikkeling van het ongeboren kind. Daar staat echter tegenover dat uit de rapportage tevens blijkt dat de ouders er alles aan doen om de zwangerschap goed te laten verlopen, zij een beroep kunnen doen op de grootouders van vaderszijde, zij hard hebben gewerkt aan de regeling van hun financiële zaken, en, naar door de advocaat ter zitting nader is onderbouwd, zich van goede hulp en begeleiding voor de periode na de geboorte hebben verzekerd. Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat andere middelen ter afwending van de door de raad gestelde bedreiging, naar is te voorzien, zullen falen. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Afwikkeling huwelijkse voorwaarden en beperkte gemeenschap

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Tussen partijen staat vast dat de man de voorhuwelijkse woning heeft gekocht en deze ten tijde van de huwelijkssluiting zijn eigendom was. De vrouw is van mening dat de overwaarde van deze woning in de verrekening tussen partijen moet worden betrokken, nu zowel haar voorhuwelijkse inkomsten als de ten tijde van het huwelijk verworven en te verrekenen inkomsten zijn geïnvesteerd in de woning.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Afwikkeling huwelijkse voorwaarden en beperkte gemeenschap

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Tussen partijen is in beginsel niet in geschil dat partijen beiden gelijk gerechtigd zijn tot de netto verkoopopbrengst van de woning. Slechts in geschil is of de door de vrouw gestelde betaalde hypotheektermijnen op dit vermogen in mindering mogen worden gebracht. Dit geschil houdt echter verband met het leerstuk van de vergoedingsrechten en niet met het leerstuk van de verdeling. Voor zover de vrouw heeft beoogd te stellen dat zij een vergoedingsrecht heeft ter zake van de door haar betaalde hypotheektermijnen, oordeelt het hof dat zij niet heeft aangetoond dat zij de hypotheektermijnen ook daadwerkelijk heeft voldaan.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Alimentatie en fiscaal voordeel voor kinderen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Centraal in dit artikel staan de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het fiscale voordeel te kunnen genieten dat kan zijn verbonden aan het leveren van bijdragen aan het levensonderhoud van eigen en daarmee gelijk gestelde kinderen. Dat voordeel bestaat uit forfaitaire persoonsgebonden aftrekposten en kan, kort gezegd, afhankelijk van de leeftijd van het kind, de betaalde bijdragen en het al dan niet tot het huishouden van de ouder behoren van het kind, oplopen tot € 1.050 per kwartaal.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Alimentatieverzoek van de man afgewezen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het hof is van oordeel dat er langdurig sprake is geweest van gedragingen van de man die een zodanig kwetsend karakter hebben voor de vrouw, dat van haar in redelijkheid niet kan worden verlangd in het levensonderhoud van de man bij te dragen. Het hof acht het daarbij niet van doorslaggevend belang of de vrouw thans nog de emotionele gevolgen van de misdragingen ondervindt. Evenmin is van belang of de man anderszins al voldoende is gestraft of dat de vrouw al genoegdoening heeft ontvangen in de vorm van in het verleden van de man ontvangen alimentatie. Het karakter van de verplichting tot het betalen van een bijdrage in het levensonderhoud na echtscheiding is noch een kwestie van straf, noch van genoegdoening.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Artikel 1:160 BW

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De man heeft diverse omstandigheden aangevoerd die wijzen op een volledige, tot lotsverbondenheid leidende levensgemeenschap tussen de vrouw en [Z], welke het kenmerk is van een normaal huwelijk. Volgens de man is de vrouw met [Z] in september 2007 op vakantie gegaan, zijn zij in het najaar van 2007 gaan samenwonen en hebben zij een affectieve relatie met elkaar. Dat laatste blijkt volgens de man uit de manier waarop de vrouw en [Z] zich in het openbaar leven begeven en voorts uit uitlatingen van de vrouw en [Z] zelf tegen anderen en uit diverse andere bronnen. De vrouw en [Z] gaan met zekere regelmaat samen op vakantie, zij doen gezamenlijk boodschappen, zij nemen samen deel aan het maatschappelijk leven, de vrouw maakt gebruik van de auto van [Z], zij eten samen en bezoeken samen familie en kennissen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Behoefte kind

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het kind heeft nooit in gezinsverband met zijn beide ouders geleefd. In dat geval wordt zijn behoefte in beginsel bepaald, aldus dat het gemiddelde wordt genomen van de behoefte berekend op basis van het inkomen van de man en de behoefte op basis van het inkomen van de vrouw.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Belastingplan 2012

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Verschillende punten uit het Belastingplan 2012 zijn relevant voor de familiepraktijk. Zo kan vanaf volgend jaar niet meer ingelegd worden in de spaarloonregeling. Het spaarloontegoed kan in 2013 in één keer belastingvrij opgenomen worden. De vrijstelling in box 3 blijft echter bestaan als de werknemer het tegoed in 2013 laat staan en aan de voorwaarden blijft voldoen; het tegoed valt dan jaarlijks vrij.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Besluit over toerekening oud regime lijfrentetermijnen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De staatssecretaris van Financiën heeft op 19 augustus zijn standpunt bekendgemaakt inzake de begunstiging van oud regime lijfrentetermijnen aan de minst verdienende partner. De staatssecretaris onderschrijft het standpunt van de Belastingdienst niet. De situatie is dat de belastingplichtige destijds de lijfrentepremie kon aftrekken tegen het hoogste tarief van 72% en de uitkering nu tegen het laagste tarief van 15% kon genieten door begunstiging aan zijn minst verdienende partner.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Celstraf en werkstraf voor ouders die kind weghielden bij Jeugdzorg

