Aflevering 8

In de rechtspraak worden grote en kleine zaken berecht, die vaak nauw verbonden zijn met de plaats van handeling. In de rubriek ‘De Vindplaats’ keren leden van onze redactie of gastschrijvers terug naar de plaats van handeling in een soms meer, soms minder geruchtmakende zaak. Foto’s tonen de vindplaats en een toelichting memoreert de uitspraak.

Digitalisering is niet meer weg te denken uit de hedendaagse beroepspraktijk. Sinds de tablet haar intrede heeft gedaan is digitale informatie portable geworden. Het ‘papierloze werken’ is geen utopie meer, maar wordt door sommige organisaties als zeer concreet doel gesteld. Digitaal werken heeft vele voordelen – informatie is makkelijk doorzoekbaar, kan eenvoudig worden gedeeld en neemt geen fysieke ruimte in beslag. Maar de manier waarop een digitaal dossier wordt gebruikt, is natuurlijk wezenlijk anders dan interactie met een papieren dossier. Wat zegt de wetenschap over het werken met digitale dossiers? In dit artikel ga ik dieper in op deze vraag.

Sedert drie jaar bestaat de mogelijkheid om in een civiele procedure prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen. In deze bijdrage maakt mr. C.A. Streefkerk de balans op. Is de invoering van deze mogelijkheid per 1 juli 2012 een belangrijke vernieuwing gebleken?

Wat beweegt burgers ertoe om na een uitspraak in eerste aanleg hoger beroep in te stellen? Dit vormt het vertrekpunt en tevens de centrale probleemstelling van de dissertatie van Martje Boekema met als interessante deelvragen wat de factoren zijn die de beslissing bepalen om al dan niet hoger beroep in te stellen alsmede de vraag of bijvoorbeeld kosten-batenafwegingen en rechtvaardigheidsoverwegingen hierbij ook nog een rol spelen. In dit kader plaatst Boekema bij wijze van theoretische uitgangspunten twee burgerperspectieven tegenover elkaar, te weten de calculerende burger die een rationele keuze maakt aan de ene kant en de betrokken burger aan de andere kant die meer uit rechtvaardigheidsmotieven besluit om in appel te gaan.

Ooit waren jullie zelfstandige rechtbanken te Alkmaar, Almelo, Assen, Dordrecht, Lelystad, Maastricht en Zutphen.

Naar aanleiding van kritiek op de Agenda van de Rechtspraak 2015–2018 waarin een doelstelling is opgenomen dat in 2018 rechtszaken 40 procent sneller worden afgedaan, ging ik in gesprek met rechters en raadsheren over de onderwerpen ‘kwaliteit en snelheid van rechtspraak’. De gesprekken vonden op socratische wijze plaats en gaven mij meer inzicht in welke mate snelheid onderdeel is van de kwaliteit van rechtspraak en vormde tevens een waardevolle oefening in langzaam denken.

Als een verzekerde zijn verzekeringsmaatschappij misleidt of als hiervan een vermoeden is, zal de verzekeringsmaatschappij onderzoek doen en, wanneer de fraude is vastgesteld, sancties nemen. Maar hoe zit het als de frauderende partij niet een eigen verzekerde is? In onderstaande bijdrage toont prof. mr. Van Tiggele-van der Velde aan dat een verzekeraar dan maar weinig kan doen.

In de rubriek 'Personalia' worden de Koninklijke Besluiten van de benoemingen en ontslagen van de leden van de zittende en staande magistratuur gepubliceerd.

In de rechtspraak wordt verschillend omgegaan met zaken van uitbuiting buiten de seksindustrie. Vooral over de vraag hoe art. 273f lid 1 onder 4 Sr moet worden uitgelegd, bestaat geen eenduidigheid. Deze bijdrage gaat nader in op de verschillende uitleg die rechters geven aan subonderdeel 4. Daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar twee recente uitspraken, van het hof Arnhem-Leeuwarden en de rechtbank Zeeland-West-Brabant.