JERF Actueel 2024/439 - Onenigheid tussen erfgenamen over omvang van nalatenschap vanwege betalingen en overboekingen die zijn gedaan voorafgaand en na het overlijden van erflater
ECLI:NL:RBNHO:2024:8754, datum uitspraak 21-08-2024, publicatiedatum 25-09-2024
Aflevering 40, gepubliceerd op 08-10-2024 Vader is op 30 september 2022 overleden. Bij testament heeft hij zijn twee zoons en dochter benoemd tot zijn enige erfgenamen, ieder voor een derde deel. Zijn twee zoons heeft hij aangewezen als (beheers)executeur. De dochter stelt dat een aantal bedragen zonder recht of titel en zonder toestemming van erflater zijn overgeboekt uit het nalatenschapsvermogen en voorts dat een aantal goederen door één van de zoons is meegenomen. Primair stelt dochter dat de zoons met betrekking tot deze overboekingen onrechtmatig hebben gehandeld en dat zij hun aandeel in het vorderingsrecht met betrekking tot die bedragen op grond van het bepaalde in art. 3:194 lid 2 BW hebben verbeurd. De rechtbank oordeelt dat een hekwerk op het erf van erflater tot het nalatenschapsvermogen moet worden gerekend en dat er een onverschuldigde betaling is gedaan aan één van de zoons. Het verzoek tot de verbeurdverklaring wijst de rechtbank af. Vervolgens stelt de rechtbank de wijze van verdeling van de nalatenschap vast.