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Een echtpaar dat hun kind verstopt hield voor Bureau Jeugdzorg is door Rechtbank Utrecht veroordeeld tot gevangenisstraffen en een werkstraf. Het stel hield hun 12-jarige zoon begin dit jaar maandenlang verstopt voor Bureau Jeugdzorg. Het kind stond al sinds september 2005 onder toezicht van Jeugdzorg. Omdat het niet goed ging met de ontwikkeling van de jongen, besloot de kinderrechter in januari 2011 dat het kind uit huis geplaatst mocht worden in een gesloten jeugdzorginstelling. Vanaf dat moment had Jeugdzorg een moeizaam contact met de ouders en wist zij niet waar het kind verbleef. De jongen werd als vermist opgegeven, maar bleek later doelbewust door zijn ouders naar zijn oma te zijn gebracht.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - De Europese verordening partnerschapsvermogensrecht, een waardevolle verordening?

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Wat voor nieuws brengen de voorstellen van de Europese Commissie voor verordeningen op het terrein van het internationaal huwelijks- en partnerschapsvermogensrecht? In dit artikel belicht de auteur de verordening partnerschapsvermogensrecht, die zich primair richt op het bewerkstelligen van rechtszekerheid. Volgens de auteur is de daarvoor gehanteerde verwijzingsregel echter te rigide en zou deze vervangen moeten worden door een verwijzingsregel die is gebaseerd op de conflictrechtelijke beginselen van de nauwste verbondenheid en de partijautonomie. In de huidige vorm acht de auteur de verordening niet erg nuttig en brengt het ten opzichte van de bestaande Nederlandse Wet Conflictenrecht geregistreerd partnerschap achteruitgang in flexibiliteit en hanteerbaarheid. Herziening wordt dan ook aanbevolen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Deeltijd uithuisplaatsing. Toepassingsbereik artikel1:261 BW

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Naar het oordeel van de kinderrechter kan uit de bewoordingen van artikel 1:258 lid 3 BW en artikel 1:261 lid 1 BW niet worden afgeleid dat een machtiging tot uithuisplaatsing op grond van laatstgenoemde wettelijke bepaling alleen kan worden verleend als de minderjarige ter uitvoering van de machtiging voor de toegestane periode onafgebroken buiten het gezin wordt geplaatst. Wel wordt algemeen aangenomen dat de zinsnede ‘gedurende dag en nacht’ meebrengt dat geen machtiging is vereist voor plaatsing van een minderjarige in een dagverblijf.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - De mening van burgers over berekening kinderalimentatie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Steeds meer mensen kunnen of willen de kinderalimentatie niet meer betalen. Naar de oorzaak was tot voor kort geen onderzoek gedaan. De Hogeschool van Amsterdam en het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO) hebben de ontwikkelingen nader onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat de burger ontevreden lijkt te zijn over de manier waarop de kinderalimentatie wordt berekend. De bestaande systemen en wegen om tot een kinderalimentatieberekening te komen, zijn onvoldoende transparant. De zelfredzaamheid is laag en men is voor het maken van een kinderalimentatieberekening afhankelijk van een deskundige. Dit strookt niet met de verplichting voor ouders om bij de echtscheiding of het verbreken van de relatie een ouderschapsplan op te stellen met daarin afspraken over de hoogte van de kinderalimentatie.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Draagkracht. De man heeft meerdere ondernemingen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De rechtbank is van oordeel dat de man de noodzaak om de winsten ten gunste te brengen van de overige reserves en geen dividend uit te keren onvoldoende heeft onderbouwd. Tegen over de gemotiveerde betwisting door de vrouw had het op zijn weg gelegen om recente stukken in het geding te brengen waaruit deze noodzaak zou kunnen blijken. De ‘vermogensverklaring’ van de bank waarop de man zich beroept, is ondertekend op 30 januari 2008 en derhalve gedateerd, temeer nu vaststaat dat over 2007 een dividend is uitgekeerd van € 100.000 en in 2008 van € 120.000. Daarbij komt dat het eigen vermogen ieder boekjaar is gestegen en een groot percentage van het totale vermogen beslaat. Uit de jaarstukken 2010 van [BV] blijkt een verhouding eigen vermogen/totaal vermogen van 0,46 ten opzichte van 0,44 in 2009. Van correcties op de jaarrekeningen is niet gebleken. Ten slotte neemt de rechtbank in aanmerking dat de bank aan de man, naast de reeds op de echtelijke woning rustende hypotheek, een nieuwe hypothecaire lening heeft verstrekt voor een nieuwe woning, waaruit de rechtbank opmaakt dat (ruimschoots) aan de eisen van de bank wordt voldaan.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Eerste Kamer akkoord met wetsvoorstel internationale inning alimentatie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De Eerste Kamer heeft op 27 september ingestemd met een wetsvoorstel dat uitvoering geeft aan het Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden en aan EG-verordening nr. 4/2009 over de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen. Hiermee wordt de inning van alimentatie tussen de verdrags- en lidstaten verbeterd.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Europese grenzen aan Nederlandse restricties voor gezinsmigratie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het kabinet heeft ingezet op een restrictief vreemdelingenbeleid. Niet alleen voor asiel, maar met name ook voor gezinsmigratie. Uitgangspunt van het beleid met betrekking tot gezinsmigratie is dat voorkomen moet worden dat kansarme migranten zich in Nederland vestigen. Het Nederlandse vreemdelingenrecht staat echter niet meer op zichzelf. Naast mensenrechtenverdragen is de betekenis van het EU-recht het afgelopen decennium aanzienlijk toegenomen. De auteur gaat in op de vraag in hoeverre de voorgenomen beperkingen aan gezinsmigratie zich verhouden tot de waarborgen uit de mensenrechtenverdragen en het Unierecht.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Export kinderbijslag en kindgebonden budget aan banden

