Aflevering 3

Gepubliceerd op 6 mei 2020

WetgevingsoverzichtBijgewerkt op: 08-07-2024

TAP 2020/97 - Art. - Hoge Raad velt vernietigend oordeel over de bedriegende werknemer

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020 geschreven door Luiten, J.L.
In een beschikking van 7 februari 2020 bevestigde de Hoge Raad dat een werkgever een arbeidsovereenkomst (buitengerechtelijk) kan vernietigen, wanneer deze tot stand gekomen is door bedrog van de werknemer. Daarbij geldt niet de eis dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is geweest. Ook hoeft, anders dan bij de beoordeling van de rechtsgeldigheid van een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst, niet van geval tot geval te worden getoetst of de vernietiging verenigbaar is met het stelsel van het ontslagrecht. De rechter staan verschillende middelen ten dienste om bij de vernietiging maatwerk te leveren.

TAP 2020/100 - Sign. - Kort geding. Relatiebeding. Belang werknemer bij schorsing van het beding weegt zwaarder dan het belang van werkgever bij handhaving ervan. Financiële voordelen en loopbaanperspectief werknemer. Voldoende bescherming geheimhoudingsbeding en geen grote financiële gevolgen werkgever door vertrek (Hof Amsterdam 11 februari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:468)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer, geboren in 1978, is op 5 april 2016 in dienst getreden van Sophia Group, aanvankelijk op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Op 12 maart 2018 zijn partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangegaan.

TAP 2020/102 - Sign. - De Hoge Raad doet het oordeel van het hof dat de cao-bepaling waarin staat dat een aanvulling op de WIA-uitkering en voortzetting van pensioenopbouw een gelijkwaardige voorziening is voor de transitievergoeding (art. 7:673b BW) af met art. 81 RO (HR 20 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:480)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werkneemster is van 1 april tot 1 september 2017 in dienst geweest van ABN AMRO. De arbeidsovereenkomst is opgezegd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Op de arbeidsovereenkomst was de ABN AMRO-cao van toepassing.

TAP 2020/103 - Sign. - Bepaling NBBU-cao dat arbeidsovereenkomst eindigt bij ziekte is sinds de WWZ in strijd met het opzegverbod bij ziekte en daarom vernietigbaar (Hof Den Haag 17 maart 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:460)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is vanaf 12 mei 2014 op twee aansluitende uitzendovereenkomsten (fase 1 en fase 2) als uitzendkracht werkzaam geweest voor werkgever. Op 24 maart 2016 is werknemer een arbeidsongeval overkomen waarbij hij deels arbeidsongeschikt is geraakt.

TAP 2020/105 - Sign. - Provisie valt niet onder maandsalaris bij 100% loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid op grond van de cao voor de informatie-, communicatie-, en kantoortechnologiebranche (Ktr. Amsterdam 6 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:771)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is sinds 1 augustus 2011 in dienst van werkgever. In art. 6 van de arbeidsovereenkomst staat dat werknemer 1,5% provisie ontvangt over de gerealiseerde omzet. Werknemer is sinds 18 juli 2018 wegens ziekte niet in staat de bedongen arbeid te

TAP 2020/106 - Sign. - ISS Facility Services/Govaerts: splitsing arbeidsovereenkomst bij overgang van onderneming waarbij verschillende onderdelen naar meerdere verkrijgers overgaan (HvJ EG 26 maart 2020, ECLI:EU:C:2020:39)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Dit betreft een interessante uitspraak van het HvJ EU op het gebied van overgang van onderneming: wat gebeurt er als iemand in verschillende onderdelen van een onderneming werkt en die onderdelen overgaan naar verschillende verkrijgers? Na Botzen (HvJ EU 7 februari 1985, NJ 1985/902, ECLI:EU:C:1985:58), waar het ging over ‘toerekening van werkzaamheden aan een bedrijfsonderdeel’, kiest het HvJ EU nu een andere insteek.

TAP 2020/113 - Sign. - Besluit van de OR-besluit om geen instemming te geven is onredelijk (Hof Den Haag 23 maart 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:472 (DXC Technology))

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
DXC Technology B.V. en iSoft Nederland B.V. (DXC) vragen instemming aan de (gemeenschappelijke) ondernemingsraad (GOR) inzake twee voorgenomen besluiten: (1) de invoering van het DXC-performancemanagementsysteem voor de medewerkers die op dat moment nog onder het ISHI-performancemanagementsysteem vielen en (2) de invoering van het DXC performanceratingsysteem.

