Aflevering 6

Corona-arbeidsrechtspraak

Rechtspraakonderzoek rechtsvermoedens ex art. 7:610a en art. 7:610b BW en loongarantieregeling ex art. 7:628a lid 1 BW

Dit artikel behandelt de vraag welke mogelijkheden en inzichten het medisch tuchtrecht de werkgever biedt om de kwaliteit van de adviezen van de bedrijfsarts te waarborgen of te vergroten. Daarbij worden de relevante verplichtingen van de werkgever en de taken van de bedrijfsarts geschetst. Vervolgens komen enkele deelvragen aan de orde. Wat houdt het medisch tuchtrecht in? Kan ook de werkgever een tuchtklacht indienen tegen zijn bedrijfsarts? Zijn ook de overige uitspraken van de medisch tuchtcolleges van belang voor werkgevers? Om een beeld te geven van de actuele stand van zaken, is gekeken naar de uitspraken die door de tuchtcolleges zijn gedaan vanaf 1 januari 2019 tot medio april 2020. Hiermee heeft dit artikel ook het karakter van een kroniek. Strekking van dit artikel is dat tuchtzaken een goed inzicht geven in het werk van de bedrijfsarts. Ook voor de werkgever is deze kennis nuttig. Dit geldt zeker in de huidige tijd van het Corona virus (COVID-19), waarin - zoals de eigen vereniging van bedrijfsartsen (NVAB) bij het jaarverslag 2019 ook aangeeft – de aandacht voor de gezondheid van werkenden actueler is dan ooit.

Op 29 september 1992 is een dienstplicht militair (werknemer) een dienstongeval overkomen. Hij is daarbij door een vuurwapen in de rug geschoten en heeft daardoor een dwarslaesie opgelopen.

Urenco is een internationaal opererend bedrijf dat zich bezig houdt met de verrijking van uranium. Werknemer, geboren in 1965, is sinds 1 november 2008 in dienst bij Urenco, laatstelijk werkzaam in de functie van Site Delivery Manager tegen € 7.

Werknemer was in 2004 senior penitentiair inrichtingswerker (PlW’er) in een huis van bewaring. Hij heeft zich vanuit die functie aangemeld om lid te worden van het Intern Bijstandsteam (IBT).

SmartDocuments is een bedrijf dat software ontwikkelt en levert voor documentbeheer en -creatie. Op zeker moment heeft een aantal werknemers besloten voor zichzelf te beginnen. Hun dienstverband met SmartDocuments c.

Op 9 maart 2015 treedt werknemer als consultant bij Krosto Service Centre B.V. (hierna: werkgever) in dienst voor de bepaalde tijd. Werkgever is een detacheringsbureau voor technisch geschoolde vakmensen, met een focus op machinebouw, installatietechniek

Saybolt Nederland B.V. (hierna: werkgever) is onderdeel van de Core Laboratories-groep (hierna: de CL-groep). Bij werkgever zijn ongeveer 350 personen werkzaam. Amspec is onderdeel van de Amspec-groep.

De laatste schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer dateert van 21 januari 1996. Daarin staat dat op de arbeidsovereenkomst de ‘cao voor de confectie-industrie’ van toepassing is verklaard.

Werknemer is op 25 oktober 2015 in dienst getreden van werkgever. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor het Schoonmaak- en Glazenwasserijbedrijf van toepassing verklaard (hierna: de cao).

Werkgever heeft op 27 juli 2018 een e-mail gestuurd waarin staat dat een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden wordt gesloten. Er is vervolgens geen arbeidsovereenkomst ondertekend.

Werkgever heeft op 11 februari 2016 een ontslagvergunning wegens bedrijfseconomische redenen aangevraagd bij het UWV. Werknemer is een maand later arbeidsongeschikt geworden. Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2016 opgezegd.

Werknemers, allen wonend in het Verenigd Koninkrijk, zijn vrachtwagenchauffeurs. Werknemers stellen dat alle werkzaamheden die zij voor hun werkgever PKP verricht(t)en, zijn verricht vanuit Maasdijk, dat de directie van PKP (feitelijk) kantoor houdt te Maasdijk, dat ook het hoofdbestuur van PKP in Maasdijk gezeteld is en dat PKP om die reden als een in Nederland gevestigde werkgever in de zin van de algemeen verbindend verklaarde coa Beroepsgoederenvervoer moet worden gezien.

De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of werknemer de juiste beloning ontving en ontvangt, waarbij het onder meer (maar niet uitsluitend) gaat om de aanspraken van werknemer op de jaarlijkse cao-verhogingen zoals die geldt bij de inlener, NGT.

Werknemer werkt sinds 13 oktober 2014 voor De Alliantie. In zijn arbeidsovereenkomst staat dat de CAO Woondiensten van toepassing is. Werknemer is met ingang van 1 januari 2015 in dienst van MVGM Vastgoedmanagement B.

De werknemer was sinds 10 december 2018 in dienst van Sloopwerken B.V. in de functie van chauffeur. Op 6 maart 2019 is werknemer een arbeidsongeval overkomen, waarbij hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geraakt.