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het kabinet stopt de export van kinderbijslag en kindgebonden budget naar landen buiten de EU. Vanaf uiterlijk 2014 komen alleen nog ouders met kinderen die in Nederland of de Europese Unie wonen in aanmerking voor deze toeslagen. De ministerraad heeft daarmee op 30 september ingestemd op voorstel van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan een afspraak uit het regeerakkoord. Voor deze wijziging moeten de bilaterale sociale zekerheidsverdragen met een aantal landen worden aangepast.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Geen gronden voor wijziging van alimentatie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
In 2008 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. In dezelfde beschikking zijn de tussen partijen getroffen regelingen, zoals neergelegd in het echtscheidingsconvenant, opgenomen. In het convenant is onder meer opgenomen dat de man aan de vrouw een partneralimentatie van € 1.080 bruto per maand verstrekt. Het verzoek van de man tot beëindiging van de alimentatieverplichting is in voornoemde beschikking afgewezen. De man heeft hoger beroep ingesteld.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Geen grond voor ontzetting

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Gelet op de kwetsbare positie van de dochter als mogelijk slachtoffer van loverboys en haar verkeren in het criminele circuit en de daarmee gepaard gaande bedreigingen, ook aan het adres van de moeder, acht het hof de door angst ingegeven opstelling van de moeder ter zake van het onder meer niet doen van aangifte en een verzoek tot opsporing van de dochter, wel enigszins invoelbaar. De gezaghebbende moeder heeft een eigen afweging gemaakt met betrekking tot haar verantwoordelijkheid ten aanzien van het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van de dochter. In het licht van de gebleken omstandigheden acht het hof deze afweging niet geheel onbegrijpelijk. De door angst ingegeven gedragingen van de moeder rechtvaardigen in casu een ontzetting van het gezag niet. De omstandigheid dat in objectieve zin sprake zou zijn van afkeurenswaardig handelen maakt dit niet anders. Het ontbreken van verwijtbaarheid aan de zijde van de moeder brengt mee dat een grond voor ontzetting van het gezag zich niet voordoet.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Geen vervangende toestemming voor verhuizing binnen Nederland

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Partijen zijn in 2002 gehuwd en hebben twee kinderen gekregen waarover gezamenlijk het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend. De kinderen verblijven – bij wege van voorlopige voorziening – bij de vrouw. Daarnaast is een voorlopige verdeling van zorg en opvoedingstaken bepaald. De vrouw verzoekt het hof haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen naar Brabant te verhuizen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Geen wijziging gewone verblijfplaats

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De moeder is op 2 mei 2009 met de minderjarige (thans 4 jaar oud) vanuit Nederland naar Argentinië vertrokken, waar de vader woont. Op 2 juni 2010 is zij met de minderjarige naar Nederland teruggekeerd. In geschil is of de gewone verblijfplaats van de minderjarige door het vertrek naar Argentinië is gewijzigd.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Gemeenschap van woonhuis omvat ook de schuld ter financiering van de verkrijging ervan

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De auteur bespreekt en becommentarieert het arrest Hoge Raad 25 februari 2011, LJN BO7277. De casus: partijen hadden in hun huwelijkse voorwaarden opgenomen dat tussen hen een beperkte gemeenschap van woonhuis zou bestaan. Ter gelegenheid van de echtscheiding rijst de vraag of de lening die is aangegaan ter financiering van het huis, ook tot de gemeenschap behoort. De Hoge raad beantwoordde die vraag bevestigend.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Geschil over asbestemming

