Aflevering 5

Gepubliceerd op 11 juli 2019

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 08-07-2024

TAP 2019/189 - Art. - De reikwijdte van de h-grond en de herplaatsingsverplichting na de SIEP-beschikking

Aflevering 5, gepubliceerd op 18-07-2019 geschreven door Mees, D.A.D.
Op 18 januari 2019 wees de Hoge Raad de zogenaamde SIEP-beschikking. De Hoge Raad liet zich uit over zowel de h-grond van art. 7:669 lid 3 BW als de maatstaf die moet worden aangelegd bij het beoordelen van de herplaatsingsinspanningen van de werkgever ingevolge art. 7:669 lid 1 BW. Deze bijdrage bespreekt de gevolgen van de SIEP-beschikking voor de rechtspraktijk.

TAP 2019/190 - Art. - De wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en de black box van de matiging Met dank aan Annick Donders, studente aan de RUG, voor haar bijdrage aan het jurisprudentieonderzoek en de analyse.

Aflevering 5, gepubliceerd op 18-07-2019 geschreven door Kempen, M.W.A.M van
De wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW kan fors oplopen tot wel 50% van de hoofdsom. De bevoegdheid van de rechter deze hoofdsom te matigen heeft in het verleden al tot onderzoek naar de achtergronden van die matiging geleid. Het laatste onderzoek dateert al weer van 2013. Tijd voor een update.

TAP 2019/195 - Sign. - Connexxion mocht toeslagen middelen, de toeslag van de werknemer is dan ook terecht verlaagd. Het beroep van de werknemer op de redelijkheid en de billijkheid slaagt wel. Connexxion had een ruimere afbouwregeling moeten toepassen Hof Arnhem-Leeuwaarden 23 april 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3608

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Sinds 1975 is werknemer werkzaam als buschauffeur bij Connexxion. Vanaf 1998 heeft hij uitsluitend gebroken diensten verricht, waarvoor hij op grond van art. 34 lid 1 CAO Openbaar Vervoer (‘CAO’) een extra vergoeding ontving.

TAP 2019/197 - Sign. - Werkgeefster heeft de afwijzing van het doorwerkverzoek van werkneemster onvoldoende gemotiveerd. De kantonrechter veroordeelt werkgeefster dan ook werkneemster weer toe te laten tot haar werkzaamheden Rb. Midden-Nederland 17 april 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1602

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Sinds 1 december 2007 is werkneemster in dienst bij werkgeefster. Op 13 augustus 2018 heeft werkneemster bij haar teamleider een verzoek op grond van de CAO ingediend om haar arbeidsovereenkomst, per de datum waarop zij 66 jaar wordt en de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, te verlengen (‘doorwerkverzoek’).

TAP 2019/198 - Sign. - De cao bb verbiedt niet, althans verhindert niet, dat Rolerisuit busvervoer verricht met chauffeurs die volledig op vrijwillige basis werkzaam zijn Hof ’s-Hertogenbosch 14 mei 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1809

Aflevering 5, gepubliceerd op 18-07-2019
Rolerisuit is een stichting die ten doel heeft het bieden van ontspanning aan gehandicapten, onder meer door het maken van bustochten. In eerste aanleg heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat de cao bb en de cao fso van toepassing zijn op Rolerisuit en haar bevolen de cao’s na te leven.

TAP 2019/199 - Sign. - Verplichte deelneming in bedrijfstakpensioenfondsen en art. 9 Rome I Rb. Midden-Nederland 22 mei 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:2294

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
In de jaren 2012 – 2017 stelde de Luxemburgse werkgever Presta ruim 500 Poolse slachters ter beschikking aan Nederlandse ondernemingen in de vlees- en vleesbewerkende industrie. In de arbeidsovereenkomsten was opgenomen dat de standplaats van de werknemers Luxemburg was en dat Luxemburgs recht van toepassing was.

TAP 2019/201 - Sign. - Wanneer is sprake van ongerechtvaardigde leeftijdsdiscriminatie bij maximering van de ontslagvergoeding in een sociaal plan? HR 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:647

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Vanwege een reorganisatie is een aantal werknemers van NXP per 1 april 2014 ontslagen. Op grond van het sociaal plan ontvangen werknemers geboren in 1950, 1951 of 1952 een ontslagvergoeding gemaximeerd tot de inkomstenderving tot aan de voor hen geldende pensioenleeftijd van 62 jaar.