Het bedrijf waar werknemer in dienst was is failliet gegaan. De activa is overgenomen door een derde, die met 24 van de 44 werknemers van het failliete bedrijf een nieuwe arbeidsovereenkomst is aangegaan.

Werkneemster was als universitair docent in dienst van de VU. De arbeidsovereenkomst is met ingang van 1 juli 2011 ontbonden door de kantonrechter. Op de arbeidsovereenkomst was de cao Nederlandse Universiteiten 2008 (hierna: cao 2008) van toepassing, waar de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Nederlandse Universiteiten 2008 (hierna: BWNU 2008) deel van uitmaakt.

Op 30 juni 2020 stuurt minister Koolmees een reactie op de brieven van de SER en de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) over bevordering van de naleving van de WOR aan de Tweede Kamer.

Volgens de auteur sluit de WOR niet goed aan op de vennootschapsrechtelijke werkelijkheid. De WOR gaat immers uit van een één-op-éénbenadering: de ondernemer neemt een besluit en als dat voldoet aan de in de WOR opgenomen criteria moet door hem advies worden gevraagd aan zijn ondernemingsraad (OR).

In deze bijdrage bespreekt Sprengers de uitspraak van het Hof Amsterdam (OK) van 30 april 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1182 (Stichting Vrije Universiteit), eerder gesignaleerd in TAP 2020/173.

Het directoraat-generaal Overheidsorganisatie heeft op 23 februari 2018 een intern memo uitgedeeld waarin een toekomstig kantoorpand in Eindhoven wordt aangewezen als ‘standaard Rijkskantoor’.

Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector BV (KDS) verricht in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) keuringswerkzaamheden voor Nederlandse slachterijen. Slachterijen mogen niet slachten zonder keuringstoezicht en dienen de verlangde keuringswerkzaamheden tijdig aan te vragen bij de NVWA, die deze werkzaamheden dan inplant.

In deze uitspraak wordt een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen vanwege het opzegverbod uit art. 7:670 lid 4 BW. Dit betreft het opzegverbod tijdens lidmaatschap van een medezeggenschapsorgaan.

Werknemer is op 8 februari 2016 in dienst getreden van werkgever op basis van een payrollovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij heeft zich op 26 augustus 2016 ziek gemeld. Vanaf dit moment ontvangt werknemer diverse waarschuwingen omdat hij zich negatief

Werkneemster is sinds 1988 in dienst bij werkgever. Zij maakt deel uit van het managementteam. Zij is in 2014 met zwangerschapsverlof gegaan. Haar terugkeer na het verlof verloopt moeizaam.

Vakbond VNC vertegenwoordigt in deze procedure het cabinepersoneel van KLM. In art. 4.3 cao is afgesproken dat collectieve ontslagen zullen plaatsvinden op basis van het lifo-principe (last-in-first-out).

Werknemer is in 2006 in dienst getreden bij Ryanair, laatstelijk in de functie van gezagvoerder vanaf de basis in Eindhoven. Werknemer is lid van een vakbond voor verkeersvliegers. Tussen deze vakbond en Ryanair zijn cao-onderhandelingen gevoerd die in augustus 2018 zijn vastgelopen.

Werkneemster is vanaf maart 2011 in dienst bij werkgever. Vanaf augustus 2019 hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden tussen werkneemster en de directeur van werkgever waarbij werkneemster is aangesproken op haar houding en gedrag.

Werkneemster, 73 jaar oud, heeft van 1 april 2010 tot 1 december 2010 op uitzendbasis bij werkgever gewerkt. Per 1 december 2010 is zij op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst van zes maanden in dienst getreden bij werkgever.

Werknemer is met ingang 1987 in dienst getreden van werkgever, een school voor voortgezet onderwijs, als leraar Arabisch. Vanaf 1990 heeft hij naast Arabisch Frans gedoceerd. Vanaf 2004 doceerde werknemer uitsluitend Frans omdat het vak Arabisch niet meer werd gegeven op de school.

Werknemer is op 1 maart 2014 bij OGD in dienst getreden. Hij heeft een leidinggevende functie. Werknemer heeft in oktober 2018 ten overstaan van meerdere collega’s een platvloerse opmerking gemaakt over het decolleté van een (ondergeschikte) medewerkster.

Werkneemster is 29 november 2019 in dienst getreden van Action als winkelmedewerker. Werkneemster is op 16 maart 2020 op staande voet ontslagen omdat zij haar vader personeelskorting van 15% had gegeven.

Deze zaak gaat over de vraag of een werknemer recht heeft op de hogere transitievergoeding voor werknemers van vijftig jaar of ouder met een dienstverband van tien jaar of langer in een geval waarin de arbeidsovereenkomst uitsluitend doordat de werkgever

Werkneemster is als lerares werkzaam geweest als lerares bij Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond (hierna: SIPOR). Er is een cao van toepassing. Werkneemster is eerder ziek uitgevallen en geoordeeld is dat zij blijvend ongeschikt is voor het eigen werk.

Werknemer is sinds 1 november 1999 in dienst van Hydraflex en werkzaam als technisch commercieel medewerker. Op 26 augustus 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de directeur en werknemer.