TAP 2020/114 - Sign. - Afwijzing ontbindingsverzoek werkgever op e-grond, d-grond en g-grond. Ook beroep op cumulatiegrond (i-grond) slaagt niet wegens ontbreken zelfstandige onderbouwing. Bovendien geen bijna voldragen ontslaggrond (Rb. Noord-Holland 17 februari 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:1036)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is sinds 30 augustus 2004 in dienst bij werkgever in de functie van teamleider. Hij werkt in ploegendienst en is in zijn functie eindverantwoordelijk en aanspreekpunt voor de productielijnen van werkgever (waarop (spuit)bussen worden geproduceerd).

TAP 2020/115 - Sign. - Gedeeltelijke ontbinding niet mogelijk. Gedeeltelijke beëindiging is onder omstandigheden mogelijk. Wijzigingstegenverzoek van werknemer in ontbindingsprocedure kan redelijke grond voor ontbindingsverzoek werkgever ontnemen. Toetsing ontbindingsverzoek werkgever na afwijzing kantonrechter in hoger beroep is 'ex nunc' (HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werkgever exploiteert een schoonmaakbedrijf. Werkneemster werkt sinds 20 oktober 2000 op twee locaties, bij elke locaties voor tien uur. Wegens gedragsproblemen is werkneemster van een van de twee locaties overgeplaatst naar een andere locatie.

TAP 2020/117 - Sign. - Dienstverband al slapend vóór 1 juli 2015. Geen verplichting voor werkgever om op grond van het Xella-arrest het dienstverband te beëindigen onder toekenning van een (transitie)vergoeding (Rb. Midden-Nederland 19 februari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:563)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is vanaf 1991 in dienst van werkgever. Vanaf 27 mei 2013 is hij arbeidsongeschikt en met ingang van 29 september 2014 is aan hem een (vervroegde) IVA-uitkering toegekend. Op 27 mei 2015 is de wachttijd van 104 weken loondoorbetaling bij ziekte

TAP 2020/118 - Sign. - Dienstverband al slapend voor 1 juli 2015. Geen recht op transitievergoeding, want werkgever kon dienstverband al voor 1 juli 2015 beëindigen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (Rb. Amsterdam 19 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:997)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is vanaf 1979 in dienst van werkgever. Hij is sinds 7 december 2010 ziek en ontvangt vanaf 4 december 2012 een 80-100% WGA-uitkering. Per die datum heeft werkgever de loondoorbetaling gestaakt en werknemer heeft geen (re-integratie)werkzaamheden

TAP 2020/119 - Sign. - Ontslag op staande voet geldig omdat werknemer ondanks de gestelde termijn vereiste diploma niet toont (Rb. Midden-Nederland 19 februari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:532)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werkneemster is per 1 oktober 2019 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij werkgever als schoonheidsspecialiste voor de duur van zes maanden. Voor aanvang van de arbeidsovereenkomst is er tussen partijen contact geweest over het diploma schoonheidsspecialist mbo-niveau 4.

TAP 2020/120 - Sign. - Bij de voorzieningen die de rechter treft omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst hoort de mogelijkheid de werkgever te veroordelen het verschuldigd loon te betalen (HR 13 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:418)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Vervolg van HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:484. Werknemer is in 1991 in dienst getreden bij Dräger als magazijnbeheerder/bediende. Werknemer is op 17 maart 2016 op staande voet ontslagen nadat hij weer onder invloed van alcohol op zijn werk verscheen.

TAP 2020/121 - Sign. - Hof acht anders dan UWV en kantonrechter de overbruggingsregeling van toepassing op werkgever. Werknemer dient werkgever € 18.981 bruto terug te betalen (Hof Den Haag 10 maart 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:271)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werkgever is Raethuys Opticiens Voorhout (‘ROV’). ROV heeft werknemer ontslagen met gebruikmaking van een ontslagvergunning. De arbeidsovereenkomst eindigt per 1 februari 2019. ROV heeft UWV gevraagd of zij in aanmerking komt voor de overbruggingsregeling transitievergoeding voor kleine werkgevers.

TAP 2020/123 - Sign. - Werkgever ontslaat werknemer terecht op staande voet nadat werknemer een directielid uitscheldt en bedreigt. Werkgever hoeft dit gedrag in redelijkheid niet toe te laten (Rb. Midden-Nederland 5 februari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:837)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is op 4 juni 2019 in dienst gekomen van werkgever en werkte als ‘servicedeskengineer’. Werkgever detacheert haar werknemers als ICT-medewerkers bij klanten. Op 12 september 2019 heeft de klant aan werkgever meegedeeld dat zij niet meer van werknemers diensten gebruik wilde maken.