TAP 2019/204 - Sign. - Geen ongeoorloofd onderscheid naar arbeidsomvang voor de buschauffeur die parttime gaat werken Hof Arnhem-Leeuwarden 30 april 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3760

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
De werknemer is op 1 mei 2002 in dienst getreden als buschauffeur op basis van een fulltime arbeidsovereenkomst. Hierop was de cao Multimodaal Vervoer (cao MMV) van toepassing. Door concessiewisselingen is werknemer achtereenvolgens bij Connexxion en vervolgens bij Arriva in dienst getreden.

TAP 2019/205 - Sign. - Concept wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement in consultatie gebracht Consultatie concept wetsvoorstel overgang van onderneming: https://www.internetconsultatie.nl/overgang_van_onderneming_in_faillissement

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
In dit op 29 mei 2019 in consultatie gebrachte conceptwetsvoorstel wordt een nieuwe wettelijke regeling ingevoerd inzake de positie van werknemers in faillissement. Dit betreft in het bijzonder de rechten van werknemers bij een overgang van een onderneming

TAP 2019/207 - Sign. - Geen sprake van besluiten tot wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling of een vakantieregeling (art. 27 lid 1 sub b WOR) Hof 's-Hertogenbosch 9 mei 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1789

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
De onderneming exploiteert openbaar vervoer in stadsregio 1 en in stadsregio 2. Tussen de onderneming en de ondernemingsraad (OR) bestaan in hoger beroep (nog) twee geschillen. Geschil I: is er sprake van een wijziging van de bij de onderneming geldende vakantie- en verlofregelingen? Geschil II: is er sprake van een wijziging in de arbeids- en rusttijdenregeling? In eerste aanleg heeft de kantonrechter de verzoeken van de OR inzake beide geschillen afgewezen.

TAP 2019/209 - Sign. - OR handelt niet in strijd met reglement jegens vakbonden door vrije lijst mee te laten doen met verkiezingen Rb. Amsterdam (kort geding) 10 april 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:3206, 'KLM'

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Een viertal vakbonden vordert in kort geding dat de ondernemingsraad (OR) van KLM zijn reglement nakomt ten aanzien van de kandidatenlijsten voor de aankomende OR-verkiezing. De vakbonden stellen dat de OR ‘Lijst 14, Lijst voor Hoger KLM Personeel’ van de verkiezingen dient uit te sluiten.

TAP 2019/210 - Sign. - Berekening hoogte transitievergoeding. Vaststelling omvang variabel loon. ‘Voorverlening’ ziekteperiode bij zieke werknemer HR 19 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:632

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Werknemer is op 17 maart 2004 bij werkgever in dienst getreden. Zijn maandsalaris bedroeg laatstelijk € 11.480,19 bruto. Daarnaast had werknemer aanspraak op variabel loon. De arbeidsovereenkomst is ontbonden per 1 december 2016, waarbij aan de werknemer een billijke vergoeding van € 219.

TAP 2019/211 - Sign. - Terecht ontslag op staande voet wegens oprichting concurrerende onderneming tijdens looptijd arbeidsovereenkomst. Geen verdere matiging non-concurrentiebeding Hof 's-Hertogenbosch 11 april 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1354

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Werkgever drijft een onderneming die speelautomaten op locatie exploiteert. Werknemer is vanaf 1997 in dienst van werkgever, laatstelijk als rayonmanager. In de arbeidsovereenkomst is een verbod op nevenwerkzaamheden en een non-concurrentiebeding opgenomen.

TAP 2019/212 - Sign. - Ernstig verwijtbaar handelen Ryanair jegens piloot. Toewijzing ontbindingsverzoek werknemer. Veroordeling Ryanair tot betaling van transitievergoeding en een billijke vergoeding ter hoogte van € 425.000 Rb. Oost-Brabant 23 april 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:2313

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Werknemer is op 5 juni 2006 in dienst getreden bij Ryanair. Laatstelijk was hij werkzaam als gezagvoerder vanaf de basis in Eindhoven. Na een tweetal stakingsacties in augustus 2018 en september 2018 heeft Ryanair aangekondigd de basis in Eindhoven per 5 november 2018 te sluiten.