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Op 5 november 2009 is M overleden. Tijdens leven was M gehuwd met X, die op 7 oktober 1998 is overleden. Uit dat huwelijk zijn twee kinderen (A en B) geboren. X is begraven op begraafplaats Moscowa in Arnhem. M heeft bij testament van 3 september 2003 over zijn nalatenschap beschikt. Daarbij heeft hij A en B uitdrukkelijk onterfd en V (aangeduid als ‘mijn vriendin’) tot zijn enige erfgename benoemd. In zijn testament heeft M bovendien bepaald: ‘Ik geef als wens te kennen dat mijn stoffelijk overschot wordt gecremeerd’.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Geslachtsverandering ruimer erkend

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het wordt makkelijker om het eigen geslacht op de geboorteakte te laten veranderen. Nu wordt alleen een nieuwe geboorteakte verstrekt na een hormoonbehandeling of een geslachtsveranderende operatie. Ook geldt de eis dat de betrokkene onvruchtbaar is dankzij het verwijderen van de testikels of de baarmoeder zijn. De wachtlijsten voor dergelijke operaties zijn echter lang. Bovendien wordt geen rekening gehouden met transgenders die geen operatie willen ondergaan.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Gezagswijziging

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De rechtbank is met de Raad van oordeel dat er in het belang van de kinderen (in eerste instantie begeleide) omgang dient plaats te vinden met de vader. De rechtbank concludeert dat de opstelling van de moeder er sinds (in ieder geval) 2008 blijk van geeft dat zij zich volledig laat leiden door haar eigen negatieve emoties ten opzichte van de vader en dat uit de correspondentie van de GGZ kan worden afgeleid dat de beleving door de moeder van de vader steeds extremer is geworden. Gebleken is dat de moeder haar ouderlijke verantwoordelijkheid, inhoudende dat zij als gezaghebbend ouder verplicht is om de ontwikkeling van de band van de kinderen met hun vader te bevorderen, veronachtzaamt.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Kinderalimentatie. Draagkracht. Verdiencapaciteit

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Als uitgangspunt heeft te gelden dat alleen rekening wordt gehouden met de noodzakelijke lasten die ten opzichte van het kind als redelijke uitgaven kunnen worden beschouwd. Wat schulden betreft, vallen hieronder de schulden die uit de relatie van partijen stammen, omdat die schulden ook een druk op het gezinsbudget zouden hebben gelegd als partijen niet uit elkaar zouden zijn gegaan. Overige schulden hebben in beginsel geen voorrang op de onderhoudsverplichting jegens het kind. Dat is slechts anders indien sprake is van bijzondere feiten of omstandigheden die een uitzondering op dat beginsel rechtvaardigen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Kinderalimentatie en kind uit huidige relatie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De man heeft verzocht om ook een beslissing te nemen over de verschuldigde kinderalimentatie vanaf het moment (naar verwachting in augustus 2011) dat uit zijn huidige relatie een kind wordt geboren. De rechtbank ziet geen grond om reeds thans vooruit te lopen op een toekomstige gebeurtenis, maar wijst partijen er alvast op dat de draagkrachtruimte van de man, overeenkomstig de daarop betrekking hebbende wettelijke bepalingen, na de geboorte van het kind over alle drie de kinderen dient te worden verdeeld.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Mededelingsplicht verzekeraar over nabestaandenpensioen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
M heeft een beleggingspensioen bij verzekeraar A. Wanneer M overlijdt, ontvangt zijn echtgenote V bericht van A, die meldt per abuis (in een eerdere brief, gericht aan tussenpersoon B ) te hebben bericht dat het nabestaandenpensioen € 15.372 per jaar bedraagt, terwijl dit € 1.281 dient te zijn. V vordert niettemin van A een levenslang jaarlijks uitkering van € 15.372, vermeerderd met kosten.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Mentorschap in de pubertijd

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het mentorschap als beschermingsmaatregel voor meerderjarigen is bijna 17 jaar oud en hard op weg volwassen te worden. Ten aanzien van de onbevoegdheid van de gementoreerde is sprake van een andere opvatting dan eertijds bij de introductie van de maatregel. Verbetering van de wettelijk regeling van het mentorschap en versterking van de infrastructuur die vereist is voor een correcte toepassing van deze maatregel, zijn volgens de auteur mogelijk en gewenst.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Modern ouderschap na echtscheiding

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Sinds 1 maart 2009 is het ouderschapsplan ingevoerd door de inwerkingtreding van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding en zijn de rechten en verplichtingen van ouders duidelijker geregeld. De auteur bespreekt de rechtspraak zoals die zich sedert de invoering van de nieuwe wetgeving heeft gevormd, alsmede enkele andere recente ontwikkelingen op het terrein van echtscheiding.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Nederlandse kinderen ontsnappen aan armoede

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
In Nederland is nauwelijks sprake van een ‘armoedecultuur’. Bijna alle kinderen die in een arm gezin opgroeien, weten later aan de armoede te ontsnappen. Dat blijkt uit onderzoek dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op 30 augustus presenteerde aan staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Toch vergroot armoede in de kindertijd de kans dat mensen op latere leeftijd in armoede leven. Kinderen die in een arm gezin opgroeien, hebben 7% kans dat ze het later weer met te weinig geld moeten rooien. Bij andere kinderen is die kans 4%.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Niet-wijzigingsbeding

