Aflevering 2

Gepubliceerd op 30 maart 2020

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 08-07-2024

TAP 2020/48 - Sign. - Situatief arbeidsongeschikt of arbeidsongeschikt door ziekte. In beide gevallen dient de werknemer zoveel mogelijk mee te werken aan de oplossing van het arbeidsconflict. Loonbetaling over de periode waarin niet kan worden vastgesteld dat werknemer niet ziek was (Ktr. Amsterdam 25 oktober 2018)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is met ingang van 1 januari 2016 voor bepaalde tijd tot en met 31 december 2016 in dienst getreden als Junior Producer bij werkgever. Op 19 september 2016 heeft werkgever aan werknemer voorgesteld de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden per 31 oktober 2016 te beëindigen.

TAP 2020/49 - Sign. - Hof Amsterdam 7 januari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:30

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer komt tegen de beslissing van de kantonrechter in hoger beroep. De grieven richten zich met name op de stelling dat werknemer niet situatief arbeidsongeschikt was, maar arbeidsongeschikt door ziekte, om welke reden zij op grond van art. 7:629 BW recht heeft op loondoorbetaling. Voor het geval wordt geoordeeld dat de maatstaf van art. 7:628 BW van toepassing is, is van belang dat de schuld van situatieve arbeidsongeschiktheid volledig, in ieder geval voor een (belangrijk) deel, bij werkgever ligt, hetgeen betekent dat het niet (kunnen) verrichten van arbeid en de redelijkheid niet voor rekening van werknemer dient te komen. Het hof overweegt dat het kennelijk voor zowel de bedrijfsarts en de arboarts niet duidelijk was of naast de arbeidsongeschiktheid met een situatief karakter ook sprake was van arbeidsongeschiktheid door ziekte. Geen van partijen heeft een deskundigenoordeel bij UWV hierover aangevraagd. Dit punt nu is tussen partijen een onderwerp van geschil geworden. Het feit dat werknemer al vanaf 28 oktober 2016 elk direct contact af hield en geen gehoor gaf aan de oproepen van werkgever nog een alternatief voorstel heeft gedaan om tot een mogelijke oplossing te komen komt voor rekening en risico van werknemer. Dit betekent dat werkgever gerechtigd was loon per 14 november 2016 op te schorten op grond van het bepaalde in art. 7:629 lid 3 sub d BW. Nu werknemer ook geen gehoor heeft gegeven aan de vervolgoproepen van werkgever, was deze gerechtigd de loonopschorting te continueren. Dat brengt mee dat werknemer geen recht heeft op loon over de periode vanaf 14 november 2016 tot einde van de arbeidsovereenkomst (31 december 2016). Het hof merkt in dit kader op dat ook toetsing aan art. 7:628 BW in plaats van art. 7:629 BW zou leiden tot een zelfde conclusie. Immers ook in het kader van 7:628 BW dient werknemer mee te werken om het arbeidsconflict op te lossen (vergelijk HR 27 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7669). Echter, anders dan de kantonrechter heeft overwogen, kan niet worden vastgesteld dat de werknemer in de periode niet arbeidsongeschikt wegens ziekte was van 23 september 2016 tot 14 november 2016. Werknemer heeft daarom recht op betaling van het loon over de periode vanaf datum ziekmelding tot 14 november 2016. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep.

TAP 2020/50 - Sign. - Arbeidsongeval. Causaal verband. Gevolgen van latere ongevallen bij een andere werkgever zijn niet toe te rekenen aan het eerste arbeidsongeval. Geen reden voor toepassen proportionele aansprakelijkheid (Rb. Midden-Nederland, Civiel recht, ktr., locatie Utrecht 12 juni 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:2913)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is in dienst bij werkgever als lasser. Op 1 november 2005 heeft werknemer tijdens zijn werkzaamheden bij het ophangen van een ‘zwevende trap’ letsel opgelopen aan zijn rechterschouder.