TAP 2019/213 - Sign. - Werkgever slaagt niet in bewijsopdracht (ernstig) verwijtbaar handelen werknemer. Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Werkgever heeft werknemer tweemaal onterecht op staande voet ontslagen en daarmee ernstig verwijtbaar gehandeld. Billijke vergoeding € 50.000 Rb. Amsterdam 29 maart 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:2533

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Werknemer is in dienst bij Oger Fashion B.V. (Oger). Bij brief van 7 augustus 2018 heeft Oger werknemer op staande voet ontslagen. Blijkens de ontslagbrief wordt werknemer verweten dat hij een broek en een riem aan een klant heeft meegegeven zonder af te rekenen en dat hij een overhemd aan een andere klant heeft meegegeven zonder af te rekenen.

TAP 2019/214 - Sign. - Werknemer niet-ontvankelijk in verzoek tot vernietiging vanwege overschrijding vervaltermijn art. 7:686a BW met een dag. Geen sprake van situatie waarin geen effectieve bescherming tegen het ontslag bestond gelet op resterende tijd na schriftelijke bevestiging van het ontslag Hof Amsterdam 30 april 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1522

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Werknemer is vanaf 1 september 2017 in dienst van werkgever. Op 24 november 2017 is werkgever failliet verklaard. De directeur van werkgever laat werknemer diezelfde dag telefonisch weten dat hij is per direct ontslagen vanwege het faillissement.

TAP 2019/215 - Sign. - Ontbinding op de e-grond wegens ongepast gedrag blijft in hoger beroep in stand. Hof oordeelt niet ernstig verwijtbaar – anders dan kantonrechter – dus wel transitievergoeding Hof 's-Hertogenbosch 2 mei 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1649

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Werknemer is op 1 augustus 1989 in dienst getreden van de school, werkgeefster. Werknemer vervulde de functie van senior docent bewegingsleer. De kantonrechter Maastricht heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op grond van ernstig verwijtbaar handelen.

TAP 2019/216 - Sign. - Afwijzing werkgeversverzoek op de h-grond omdat omstandigheden tot a-grond leiden. Werkneemster van ABN AMRO bank was gedetacheerd bij een dochtermaatschappij. Dat de arbeidsovereenkomst tot lege huls is verworden, leidt niet per se tot h-grond Ktr. Rotterdam 25 april 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:3298

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Werkneemster is sinds 18 november 1986 in dienst van ABN AMRO. In juni 2014 is haar functie vervallen als gevolg van een reorganisatie. Per 1 juli 2014 heeft werkneemster een andere functie geaccepteerd.

TAP 2019/217 - Sign. - Werkgeversverzoek in eerste aanleg en in hoger beroep afgewezen. Aantijgingen te weinig met feiten onderbouwd. Werkgever ontzenuwde niet voldoende dat OR-lidmaatschap geen rol speelde Hof Den Haag 30 april 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:947

Aflevering 5, gepubliceerd op 18-07-2019
Werknemer werkt sinds 17 april 2001 voor Achmea, per 1 augustus 2004 in vaste dienst. Werknemer werkt als zorgcoach en is lid van de ondernemingsraad. In eerste aanleg heeft de kantonrechter het verzoek van Achmea om de arbeidsovereenkomst te ontbinden

TAP 2019/218 - Sign. - Ontslag op staande voet houdt stand in twee instanties. Teamleider Albert Heijn nam zeven flessen Dreft mee zonder te betalen. Onbetwist zerotolerancebeleid Hof Den Haag 2 april 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:796

Aflevering 5, gepubliceerd op 18-07-2019
Werknemer is op 28 december 2012 bij Albert Heijn in dienst getreden. Hij was laatstelijk werkzaam in de functie van Teamleider Verkoopklaar. Door camerabeelden is duidelijk dat werknemer producten uit de winkel heeft meegenomen zonder ervoor te betalen.