TAP 2020/124 - Sign. - Niet direct zelf melding maken van de (mogelijke) schade aan het vliegtuig conform veiligheidsprocedures is in de omstandigheden geen ontslag opstaande voet. Het hof acht het, anders dan de kantonrechter, voldoende voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst (Hof Amsterdam 25 februari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:584)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer is in 1987 in dienst getreden van Swissport. Hij is werkzaam als Ramp Employee 1. Binnen Swissport gelden diverse veiligheidsprocedures. Op 12 februari 2019 heeft werknemer bij het aansluiten van de trap het vliegtuig geraakt.

TAP 2020/125 - Sign. - HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:312

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Een werknemer van Taxi Dorenbos is in dienst van dezelfde werkgever op basis van drie opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Partijen willen de werkrelatie voortzetten gedurende de resterende termijn tot het einde van de contractduur van de aanbestede termijn. Aansluitend gaat de werknemer op initiatief van Taxi Dorenbos op basis van een uitzendovereenkomst bij payrollbedrijf T4T in dienst, terwijl de werkzaamheden ongewijzigd worden voortgezet. Het hof oordeelt dat de uitzendovereenkomst ‘slechts was geconstrueerd om onder de voor de werknemer uit de ketenregeling voortvloeiende bescherming uit te komen.’ Er was geen sprake van een reële uitzendovereenkomst, dus de werknemer is op basis van de ketenregeling in dienst gekomen bij Taxi Dorenbos.

TAP 2020/126 - Sign. - Rb. Oost-Brabant 13 februari 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:893

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Een vrachtwagenchauffeur kreeg jarenlang structureel overwerk vergoed. Hij vordert betaling van achterstallig salaris, omdat die overwerkvergoeding ten onrechte niet is meegenomen bij het bepalen van de waarde van de vakantie. Verwezen wordt naar de jurisprudentie van het HvJ EU o.b.v. Richtlijn (EG) nr. 2003/88 , PbEG 2003, L299 en de cao Beroepsgoederenvervoer. In de cao is in 2019 opgenomen hoe de waarde van een vakantiedag moet worden bepaald, namelijk op basis van de structureel betaalde vergoedingen en toeslagen in de voorafgaande twaalf maanden. Vast komt te staan dat de gemaakte overuren intrinsiek samenhangen met de functie. Dat de cao afwijkt van de Richtlijn en andere werknemers een afkoopvoorstel op grond van de cao wel hebben geaccepteerd, maakt geen verschil. De werknemer heeft recht op het achterstallige salaris.

TAP 2020/128 - Sign. - Arbodienst contractueel aansprakelijk voor schade werkgever naar aanleiding van opgelegde loonsanctie vanwege ten onrechte eindigen tweedespoortraject. Beroep arbodienst op exoneratiebeding in algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (Hof Amsterdam 22 oktober 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3837)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Tussen organisatieadviesbureau Beteor en arbodienst Consense is in 2012 een overeenkomst van dienstverlening tot stand gekomen. Consense verzorgt ten behoeve van Beteor diensten op het gebied van preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie.

TAP 2020/129 - Sign. - Werknemer niet in staat naar Nederland te reizen. Werkgever heeft ten onrechte een loonstop toegepast (Rb. Rotterdam 23 januari 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:926)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer woont in Tsjechië en werkt vanaf 2004 bij werkgever. Werknemer meldt zich in januari 2019 ziek. In juni 2019 past werkgever een loonstop toe. Het UWV oordeelt in augustus 2019 dat werknemer ten tijde van de loonstop niet geschikt was voor eigen werk, waardoor werkgever alsnog het loon betaalt.

TAP 2020/130 - Sign. - Art. 7:611 BW biedt geen grondslag voor de functiewijziging van teamleider beveiliger naar beveiliger. Re-integratie als beveiliger vormt echter geen belemmering aangezien de functies uit dezelfde werkzaamheden bestaan (Rb. Rotterdam 12 maart 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:2190)

Aflevering 3, gepubliceerd op 06-05-2020
Werknemer werkt vanaf 2017 bij Seris in de functie van teamleider beveiliger. Eind 2017 beoordeelt Seris werknemer met een 3 uit 4. Werknemer is het oneens met deze beoordeling en tekent dit formulier alleen voor gezien.