TAP 2020/52 - Sign. - Schorsing concurrentiebeding. Nieuwe werkgever is geen concurrent van oude werkgever. Voorts dient belangenafweging in het voordeel van de werknemer uit te vallen (Rb. Oost-Brabant, Civiel recht, zittingsplaats Eindhoven, kort geding, ECLI:NL:RBOBR:2020:472)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is in 2007 bij Werkgever B.V. (‘werkgever’) in dienst getreden, laatstelijk werkzaam in de functie van Programmeur/Analist. In de arbeidsovereenkomst van werknemer is onder meer een concurrentiebeding opgenomen.

TAP 2020/53 - Sign. - Bovenwettelijke uitkering en aansluitende uitkering WW, loonsuppletie bij aanvaarding dienstbetrekking met lager salaris en re-integratiebudget in cao HBO aan te merken als gelijkwaardige voorziening art. 7:673b BW (Hof ’s-Hertogenbosch 23 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:203)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Op de arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en werkgever is de cao HBO van toepassing. Werkgever heeft aangevoerd dat werkneemster op grond van die cao aanspraak kan maken op een bovenwettelijke uitkering (BW) en aansluitende uitkering (ASU) van € 113.

TAP 2020/54 - Sign. - Cao-bepaling dat doorwerkverzoek moet worden ingewilligd mits het bedrijfsbelang zich er niet tegen verzet. ProRail heeft een dergelijk bedrijfsbelang niet aangetoond (Hof Arnhem-Leeuwarden 14 januari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:304)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is sinds 1 december 2007 in dienst bij ProRail. In de cao staat dat het dienstverband van rechtswege eindigt met het bereiken van de AOW-leeftijd en dat werknemer een verzoek kan doen na die leeftijd door te werken.

TAP 2020/56 - Sign. - Een reconventionele vordering kan door gedaagde in eerste aanleg krachtens art. 353 lid 1 Rv niet voor het eerst in hoger beroep worden ingesteld (HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:261)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Sinds 2008 bevat de cao Martinair Vliegers (‘cao’) voor vliegers van Martinair een regeling voor een ontslagvergoeding bij overtolligheid. Op grond van de cao maakt van die vergoeding deel uit een werkgeversbijdrage pensioenpremie van 18% van het laatstgenoten

TAP 2020/58 - Sign. - Is de in het sociaal plan opgenomen aftoppingsregeling in strijd met het verbod van leeftijdsdiscriminatie? (HR 24 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:114)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Is de in het sociaal plan van ABN AMRO opgenomen regeling over maximering van een ontslaguitkering in strijd met het verbod van leeftijdsdiscriminatie? Het gaat hier om een aftoppingsregeling waarbij de ontslaguitkering wordt beperkt tot het bedrag aan inkomensderving tot aan de individuele pensioenleeftijd.

TAP 2020/61 - Sign. - Gelijke behandeling, geloofsovertuiging, indirecte discriminatie, ernstig verwijtbaar, billijke vergoedingNiet verlengen van de arbeidsovereenkomst omwille van zwangerschap is discriminatoir (Rb. Oost-Brabant, 30 januari 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:507)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werkgever heeft besloten de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen. De reden hiervoor is mede gelegen in het feit dat verzoekster tijdens de verlenging, die vijf maanden zou bedragen, grotendeels afwezig zou zijn vanwege haar zwangerschaps- en bevallingsverlof.

TAP 2020/63 - Sign. - De positie van de ondernemingsraad ten aanzien van diversiteit (L.G. Verburg, ‘De positie van de ondernemingsraad ten aanzien van diversiteit’, in: C.D.J. Bulten, C.F. Perquin-Deelen, M.H.C. Sinninghe Damsté & K.J. Bakker (red.), Diversiteit. Een multidisciplinaire terreinverkenning, Serie van der Heijden Instituut nr. 161, Deventer: Wolters Kluwer 2020)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Deze bijdrage gaat over diversiteit en medezeggenschap via ondernemingsraden (OR-en) als vormgegeven in de WOR. Ingegaan wordt op de vraag welke rol de OR heeft en wat er te zeggen valt over de vraag of deze rol een passend niveau heeft.

