TREMA 2015, afl. 4 - Poffertjes
Aflevering 4, gepubliceerd op 13-04-2015 Nu de dagen lengen en het weer buiten met recht de naam lente mag dragen, fiets ik met wat meer plezier naar mijn werk. Een lekker tochtje van Leiden naar Den Haag. Na een dag op kantoor bij de NVvR kom ik regelmatig langs een van de meest symbolische plekken voor de Nederlandse vakbeweging. Het Malieveld. Een paar voetbalvelden groot, maar van historische betekenis. Dé plek waar duizenden en soms tienduizenden mensen bijeenkwamen om te protesteren tegen tal van onderwerpen. Waar leuzen klonken en vertegenwoordigers van bekritiseerd regeringsbeleid met knikkende knieën petities in ontvangst mochten nemen. Of – als ze wat dapperder waren – probeerden uit te leggen waarom het vermaledijde plan toch nodig was. Dit was jaren geleden, in mijn beleving. Protesteren vandaag de dag gaat online, het liefst ‘viral’ met videoboodschappen en ludieke acties. Niet voor niets sprak de voorzitter van vakbond De Unie hardop uit het stakingsmiddel niet langer in te zetten. Werkt niet meer. Dat kwam hem op een storm van protest te staan, maar ik vraag me af of hij niet gewoon gelijk heeft. Niet voor niets is de drukste plek op het Malieveld al jaren de poffertjeskraam ... Zeg nou zelf: voor welk onderwerp zou u uw werkkamer – of nog lastiger: de zittingszaal – verlaten om op dat grasveld te gaan staken? Onlangs staakten onze zuiderburen wél. Rechters, medewerkers van de rechtbanken en advocaten in België hadden er genoeg van. Er wordt al zo lang te weinig geld uitgetrokken voor de rechtspraak dat inmiddels zelfs de gebouwen op instorten staan. Gewetensvraag: zou u daarvoor het Malieveld bezetten? Dan de studenten. In het Maagdenhuis in Amsterdam staken/staakten (nu ik het schrijf zitten ze er nog) studenten en houden zij het gebouw bezet tegen een trend waar volgens mij de rechtspraak ook last van heeft: rendementsdenken. De denkvorm van ‘als het niet te kwantificeren is in financieel nuttige deeltjes, dan kan het niet deugen of moeten we er in ieder geval niet te veel geld in steken’. Ik vind deze manier van denken eigenlijk een vorm van zelfoverschatting: hoe weet je nou zeker dat je kunt inschatten wat rendement is? De elektron was een bijproduct, een toevallige vondst. Nu draait de wereld er op. En viagra was ooit een medicijn tegen ..., nou ja, let’s not go there. Tijdens een bijeenkomst van de NVvR jaren geleden sprak een persrechter de mooie woorden dat rechtvaardigheid het hoofdproduct is van de rechtspraak en dat de zaken de bijzaken zijn. Hoe langer ik daar over denk, hoe meer ik het daar mee eens ben. Als je rechtvaardigheid als doel stelt, dan doen alle zaken (en zaakjes) er toe en zijn ze per definitie doelmatig. Dan is alle moeite van rechters én officieren om – buiten hun huishoudboekjes om – mensen die hun zaak in hun handen leggen op een goede manier tegemoet te treden, gewoon de moeite waard. En dragen rechters en officieren bij aan de rechtvaardigheid in de samenleving als ze bij twijfel het dossier nog eens bekijken en toch dat nadere onderzoek laten doen of toch nog even doorvragen. Of het nóg eens uitleggen aan een rechtzoekende of een slachtoffer. Tegen de minutenafspraken in. Terug naar het Maagdenhuis en de actie tegen rendementsdenken; vraagt u zich wel eens af of u genoeg tijd neemt – buiten het huishoudboekje om – om een toevalstreffer mogelijk te maken? Waardoor u als magistraat uzelf kunt scherpen in uw denken en waarmee u het hoofddoel, de rechtvaardigheid, beter dient? En is er een grens te benoemen die niet mag worden overschreden? En gaat u dan naar het Malieveld? Deze week fietste ik dus weer langs het Malieveld en zag ik hoe puberende stelletjes de bankjes bezet hielden en daar een fikse demonstratie gaven. Van verliefdheid. De ambtenaren die ik uit het ministerie van Financiën had zien wandelen (daar schuin tegenover), keken even op maar werden niet van hun stuk gebracht. Ze zijn getraind om het Malieveld te negeren. En de poffertjeskraam.