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
M en V zijn in 1978 met elkaar getrouwd. Uit het huwelijk zijn geen kinderen geboren. In 2007 heeft de rechtbank de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. In hun echtscheidingsconvenant zijn partijen overeengekomen dat M maandelijks € 375 aan partneralimentatie zal betalen. Partijen zijn in het convenant tevens een niet-wijzigingsbeding overeengekomen. Eind 2010 verzoekt V de rechtbank te bepalen dat zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het niet-wijzigingsbeding kan worden gehouden en dat de door M te betalen partneralimentatie met ingang van 1 september 2008 dient te worden vastgesteld op € 850 per maand. De rechtbank wijst het verzoek af, waarop V in hoger beroep gaat.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Nihilstelling kinderalimentatie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De man heeft onbetwist gesteld dat hij in 2010 drie nieuwe producten heeft ontwikkeld en dat hij zich in 2011 heeft toegelegd op het op de markt brengen van twee bestaande producten uit Duitsland en van vier nieuwe producten uit Amerika. Het hof is van oordeel dat de post ‘afschrijving ontwikkelingskosten’ (die onbetwist 10% van de totale ontwikkelingskosten bedraagt) conform goed koopmansgebruik gangbaar en derhalve redelijk is te achten en dat de vrouw onvoldoende heeft gesteld om deze kosten bij de berekening van de draagkracht van de man buiten beschouwing te laten.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Ondertoezichtstelling

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het hof is – anders dan de rechtbank – van oordeel dat de dominante aard van de vader een bedreiging vormt voor de emotionele ontwikkeling van alle drie de kinderen en een beperking van hun vrijheid oplevert in de groei naar volwassenheid. Het hof acht het noodzakelijk dat hulpverlening tot stand komt, gericht op de interactieproblemen in het gezin en met name op de rol van de vader daarin. Deze hulpverlening komt in het vrijwillig kader niet tot stand. Het hof acht de ondertoezichtstelling van de kinderen derhalve noodzakelijk om genoemde ontwikkelingsbedreigingen af te wenden.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Onrechtmatig handelen Bureau Jeugdzorg

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De rechtbank is van oordeel dat de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer is vereist – gelet op de problematiek van de betrokken jeugdige en de zorg, begeleiding en stabiliteit die hij nodig heeft – meebrengt dat degene die ten aanzien van de jeugdige is belast met het nemen van het besluit op grond waarvan de benodigde zorg en de financiële vergoeding daarvoor kan worden gerealiseerd, is gehouden er op toe te zien dat de stabiliteit voor de jeugdige wordt gehandhaafd en dat degene – het pleeggezin, in casu eisers – die zich voor de hulpbehoevende jeugdige inzet zo snel als redelijkerwijs mogelijk is duidelijkheid krijgt over de financiële compensatie, zodat het pleeggezin tijdig de keuze kan maken of zij de gevraagde zorg kan leveren. Nu [medewerker BJG] heeft nagelaten deze duidelijkheid te bieden, heeft hij gehandeld in strijd met de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid. Dat ook eisers, zoals gesteld door BJG, enige kennis hebben van de procedures rondom pleegzorg en AWBZ-zorg, is naar het oordeel van de rechtbank in dit verband niet relevant.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Ontheffing gezag (1)

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Ondanks dat moeder veel in zichzelf heeft geïnvesteerd en het momenteel goed met haar gaat, is de bestendigheid van de situatie onduidelijk. De moeder is niet in staat om kind 1 de vereiste pedagogische aansturing te geven; het toekomstperspectief van dit kind ligt dan ook niet bij moeder, maar in het pleeggezin. Ten aanzien van kind 2 wordt het verzoek tot ontheffing van moeder aangehouden; het is nog onvoldoende duidelijk waar het toekomstperspectief van dit kind ligt, bij de moeder of in het pleeggezin. Aanvullend onderzoek is noodzakelijk. De omgang van de moeder met beide kinderen moet worden uitgebreid en er moet ook vaker omgang zijn tussen beide kinderen en hun halfbroer.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Ontzetting/ontheffing ouderlijk gezag

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De rechtbank is van oordeel dat niet is voldaan aan de in artikel 1:269 BW genoemde gronden die kunnen leiden tot ontzetting. De vader ontkent de in de strafprocedure door de rechtbank en het hof vastgestelde feiten en heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Nu de vader niet onherroepelijk is veroordeeld, kan ook niet zonder meer worden aangenomen dat er sprake is van misbruik van het gezag, grove verwaarlozing van de verzorging of opvoeding van de minderjarige dan wel slecht levensgedrag. Verzoek tot ontheffing toegewezen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Ontzetting vader uit ouderlijk gezag

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De vader heeft bekend zijn nog erg jonge dochter seksueel te hebben misbruikt. De dochter is als gevolg hiervan bevallen van een baby. Gelet op de ernst van de misdragingen van de vader, zijn bekentenis en zijn eerdere veroordeling ter zake van seksueel misbruik van een dochter uit een eerdere relatie, wordt voorbijgegaan aan het feit dat er nu nog geen veroordeling heeft plaatsgevonden. De vader heeft zijn gezag op ernstige wijze misbruikt, waardoor het geestelijke en lichamelijke welzijn van de dochter is geschaad. De gedragingen van de vader zijn dusdanig ernstig, dat deze hem ten opzichte van zijn dochter – maar ook van zijn zoon – volstrekt diskwalificeren als hun opvoeder.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Partneralimentatie: wel of geen Hofnorm?