TAP 2020/66 - Sign. - Hof beslist anders dan kantonrechter die transitievergoeding toekende. Hof acht werknemer ernstig verwijtbaar,werknemer moet transitievergoeding terugbetalen (Hof Arnhem-Leeuwarden, 28 januari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:707)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is sinds 1986 werkzaam bij Renewi, dat zich bezig houdt met inzameling, verwerking en recycling van afval. Werknemer haalde als chauffeur afval op bij klanten. Klanten hebben een contract waarin het type afval, de hoeveelheid en de frequentie van ophalen is vastgelegd.

TAP 2020/67 - Sign. - Werkneemster van ggz is volgens kantonrechter en hof ernstig verwijtbaar door herhaald onbevoegd te kijken in het elektronisch patiëntendossier van schoonzus en broer (Hof 's-Hertogenbosch, 23 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:204)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werkneemster is sinds 1992 in dienst van de ggz. In het kader van haar functie is zij geautoriseerd om elektronische patiëntendossiers (‘EPD’) in te kijken. ggz heeft werkneemster op enig moment voorgehouden dat er een vermoeden bestond dat werkneemster zich gedurende een periode van meer dan 2,5 jaar ongeoorloofd toegang heeft verschaft tot een dossier van een cliënt die niet in haar verantwoordelijkheidsgebied valt.

TAP 2020/68 - Sign. - Hof oordeelt dat werkgever aan werknemer een schadevergoeding verschuldigd is nu werkgever in strijd met goed werkgeverschap niet is ingegaan op het verzoek van werknemer om zijn slapend dienstverband te beëindigen (Hof Den Haag, 4 februari 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:146)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer (1953) is op 21 april 2008 in dienst getreden bij Marine Service als monteur. Werknemer is op 23 november 2015 is arbeidsongeschikt geraakt door een val van de trap. Bij de WIA-beoordeling in oktober 2017 is zijn arbeidsongeschiktheid te laag beoordeeld om recht te hebben op een WIA-uitkering.

TAP 2020/70 - Sign. - Arbeidsovereenkomst van werknemer die twee collega’s tijdens een afscheidsborrel ongewenst heeft betast, is terecht ontbonden (Hof 's-Hertogenbosch, 13 februari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:477)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is in hoger beroep gekomen tegen de uitspraak van de kantonrechter die de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Vast is komen te staan dat werknemer tijdens een afscheidsfeest van een medewerker van Omroep Zeeland twee medewerksters ongewenst heeft betast.

TAP 2020/71 - Sign. - Slapend dienstverband van inmiddels gepensioneerde werknemer. Werkgever die weigert mee te werken aan beëindiging slapend dienstverband voor pensioen pleegt wanprestatie en wordt veroordeeld tot betaling van € 77.000 (hoogte transitievergoeding) aan schadevergoeding (Hof Den Bosch, 9 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:31)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is vanaf 1989 in dienst van werkgever. Sinds 6 oktober 2014 is werknemer arbeidsongeschikt. Met ingang van 2 oktober 2016 heeft het UWV aan werknemer een WIA-uitkering toegekend, welke uitkering per 19 juni 2018 is omgezet in een IVA-uitkering.

TAP 2020/72 - Sign. - Kort geding. Slapend dienstverband. Datum einde wachttijd voor 1 juli 2015, toch vergoedingsplicht. Aan vereisten voor beëindiging arbeidsovereenkomst van Xella-beschikking is pas in 2017 voldaan (Ktr. Alkmaar, 23 december 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:10491)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werkneemster is vanaf 1978 in dienst van werkgever. Sinds 2000 kampt zij met medische klachten en in januari 2013 valt zij wegens arbeidsongeschiktheid uit. In januari 2015 wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage (naar boven toe) bijgesteld op 80-100% arbeidsongeschikt.

