REP 2015/16 - Sign. - Proceskostenveroordeling van € 8.200 wegens nodeloos procederen (Gerechtshof Amsterdam, 22 juli 2014, 200.140.694/01, C/14/128500 / ES RK 11-455, niet gepubliceerd)
Aflevering 1, gepubliceerd op 20-02-2015 M en V zijn in 2004 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd, welk huwelijk in 2011 door echtscheiding is ontbonden. De rechtbank heeft bij beschikking van 23 oktober 2013 de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld en V veroordeeld om, wegens overbedeling, aan M een bedrag van € 8.431,53 te voldoen. V gaat op 22 januari 2014 in hoger beroep. Ter uitvoering van de bestreden beschikking zijn partijen bij notariële akte van 17 april 2014 overgegaan tot verdeling en levering van een aantal goederen en overname van schulden. V verzoekt het hof te bepalen (1) dat zij aan M, in het kader van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, een bedrag van € 2.055 verschuldigd is en (2) dat M aan V, in het kader van de verdeling, een bedrag van € 115.219,47 verschuldigd is. Volgens V is de onderbedelingsvordering van M op haar lager dan het door de rechtbank vastgestelde bedrag van € 8.431,53, te weten een bedrag van € 2.055. M voert evenwel terecht aan dat de notariële verdelingsakte, die van later datum is dan het beroepschrift van V, eraan in de weg staat dat het hof een lager bedrag vaststelt. Immers, uit deze akte vloeit voort dat – kort gezegd – V het desbetreffende bedrag inmiddels schuldig erkent, hetgeen V overigens ook niet betwist. Het hof wijst de eerste vordering van V dan ook af.