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Tussen partijen is, in het kader van de echtscheidingsprocedure, onder meer in geschil op welke wijze de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw dient te worden berekend. De man heeft gesteld dat de behoefte van de vrouw aan de hand van een door haar in de procedure te brengen behoefteoverzicht dient te worden bepaald en heeft zelf een overzicht opgesteld van de behoefte van de vrouw. De vrouw daarentegen wenst de Hofnorm tot uitgangspunt te nemen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Partners moeten huwelijksvorm bekendmaken

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Geliefden die in het huwelijk willen treden, moeten van tevoren aangeven voor welke huwelijksvorm zij kiezen. Zij kunnen hun voorkeur kenbaar maken als ze in ondertrouw gaan. Daarvoor hebben PvdA en D66 op 29 september gepleit tijdens een overleg met staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie). Vorig jaar stelde D66 nog voor mensen die geen voorkeur uitspreken op huwelijkse voorwaarden te laten trouwen in plaats van in gemeenschap van goederen. Dit voorstel leek in goede aarde te vallen in de Tweede Kamer, maar omdat er inmiddels geen meerderheid meer voor is, pleit D66-Kamerlid Magda Berndsen nu voor een verplichte keuze. Omdat de keuze uit verschillende huwelijksvormen nogal ingewikkeld kan zijn, kwam GroenLinks met het voorstel van een ‘financiële bijsluiter’ bij het huwelijk.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen, resultaten van zes hertoetsen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
In het najaar van 2009 heeft de Inspectie Jeugdzorg op verzoek van de minister voor Jeugd en Gezin een landelijk onderzoek uitgevoerd naar de toepassing van risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onder ‘risicomanagement’ wordt verstaan het onderzoeken, taxeren en beperken van het risico op voor het kind ernstig bedreigende gebeurtenissen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Schippers: geen aanpassing regelgeving rond adoptie

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Minister Edith Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) is niet van plan de wet- en regelgeving rond adoptie te herzien in het belang van jonge afstandsmoeders. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Schippers reageerde daarmee op het rapport ‘In één klap moeder, en ook weer niet’ (door de Universiteit van Nijmegen in samenwerking met de Fiom), gebaseerd op de dossiers van 197 vrouwen die afstand deden. Iets meer dan de helft was bij de bevalling jonger dan 22 jaar. Na hun bevalling hebben moeders drie maanden de tijd om te beslissen of ze hun kind willen afstaan ter adoptie. De onderzoekers vinden die bedenktijd te kort, omdat jonge moeders vaak na een aantal jaren spijt krijgen van de adoptie. Daarom adviseerden ze de wet te herzien. Minister Schippers stelt echter dat de procedures genoeg rekening houden met de leeftijd van de afstandsmoeder. Schippers is het wel eens met de stelling van de onderzoekers dat adoptie geen goed alternatief is voor abortus.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Vaststelling draagkracht DGA

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het hof stelt vast dat de rechtbank bij de bepaling van het inkomen van de man in het kader van de behoefte van de dochter van een fictief inkomen als DGA van € 41.000 bruto per jaar is uitgegaan. Het hof is van oordeel, dat bij de behoeftebepaling dient te worden aangesloten bij het werkelijk genoten inkomen. Het hof constateert evenals de rechtbank dat er veel mutaties zijn in de rekening-courantverhouding van de man met zijn BV. Weliswaar hebben niet alle opnames in rekening-courant een consumptief karakter, maar aannemelijk is wel dat de man over een hoger besteedbaar inkomen kon beschikken dan het door de BV aan hem betaalde salaris van € 1.576 per maand. De man ontving in ieder geval daarnaast nog huur van zijn bedrijfspand ad € 10.873 bruto per jaar.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Verdeling en verrekening, lijfrente

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De man is sinds 1 mei 1988 in Duitsland werkzaam. Op grond van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerde volksverzekeringen is hij als gevolg daarvan vanaf 1 mei 1988 niet meer verzekerd voor de AOW en de AWBZ. Hij had destijds kunnen kiezen voor een vrijwillige AOW-verzekering, hetgeen maximaal tien jaar mogelijk is, maar dat was veel duurder dan een polis bij wijze van oudedagsvoorziening, voorziening bij arbeidsongeschiktheid en voor eventuele AWBZ-voorzieningen. De man heeft toen gekozen voor AXA-polissen.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Verdeling gemeenschap