TAP 2020/73 - Sign. - Toewijzing ontbindingsverzoek werknemer gelet op de vrije arbeidskeuze, ernstig verstoorde arbeidsverhouding en feit dat de arbeidsovereenkomst lege huls is. Slapend dienstverband. Finale kwijting bij slaper is in strijd met art. 7:611 BW. Vergoeding ter hoogte transitievergoeding toegewezen. Geen billijke vergoeding (Ktr. Rotterdam, 24 december 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10266)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werkgever houdt zich bezig met detachering. Werknemer is in 1989 bij werkgever in dienst getreden. Op 20 oktober 2016 heeft hij zich ziekgemeld. Sinds 3 december 2018 is sprake van een slapend dienstverband en ontvangt werknemer een WIA-uitkering.

TAP 2020/75 - Sign. - Verzoek tot herstel arbeidsovereenkomst ten onrechte afgewezen in verband met schending herplaatsingsvereiste. Billijke vergoeding van € 30.000 in plaats van herstel (Hof Arnhem-Leeuwarden, 10 januari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:264)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is in 2001 in dienst getreden bij werkgever. Hij maakte deel uit van het MT en zijn bruto maandsalaris bedroeg laatstelijk € 7.500. Werkgever heeft op 26 juli 2018 een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen ingediend bij het UWV.

TAP 2020/83 - Sign. - Rb. Den Haag 9 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:163

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
MBA gaat een arbeidsovereenkomst aan met een werknemer. In de overeenkomst is een projectbepaling opgenomen. De werknemer werd bij Dell tewerkgesteld. Nadat MBA stelt dat het project bij Dell is beëindigd en de arbeidsovereenkomst daardoor per dezelfde dag zou zijn geëindigd, verweert de werknemer zich. De rechter oordeelt dat uitleg van de overeenkomst oplevert dat geen uitzendbeding is afgesproken. Door de omschrijving van het project (tijdelijke versterking van de flexibele schil bij Dell) is het einde daarvan onvoldoende bepaalbaar. De werknemer krijgt een billijke vergoeding van € 25.000 en de gefixeerde schadevergoeding.

TAP 2020/84 - Sign. - Rb. Gelderland 20 december 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:6033

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
De Managing Director/statutair bestuurder van Synbra heeft in 2018 eenmalig een bedrag van € 400.000 bruto ontvangen. In 2019 onderhandelen partijen over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Synbra stelt dat de eenmalige betaling in het kader van de verkoop van de aandelen niet moet worden meegenomen bij het bepalen van de transitievergoeding, aangezien het geen variabele looncomponent is in de zin van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding i.c.m. de Regeling looncomponenten en arbeidsduur. De kantonrechter oordeelt in een art. 96 Rv procedure dat de betaling niet moet worden meegenomen, omdat daaraan geen overeenkomst tussen Synbra en de directeur ten grondslag lag. Bovendien is het de vraag of het als bonus aangemerkt kan worden, nu het verband tussen de prestaties en de betaling ver verwijderd is.

TAP 2020/85 - Sign. - Rb. Rotterdam 17 oktober 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10596

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Het Vlietland Ziekenhuis heeft met toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst met een Huisarts-SEH opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen. De werknemer was de enige in die functie, maar stelde dat zij feitelijk altijd als SEH-arts had gefunctioneerd. Volgens Vlietland Ziekenhuis was het nodig dat zij daarvoor een KNMG-opleiding zou hebben voltooid, hetgeen niet het geval was. De rechter oordeelt dat de feitelijke werkzaamheden nog steeds bestonden na het ontslag, ondanks dat het Vlietland Ziekenhuis daarvoor een hogere opleidingseis stelde. Die beslissing is geen bedrijfseconomische reden voor opheffing van de arbeidsplaats, zodat het Vlietland Ziekenhuis wordt veroordeeld tot herstel van de arbeidsovereenkomst.

TAP 2020/86 - Sign. - HR 7 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:213

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
De werkgever van een psychotherapeut/Directeur Zorg, die ook als statutair bestuurder is benoemd, vernietigt de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk op grond van bedrog. Het was gebleken dat de werknemer nooit lid is geweest van de verenigingen waarvan hij stelde lid te zijn en een beroepsverbod werd opgelegd. De werkgever vordert het netto betaalde loon terug. De Hoge Raad oordeelt dat een buitengerechtelijke vernietiging op grond van bedrog niet in strijd is met het gesloten ontslagstelsel. De arbeidsovereenkomst hoeft niet inhoudsloos te zijn geworden. De rechter kan een dergelijke vernietiging geheel of gedeeltelijk ongedaan maken als de reeds ingetreden gevolgen van de arbeidsovereenkomst bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt. Of loon moet worden terugbetaald, is afhankelijk van de specifieke omstandigheden.

