TAP 2013, afl. 3 - Sign. - Primaat van de politiek niet van toepassing
Aflevering 3, gepubliceerd op 01-04-2013 In deze bijdrage bespreekt Van het Kaar de uitspraak van het Hof Amsterdam (OK) van 31 oktober 2012, LJN BY5619 (Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid), eerder gesignaleerd in TAP 2013, p. 36. In deze zaak besluit het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Zuid op 27 maart 2012 om aan de deelraad voor te stellen om ‘in te stemmen met het ter beschikking stellen van het krediet van € 4.060.000 voor de renovatie van het De Mirandabad’. Op 30 mei 2012 besluit de deelraad hiertoe. Half augustus 2012 wendt de OR van het stadsdeel zich tot de OK, omdat hij meent dat sprake is van een adviesplichtig besluit in de zin van art. 25 lid 1, aanhef en onder h of i, WOR (belangrijke investering/aantrekken belangrijk krediet). De OK buigt zich eerst over het argument van het stadsdeel inzake het politieke primaat. De OK overweegt dat de omstandigheid dat het hier gaat om een besluit genomen door een democratisch gekozen orgaan, op zichzelf onvoldoende is om te concluderen dat het besluit de publiekrechtelijke vaststelling van taken van publiekrechtelijke lichamen en onderdelen daarvan of het beleid ten aanzien van en de uitvoering van die taken betreft, zoals bedoeld in art. 46d aanhef en sub b WOR. Om aan te kunnen nemen dat de uitzondering van art. 46d, sub b, WOR van toepassing is, moet de ondernemer concrete omstandigheden stellen waaruit blijkt dat het besluit gepaard gaat met een verschuiving van politieke taken of verantwoordelijkheden en/of is ingegeven door politieke overwegingen, op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat het in het te beoordelen geval met het oog op de bescherming van het primaat van de politiek inderdaad noodzakelijk is de medezeggenschap te beperken. Dergelijke concrete omstandigheden ontbreken echter in de stellingen van Stadsdeel Zuid, aldus de OK. Ook verwerpt de OK het argument van het stadsdeel dat het niet zou gaan om een belangrijke investering. Er is aldus sprake van een adviesplichtig besluit. Stadsdeel Zuid moet het besluit intrekken en mag geen uitvoeringshandelingen verrichten. In zijn commentaar stelt Sprengers vast dat veel rechtspraak over het politiek primaat betrekking heeft op de vraag of en in hoeverre het bestreden besluit betrekking heeft op het regelen van de gevolgen voor het personeel. Het bijzondere van deze uitspraak is dat het geschil uitsluitend betrekking heeft op het primaat ‘an sich’. De uitspraak is in lijn met hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in het arrest Shared Service Centre (LJN AS5953). De OK brengt het politieke primaat met deze uitspraak (wat meer) binnen de sfeer van de gebruikelijke marginale toets, aldus Sprengers. De ondernemer en de OR moeten concrete argumenten aanvoeren ter ondersteuning van het beroep op het politieke primaat zelf.