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De man stelt dat hij € 50.000 meer heeft bijgedragen in de kosten van de verbouwing van de woning dan de vrouw en dat zij de helft van dat bedrag met hem dient te verrekenen. Het hof verstaat de verzoeken van de man aldus dat deze zijn gebaseerd op artikel 3:172 BW. Ingevolge die bepaling delen de deelgenoten naar evenredigheid van hun aandelen in de vruchten en andere voordelen die het gemeenschappelijke goed oplevert en moeten zij in dezelfde evenredigheid bijdragen tot de uitgaven die voortvloeien uit handelingen welke bevoegdelijk ten behoeve van de gemeenschap zijn verricht, tenzij een regeling anders bepaalt.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Verdeling huwelijksgoederengemeenschap die is ontbonden door opheffing

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Bij beschikking van de rechtbank van 30 oktober 2007 is de gemeenschap tussen partijen opgeheven. Op grond van artikel 1:111 lid 1 BW werkt deze beschikking terug tot de dag waarop het verzoek tot opheffing van de gemeenschap is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister en bekend is gemaakt in een landelijk dagblad of in een dagblad verschijnend in de streek waar de tot kennisneming van het verzoek bevoegde rechter zitting houdt. Uit de stukken is gebleken dat het verzoek tot opheffing op 24 augustus 2007 is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister en op diezelfde datum is gepubliceerd in een streekblad als hiervoor bedoeld. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de peildatum voor de omvang van de gemeenschap dient te worden gesteld op 24 augustus 2007, in plaats van 26 maart 2007 zoals de rechtbank heeft gedaan. De omstandigheid dat partijen eerder feitelijk uiteen zijn gegaan, leidt niet tot een ander oordeel.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Verdeling van armoede

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Op basis van het feit dat de man een WWB-uitkering heeft, kan de conclusie getrokken worden dat hij geen draagkracht zal hebben om een bijdrage in de verzorging en opvoeding van het kind te betalen. De rechtbank is desondanks van oordeel dat de man een bijdrage dient te voldoen van € 25 per maand en overweegt daartoe als volgt. Beide partijen hebben inkomsten op of rond het sociale minimum; de man met een uitkering, de vrouw met inkomsten uit werkzaamheden. De vrouw heeft naast haar werkzaamheden de gehele praktische en financiële zorg voor het kind: hij woont bij haar en alle kosten voor zijn verzorging en opvoeding komen voor haar rekening. De man heeft voorts ter zitting verklaard op dit moment best € 25 per maand te kunnen missen en te willen betalen, maar dat niet vastgelegd te willen zien in een rechterlijke beschikking, omdat hij op ieder moment wil kunnen stoppen met betalen als hij het geld voor andere dingen, zoals zelfstandige woonruimte, nodig heeft. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het redelijk dat de man, ondanks zijn gebrek aan draagkracht, met een minimaal bedrag van € 25 per maand bijdraagt in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Vernietiging erkenning

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Het verlenen van toestemming tot erkenning van een kind is, zij het indirect, gericht op het doen ontstaan van rechtsgevolgen (namelijk het scheppen van de mogelijkheid om familierechtelijke/vermogensrechtelijke betrekkingen tussen de vader en het kind mogelijk te maken) en is daarmee als rechtshandeling te kwalificeren. Op het moment van het geven van haar toestemming tot erkenning aan de vader stond de moeder onder curatele en was derhalve handelingsonbekwaam. De handelingsonbekwaamheid omvat tevens het uitoefenen van rechtshandelingen van curanda op het gebied van het personen- en familierecht.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Vervangende toestemming afgifte paspoort

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring als bedoeld in artikel 34 lid 2 Paspoortwet (het verkrijgen van vervangende toestemming) gelijk te stellen is met een beslissing van de rechter op basis van artikel 1:253a BW. De beslissing omtrent vervangende toestemming voor reisdocumenten betreft immers een beslissing inzake de beperking dan wel toepassing van ouderlijke verantwoordelijkheid.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Verzoek tot echtscheiding voldoet niet aan artikel 815 lid 5 Rv

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
De vrouw stelt op een onbekende datum in 1979 te Mogadishu, Somalië, met de man te zijn gehuwd. Bij de stukken van het geding ontbreekt echter een afschrift of uittreksel van de huwelijksakte, als voorgeschreven in artikel 815 lid 5 sub a Rv. Naar het oordeel van het hof heeft de vrouw voldoende aannemelijk gemaakt dat het overleggen van de Somalische huwelijksakte redelijkerwijs niet mogelijk is. Het huwelijk wordt zowel in de GBA van Enkhuizen als in de door de vrouw overgelegde informatie van de IND vermeld. De vrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep desgevraagd verklaard dat zij ten behoeve van haar en de minderjarige inschrijving in de GBA destijds met getuigen in het gemeentehuis van Enkhuizen is verschenen en, naar het hof begrijpt, de verklaring onder ede heeft afgelegd, als bedoeld in artikel 36 lid 2 sub e van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Verzoek verlenging machtiging uithuisplaatsing afgewezen

