Aflevering 3

Gepubliceerd op 10 juli 2023

TT 2023/32 - Verrekening van derdengeld door gerechtsdeurwaarders getoetst door de tuchtrechter (vervolg)

Aflevering 3, gepubliceerd op 10-07-2023 geschreven door mr. J.D. van Vlastuin
In mijn eerdere bijdrage over dit onderwerp,2 heb ik stilgestaan bij de vraag of een gerechtsdeurwaarder die via één opdrachtgever gelden incasseert voor verschillende schuldeisers, gelden die hij voor de éne schuldeiser ontvangt, mag verrekenen met kosten die hij in het dossier van een andere schuldeiser heeft gemaakt. In tuchtrechtelijk jargon gaat het om de vraag of een gerechtsdeurwaarder ontvangen gelden en gemaakte kosten op opdrachtgeverniveau mag verrekenen of dat dit op eiserniveau dient te geschieden. Die vraag is ook van belang voor het berekenen van de bewaarplicht van een gerechtsdeurwaarder. Daarvoor ben ik ingegaan op de vraag wie rechthebbende is op het saldo van de kwaliteitsrekening van de gerechtsdeurwaarder. Is dat de opdrachtgever van een gerechtsdeurwaarder of zijn dat degenen ten behoeve van wie die gelden uiteindelijk worden geïncasseerd? Ik heb er toen voor gepleit om degene met wie de deurwaarder een overeenkomst heeft gesloten en aan wie de deurwaarder contractueel verplicht is om de gelden uit te betalen, aan te merken als rechthebbende op die gelden.3 Nadat de inhoud van het vorige nummer van dit tijdschrift definitief was vastgesteld, heeft de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van het gerechtshof Amsterdam meer duidelijkheid gegeven over dit onderwerp.4 De inhoud van die uitspraak bespreek ik in dit artikel.

TT 2023/33 - Het tuchtrecht en de beroepscode als gejuridiseerde beroepsethiek

Aflevering 3, gepubliceerd op 10-07-2023 geschreven door mr. dr. B. Jansen
Tuchtrecht, beroepscode en beroepsethiek zijn communicerende vaten. Het tuchtrecht is de tak binnen het recht die is gewijd aan de beheersing, de tucht van het gedrag van beroepsbeoefenaren die binnen de betreffende discipline vallen, overeenkomstig de ethiek die geldt voor de uitoefening van het beroep. Het doel van het tuchtrecht is in de eerste plaats de bescherming van de belangen van de beroepsbeoefenaren en de bescherming van de eer en waardigheid van de beroepsgroep. Omdat voor ieder beroep een eigen ethiek geldt, is tuchtrecht, en elke vorm ervan, sui generis. Ik meen dat in geen enkel ander rechtsgebied dan het tuchtrecht de relatie tussen recht en ethiek zo expliciet aanwezig is. Het uitdrukkelijke ervan is dat de beroepsethiek geheel in het tuchtrecht en de beroepscode lijkt te zijn vervat. Oftewel, het tuchtrecht en de beroepscode zijn de uitdrukking van de beroepsethiek. De ethicus die niet juridisch is geëquipeerd, kan kortom de beroepsethiek laten voor wat het is, vanwege de juridisering ervan.