TAP 2020/87 - Sign. - De openstaande vacature was niet passend of passend te maken voor werknemer. Geen grond voor herstel van de arbeidsovereenkomst (Hof Amsterdam, 26 november 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4213)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer werkt vanaf 2003 bij Juniper. Werknemer raakt in januari 2016 arbeidsongeschikt. In juli 2016 tracht werknemer te re-integreren in zijn eigen functie, zonder resultaat. De arbodienst van Juniper rapporteert dat eigen werk voor werknemer niet passend is en herstel belemmert.

TAP 2020/88 - Sign. - Werkgever schiet tekort in haar re-integratieverplichtingen. Dit leidt niet tot de conclusie dat werkneemster in het tweede ziektejaar recht heeft op loondoorbetaling van 100% in plaats van de gebruikelijke 70% (Rb. Midden-Nederland, 20 december 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:6064)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werkneemster werkt sinds 1 mei 2015 als verzorgende in de thuiszorg bij de eenmanszaak van werkgever. Werkneemster meldt zich op 22 mei 2017 ziek. Werkneemster vraagt haar werkgever vanaf september 2017 meermaals de ziekmelding door te geven aan het UWV en om betaling van loon.

TAP 2020/89 - Sign. - Tekortschieten werkgever bij re-integratie is met een loonsanctie afgedaan, maar levert in dit geval geen ernstige verwijtbaarheid op. Teleurgestelde verwachtingen van werkneemster dragen niet bij aan ernstige verwijtbaarheid (Hof Amsterdam, 17 december 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4508)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werkneemster is sinds 1 juli 2012 in dienst bij De Bijenkorf. Werkneemster meldt zich op 2 maart 2015 ziek. De Bijenkorf start op advies van de arboarts een tweede-spoortraject. De Bijenkorf ontvangt nadien een negatief deskundigenoordeel van het UWV met betrekking tot haar re-integratie-inspanningen.

TAP 2020/92 - Sign. - Beroep op arbeidsongeschiktheid in de zin van art. 7:629 BW en situatieve arbeidsongeschiktheid faalt. Werknemer slaagt niet in bewijslast en heeft onvoldoende meegewerkt (Hof Amsterdam, 4 februari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:256)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer werkt vanaf 2001 bij FloraHolland. In augustus 2015 doet zich een incident op de werkvloer voor, waarna werknemer is geschorst. In oktober 2015 wijst de kantonrechter de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst af.

TAP 2020/93 - Sign. - Terechte loonstop na weigeren mediation. Het in stand houden van de loonstop nadat werknemer wel bereid is deel te nemen aan mediation is echter onterecht (Hof ’s-Hertogenbosch, 6 februari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:372)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is vanaf 2003 in dienst bij werkgever. Werknemer raakt in april 2018 betrokken bij een bedrijfsongeval, waarna werknemer zich ziekmeldt. De bedrijfsarts oordeelt op 24 mei 2018 dat het probleem van werknemer ligt in zijn psychische gesteldheid, vanwege verwerking van het ongeval.

TAP 2020/94 - Sign. - Werkgever kan in het derde ziektejaar volstaan met 70% van het maximum dagloon. Werkgever dient financiële schade die werknemer lijdt tijdens het derde ziektejaar wel te vergoeden (Rb. Rotterdam, 12 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:777)

Aflevering 2, gepubliceerd op 30-03-2020
Werknemer is per 1 juli 2013 in dienst bij Verizon. Werknemer valt op 7 juni 2017 volledig uit wegens medische klachten. In het tweede ziektejaar betaalt Verizon 70% van het overeengekomen loon door aan werknemer.