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
In aanmerking genomen dat de gezinsvoogd in het algemeen niet op zichzelf opereert, maar deel uitmaakt van een team, mag van een professionele organisatie als [stichting Bureau Jeugdzorg] redelijkerwijs worden verwacht dat bij – langer durend – ziekteverzuim van de gezinsvoogd, de zaken van die gezinsvoogd door het team waarvan zij deel uitmaakt, worden waargenomen. Dat blijkt in deze zaak niet te zijn gebeurd, ondanks het feit dat – zoals de gezinsvoogd ter zitting heeft aangegeven – de beschikking van 8 juni 2011 wel in het team waarvan de gezinsvoogd deel uitmaakt, is besproken. Door deze wijze van handelen – of beter gezegd: door het gebrek aan actie – van de zijde van de stichting zijn de belangen van de minderjarige niet gediend: de bezoekregeling heeft onnodig lang stilgelegen, er is niet gewerkt aan enig doel. Door deze weinig professionele gang van zaken heeft de stichting in deze zaak het in haar door de rechtbank gestelde vertrouwen in aanzienlijke mate geschonden.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Volgens rechtbank had langstlevende partner tevens recht op een erfdeel

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
M en V wonen vanaf 1992 ongehuwd samen. In dat jaar heeft M een testament opgesteld, waarin hij onder meer – ter verzorging van V – een keuzelegaat tegen inbreng van de waarde en een vruchtgebruiklegaat van de nalatenschap heeft opgenomen voor het geval hij overlijdt met achterlating van één of meer nakomelingen. Voor de laatstbedoelde situatie bevat het testament geen enkele regeling met betrekking tot de vraag wie erfgenaam is. In 2001 zijn M en V een geregistreerd partnerschap aangegaan (zonder partnerschapsvoorwaarden). Het testament is nadien niet meer gewijzigd. In 2005 is M overleden. Thans is tussen V en K (M’s kind uit een eerdere relatie) onder meer in geschil of V naast K recht heeft op een erfdeel. K is van mening dat hij enig erfgenaam is van M. Volgens K is V stilzwijgend onterfd door de legaten die in het testament staan vermeld.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Voortzetting huur na verbroken samenleving

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
In het voetspoor van het arrest van HR 13 november 1987 (NJ 1988, 254) is de kantonrechter van oordeel dat de eisen van de goede trouw in de gegeven omstandigheden – te weten dat de man, zonder enig overleg met de vrouw en buiten haar medeweten, de huurovereenkomst heeft opgezegd – eraan in de weg staan dat aan de vrouw het ontbreken van de medewerking door de man wordt tegengeworpen, indien voorts aan alle vereisten voor het verkrijgen van het medehuurderschap is voldaan en aldus vast komt te staan dat, wanneer de vrouw in een eerder stadium wel een gezamenlijk verzoek had ingediend, haar dat medehuurderschap niet had kunnen worden ontzegd.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Wetsvoorstel openbare behandeling personen- en familiezaken

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
In artikel 803 Rv worden zaken betreffende het personen- en familierecht thans, zonder dat daarop een uitzondering mogelijk is, uitgesloten van het beginsel van openbaarheid door te bepalen dat de behandeling van deze zaken met gesloten deuren plaatsvindt. Twee uitspraken van het EHRM (Moser en B&P) nopen tot herziening van deze regeling. De rechter kan daarom binnenkort op verzoek van belanghebbenden bepalen dat een zaak geheel of gedeeltelijk openbaar behandeld wordt.

REP 2011, afl. 7 - Sign. - Wetsvoorstel wijziging Boek 1 BW

Aflevering 7, gepubliceerd op 01-10-2011
Naar aanleiding van de evaluatie Wet openstelling huwelijk en Wet geregistreerd partnerschap is op 4 oktober het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 BW ter consultatie voorgelegd. Het wetsvoorstel bevat een aantal inhoudelijke wijzigingen op het terrein van het personen- en familierecht. In de eerste plaats wordt in de wet verduidelijkt dat adoptiefouders het gezag over hun kind gezamenlijk uitoefenen, ook als zij niet met elkaar gehuwd zijn of door een geregistreerd partnerschap zijn verbonden. In de tweede plaats wordt geregeld dat het gezagsregister (artikel 1:244 BW) voortaan ook op een andere plaats of plaatsen dan bij de rechtbanken kan worden gehouden, waarbij primair gedacht wordt aan houden op een centrale plaats. In de derde plaats wordt het mogelijk dat ouders voortaan ook hun aanwijzing van degene die na hun overlijden het gezag over hun kind zal uitoefenen, kunnen doen door registratie in het gezagsregister. Op dit moment kan dit alleen bij uiterste wilsbeschikking. Dit geeft ouders een ruimere mogelijkheid om het gezag over kinderen vast te leggen. Ook wordt voorgesteld om aan de kinderen de bevoegdheid te geven om nietigverklaring van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap van hun ouders te verzoeken. Dit is met name van belang indien het huwelijk of het geregistreerd partnerschap zou zijn gesloten door een hiertoe niet wilsbekwaam te achten persoon. Verder wordt voorgesteld het vermoeden van vaderschap ook voor de mannelijke geregistreerde partner van de moeder te laten gelden en de rechterlijke toestemming voor de erkenning door een gehuwde man van een kind van een andere vrouw dan zijn echtgenote te laten vervallen. Ten slotte worden enkele redactionele onjuistheden hersteld.