TAP 2019/220 - Sign. - Hof acht een mismatch, de h-grond, onvoldoende onderbouwd en kent een billijke vergoeding ter hoogte van € 75.000 toe aan werknemer. De kantonrechter had de grond voldragen geacht Hof 's-Hertogenbosch 9 mei 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1721

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Werknemer is op 1 november 2015 in dienst getreden bij werkgever en is werkzaam als directeur Verkoop en Marketing. Begin april 2018 bleek dat de omzet van het eerste kwartaal 2018 achterbleef bij de prognose hiervoor en ook lager was dan de omzet van het eerste kwartaal van 2017.

TAP 2019/222 - Sign. - HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:649

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
De Rechtbank Overijssel heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Een vof was failliet verklaard, waarna beide vennoten ook failliet zijn verklaard. De faillissementen zijn omgezet in een WSNP. UWV stelde dat de faillissementsuitkering een boedelvordering betrof, alsmede dat zij preferente vorderingen had. De vraag komt op wie de werkgever is, als een werknemer in dienst is bij een vof.

TAP 2019/223 - Sign. - Hof Arnhem-Leeuwarden 23-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3554

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
FNV stelt dat een bedrijf dat logistieke werkzaamheden verzorgt onder de CAO voor Uitzendkrachten valt. FNV vordert nakoming van de CAO en aanverwante bepalingen. Het bedrijf verricht logistieke werkzaamheden op de locatie van de klant en zet daarvoor haar eigen personeel in. Het bedrijf stelt dat zij de volledige logistieke dienst levert en niet alleen ‘handjes’. Volgens het hof moet op basis van voornamelijk de praktijk worden nagegaan of leiding en toezicht bij het bedrijf ligt. Uit de getuigenverklaringen concludeert het hof dat FNV niet aannemelijk heeft kunnen maken dat leiding en toezicht is overgeheveld naar de opdrachtgever. Het bedrijf zette haar eigen leidinggevenden in, die toezicht hielden.

TAP 2019/224 - Sign. - Rb. Amsterdam 21-03-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:2166

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
De arbeidsovereenkomst tussen partijen is ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. In die procedure is gebruik gemaakt van een onderzoeksrapport naar overschrijdend gedrag van de werknemer. De werknemer stelt dat haar persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt en vordert afgifte, beperking, vernietiging, oplegging van een dwangsom en een schadevergoeding.

TAP 2019/225 - Sign. - Hof Arnhem-Leeuwarden 29-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:4308

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
ABN AMRO zegt na twee jaar ziekte de arbeidsovereenkomst van een arbeidsongeschikte werknemer op ‘per 1 maart 2018’. ABN AMRO stelt dat er een gelijkwaardige voorziening in de cao is opgenomen, zodat er geen recht is op een transitievergoeding. De werknemer dient op 30 mei 2018 een verzoekschrift. ABN AMRO stelt dat dat buiten de vervaltermijn van 3 maanden is ontvangen. Het hof oordeelt anders. Uit de bewoordingen van de opzeggingsbrief blijkt dat de arbeidsovereenkomst eindigde op 1 maart 2018. Als ABN AMRO had bedoeld dat de arbeidsovereenkomst eindigde op 28 februari 2018, dan had zij dat expliciet moeten opschrijven. De werknemer is ontvankelijk in haar verzoek.

TAP 2019/227 - Sign. - Werknemer vordert billijke vergoeding. Heeft werkgever UWV van verkeerde informatie voorzien en is sprake van overgang van onderneming? Rb. Den Haag 30 april 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:4881

Aflevering 5, gepubliceerd op 11-07-2019
Werknemer is bij de VOF werkzaam als Timmerman/Monteur op de afdeling interieur. De VOF besluit haar onderneming per 31 december 2018 te stoppen en vraagt bij het UWV een ontslagvergunning aan inclusief een verklaring Overbruggingsregeling Transitievergoeding.

TAP 2019/230 - Sign. - Opzegging uitvoeringsovereenkomst Rb. Rotterdam 3 mei 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:3875

Aflevering 5, gepubliceerd op 17-07-2019
Het geschil is ontstaan door de fusie tussen Campina en Friesland Foods. Tussen partijen is in geschil of FrieslandCampina onrechtmatig heeft gehandeld door (i) de pensioenregeling per 1 januari 2009 te sluiten voor nieuwe deelnemers alsmede (ii) door de uitvoeringsovereenkomst UO2010 met SPC met ingang van 1 januari 2015 op te zeggen zonder aanbod tot aanvullende (schade)vergoeding.