Werknemer is sinds 1 januari 2018 in dienst van werkgever. Eind oktober 2019 heeft werkgever ontbinding verzocht op de d-grond. De kantonrechter heeft op 16 januari 2020 geoordeeld dat sprake was van een redelijke grond, maar heeft de arbeidsovereenkomst niet ontbonden omdat werkgever in de herplaatsingsverplichting tekortgeschoten was.

Werknemer is sinds september 2013 in dienst van een logistieke dienstverlener als Strategic Accountmanager. Werknemer is lid van het MT. Werkgever verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair op de d- en de g-grond en subsidiair op de i-grond.

Deze zaak gaat over de vraag of de werknemers van een failliet verklaarde onderneming (Heiploeg-oud) die op basis van een zogenoemde pre-pack een doorstart heeft gemaakt, van rechtswege overgaan op de verkrijger van die onderneming.

Het gaat in deze zaak om de vraag of gedaagden (de commanditaire vennootschap en diens beherend vennoten) vanaf augustus 2019 aan werknemer loon bij ziekte moeten betalen. Eén van de verweren dat er geen loon verschuldigd is, is dat de onderneming op 1 september 2019 is overgedragen aan de heer A (overgang van onderneming) en deze de onderneming korte tijd daarna heeft opgeheven en de activiteiten in buitenlandse vennootschappen heeft ondergebracht.

Een broodjeszaak moet sluiten vanwege de coronamaatregelen. De werkgever heeft eerst gevraagd om vakantiedagen op te nemen. Na toekenning van de NOW 1.0 heeft de werkgever eenzijdig besloten om 50% van het salaris te betalen vanaf maart 2020.

Een werknemer vordert op grond van art. 843a Rv afgifte van een rapport van de klachtencommissie. De werknemer heeft geklaagd over ongewenst gedrag (pesten en intimidatie), waarna de klacht is behandeld door de klachtencommissie.

De werknemer is op non-actief gesteld nadat de werkgever heeft uitgesproken geen vertrouwen meer te hebben in hem wegens disfunctioneren. Enkele maanden daarvoor was een verbetertraject succesvol afgerond.

A-G De Bock heeft een uitvoerige conclusie gepubliceerd in een zaak die draait om de kwalificatie van een arbeidsverhouding. De A-G adviseert de Hoge Raad om daarvoor een ander kader te hanteren dan op basis van de Groen/Schoevers-doctrine gebruikelijk is.

Werknemer werkt sinds 2003 in dienst van de gemeente Valkenburg in de functie van concernjurist. Op 27 maart 2020 heeft werknemer zich ziek gemeld en is het behandeltraject bij de bedrijfsarts begonnen.

Werknemer werkt vanaf 1997 voor NXP en heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd, laatstelijk in de functie van Supervisor Material Management Operations. Op 18 september 2018 heeft werknemer zich vanwege privéomstandigheden ziek gemeld.

Werknemer is op 21 januari 2019, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, bij Pantergroep in dienst getreden als casemanager. Op 8 april 2020 heeft werknemer zich ziek gemeld.

Werknemer is met ingang van 1 oktober 2018 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden van Mayfran. Mayfran heeft werknemer drie waarschuwingen gegeven wegens verschillende redenen.

Werknemer is sinds 1 juni 2006 in dienst van Plieger op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van chauffeur. Op 19 september 2017 is werknemer wegens arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte uitgevallen.

Werknemer is op grond van een mondelinge arbeidsovereenkomst in dienst van werkgever in de functie van controller. Werknemer is sinds oktober 2018 arbeidsongeschikt. Werkgever heeft tot en met februari 2020 100% van het loon aan werknemer doorbetaald.

Werknemer is sinds 1 juni 2018 op oproepbasis in dienst als horecamedewerker. Op 26 januari 2020 heeft werkneemster een aanvaring met een collega. Vanwege corona sluit werkgever het bedrijf per 16 maart 2020.

Werkneemster is vanaf 14 juli 2014 bij Micare in dienst in de functie van administratief medewerkster. Op 16 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen werkneemster en de directeur van Micare.

Werknemer is op 1 mei 2019 bij DW Autoverhuur in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van internationaal chauffeur. Bij e-mail van 15 maart 2020 heeft werknemer aan DW Autoverhuur laten weten dat hij

Werkneemster is op 1 september 2019 in dienst getreden in de functie van leerling MBO-verzorgende niveau 3 voor de duur van drie jaar. Zij heeft zich op 8 april 2020 ziek gemeld wegens lichamelijke klachten.

Werkneemster is in dienst bij OZHW als docente Engels voor 32 uur per week. Werkneemster heeft zich op 1 oktober 2018 (gedeeltelijk) ziek gemeld. Per 10 oktober 2018 is zij voor 50% arbeidsgeschikt geacht door de bedrijfsarts.

Werkneemster is in dienst bij een onderwijsinstelling en laatstelijk werkzaam geweest als (muziek)docente. Op 28 maart 2017 is zij arbeidsongeschikt geraakt vanwege medische problemen met langdurig luid en gearticuleerd spreken en zingen, en het niet meer mogen bespelen van een blaasinstrument.