TAP 2017/174 - Sign. - Naleving cao (Hof ’s-Hertogenbosch 11 april 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1575)
Aflevering 4, gepubliceerd op 31-05-2017 SNCU heeft, nadat Euro Aktief (een uitzendbureau) op de conceptrapportage heeft gereageerd, een rapport opgesteld wegens niet-naleving van de cao voor Uitzendkrachten door Euro Aktief. De indicatieve materiële benadeling van (ex-)werknemers van Euro Aktief is volgens SNCU € 556.067,00. Daarnaast is een forfaitaire schadevergoeding vastgesteld, die volgens SNCU verschuldigd is wanneer Euro Aktief onder andere niet verklaart dat zij de cao met terugwerkende kracht zal naleven. De accountant van Euro Aktief heeft op 5 december 2013 laten weten dat Euro Aktief haar bedrijfsactiviteiten zal staken wegens bedrijfseconomische omstandigheden en om die reden niet in staat is de gevraagde verklaringen te verstrekken. Op 7 januari 2014 heeft SNCU laten weten dat de forfaitaire schadevergoeding definitief verschuldigd is. SNCU vordert Euro Aktief te veroordelen tot naleving van de cao, nabetaling van de betrokken werknemers van € 556.067,00 en SNCU de forfaitaire schadevergoeding te betalen. De rechter heeft deze vorderingen in eerste aanleg toegewezen. Het hof oordeelt dat de opmerking van Euro Aktief dat het loon na verrekening van de huisvestingskosten niet lager is dan het voor de betrokken uitzendkrachten geldende wettelijk minimumloon, onvoldoende verweer is tegen de, met het rapport van Providius onderbouwde, stelling van SNCU dat niet ten minste het minimumloon is voldaan. Gezien voormeld rapport mocht redelijkerwijs van Euro Aktief worden verwacht dat zij concreet, gespecificeerd en onderbouwd met stukken, waaronder loonstroken en met een berekening, zou aangeven dat na uitruil van de huisvestingskosten het loon van de in de steekproef betrokken werknemers niet lager was dan het voor die uitzendkrachten geldend wettelijk minimumloon. Nu Euro Aktief zich onvoldoende heeft verweerd, staat vast dat niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 22 lid 5 sub f cao dat bepaalt dat het loon na uitruil niet lager mag zijn dan het voor de uitzendkracht geldende wettelijk minimumloon. Het hof oordeelt tevens dat de door SNCU gevorderde forfaitaire schadevergoeding betrekking heeft op de door werkgevers- en werknemersorganisaties geleden (imago)schade, terwijl de vordering van € 556.067,00 ziet op naleving van de cao. Artikel 6:92 BW staat volgens het hof daarom niet aan toewijzing van een forfaitaire schadevergoeding/boetebeding in de weg. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.